Peugeot 206 SW 2003 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2003, Model line: 206 SW, Model: Peugeot 206 SW 2003Pages: 168, PDF Size: 2.12 MB
Page 81 of 168

26-05-2003
UW 206 IN DETAIL79
Verwijderen van achterbankzitting
Ð Klap de zitting tegen de rugleu- ning van de voorstoelen.
Ð Knijp de lippen in om de zitting los te maken.
Ð Verwijder de zitting. VERVOER VAN LANGE
VOORWERPEN Om lange voorwerpen te kunnen vervoeren:
Voorstoel:
Ð verwijder de modulaire zitting (zie
de desbetreffende paragraaf) en
klap de rugleuning neer.
Achterbank:
Ð verwijder de zitting,
Ð klap de rugleuning naar voren.
Page 82 of 168

26-05-2003
UW 206 IN DETAIL
80
Voorschriften met betrekking tot het vervoer van kinderen op depassagiersstoel** Kinderen jonger dan 10 jaar mogen niet met het kinderzitje in de rijrich-ting op de passagiersstoel wordenvervoerd, behalve als de achterzit-plaatsen al bezet zijn door anderekinderen of als de achterbank nietbruikbaar is (verwijderd, neerge-klapt). Zet in dat geval de passa-giersstoel in de achterste stand enschakel de airbag niet uit. Het kinderzitje mag voor kinderen tot 13 of 18 kg wel tegen de rijrich-ting in worden aangebracht. In dezestand is het verplicht de airbag aanpassagierszijde uit te schakelen.
ALGEMENE INFORMATIE MET BETREKKING TOT KINDERZITJES
Hoewel PEUGEOT bij het ontwerp van uw auto veel aandacht heeft besteed aan veiligheidsvoorzieningen voor uw kinderen, is hun veiligheid natuurlijk ook afhan-kelijk van u zelf.
Volg voor een optimale veiligheid de volgende adviezen op:
Ð Sinds 1992 dienen kinderen jonger dan 10 jaar in gehomologeerde*, aan
het lichaamsgewicht aangepaste kinderzitjes op met veiligheidsgordels uit-
geruste plaatsen te worden vervoerd. Het kinderzitje voldoet aan de wettelijke bepalingen als het is voorzien van een oranje etiket met de gewichtsgroep en het homologatienummer .
Ð Kinderen van minder dan 9 kg moeten zowel voor- als achterin tegen derijrichting in worden vervoerd. PEUGEOT raadt u aan uw kind tegen de
rijrichting in te vervoeren tot de leeftijd van 2 jaar.
Ð De veiligste plaats voor een kinderzitje is volgens de statistieken eenplaats op de achterbank van uw auto.
Ð Als uw kind op een zitverhoging zit, controleer dan of de heupgordel goed over de bovenbenen van het kind ligt. De schoudergordel dient over de schouder
van het kind te liggen, zonder de hals te raken. PEUGEOT raadt u aan een zit-verhoging met rugleuning en gordelgeleider te gebruiken.
Ð Vergeet bij het vastmaken van de veiligheidsgordel of het tuigje van het kin- derzitje niet om de speling tussen de gordel of het tuigje en het lichaam
van het kind tot een minimum te beperken .
* Volgens de wettelijke bepalingen.
** Raadpleeg de wettelijke bepalingen van uw land voor de voorschriften met betrekking tot het vervoer van kinderen op de passagiersstoel.
Page 83 of 168

