TOYOTA SUPRA 2020 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2020, Model line: SUPRA, Model: TOYOTA SUPRA 2020Pages: 476, PDF Size: 59.11 MB
Page 101 of 476

101
4
Handleiding Supra 4-1. BEDIENING
BEDIENING
Het alarmsysteem wordt gelijktijdig met
het vergrendelen en ontgrendelen via
de afstandsbediening of het Smart
entry-systeem met st
artknop in- en uit-
geschakeld.
Als een portier wordt ontgrendeld met
de geïntegreerde sleutel en vervolgens
wordt geopend, wordt het alarmsys-
teem geactiveerd.
Stoppen van het alarm, zie blz. 102.
De achterklep kan ook worden
geopend als het alarmsysteem is inge-
schakeld.
Als de achterklep wordt gesloten, wordt
hij weer vergrendeld en vanaf dat
moment weer door het alarmsysteem
bewaakt zolang de portieren zijn ver-
grendeld. De alarmknipperlichten knip-
peren één keer. • Het controlelampje knippert om de 2
seconden: Het alarmsysteem is
ingeschakeld.
• Het controlelampje knippert onge- veer 10 seconden en vervolgens om
de 2 seconden: De bewegingssen-
sor in het interieur en de hellingsen-
sor van het alarmsysteem zijn niet
actief omdat de portieren, de motor-
kap en/of de achterklep niet goed
gesloten zijn. De te openen carros-
seriedelen worden alleen door het
alarmsysteem bewaakt als ze goed
zijn gesloten.
Als de niet goed gesloten te openen carros-
seriedelen vervolgens worden gesloten,
worden de interieurbeveiliging en de helling-
sensor ingeschakeld.
• Het controlelampje gaat uit nadat de auto is ontgrendeld: Er is geen
inbraak- of diefstalpoging gedaan.
• Na het ontgrendelen van de auto knippert het controlelampje gedu-
rende maximaal 5 minuten totdat de
Drive Ready-modus wordt ingescha-
keld: Het alarm is geactiveerd.
De hellingsensor bewaakt de hellings-
hoek van de auto.
Het alarmsysteem k an daardoor reage-
ren op bijvoorbeeld een poging om de
wielen onder de auto uit te stelen of om
de auto weg te takelen.
Het passagierscompartiment wordt
bewaakt ter hoogte van de zittingen
van de stoelen. Het alarmsysteem,
inclusief de bewegingssensor in het
In-/uitschakelen
Openen van de portieren bij
ingeschakeld alarmsysteem
Openen van de achterklep bij
ingeschakeld alarmsysteem
Controlelampje op de
binnenspiegel
Hellingsensor
Bewegingssensor in het
interieur
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page
101 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM
Page 102 of 476

102
Handleiding Supra4-1. BEDIENING
interieur, werkt daardoor ook bij
geopende ruiten. Daarbij is wel vals
alarm mogelijk door bijvoorbeeld val-
lende bladeren.
Het kan voorkomen dat de hellingsen-
sor en de bewegingssensor in het inte-
rieur het alarmsysteem activeren
zonder dat er sprake is van een
inbraak- of diefstalpoging.
Mogelijke situaties waarbij vals alarm
kan voorkomen:
• In autowasplaatsen of -wasstraten.
• Bij stalling op een hefbrug.
• Bij transport per autotrein, op een
veerboot of op een autoambulance.
• Als zich huisdieren in de auto bevin- den.
• Als de auto tijdens het tanken wordt vergrendeld.
De hellingsensor en de bewegingssen-
sor in het interieur kunnen voor derge-
lijke situaties worden uitgeschakeld.
Het controlelampje brandt gedurende
ongeveer 2 seconden en gaat vervol-
gens weer knipperen.
De hellingsensor en de bewegingssen-
sor in het interieur blijven uitgeschakeld
tot de volgende keer dat de auto wordt
vergrendeld. • Ontgrendel de auto met de afstands-
bediening.
• Ontgrendel de auto met de geïnte- greerde sleutel en schakel de Drive
Ready-modus in met behulp van de
speciale ID-functie van de afstands-
bediening, zie blz. 90.
• Met Smart entry-systeem met start-
knop: pak, terwijl u de afstandsbe-
diening bij u draagt, de portiergreep
van het bestuurders- of voorpassa-
giersportier volledig vast.
Voorkomen van vals alarm
Algemeen
Uitschakelen van de hellingsensor en
de bewegingssensor in het interieur
Druk binnen 10 seconden na het
vergrendelen van de auto op de
toets op de afstandsbediening.
Stoppen van het alarm
Schakelaars ruitbediening
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Bij het bedienen van de ruiten bestaat het
risico dat er lichaamsdelen bekneld raken.
Er bestaat een kans op letsel en schade.
Houd bij het openen en sluiten van de rui-
ten het bewegingsgebied vrij.
Overzicht
Schakelaars ruitbediening
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page 102 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM
Page 103 of 476

