Peugeot 508 RXH 2014 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2014, Model line: 508 RXH, Model: Peugeot 508 RXH 2014Pages: 332, PDF Size: 9.67 MB
Page 11 of 332

9
90
75 131 148117
68, 79, 80 242 15 171
115
140
29
129 179 84
508RXH_nl_Chap00b_vue-ensemble_ed01-2014
Het branden van een verklikkerlampje geeft aan of
de bijbehorende functie is in- of uitgeschakeld.
Schakelaars
Elektrische parkeerrem.
Openen van de achterklep.
Massagefunctie.
Inbraakalarm. Elektrisch kinderslot.
Verklikkerlampje programmeerbare verwarming.
Uitschakelen parkeerhulp.
Uitschakelen automatisch afzetten
van de verbrandingsmotor.
Head-up display
(aan/uit, instellingen).
PE
UGEOT C
onnect SOS
Motor starten/afzetten met de
elektronische sleutel.
Dodehoekbewaking. Uitschakelen van het CDS-systeem. Openen van de brandstofvulklep.
Grootlichtassistent.
.
Overzicht
Page 12 of 332

10
508RXH_nl_Chap00b_vue-ensemble_ed01-2014
11. Zijruitontwaseming.
12 . Voorruitontwaseming.
13.
Contact-/stuurslot.
14 .
S
tarten met de elektronische sleutel.
15.
B
ediening op het stuur wiel van de
autoradio.
16.
S
chakelaar ruitenwissers/ruitensproeiers/
boordcomputer.
17.
S
chakelaar alarmknipperlichten en centrale
vergrendeling.
18.
Display.
19.
M
iddelste verstelbare en afsluitbare
ventilatieroosters.
20.
A
irbag passagier.
21.
V
erstelbare en afsluitbare
zijventilatieroosters.
Cockpit
1. Schakelaars snelheidsregelaar/-begrenzer.
2. K oplampverstelling.
3.
S
chakelaar verlichting en
richtingaanwijzers.
4.
I
nstrumentenpaneel.
5.
A
irbag bestuurder.
Claxon.
6.
Selectiehendel.
7.
K
euzeschakelaar HYbrid4-systeem.
8.
12V-aansluiting.
USB-/Jack-aansluitingen.
9.
H
endel motorkapontgrendeling.
10.
Zekeringkast. 22. D
ashboardkastje / Uitschakeling
passagiersairbag.
23.
E
lektrische parkeerrem.
24.
M
iddenarmsteun met opbergvakken.
25.
O
pbergvakken (volgens uitvoering).
26.
Autoradio.
2 7.
B
edieningspaneel verwarming/
airconditioning.
28.
A
larm / P
E
UGEOT
C
onnect SOS -
P
E
UGEOT
C
onnect Assistance.
29.
Opbergvak.
30.
M
assage / Grootlichtassistent /
Dodehoekbewaking.
Overzicht
Page 13 of 332

11
508RXH_nl_Chap00b_vue-ensemble_ed01-2014
.
Overzicht
Page 14 of 332

12
508RXH_nl_Chap00c_systeme-hybride_ed01-2014
Presentatie
De HYbrid4-technologie combineert op slimme
wijze twee aandrijfconcepten: een HDi-
dieselmotor die de voor wielen aandrijft en een
elektromotor die zorgt voor de aandrijving van
de achterwielen.
Deze twee motoren kunnen afzonderlijk
of gelijktijdig werken, afhankelijk van de
geselecteerde stand van het hybridesysteem
en de rijomstandigheden.
De auto wordt door alleen de elektromotor
aangedreven in de stand "ZEV " (Zero Emission
Vehicle) en, bij lage snelheden en wanneer
weinig vermogen wordt gevraagd, in de
stand "Auto". Bij wegrijden vanuit stilstand, bij
accelereren en tijdens het schakelen assisteert
de elektromotor de dieselmotor.
De batterij die voor de voeding van de
elektromotor zorgt, wordt tijdens het
decelereren weer bijgeladen.1.
HDi-dieselmotor (aandrijving van de voorwielen).2. Elektromotor (aandrijving van de achterwielen).3. 200V-tractiebatterij.4. Elektronische controle-eenheid vermogen.
5. Dynamo/startmotor (Stop & Start-systeem).
6. 2Tronic versnellingsbak.
7. Elektrische stromen.
8.
K
euzeschakelaar HYbrid4.
Hybridesysteem
Page 15 of 332

