YAMAHA TMAX 2001 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2001, Model line: TMAX, Model: YAMAHA TMAX 2001Pages: 100, PDF Size: 1.62 MB
Page 81 of 100

1
2
3
4
5
6
7
8
9 5GJ-9-DV 5/26/01 10:57 AM Page 80
Page 82 of 100

VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER
Verzorging .......................................................................................................7-1
Stalling ............................................................................................................7-4
7
5GJ-9-DV 5/26/01 10:57 AM Page 81
Page 83 of 100

7-1
VerzorgingDe open constructie van een scooter
maakt de fraaie techniek beter zichtbaar,
maar de machine is hierdoor ook meer
kwetsbaar. Er kan sprake zijn van roest-
vorming en corrosie, ook al zijn hoog-
waardige componenten gebruikt. Een
roestige uitlaatpijp valt bij een auto niet zo
op, bij een scooter is dit echter nadelig
voor de algehele aanblik. Regelmatige en
correcte verzorging is niet alleen vereist
volgens de garantiebepalingen, maar ver-
zekert ook een fraai uiterlijk van de scoot-
er, verlengt de levensduur en verbetert de
prestaties.Alvorens te reinigen
1. Dek de uitlaatdemper af met een
plastic zak nadat de motor is afge-
koeld.
2. Controleer of alle doppen en afdek-
pluggen, ook de bougiedoppen, en
alle elektrische stekkers en aanslui-
tingen stevig zijn bevestigd.
3. Verwijder hardnekkige vervuiling,
zoals verbrande olie op het carter,
met een ontvetter en een borstel,
maar gebruik dergelijke producten
nooit op afdichtingen, pakkingen en
wielassen. Spoel vuil en ontvetter
altijd af met water.Reinigen
DCA00011
<>8
Vermijd het gebruik van sterke en
bijtende wielreinigingsmiddelen,
vooral bij spaakwielen. Als
dergelijke producten toch worden
gebruikt om hardnekkig vuil los te
maken, laat het reinigingsmiddel
dan niet langer inwerken dan is
vermeld in de gebruiksinstructies.
Spoel ook de directe omgeving
schoon met water, laat direct dro-
gen en breng daarna een cor-
rosiewerende spray aan.
8
Bij verkeerd reinigen kunnen de
kuipruit, de kuip, framepanelen en
andere kunststof delen worden
beschadigd. Gebruik alleen een
zachte, schone doek of een spons
met zachte zeep en water om kun-
ststof delen te reinigen.
DAU03873
VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER
1
2
3
4
5
67
8
9 5GJ-9-DV 5/26/01 10:57 AM Page 82
Page 84 of 100

7-2
VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER
1
2
3
4
5
67
8
9 8
Gebruik geen bijtende chemische
reinigingsmiddelen op kunststof
delen. Vermijd het gebruik van
doeken of sponzen die in contact
zijn geweest met bijtende of
schurende reinigingsmiddelen,
oplosmiddelen of thinner, brand-
stof (benzine), roestverwijder-
ingsmiddelen of corrosierem-
mers, remvloeistof, antivries of
elektrolyt.
8
Gebruik geen hogedrukreinigers
of stoomreinigers, omdat dan op
de volgende plaatsen water kan
doordringen en zo schade kan
ontstaan: afdichtingen (van wiel-
en swingarmlagers, voorvork en
remmen), elektrische componen-
ten (kabelstekkers, messtekkers,
instrumenten, schakelaars en ver-
lichting), beluchtings- en
ontluchtingsslangen.
8
Bij scooters met een kuipruit:
gebruik geen bijtende reinig-
ingsmiddelen of harde sponzen,
deze veroorzaken dofheid en laten
krasjes achter. Sommige reinig-
ingsmiddelen voor kunststof laten
eveneens krasjes achter op de
kuipruit. Test het product op een
klein, niet-zichtbaar gedeelte van
de kuipruit om zeker te zijn dat
geen sporen achterblijven op de
kuipruit. Als de kuipruit krasjes
vertoont, breng dan na wassen
een hoogwaardige polish voor
gebruik op kunststof aan.
Na normaal gebruikVerwijder vuil met warm water, zachte
zeep en een zachte, schone spons en
spoel dan grondig met schoon water.
Gebruik een tandenborstel op moeilijk
bereikbare plekken. Hardnekkig vastzit-
tend vuil en insectenresten laten gemak-
kelijker los als de bewuste plek alvorens
te reinigen een paar minuten met een
vochtige doek wordt bedekt.Na rijden in regen, aan de kust of op
bepekelde wegenZeelucht en wegenzout waarmee wegen
’s winters worden bestrooid hebben in
combinatie met water een zeer corrosieve
werking; handel daarom als volgt na een
rit in een regenbui, nabij de kust of op
bepekelde wegen.OPMERKING:’s Winters gestrooid wegenzout kan nog
tot in de lente aanwezig blijven.1. Reinig de scooter met koud water en
zachte zeep nadat de machine is
afgekoeld.
DCA00012
<>Gebruik geen heet water, dit versterkt
de corrosieve werking van het zout.2. Breng met een spuitbus een corro-
siewerend middel aan op alle meta-
len delen, ook op verchroomde en
vernikkelde componenten, om zo
corrosie te voorkomen.
5GJ-9-DV 5/26/01 10:57 AM Page 83
Page 85 of 100