103
4
Handleiding Supra 4-1. BEDIENING
BEDIENING
De ruiten kunnen worden bediend
onder de volgende voorwaarden.
• Standby-modus is actief.
• Drive Ready-modus is actief.
• Gedurende korte tijd nadat de auto
is overgegaan op de inactieve
modus.
• De afstandsbediening bevindt zich in
het interieur.
• Druk de schakelaar in tot aan het weerstandspunt.
De ruit gaat omlaag zolang de schakelaar
ingedrukt wordt gehouden.
• Druk de schakelaar in tot
voorbij het weerstandspunt.
De ruit wordt automatisch geopend. De
beweging stopt als de schakelaar nogmaals
wordt ingedrukt.
• Trek de schakelaar tot aan het weerstandspunt.
De ruit gaat omhoog zolang u de schakelaar
in die stand houdt.
• Trek de schakelaar voorbij
het weerstandspunt.
De ruit wordt automatisch gesloten als het
portier is gesloten. De beweging stopt als de
schakelaar wordt losgelaten.
Als de ruit tijdens het sluiten een
bepaalde weerstand ondervindt, wordt
het sluiten onderbroken.
De ruit wordt dan weer iets geopend.
Ga als volgt te werk als de ruiten bij
gevaar van buitenaf of door ijsvorming
niet op de normale manier kunnen wor-
den gesloten:
1 Houd de schakelaar voorbij
het weerstandspunt getrokken.
De ruit gaat dicht met een verminderde wer-
king van de klembeveiliging. Als bij het slui-
ten een bepaalde weerstand wordt
overschreden, wordt het sluiten onderbro-
ken.
2 Houd de schakelaar nog-
maals gedurende ongeveer 4
seconden voorbij het weerstands-
punt getrokken.
De ruit gaat dicht zonder dat de klembeveili-
ging actief is.
Voorwaarden voor werking
Openen
SluitenKlembeveiliging
Algemeen
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Op de ruiten aangebrachte accessoires,
zoals een antenne, kunnen storingen in de
werking van de klembeveiliging veroorza-
ken. Er bestaat een kans op letsel. Beves-
tig geen accessoires in het
bewegingsgebied van de ruiten.
Sluiten zonder de klembeveiliging
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page 103 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM
Page 104 of 476