13
508RXH_nl_Chap00c_systeme-hybride_ed01-2014
Belangrijkste onderdelen van het HYbrid4-systeem
De voorin geplaatste HDi dieselmotor (1) drijft de auto aan via de voor wielen en levert onder
normale omstandigheden het grootste deel van het vermogen om te kunnen rijden.
Deze motor is voorzien van een dynamo/startmotor (Stop & Star t-systeem) (5) , die het opladen
van de tractiebatterij regelt en indien nodig voor extra vermogen zorgt (stand 4x4).
Afhankelijk van de geselecteerde stand van het hybridesysteem zorgt de achterin geplaatste
elektromotor (2) voor de aandrijving van alleen de achter wielen of vult deze de dieselmotor aan.
De elektromotor regelt de regeneratie van energie en het opladen van de tractiebatterij tijdens het
decelereren en werkt tot 120 km/h.
Een 200V-tractiebatterij (3) (hoogspanningsaccu) van het type NI-MH bevat de energievoorraad
voor de achterin geplaatste elektromotor.
Het laadniveau wordt automatisch op peil gehouden wanneer de auto decelereert.
De tractiebatterij bevindt zich in een compartiment van de bagageruimte dat alleen toegankelijk is
voor gekwalificeerde technici van de werkplaats.
Het laadniveau van de tractiebatterij wordt aangegeven door 8 horizontale of verticale streepjes
(afhankelijk van het type display).
De normale 12V -accu die zich in de motorruimte bevindt, zorgt voor de voeding van de elektrische
installatie van de auto. Deze accu wordt automatisch bijgeladen door het hoogspanningsnetwerk.
.
Hybridesysteem
Page 16 of 332

14
508RXH_nl_Chap00c_systeme-hybride_ed01-2014
De elektronische controle-eenheid vermogen (4) stuurt automatisch de verschillende
werkingsfasen van de twee motoren (dieselmotor en elektromotor) aan om een zo laag mogelijk
brandstofverbruik mogelijk te maken.
Voor de regeling van het elektrische vermogen zijn een motorgenerator en een omvormer nodig.
De motorgenerator bepaalt het koppel van de elektromotor door de van de tractiebatterij afkomstige
stroom te regelen. Het spanningsbereik van de motorgenerator ligt tussen 150 en 270 V.
De omvormer zet de hoogspanning van 200 V van de tractiebatterij om in een spanning van 12 V
voor de voeding van de elektrische installatie van de auto.
De dynamo/startmotor (5) voert de Stop & Star t-functie uit zodat de dieselmotor wordt
uitgeschakeld als de auto tot stilstand komt (bijvoorbeeld voor een verkeerslicht, bij het naderen
van een voorrangsweg of in een file) of in rijomstandigheden waarbij volledig elektrisch kan worden
gereden.
Het stoppen en starten van de dieselmotor gebeurt onmiddellijk en op een voor de bestuurder
onmerkbare manier.
Deze dynamo/startmotor zorgt ook voor het laden van de tractiebatterij en de 12V-accu
(bijvoorbeeld in de stand 4WD of als de tractiebatterij bijna leeg is).
De 2Tronic versnellingsbak (6) zorgt in de automatische stand voor een aanzienlijk lager
brandstofverbruik ten opzichte van een conventionele handgeschakelde versnellingsbak, dankzij
het elektronisch geregelde schakelprogramma.
Met behulp van de schakelflippers achter het stuur wiel kunt u bovendien op elk moment zelf
schakelen, zowel in de automatische als de handgeschakelde stand.
Hybridesysteem
Page 17 of 332

15
508RXH_nl_Chap00c_systeme-hybride_ed01-2014
Starten - afzetten van de motor
Vóór het startenStarten van het
HYbrid4-systeem
- Trap het rempedaal in.
-
D ruk één keer kort (ongeveer 1 seconde)
op de knop START/STOP of draai
de sleutel zo ver mogelijk richting het
dashboard, in de stand 3 (st a r te n).
-
H
et stuurslot wordt ontgrendeld (er is een
geluid hoorbaar en het stuur wiel beweegt
i et s).
-
Z
et de selectiehendel in de stand N
.
-
A
ls uw auto is voorzien van het Keyless
entry and start-systeem, is het voldoende
als de sleutel zich in het interieur van de
auto bevindt.
-
I
s uw auto niet van dit systeem voorzien,
steek dan de sleutel in het contactslot.
-
A
ls het verklikkerlampje voorgloeien diesel
brandt (bij een temperatuur beneden
het vriespunt), wacht dan tot het uitgaat
alvorens de motor te starten. -
H
oud het rempedaal ingetrapt tot het
HYbrid4-systeem is ingeschakeld (het
instrumentenpaneel wordt ingeschakeld,
het verklikkerlampje Ready gaat
branden en ter bevestiging klinkt een
geluidssignaal).
Het hybridesysteem bepaalt of de dieselmotor
gestart moet worden.
.
Hybridesysteem
Page 18 of 332