26-05-2003
UW 206 IN DETAIL81
ISOFIX-BEVESTIGINGEN De passagiersstoel en de twee bui- tenste achterzitplaatsen (3-/5-deursen 206 SW) of het 1/3 deel van de indelen neerklapbare achterbank
(206 RC) zijn uitgerust met ISOFIX-
bevestigingen . Deze bevestigingen
bestaan uit 2 ringen geplaatst tus-sen de rug en de zitting van de stoel. De ISOFIX-kinderzitjes beschikken
over 2 sloten die makkelijk kunnen worden verankerd aan deze ringenen zorgen zo voor een veilige, dege-lijke en snelle montage van het zitje. Een speciaal voor PEUGEOT geho-mologeerd kinderzitje is het
KIDDY
Isofix* kinderzitje dat verkrijgbaar is bij
de PEUGEOT servicepunten. Dit zitjekan met de rug in de rijrichting wordengeplaatst voor kinderen vanaf degeboorte tot 13 kg en met het gezicht inde rijrichting voor kinderen van 9 tot 18 kg. Als het zitje voorin met de rug in de rijrichting wordt geplaatst, moet devoorstoel helemaal naar voren wor-den geschoven zodat het kinderzitjezo dicht mogelijk tegen, of volledigtegen, het dashboard zit. Als het zitje achterin met het gezicht in de rijrichting wordt geplaatst (3-/5-deurs en 206 SW), moet de voorstoelin de middelste stand en de rugleu-ning rechtop worden geplaatst. In de206 RC dient het kinderzitje zo recht-op mogelijk worden geplaatst.Raadpleeg hiervoor de gebruiksaan-wijzing van het kinderzitje. Als het zitje achterin met de rug inde rijrichting wordt geplaatst, dienthet kinderzitje tegen de rugleuning
van de desbetreffende stoel te zijngeplaatst. Dit kinderzitje kan ook worden bevestigd op zitplaatsen die niet zijnvoorzien van Isofix-bevestigingen.Het is in dat geval verplicht het zitjete bevestigen met de driepunts vei-ligheidsgordels voor beide posities. Zie de overzichtstabel voor het plaatsen van kinderzitjes.
Als het KIDDY ISOFIX kinderzitje met de rug in de rijrichting op depassagiersstoel is geplaatst, ishet verplicht de passagiersairbaguit te schakelen. Anders kan het kind bij het in werking treden van de airbaglevensgevaarlijk gewond raken.
Volg bij het plaatsen van het kin- derzitje de gebruiksaanwijzing vande fabrikant van het kinderzitje.
* U kunt op de ISOFIX-bevestigingen in
uw auto alleen de door PEUGEOT gehomologeerde ISOFIX-kinderzitjes,
die verkrijgbaar zijn bij de PEUGEOT-servicepunten, verankeren.
Page 84 of 168

26-05-2003
UW 206 IN DETAIL
82
DOOR PEUGEOT AANBEVOLEN KINDERZITJES
Behalve ISOFIX-kinderzitjes levert PEUGEOT ook een uitgebreide reeks kinderzitjes die met de veiligheidsgordel kunnen worden vastgemaakt:
Groep 0+: Vanaf de geboorte tot 13 kg
L1 - "Britax Babysure": wordt zowel voorin als achterin met de rug in de rijrichting aangebracht en met een driepuntsgordel
vastgemaakt. Als het zitje voorin is aangebracht, is het verplicht de airbag aan passagierszijde uit te schakelen en moet de passa- giersstoel in de middelste stand worden gezet.
Groep 1: Van 9 tot 18 kg
L2 - "Ršmer Prince": wordt op de achterzitting met een heupgordel of driepuntsgordel vastgemaakt. Omwille van de veiligheid van uw kinderen: gebruik het zitje en de gordelbeschermer nooit los van elkaar.
Groep 2: Van 15 tot 25 kg
L3 - "Ršmer Vario": wordt op de achterzitting met een heupgordel of driepuntsgordel vastgemaakt.
Page 85 of 168