7-3
VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER
1
2
3
4
5
67
8
9
Na reinigen
1. Droog de scooter met een zeemle-
ren lap of een vochtabsorberende
doek.
2. Gebruik een chroompolish om ver-
chroomde, aluminium en roestvrij-
stalen delen te doen glanzen, ook
het uitlaatsysteem. (Zelfs thermische
verkleuringen op roestvrijstalen uit-
laatsystemen kunnen door oppoet-
sen worden verwijderd.)
3. Het is aan te bevelen om met een
spuitbus een corrosiewerend middel
aan te brengen op alle metalen
delen, ook op verchroomde en ver-
nikkelde componenten, om zo corro-
sie te voorkomen.
4. Gebruik een reinigingsspray als uni-
verseel schoonmaakmiddel om
eventueel nog achtergebleven vuil te
verwijderen.
5. Werk kleine lakbeschadigingen bij
veroorzaakt door steenslag e.d.6. Zet alle gelakte oppervlakken in de
was.
7. Laat de scooter volledig drogen
alvorens te stallen of af te dekken.
DWA00002
X@8
Controleer of er geen olie of was
aanwezig is op de wielen of de
remmen. Reinig de remschijven
en remvoeringen zo nodig met
een normale remschijfreiniger of
aceton en spoel de banden
schoon met lauw water en een
zachte zeep.
8
Test eerst de remwerking en het
weggedrag in bochten alvorens
de scooter werkelijk te gaan
gebruiken.
DW000013
<>8
Breng een geringe hoeveelheid
oliespray en was aan en verwijder
overtollige hoeveelheden.
8
Breng oliespray of was nooit aan
op rubber of kunststof delen,
behandel deze met een daartoe
bestemd verzorgingsmiddel.
8
Vermijd het gebruik van
schurende poetsmiddelen, deze
tasten de lak aan.
OPMERKING:Vraag een Yamaha dealer om advies
over de te gebruiken producten.
5GJ-9-DV 5/26/01 10:57 AM Page 84
Page 86 of 100

7
VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER
7-4
StallingKorte termijn
Stal uw scooter steeds op een koele en
droge plek en bescherm zo nodig tegen
stof met een luchtdoorlatende stalling-
hoes.
DCA00015
<>8
Als de scooter wordt gestald in
een slecht geventileerde ruimte of
in vochtige toestand wordt
afgedekt met een dekzeil, zal
water en vocht kunnen binnen-
dringen en roestvorming
veroorzaken.
8
Voorkom corrosie door de
machine niet te stallen in een
vochtige kelder, een stal (i.v.m. de
aanwezigheid van ammoniak-
damp) en in een opslagruimte
voor sterke chemicaliE.
Lange termijn
Alvorens uw scooter gedurende meerde-
re maanden aaneen te stallen:
1. Volg alle instructies op in de para-
graaf “Verzorging” in dit hoofdstuk.
2. Leeg de vlotterkamers in de carbura-
teur door de aftappluggen los te
draaien; u voorkomt zo dat neerslag
uit de brandstof achterblijft. Giet de
afgetapte brandstof terug in de
brandstoftank.
3. Vul de brandstoftank en voeg een
stabilisatoradditief (indien verkrijg-
baar) toe om roestvorming in de tank
en achteruitgang van de brandstof te
voorkomen.
4. Voer de volgende stappen uit om de
cilinders, de zuigerveren etc. te
beschermen tegen corrosie.a. Verwijder de bougiedoppen en
de bougies.
b. Giet een theelepeltje motorolie in
de bougiegaten.
c. Breng de bougiedoppen aan op
de bougies en leg dan de bou-
gies zodanig op de cilinderkop
dat de elektroden aan massa lig-
gen. (Dit voorkomt vonken tij-
dens de volgende stap.)
d. Laat de motor een paar keer
ronddraaien op de startmotor.
(De cilinderwanden worden zo
geolied.)
e. Haal de bougiedoppen los van
de bougies en breng dan de bou-
gies en de bougiedoppen weer
aan.
DWA00003
X@Om schade of letsel door vonkvorming
te voorkomen, moeten de bougie-elek-
troden aan massa liggen terwijl de
motor wordt rondgedraaid.
5GJ-9-DV 5/26/01 10:57 AM Page 85
Page 87 of 100

