PEUGEOT BOXER 2021 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2021, Model line: BOXER, Model: PEUGEOT BOXER 2021Pages: 212, PDF Size: 6.44 MB
Page 21 of 212

19
Instrumentenpaneel
1
Menu…
Druk op...Submenu... Druk op...Select... Bevestigen
en
afsluitenHiermee kunt u ...
12 Service (service)
Service
(km/mijl tot
onderhoudsbeurt) Het resterende aantal
kilometer / mijl tot de volgende
onderhoudsbeurt weergeven.
Olie verversen
(km/mijlen tot olie
verversen) Het resterende aantal mijl /
kilometer tot de volgende keer
olie verversen weergegeven.
13 Daytime running
lamps (dagrijverlichting)
AAN De dagrijverlichting in-/
uitschakelen.
OFF
14 Automatic main
beam headlamps
(automatisch groot licht)
AAN De grootlichtassistent in-/
uitschakelen.
OFF
15 Passenger airbag
(P BAG) (airbag aan
passagierszijde (P
BAG))
AAN Ja De airbag aan passagierszijde
in-/uitschakelen.
Nee
OFF Ja
De airbag aan passagierszijde
uitschakelen.
Nee
Page 22 of 212

20
Instrumentenpaneel
Menu…
Druk op...Submenu... Druk op...Select... Bevestigen
en
afsluitenHiermee kunt u ...
16 Blind spot (dode
hoek)
OFF De parameters van het
dodehoekbewakingssysteem
instellen.
Visueel
Visueel en
geluidssignaal
Max
Auto
17Active Safety Brake
AAN De functie in-/uitschakelen.
OFF
18 Exit menu (menu
afsluiten)
Het menu afsluiten.
Met de pijl omlaag gaat u terug
naar het eerste menu.
Page 23 of 212

21
Instrumentenpaneel
1Audio- en telematicasysteem op het
touchscreen
Met het bedieningspaneel voor het audiosysteem
op het midden van het dashboard kunnen menu's
worden geopend om bepaalde uitrusting aan te
passen.
De bijbehorende informatie wordt op het display op
het touchscreen weergegeven.
De informatie is beschikbaar in 9 talen: Duits,
Engels, Spaans, Frans, Italiaans, Nederlands, Pools,
Portugees en Turks.
Vanwege de veiligheid kunnen sommige menu's
alleen worden geopend als het contact is
uitgeschakeld.
Biedt toegang tot het menu "Settings"
(Instellingen).
Hiermee kunt u omhoog in een menu bladeren of een waarde verhogen.
Hiermee kunt u omlaag in een menu bladeren of een waarde verlagen.
Menu "Instellingen"
1. "Weergave"
2. "Gesproken commando's"
3. "Tijd en datum"
4. "Veiligheid/Assistentie"
5. "Verlichting"
6. "Portieren & vergrendeling"
7. "Audio"
8. "Telefoon/Bluetooth"
9. "Radio-instelling"
10. "Herstel instellingen" om de fabrieksinstellingen
te herstellen.
11 . "Delete pers. data" (persoonsgegevens
wissen) om al uw persoonlijke gegevens met
betrekking tot de Bluetooth-apparatuur uit het
audiosysteem te wissen.
Zie de betreffende hoofdstukken voor meer
informatie over de audio, telefoon, radio en
navigatie.
De instellingen in de submenu's 4 , 5 en 6
zijn afhankelijk van de uitrusting in het
voertuig.
In het submenu "Display" (Display) kunt u het
volgende doen: –
"Languages" (T
alen) selecteren en een van de
hierboven genoemde talen kiezen,
–
"Unit of Measurement" (Maateenheid) selecteren
en het verbruik (mijl/gallon, l/100 km), afstanden
(mijl, km) en temperatuur (°F, °C) instellen,
–
"T
rip B display" (Weergave traject B) selecteren
om traject B van de boordcomputer in of uit te
schakelen (aan, uit).
In het submenu "Safety/Assistance" (Veiligheid/
Assistentie) kunt u het volgende doen:
–
"Parkview Camera" (Parkview-camera) en
daarna de "Reversing camera" (Achteruitrijcamera)
selecteren om deze in of uit te schakelen (On, Off),
–
"Parkview camera" (Parkview-camera), daarna
"Vertraging camera" (Camera delay) selecteren om
het display 10 seconden vast te houden of tot 18
km/u in of uit te schakelen) (aan, uit),
–
"T
raffic Sign" (Verkeersbord) selecteren om deze
in of uit te schakelen (aan, uit),
–
"Passenger airbag" (Passagiersairbag) selecteren
om deze in of uit te schakelen (aan, uit).
In het submenu "Lights" (Verlichting) kunt u het
volgende doen:
–
"Daytime running lamps" (Dagrijverlichting)
selecteren om deze in of uit te schakelen (aan, uit),
–
"Auto. main beam headlamps" (Automatisch groot
licht) om deze functie in of uit te schakelen (aan, uit),
– "Headlamp sensor" (Koplampsensor) selecteren
om de gevoeligheid aan te passen (1, 2, 3).
In het submenu "Doors & locking" (Portieren &
vergrendeling) kunt u het volgende doen:
–
"Autoclose" (Automatische sluiten) selecteren om
deze functie in of uit te schakelen (aan, uit).
Page 24 of 212