16
508RXH_nl_Chap00c_systeme-hybride_ed01-2014
- Zet, voordat het HYbrid4-systeem wordt uitgeschakeld, de selectiehendel in de
stand N .
-
D
ruk kort op de knop START/STOP of
draai de sleutel zo ver mogelijk naar u toe,
in de stand 1 (Stop).
-
H
et systeem wordt uitgeschakeld en het
stuurslot wordt vergrendeld.
Afzetten van het HYbrid4-systeem
Raadpleeg voor meer informatie
de rubriek "voorzorgsmaatregelen/
waarschuwingen motorruimte".
Wanneer u de auto hebt stilgezet, dient u voordat
u uitstapt het contact af te zetten en te wachten tot
het verklikkerlampje Ready uitgaat. Wanneer u dit
niet doet, blijft het hybridesysteem ingeschakeld.Wanneer u wegrijdt in de elektrische
stand, maakt uw auto geen geluid.
Let dus extra goed op voetgangers
die u mogelijk niet horen aankomen.
Bij het afzetten van de motor is de
rembekrachtiging niet meer actief.
Hybridesysteem
Page 19 of 332

17
508RXH_nl_Chap00c_systeme-hybride_ed01-2014
Contact aan zonder starten
van de motor
(accessoirestand)
Diefstalbeveiliging
Elektronische startbeveiliging
In de sleutels is een chip aangebracht die over
een geheime code beschikt. Om te kunnen
starten, moet bij het aanzetten van het contact
de code van de sleutel worden herkend door de
startbeveiliging.
Deze elektronische startbeveiliging blokkeert
het motormanagementsysteem zodra het
contact wordt afgezet en voorkomt zo het
starten van de motor bij een inbraak.
Bij een storing in het systeem wordt u
gewaarschuwd door een melding op het display
van het instrumentenpaneel.
De auto kan dan niet gestart worden.
Raadpleeg zo snel mogelijk het
PEUGEOT-netwerk.
Draai de sleutel richting het dashboard in de
middelste stand of zorg ervoor dat de sleutel
van het keyless entry and start-systeem zich
in het interieur van de auto bevindt; druk,
zonder het rempedaal in te trappen op de knop
"START/STOP". Het contact is aangezet om zo
de verschillende accessoires te activeren.
F
D
ruk op de knop "START/STOP":
de verlichting en lampjes van
het instrumentenpaneel gaan
branden zonder dat de motor
wordt gestart.
F
D
ruk nogmaals op de knop om
het contact af te zetten en de
auto te kunnen vergrendelen.
Wanneer u de accessoirestand
langdurig gebruikt, wordt automatisch
de eco-mode ingeschakeld om te
voorkomen dat de accu ontladen raakt.
.
Hybridesysteem
Page 20 of 332

18
508RXH_nl_Chap00c_systeme-hybride_ed01-2014
Noodprocedure voor het starten
met de elektronische sleutel
Als de elektronische sleutel zich in het
detectiegebied bevindt en uw auto niet start als
u op de knop "START/STOP" drukt:
F
O
pen het klepje onder de knop "START/
STO P ".
F
S
teek de elektronische sleutel in de
houder A .
F
D
ruk op de knop "START/STOP".
Noodprocedure voor het afzetten van
de motor met de elektronische sleutel
In noodgevallen kan de motor geforceerd
worden afgezet door de knop "START/STOP"
ongeveer drie seconden ingedrukt te houden.
In dat geval wordt het stuurslot ingeschakeld
zodra de auto stilstaat.
Als de elektronische sleutel zich niet meer
in het detectiegebied bevindt op het moment
dat de motor moet worden afgezet, wordt een
melding weergegeven op het display van het
instrumentenpaneel.
F
H
oud de knop "START/STOP" ongeveer
drie seconden ingedrukt als u de motor
geforceerd wilt afzetten (let op: zonder
de sleutel kan de motor niet meer gestart
wo r d e n).
Als de elektronische sleutel niet
wordt herkend door het keyless
entry and start-systeem
Als de elektronische sleutel zich niet meer in het
detectiebereik bevindt tijdens het rijden of wanneer
u (op een later moment) het hybridesysteem wilt
uitschakelen, wordt een melding weergegeven op
het display van het instrumentenpaneel.
Als de motor draait, kunt u de
elektronische sleutel verwijderen en het
klepje sluiten. F
H
oud de knop "START/STOP"
ongeveer drie seconden ingedrukt
als u het hybridesysteem geforceerd
wilt uitschakelen (let op: zonder de
elektronische sleutel in het detectiebereik
kan het systeem niet meer ingeschakeld
wo r d e n).
Tijdens het gebruik van de auto moet
de elektronische sleutel zich in het
interieur bevinden.
Hybridesysteem