26-05-2003
UW 206 IN DETAIL83
Laat nooit ŽŽn of meer kinderen zonder toezicht in een auto
achter. Laat nooit een kind of een dier
in uw auto achter wanneer alle ruiten gesloten zijn en de auto in de zon staat. Plaats zonneschermen voor de achterste zijruiten om uw jonge kinderen tegen dezon te beschermen. Laat de sleutels nooit binnen bereik van de kinderen achter in de de auto. Schakel de airbag aan passagierszijde uit als een kinderzitje met de rug in de rijrich-ting op de passagiersstoel wordt geplaatst.Anders kan een kind bij het afgaan van deairbag levensgevaarlijk gewond raken.
Volg alle aanwijzingen van de fabrikant met betrekking tot het plaatsen en het bevestigenvan het kinderzitje op. Deze zijn aangegevenin de desbetreffende gebruiksaanwijzing. Gebruik het kinderslot* om het per onge- luk openen van de achterportieren tevoorkomen. Zorg er bovendien voor dat de portierruiten achter* niet verder dan voor 1/3 deel geo-pend worden.
* Volgens uitvoering.
Groep 2 en 3: Van 15 tot 36 kg
L4 - "Recaro Start": wordt op de achterzitting met een driepuntsgordel vastge- maakt. De hoogte en de breedte van de rugleuning alsmede de lengte van de zitting kunnen naar gelang de leeftijd en de grootte van uw kind worden afgesteld.
L5 - "Klippan Optima": wordt op de achterzitting met een driepuntsgordel vast- gemaakt.
Vanaf 6 jaar (ongeveer 22 kg): gebruik alleen de zitverhoging.
Raadpleeg het "Overzicht bevestiging kinderzitjes" voor het plaatsen van een kinderzitje.
Page 86 of 168

26-05-2003
UW 206 IN DETAIL
84
OVERZICHT BEVESTIGING KINDERZITJES (3-/5-deurs en 206 SW) Conform de Europese wetgeving (Richtlijn 2000/3) geeft het onderstaande overzicht de mogelijkheden met betrekking tot
kinderzitjes weer, gerangschikt naar gewicht van het kind en de plaats in de auto:
U : universeel kinderzitje.
U F : universeel kinderzitje dat in de rijrichting wordt geplaatst.
X : niet toegestaan.
Volgens land van bestemming:
L1 : BRITAX Babysure E11 0344117 Universeel (tot 13 kg).
L2 : ROMER Prince E1 03301058 Universeel (9 - 18 kg).
L3 : ROMER Vario E1 03301120 Universeel (15 - 25 kg).
L4 : RECARO Start E1 03301108 Universeel (15 - 36 kg).
L5 : KLIPPAN Optima E17 03000 7 Universeel (15 - 36 kg).
L6 : KIDDY Isofix (rug in rijrichting) (c)
E1 03301123 en Universeel (tot 13 kg)*.
L7 : KIDDY Isofix (gezicht in rijrichting) (c)
E2 030011 Universeel (9 - 18 kg)*.
(a) Groep 0: van geboorte tot 10 kg.
(b) De wettelijke voorschriften voor het vervoer van kinderen op de passagiersstoel v——r zijn per land verschillend. Raadpleeg de wetgeving in uw land.
(c) Zie "Stoelen - ¤ Isofix-bevestigingen" voor het gebruik van een KIDDY kinderzitje met Isofix-bevestiging of alleen met de veiligheidsgordel. Wettelijke gewichtsgroep
Plaats Groep 0(a)
tot 0+ Groep 1 Groep 2 Groep 3
< 13 kg 9 - 18 kg 15 - 25 kg 22 - 36 kg
Passagiersstoel v——r (b)
UU UU
Vaste stoel, In hoogte verstelbare stoelL1, L6 L2, L7 L3, L4, L5 L4, L5
Achterbank UU UU
Buitenste zitplaats L1, L6 L2, L7 L3, L4, L5 L4, L5
Achterbank X U F U F U F
Middelste zitplaats L2 L3, L4, L5 L4, L5
Driepuntsgordel
Achterbank X U F U F U F
Middelste zitplaats L2 L3
Tweepuntsgordel
Page 87 of 168

26-05-2003
UW 206 IN DETAIL85
Wettelijke gewichtsgroep
Plaats Groep 0(a)
tot 0+ Groep 1 Groep 2 Groep 3
< 13 kg 9 - 18 kg 15 - 25 kg 22 - 36 kg
Passagiersstoel v——r (b)
UU UU
Buitenste zitplaats achter L1, L6 L2, L7 L3, L4, L5 L4, L5
OVERZICHT BEVESTIGING KINDERZITJES (206 RC*) Conform de Europese wetgeving (Richtlijn 2000/3) geeft het onderstaande overzicht de mogelijkheden met betrekking tot
kinderzitjes weer, gerangschikt naar gewicht van het kind en de plaats in de auto.
U : universeel kinderzitje.
Volgens land van bestemming:
L1 : BRITAX Babysure E11 0344117 Universeel (tot 13 kg).
L2 : ROMER Prince E1 03301058 Universeel (9 - 18 kg).
L3 : ROMER Vario E1 03301120 Universeel (15 - 25 kg).
L4 : RECARO Start E1 03301108 Universeel (15 - 36 kg).
L5 : KLIPPAN Optima E17 030007 Universeel (15 - 36 kg).
L6 : KIDDY Isofix (rug in rijrichting) (c)
E1 03301123 en Universeel (tot 13 kg)*.
L7 : KIDDY Isofix (gezicht in rijrichting) (c)
E2 030011 Universeel (9 - 18 kg)*.
(a) Groep 0: van geboorte tot 10 kg.
(b) De wettelijke voorschriften voor het vervoer van kinderen op de passagiersstoel v——r zijn per land verschillend. Raadpleeg de wetgeving in uw land.
(c) Zie "Stoelen - ¤ Isofix-bevestiging" voor het gebruik van een KIDDY kinderzitje met Isofix-bevestiging of alleen met de veiligheidsgordel.
* In de loop van het jaar, volgens land van bestemming.
Page 88 of 168

26-05-2003
UW 206 IN DETAIL
86
VEILIGHEIDSGORDELS Hoogteverstelling van de veiligheidsgordel:
Ð Verlagen: trek de knop naar u toeen schuif het bevestigingspunt omlaag.
Ð Verhogen: schuif het bevesti- gingspunt omhoog. De veiligheidsgordel omdoen
Trek de riem om u heen en steek de gesp in de gordelsluiting.
Veiligheidsgordels v——r met pyrotechnische gordelspannersen gordelkrachtbegrenzers Dankzij de toepassing van veilig- heidsgordels met gordelspannersen gordelkrachtbegrenzers is de vei-ligheid van de voorste inzittenden bijfrontale aanrijdingen nog verder ver-beterd. De gordelspanners dienenom, afhankelijk van de kracht van deaanrijding, de veiligheidsgordelsstevig tegen de lichamen van deinzittenden te trekken. De veiligheidsgordels met gordel- spanners werken alleen als het con-tact is aangezet. De gordelkrachtbegrenzer beperkt de kracht waarmee de gordel tegenhet lichaam van de inzittendegetrokken wordt.
Veiligheidsgordels achter De zitplaatsen achter zijn voorzien van drie veiligheidsgordels met oprol-
automaat (3-/5-deurs en 206 SW) oftwee veiligheidsgordels met oprolau-tomaat (206 RC).
De gordel heeft het meeste effect als dezestrak om het lichaamgedragen wordt.
De gordelspanners kunnen,afhankelijk van de aard en dekracht van de aanrijding, v——r enonafhankelijk van de airbagsafgaan. Het verklikkerlampje van de air- bag in het instrumentenpaneelgaat bij het afgaan van de gor-delspanners branden.
Laat het systeem na een aan-
rijding controleren door een
PEUGEOT-servicepunt.
Page 89 of 168