22
Instrumentenpaneel
Datum en tijd instellen
Met het bedieningspaneel MODE
► Druk op de toets "MODE".
►
Selecteer het menu "T
ime setting" (Tijd instellen)
om het formaat voor de tijd en datum (24 uur of 12
uur) in te stellen of het menu "Date setting" (Datum
instellen) om de dag, maand en jaar in te stellen.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer informatie
over de configuratie van het voertuig (MODE).
Het audio- en telematicasysteem op het
touchscreen gebruiken
In het submenu "Clock and Date" (Klok en datum)
kunt u:
►
"T
ime setting and format" (Tijd en formaat
instellen) selecteren om de uren, minuten en
seconden in te stellen en het formaat (24 uur, 12 uur
met am of pm) te kiezen.
►
"Date setting" (Datum instellen) selecteren om
dag, maand en jaar in te stellen.
Als u de tijd handmatig wilt instellen, moet "Time Synchro" (Tijd synchroniseren)
worden uitgeschakeld (uit).
Boordcomputer
Geeft informatie over de actuele rit (zoals
actieradius, actueel brandstofverbruik en gemiddeld
brandstofverbruik).
Deze functie is niet beschikbaar bij elektrische voertuigen.
► Druk op de toets TRIP op het uiteinde van de
ruitenwisserhendel voor toegang tot de informatie
van de boordcomputer.
Actieradius
Dit is de afstand die u nog met de resterende
hoeveelheid brandstof kunt afleggen, afhankelijk van
het gemiddelde verbruik over de laatste afgelegde
kilometers.
Afstand A
Dit is de afstand die is afgelegd sinds de laatste keer
dat de waarde in de boordcomputer op nul is gezet.
Gemiddeld verbruik A
Dit is het gemiddelde verbruik sinds de laatste keer
dat de waarde in de boordcomputer op nul is gezet.
Huidig verbruik A
Dit is het gemiddelde verbruik van de laatste
seconden.
Gemiddelde snelheid A
Dit is de gemiddelde snelheid sinds de laatste keer
dat de waarde in de boordcomputer op nul is gezet
(met het contact ingeschakeld).
Duur rit A Dit is de totale tijd sinds de laatste keer dat de
waarde in de boordcomputer op nul is gezet.
Als TRIP B is geactiveerd in het menu MODE:
–
Afstand B
–
Gemiddeld verbruik B
–
Gemiddelde snelheid B
–
Duur rit B
Tachograaf
Als uw voertuig is voorzien van dit systeem, dan
worden alle gegevens over het voertuig op dit
apparaat en op een geplaatste geheugenkaart
opgeslagen.
Bijvoorbeeld aan het begin van elke rit of schakelen.
Wanneer er een geheugenkaart is geplaatst, dan
kunnen alle gegevens:
–
Op het scherm van de tachograaf worden
weergegeven;
–
W
orden afgedrukt;
–
V
ia een interface naar externe opslagmedia
worden overgebracht.
Zie voor meer informatie de documentatie van de
fabrikant van de tachograaf.
Page 25 of 212

23
Instrumentenpaneel
1Als uw voertuig is voorzien van een tachograaf, dan raden wij u aan om de
minklem (-) van de accu (onder de vloer links in
de cabine) los te koppelen wanneer het voertuig
langer dan 5 dagen stilstaat.
Page 26 of 212