104
Handleiding Supra4-1. BEDIENING
Dit hoofdstuk beschrijft alle standaard,
landspecifieke en speciale uitrusting
die beschikbaar is voor de modelserie.
Daardoor worden mogelijk uitrusting en
functies beschreven die niet in uw auto
aanwezig zijn, bijvoorbeeld als gevolg
van de geselecteerde optionele uitrus-
ting of de landenspecificatie. Dit geldt
ook voor functies en systemen met
betrekking tot veiligheid. Houd u bij het
gebruik van de bijbehorende functies
en systemen aan de desbetreffende
wet- en regelgeving.
Een zitpositie die goed is afgestemd op
de behoeften van de inzittende is
essentieel voor ontspannen rijden met
minimale vermoeidheid.
Bij ongevallen speelt een juiste zitposi-
tie een belangrijke rol. Houd u aan de
aanwijzingen in de volgende hoofdstuk-
ken:
• Stoelen, zie blz. 104.
• Veiligheidsgordels, zie blz. 108.
• Hoofdsteunen, zie blz. 112.
• Airbags, zie blz. 192.
Stoelen, spiegels en
stuurwiel
Uitrusting
Veilige zitpositie
Stoelen
Veiligheidsaanwijzingen
WAARSCHUWING
Door de stoel tijdens een rit te verstellen
kan deze onverwacht in beweging komen.
U kunt de controle over de auto verliezen.
Er bestaat een kans op ongevallen. Ver-
stel de bestuurdersstoel alleen als de auto
stilstaat.
WAARSCHUWING
Als de rugleuning ter ver achterover staat,
kan het beschermende effect van de vei-
ligheidsgordel niet langer gegarandeerd
worden. Er bestaat een kans dat u bij een
ongeval onder de veiligheidsgordel door
schuift. Er bestaat een kans op (ernstig)
letsel. Verstel de stoel voordat u gaat rij-
den. Zet de rugleuning zo veel mogelijk
rechtop en wijzig dit niet tijdens het rijden.
WAARSCHUWING
Er bestaat een kans op beknelling als de
stoelen worden verschoven. Er bestaat
een kans op letsel of schade. Zorg er vóór
het verstellen voor dat er geen obstakels
aanwezig zijn in het gebied waarin de stoel
beweegt.
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page
104 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM
Page 105 of 476

105
4
Handleiding Supra 4-1. BEDIENING
BEDIENING
1
Hoek rugleuning
2 Hoogte
3 Breedte rugleuning
4 Lendensteun
5 Naar voren/achteren
6 Hoek zitting
Trek aan de hendel en oefen met uw
rug druk uit op of neem de druk weg
van de rugleuning. Trek de hendel herhaaldelijk omhoog of
duw hem herhaaldelijk omlaag totdat
de stoel de gewenste hoogte heeft
bereikt.
Trek aan de hendel en schuif de stoel in
de gewenste richting.
Beweeg de stoel na het loslaten van de
hendel rustig naar voren en achteren
om ervoor te zorgen dat hij goed ver-
grendeld wordt.
Handmatig verstelbare stoelen
Overzicht
Hoek rugleuning
654321
Hoogte
Naar voren/achteren
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page 105 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM
Page 106 of 476

106
Handleiding Supra4-1. BEDIENING
Trek de hendel herhaaldelijk omhoog of
duw hem herhaaldelijk omlaag totdat
de stoel de gewenste hoek heeft
bereikt.
De instelling van de bestuurdersstoel
wordt opgeslagen voor het op dat
moment gebruikte bestuurdersprofiel,
zie blz. 99. Als een bestuurdersprofiel
wordt geselecteerd, wordt de opgesla-
gen positie automatisch opgeroepen.
De huidige stoelpositie kan worden
opgeslagen met de geheugenfunctie,
zie blz. 115.
1
Naar voren/achter en, hoogte, hoek
zitting
2 Geheugen bestuurdersstoelverstel-
ling
3 Hoek rugleuning
4 Breedte rugleuning
5 Lendensteun
Druk de knop naar voren of naar achte-
ren.
Druk de knop omhoog of omlaag.
Hoek zitting
Elektrisch verstelbare stoelen
Algemeen
Overzicht
Naar voren/achteren
Hoogte
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page 106 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM
Page 107 of 476