7-5
VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER
1
2
3
4
5
67
8
9
5. Smeer alle bedieningskabels en
scharnierpunten van alle hendels en
pedalen en van de zijstandaard/mid-
denbok.
6. Controleer de bandspanning en cor-
rigeer deze zo nodig en breng dan
de scooter omhoog zodat beide wie-
len los van de grond zijn. Een ande-
re mogelijkheid is de wielen elke
maand iets te draaien, zodat de ban-
den niet op één gedeelte sterker
achteruitgaan.
7. Dek de uitlaatdemper af met een
plastic zak om te voorkomen dat
vocht kan binnendringen.8. Verwijder de accu en laad deze vol-
ledig bij. Berg de accu op een koele
en droge plek op en laad hem eens
per maand bij. Berg de accu niet op
een extreem koude of warme plek
op (kouder dan 0 °C of warmer dan
30 °C). Zie pagina 6-33 voor meer
informatie over het opbergen van de
accu.
OPMERKING:Verricht eventueel noodzakelijke repara-
ties alvorens de scooter te stallen.
5GJ-9-DV 5/26/01 10:57 AM Page 86
Page 88 of 100

SPECIFICATIES
Specificaties ....................................................................................................8-1
8
5GJ-9-DV 5/26/01 10:57 AM Page 87
Page 89 of 100

Specificaties
Model XP500
Afmetingen
Grootste lengte 2.235 mm
Grootste breedte 775 mm
Grootste hoogte 1.410 mm
Zadelhoogte 795 mm
Wielbasis 1.575 mm
Minimale grondspeling 130 mm
Minimale draaicirkel 2.800 mm
Basisgewicht (Met olie en volle
benzinetank)217 kg
Motor
Type motor Vloeistofgekoeld, 4-takt
benzinemotor, DOHC
Cilinder-opstelling Schuin voorwaarts geplaaste
tweecilinder
Verplaatsing 499 cm
3
Boring ×slag 66,0 ×73,0 mm
Kompressieverhouding 10:1
Startsysteem Elektrische starter
Smeersysteem Vanuit apart sweerolieservoir
DAU01038
SPECIFICATIES
1
2
3
4
5
6
78
9
8-1
Motorolie
Type SAE 10W-30 of 10W-40
Aanbevolen klasse
motorolie API Service SE, SF, SG type
of hoger<>Gebruik uitsluitend een motorolie die geen anti-frictie mid-
delen bevat. Een motorolie bedoeld voor personenauto’s
(vaak voorzien van het opschrift “ENERGY CONSERV-
ING”) bevat anti-frictie toevoegingen die slippen van de
koppeling en/of de startmotorkoppeling kunnen veroorza-
ken, met een kortere levensduur van de componenten en
slechte motorprestaties tot gevolg.
Aantal
Zonder verwijderen van
oliefilterelement 2,8 L
Met verwijderen van oliefilterelement 2,9 L
Totale hoeveelheid (droge motor) 3,6 L
Kettingkastolie
Type SAE 80 API “GL-4” hypoidolie
Totale hoeveelheid 0,7 L
5GJ-9-DV 5/26/01 10:57 AM Page 88
Page 90 of 100

8-2
SPECIFICATIES
1
2
3
4
5
6
78
9
Capaciteit van het koelsysteem
(totale hoeveelheid)1,5 L
LuchtfilterDroog filterelement
Brandstof
Type Normale loodvrije brandstof
Inhoud benzinetank 14 L
Carburateur
Merk MIKUNI
Model × aantal BS30 × 2
Bougies
Bandenmerk/Type × aantal NGK / CR7E × 2
Elektrodenafstand 0,7–0,8 mm
Type koppelingAutomatische
natte-platenkoppeling
Overbrenging
Primair redukie-systeem Schroeftandwiel/recht tandweil
Primaire reduktie-verhouding 52/32 ×36/22 (2,659)
Secundair reduktie-systeem Kettingaandrijving
Secundaire reduktie-verhouding 41/25 ×40/29 (2,262)
Type overbrenging Automatisch,V-snaar
Bediening Automatisch
centrifugaalkoppelingChassis
Type frame Ruitvormframe
Casterhoek 28°
Spoorbreedte 95 mm
Banden
Voor
Type Tubeless
Bandenmaat 120/70-14M/C 55S
Merk/ DUNLOP / D305FA
model BRIDGESTONE / HOOP B03
Achter
Type Tubeless
Bandenmaat 150/70-14M/C 66S
Merk/ DUNLOP / D305
model BRIDGESTONE / HOOP B02
Maximale belasting* 183 kg
Luchtdruk (koube band)
Belasting tot 90 kg*
Voor 200 kPa (2,00 kg/cm
2, 2,00 bar)
Achter 225 kPa (2,25 kg/cm2, 2,25 bar)
90 kg–Maximale
belasting*
Voor 225 kPa (2,25 kg/cm2, 2,25 bar)
Achter 250 kPa (2,50 kg/cm2, 2,50 bar)
5GJ-9-DV 5/26/01 10:57 AM Page 89