26-05-2003
UW 206 IN DETAIL87
Batterij van afstandsbediening vervangen Als de batterij leeg is, verschijnt in combinatie met een geluidssignaalde melding "Batterij afstandsbedie-
ning leeg" op het multifunctionele
display. Draai de schroef los en wip het huis met een muntstuk bij het oog los om debatterij te vervangen (CR 2016/3 V). Als de afstandsbediening na het ver- vangen van de batterij niet werkt,moet deze opnieuw geprogrammeerdworden.
SLEUTELS Met behulp van de sleutels kunnen de voorportieren en de tankdop ver-grendeld of ontgrendeld worden,kan de airbag aan passagierszijdeworden uitgeschakeld en wordt hetcontactslot bediend. Centrale vergrendeling Met behulp van de sleutel in het slot van een voorportier kunnen alle por-tieren en de achterklep gelijktijdigvergrendeld of ontgrendeld worden. Als een van de portieren, de achter- klep (206 SW) of de achterruit
(206 SW) geopend is, werkt de cen-trale vergrendeling niet. Afstandsbediening Met de afstandsbediening kunnen dezelfde functies worden uitge-voerd. Vergrendelen Druk op de knop
Aom de auto te
vergrendelen. Het vergrendelen wordt bevestigddoor het gedurende ongeveer tweeseconden branden van de richting-aanwijzers. Ontgrendelen Druk op de knop Bom de auto te
ontgrendelen. Dit wordt bevestigd door het snelknipperen van de richtingaanwijzers.
206 SW: druk lang op de knop Bom
de auto te ontgrendelen en de achterruit te openen. Opmerkingen: als de auto is
vergrendeld en per ongeluk wordt ontgrendeld zonder dat binnen
30 seconden een van de portierenwordt geopend, wordt de auto automatisch weer vergrendeld (206 SW). Druk de knop van de afstandsbedie- ning niet buiten het bereik van deauto in. Hierdoor kan het systeembuiten werking raken. In dat gevalmoet de afstandsbediening opnieuwgeprogrammeerd worden. Lokaliseren van de auto Om de eerder vergrendelde auto te lokaliseren op een parkeerplaats:
druk op de knop A, de plafon-
niers gaan branden en de knip- perlichten knipperen gedurendeenkele seconden.
Waarschuwingssignaal sleutel Als het bestuurdersportier wordt geopend terwijl de sleutel nog in het contact steekt, klinkt er een geluidssignaal.
Herprogrammeren van de afstandsbediening Zet het contact uit.
Zet het contact weer aan.
Druk direct op de knop A.
Zet het contact uit en verwijder de sleutel uit het contactslot. De
afstandsbediening werkt nu weer.
Page 90 of 168

26-05-2003
UW 206 IN DETAIL
88
Noteer de sleutelnummers zorgvuldig. De sleutelcode is als streepjescode aangege- ven op het label bij de sleutel.
Een PEUGEOT-servicepunt kan bij verlies snel voor nieuwe sleutels zorgen.De radiografische afstandsbediening is een systeem met een groot bereik.
Het is raadzaam om niet met de knop van de afstandsbediening te spelen om te voorkomen dat de portieren per ongeluk ontgrendeld worden. De afstandsbediening kan niet functioneren als de sleutel in het contactslot zit, zelfs als het
contact uitstaat, behalve voor het herprogrammeren. Het rijden met vergrendelde portieren
kan in geval van nood de toegang tot het interieur belem meren.
Neem uit veiligheidsoverwegingen (kinderen in de auto) de sleutel met afstandsbediening mee
als u de auto verlaat, zelfs al is dit voor korte duur. Druk nooit op de knoppen van uw afstandsbediening buiten het bereik van uw auto. De afstandsbediening kan dan onbruikbaar worden en moet in dat geval opnieuw worden gepro grammeerd.
Let er bij het aanschaffen van een gebruikte auto op dat: Ð u in het bezit bent van de codekaart;
Ð uw sleutels door een PEUGEOT-servicepunt in het elektronische geheugen worden opgesla- gen, zodat u er zeker van kunt zijn dat de in uw bezit zijnde sleutels de enige zijn waarmee deauto kan worden gestart. Breng geen wijzigingen aan in de elektronische startblokkering.
Codekaart Op deze kaart staat de identificatie-
code die uw PEUGEOT-servicepuntnodig heeft bij werkzaamheden aande startblokkering. De code is afge-dekt, verwijder de film alleen als ditstrikt noodzakelijk is. Bewaar de codekaart op een veilige plaats buiten de auto.ELEKTRONISCHE
STARTBLOKKERING Deze diefstalbeveiliging blokkeert het motormanagementsysteem envoorkomt zo het starten van demotor bij een inbraak. In de sleutel is een chip aangebracht die over een specifieke codebeschikt. Bij het aanzetten van hetcontact moet de code van de sleutelworden herkend door de startblok-kering, waarna de motor gestart kanworden. Bij een storing in het systeem dient
u zo snel mogelijk een PEUGEOT- servicepunt te raadplegen.