107
4
Handleiding Supra 4-1. BEDIENING
BEDIENING
Kantel de knop omhoog of omlaag.
Kantel de knop naar voren of naar ach-
teren.
De welving van de rugleuning kan zo
worden aangepast, dat de lende, de lor-
dose, wordt ondersteund. Het bovenste
gedeelte van het bekken en de ruggen-
graat worden ondersteund, om een
rechte houding te stimuleren.
Het verstellen van de breedte van de
rugleuning kan zorgen voor meer zijde-
lingse steun bij het nemen van bochten.
Om de breedte van de rugleuning te
wijzigen kunnen de zijkussens van de
rugleuning aan bestuurderszijde wor-
den versteld.
Hoek zitting
Hoek rugleuning
Lendensteun
Principe
Instellen
• Druk op de knop aan de voor-/achterzijde: De wel-
ving wordt vergroot/ver-
kleind.
• Druk op de knop aan de boven-/onderzijde: De wel-
ving wordt naar boven/
beneden verschoven.
Breedte rugleuning
Principe
Algemeen
Instellen
• Druk op de voorzijde van de knop: De rugleuning
wordt minder breed.
• Druk op de achterzijde van de knop: De rugleuning
wordt breder.
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page 107 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM
Page 108 of 476

108
Handleiding Supra4-1. BEDIENING
Voor de veiligheid van de inzittenden is
de auto uitgerust met twee veiligheids-
gordels. Ze kunnen echter alleen effec-
tieve bescherming bieden als ze op de
juiste manier worden gedragen.
Controleer voordat u g
aat rijden altijd of
alle inzittenden hun veiligheidsgordel
hebben vastgemaakt. De airbags vullen
de veiligheidsgordels aan als extra vei-
ligheidsvoorziening. De airbags zijn
geen vervanging voor de veiligheids-
gordels.
Als de stoel op de juiste wijze is afge-
steld, is de gordelbevestiging geschikt
voor alle volwassenen, ongeacht hun
postuur.
Veiligheidsgordels
Aantal veiligheidsgordels en
gordelsluitingen
Algemeen
Veiligheidsaanwijzingen
WAARSCHUWING
Gebruik een veiligheidsgordel nooit voor
meer dan één persoon tegelijk. Anders
kan het beschermende effect van de vei-
ligheidsgordel niet langer gegarandeerd
worden. Er bestaat een kans op (ernstig)
letsel. Gebruik een ve iligheidsgordel nooit
voor meer dan één persoon tegelijk. Laat
baby's en kinderen nooit meerijden op de
schoot van een andere inzittende. Gebruik
voor een baby of kind altijd een geschikt
baby- of kinderzitje.
WAARSCHUWING
De veiligheidsgordels bieden mogelijk
beperkte of zelfs helemaal geen bescher-
ming als ze niet op de juiste manier wor-
den gedragen. Het niet op de juiste manier
dragen van een veiligheidsgordel kan tot
extra letsel leiden, bijvoorbeeld bij een
ongeval of remmen en uitwijkmanoeuvres.
Er bestaat een kans op (ernstig) letsel.
Zorg ervoor dat alle inzittenden hun veilig-
heidsgordel op de juiste manier dragen.
WAARSCHUWING
Veiligheidsgordels zijn ontworpen om
tegen het skelet van het lichaam te rusten
en moeten respectievelijk laag over de
voorkant van het bekken worden gedra-
gen, of tegen het bekken, de borst en de
schouders aan liggen. Laat het heupge-
deelte van de gordel niet over de buik
lopen.
Om de bescherming te bieden waarvoor
ze zijn ontworpen, moeten de veiligheids-
gordels zo worden afgesteld dat ze zo
strak mogelijk om het lichaam zitten, zon-
der dat het oncomfortabel wordt. Een
losse gordel zal de bescherming van de
drager in hoge mate beperken.
Zorg ervoor dat de band van de veilig-
heidsgordel niet in contact komt met
poetsmiddelen, oliën of chemicaliën, en
met name met accuzuur. Hij kan veilig
gereinigd worden met een milde zeepwa-
teroplossing. Vervang de veiligheidsgor-
del als de band gerafeld of beschadigd is
of vuil geworden is. Veiligheidsgordels
mogen niet gedragen worden als ze
gedraaid zijn. Een veiligheidsgordel mag
maar door één inzittende worden gebruikt;
het is niet toegestaan om baby's of kinde-
ren bij een inzittende op schoot te laten
meerijden.
De complete veiligheidsgordel moet wor-
den vervangen als hij bij een ernstig onge-
val werd gedragen door een inzittende,
zelfs als er geen schade zichtbaar is.
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page 108 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM
Page 109 of 476