24
Toegang tot de auto
Legenda
Met de sleutel kunt u de sloten van de auto
vergrendelen en ontgrendelen, de tankdop openen
en sluiten en de motor starten en afzetten.
Afstandsbediening met 2 knoppen
Centrale ontgrendeling
Druk op deze knop om gelijktijdig alle
portieren en deuren van de auto te
ontgrendelen.
De plafonnier gaat kort branden en de
richtingaanwijzers knipperen twee keer.
Als u op deze knop drukt, wordt het alarm (indien
aanwezig) uitgeschakeld.
Het verklikkerlampje van de knop van de centrale
vergrendeling op het dashboard gaat uit.
Centrale vergrendeling
Wanneer u op deze knop drukt, kunt u alle portieren/deuren van het voertuig
tegelijkertijd vergrendelen.
Als een van de portieren/deuren open is of niet goed
is gesloten, dan werkt de centrale vergrendeling niet.
De richtingaanwijzers knipperen één keer.
Als uw voertuig met een alarm is uitgerust, dan
kunt u het alarm inschakelen door op deze knop te
drukken.
Het controlelampje van de centrale vergrendeling
gaat branden en daarna knipperen.
Afstandsbediening met 3 knoppen
Ontgrendelen van de cabine
Druk op deze knop om de cabine van uw
auto te ontgrendelen.
De plafonnier gaat kort branden en de
richtingaanwijzers knipperen twee keer.
Het verklikkerlampje van de knop van de centrale
vergrendeling op het dashboard gaat uit.
Ontgrendelen van de
laadruimte
Druk op deze knop om de schuifdeur en de achterdeuren van de laadruimte te
ontgrendelen.
De richtingaanwijzers knipperen twee keer.
Als u op deze knop drukt, wordt het alarm (indien
aanwezig) uitgeschakeld.
Page 27 of 212

25
Toegang tot de auto
2Centrale vergrendeling
Wanneer u op de knop drukt, kunt u alle portieren/deuren van uw voertuig, cabine en
laadruimte vergrendelen.
Als een van de portieren/deuren open is of niet goed
is gesloten, dan werkt de centrale vergrendeling niet.
De richtingaanwijzers knipperen één keer.
Als uw voertuig met een alarm is uitgerust, dan
kunt u het alarm inschakelen door op deze knop te
drukken.
Het controlelampje van de centrale vergrendeling
gaat branden en daarna knipperen.
De sleutel in-/uitklappen
► Druk op deze knop om de sleutel uit of in
te klappen.
Wanneer u deze knop niet indrukt, kan de afstandsbediening beschadigd raken.
Supervergrendeling
Druk twee keer achter elkaar op deze knop om de supervergrendeling in te schakelen.
Het is dan niet mogelijk de portieren en deuren van
binnenuit of buitenaf te openen.
De richtingaanwijzers knipperen drie keer.
Schakel nooit de supervergrendeling in als er zich iemand in de auto bevindt.
De batterij vervangen
Referentie: CR 2032/3 volt.
► Druk op de knop om de sleutel uit te klappen.
►
Draai de schroef (
1) met een kleine
schroevendraaier van het gesloten naar het open
hangslot.
►
W
rik met de schroevendraaier om de
batterijhouder (2 ) eruit te halen.
►
V
erwijder de eenheid; vervang de batterij (3 ) en
let daarbij op de polariteit.
►
Sluit de batterijhouder (
2) in de sleutel weer en
vergrendel deze door de schroef (1 ) te draaien.
Wanneer er geen voorgeschreven batterij
wordt gebruikt, kan de afstandsbediening
beschadigd raken.
Gebruik uitsluitend identieke batterijen of
batterijen met gelijkwaardige eigenschappen
als die van de batterijen die door de PEUGEOT-
dealer worden voorgeschreven. Lever gebruikte
batterijen in bij een inzamelpunt.
Deze apparatuur bevat een knoopcelbatterij. Slik de batterij niet in. Kans op chemische
brandwonden!
Wanneer de batterij wordt ingeslikt, kunnen er in
slechts 2 uur ernstige inwendige brandwonden
ontstaan, die dodelijk kunnen zijn.
Als batterijen zijn ingeslikt of elders in het lichaam
zijn gestoken, moet u onmiddellijk medische hulp
inroepen.
Bewaar nieuwe en gebruikte batterijen buiten het
bereik van kinderen.
Als het batterijvakje niet goed sluit, mag u het
product niet meer gebruiken en moet u het buiten
bereik van kinderen houden.
Risico van explosie als de batterij door een verkeerd type wordt vervangen!
Vervang de batterij door hetzelfde type.
Risico van explosie of lekkage van ontvlambare vloeistof of gas!
U mag dit product niet gebruiken, opbergen of
plaatsen in een omgeving met een zeer hoge
Page 28 of 212

26
Toegang tot de auto
temperatuur of bij een zeer lage druk door een
zeer grote hoogte. Probeer een gebruikte batterij niet te verbranden,
te verbrijzelen of door te zagen / knippen.
Overzicht van de belangrijkste functies van de sleutel
Type sleutelDe cabine ontgrendelenDe portieren vergrendelenDe achterdeuren vergrendelen
Basissleutel Draai linksom (bestuurderszijde). Draai rechtsom (bestuurderszijde). -
Sleutel met afstandsbediening
Signalering
Richtingaanwijzers 2 keer knipperen.1 keer knipperen.2 keer knipperen.
Controlelampje centrale vergrendeling
op het dashboard Uit.
Vast branden gedurende ongeveer 3
seconden, daarna knipperen.Knippert.
Wanneer u de sleutel in het slot van het bestuurdersportier gebruikt, wordt het alarm niet in-/uitgeschakeld.
Vergrendelen/ontgrendelen
van binnenuit
Cabine en laadruimte
► Druk op deze toets om de portieren/deuren en de
laadruimte te vergrendelen/ontgrendelen.
De deuren kunnen altijd van binnenuit worden
geopend.
Als een van de portieren/deuren open is of niet goed is gesloten, dan werkt de centrale
vergrendeling niet.
Het controlelampje:
–
brandt als de portieren en deuren zijn vergrendeld
en het contact is aangezet;
– knippert daarna wanneer de portieren en deuren
zijn vergrendeld, het voertuig stilstaat en de motor
is afgezet.
Deze toets werkt niet als het voertuig vanaf de buitenkant is vergrendeld of
supervergrendeld (afhankelijk van
uitrustingsniveau, met de sleutel of
afstandsbediening).
Wanneer u rijdt met de portieren/deuren gesloten, is het voor hulpdiensten in een
noodgeval lastig om in het voertuig te komen.
Page 29 of 212

27
Toegang tot de auto
2Laadruimte
► Druk op deze toets om de zijdeur en
achterdeuren vanuit de cabine te vergrendelen/
ontgrendelen.
Het controlelampje blijft branden bij vergrendeling.
Carjackbeveiliging
Na het wegrijden worden de portieren van de
cabine en de deuren van de laadruimte automatisch
vergrendeld zodra sneller wordt gereden dan 20
km/h.
Zolang er gedurende de rit geen portier wordt
geopend, blijven de portieren vergrendeld.
De functie inschakelen /
uitschakelen
De functie kan worden ingesteld met de toets MODE: kies "AAN" of "UIT" in het menu
"Automatisch vergrendelen".
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer informatie over de configuratie van het
voertuig (MODE).
Voorportieren
► Gebruik de betreffende toets op de
afstandsbediening of gebruik de sleutel in het slot
van het bestuurdersportier om te ontgrendelen.
►
T
rek de hendel naar u toe.
Schuifdeur
Controleer of de rail op de vloer vrij is van voorwerpen die het openen of sluiten van de
schuifdeur in de weg kunnen staan.
Openen
Van buitenaf
► Trek de hendel naar u toe en daarna naar
achteren.
Van binnenuit
► Duw de hendel naar de achterkant om te
ontgrendelen en te openen.
Open de deur volledig zodat hij open blijft staan; hij wordt dan geblokkeerd door het
Page 30 of 212

28
Toegang tot de auto
blokkeersysteem (aan de onderzijde van de
deur).
Ga niet rijden als de schuifdeur is geopend.
Sluiten
Van buitenaf
► Trek de hendel naar u toe en daarna naar voren.
Van binnenuit
► Trek aan de hendel terwijl u de deur open schuift
om te ontgrendelen en te sluiten.
Achterdeuren
Als de auto stilstaat en de achterdeuren
worden geopend, wordt de camera
geactiveerd en stuurt deze zijn beelden naar het
scherm in de cabine.
Openen
Van buitenaf
► Trek de hendel naar u toe en trek daarna aan de
hendel om de linkerdeur te openen.
De twee deuren openen tot 96°.
Van binnenuit
► Trek de hendel op het deurpaneel naar u toe en
duw er daarna op om de rechterdeur te open.
►
Duw op de handgreep om de linkerdeur te
openen.
Ga niet rijden als de achterdeur is geopend.
Openen tot 180°
Als uw voertuig is voorzien van een
deurvangersysteem, dan kan de opening worden
vergroot van 96° naar 180°.