109
4
Handleiding Supra 4-1. BEDIENING
BEDIENING
• Steek de veiligheidsgordel in de gor-
delgeleider.
• Plaats de veiligheidsgordel strak
over het bekken en de schouder,
dicht bij het lichaam en niet
gedraaid.
• Zorg ervoor dat de veiligheidsgordel laag over de heupen loopt in het
bekkengebied. De veiligheidsgordel
mag niet in de buik drukken.
• De veiligheidsgordel mag niet langs scherpe randen schuren, over mas- sieve of breekbare objecten geleid
worden of klem zitten.
• Draag niet te dikke kleren.
• Zorg ervoor dat de veiligheidsgordel strak blijft zitten door hem bovenaan
af en toe omhoog te trekken.
Een juiste houding achter het stuur is
essentieel voor veilig rijden. Een juiste
houding achter het stuur zorgt er niet
alleen voor dat u minder moe wordt tij-
dens het rijden, maar ook dat de
beschermingssystemen voor inzitten-
den, zoals de veiligheidsgordels en air-
bags, op de juiste manier werken bij
een aanrijding, waardoor de gevolgen
voor de inzittenden minder ernstig zijn.
WAARSCHUWING
Er mogen geen wijzigingen worden aange-
bracht of toevoegingen worden gedaan
door de gebruiker waardoor de verstelme-
chanismen een te losse gordel niet meer
strak kunnen trekken of de veiligheidsgor-
del niet meer kan worden versteld om hem
strak te trekken.
WAARSCHUWING
De veiligheidsgordels bieden mogelijk
beperkte of zelfs helemaal geen bescher-
ming in de volgende situaties:
• De veiligheidsgordels of gordelsluitin- gen zijn beschadigd of vuil, of er zijn wij-
zigingen aan aangebracht.
• Er zijn wijzigingen aangebracht aan de gordelspanners of blokkeerautomaten.
Veiligheidsgordels kunnen beschadigd
raken bij een ongeval zonder dat de
schade zichtbaar is. Er bestaat een kans
op (ernstig) letsel. Breng geen wijzigingen
aan aan veiligheidsgordels, gordelsluitin-
gen, gordelspanners, blokkeerautomaten
en bevestigingspunten en houd ze
schoon. Laat de veiligheidsgordels na een
ongeval controleren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
Juist gebruik van
veiligheidsgordel
De juiste houding achter het
stuur
Juist gebruik van de
veiligheidsgordels
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page 109 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM
Page 110 of 476

110
Handleiding Supra4-1. BEDIENING
Het meest elementaire beschermings-
systeem voor inzittenden is de veilig-
heidsgordel. De airbags zijn ontworpen
als aanvulling op de veiligheidsgordels,
niet als vervanging ervoor. Door de vei-
ligheidsgordel op de juiste manier te
dragen blijven de inzittenden goed in
hun stoel zitten en wordt voorkomen
dat ze onderdelen van het interieur
raken of uit de auto geslingerd worden
bij een aanrijding. Daarom moeten alle
inzittenden hun veiligheidsgordel dra-
gen. Als een veiligheidsgordel niet op
de juiste manier wordt gedragen, neemt
de effectiviteit
als beschermingssys-
teem voor inzittenden sterk af. Let op
het volgende voor een juiste houding
achter het stuur en een juist gebruik
van de veiligheidsgordels.
Plaats de hoofdsteun zo, dat het midden ervan gelijkligt met de bovenzijde van
uw oren
Zorg ervoor dat de gordel niet gedraaid is
Stel de stoel zo in dat uw armen licht gebogen zijn bij de ellebogen wanneer u
het bovenste gedeelte van het stuurwiel vasthoudt
Zorg ervoor dat de gordel strak over het lichaam loopt en nergens te los zit
Plaats het heupgedeelte van de gordel zo laag mogelijk over de heupen
Ga goed achter in de stoel zitten met de rugleuning rechtop Juiste houding achter het stuur en juist gebruik van de veiligheidsgordels
A
B
C
D
E
F
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page
110 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM