YAMAHA XJ600S 2000 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2000, Model line: XJ600S, Model: YAMAHA XJ600S 2000Pages: 101, PDF Size: 17.55 MB
Page 41 of 101
L
5-1
BEDIENING EN BELANGRIJKE TIPS VOOR HET RIJDEN
/home/Iida/Junko-data/YMC_om/AA9161_XJ600SN-D6/Dutch/D-5.frame
DAU00373
lLeer de motorfiets goed kennen, al-
vorens ermee te gaan rijden. Maak
uzelf vertrouwd met alle bediening-
sorganen alvorens op te stappen
en weg te rijden. Als er iets niet ge-
heel duidelijk is, raadpleeg dan uw
Yamaha dealer.
lLaat de motor nooit langere tijd in
een afgesloten ruimte draaien. De
uitlaatgassen zijn bijzonder giftig
en kunnen binnen zeer korte tijd lei-
den tot bewusteloosheid en dood.
Zorg altijd voor een goede ventila-
tie.
lKontroleer alvorens weg te rijden
altijd of de zijstandaard is opge-
klapt. Een neergeklapte, of gedeel-
telijk opgeklapte, zijstandaard kan
leiden tot bijzonder ernstige onge-
lukken.
DAU00381
Starten van de motor
OPMERKING:
Deze motorfiets is uitgerust met een onder-
brekingssysteem voor de ontsteking en
voor het startcircuit. De motor kan alleen
gestart worden als:
lde versnelling in zijn vrij staat.
lde zijstandaard opgeklapt is en er is
een versnelling ingeschakeld terwijl
de koppeling los staat.
Rijd nooit met de motorfiets als de zijstand-
aard is uitgeklapt.
DW000054
Lees de informatie over de onderbre-
kingscircuits van de zijstandaard en van
de koppeling nog eens aandachtig door
(zie blz. 3-17), alvorens de onderstaande
stappen uit te voeren.
DAU00372
Page 42 of 101
R
5-2
BEDIENING EN BELANGRIJKE TIPS VOOR HET RIJDEN
/home/Iida/Junko-data/YMC_om/AA9161_XJ600SN-D6/Dutch/D-5.frame
DRAAI DE KONTAKTSLOT-SCHAKELAAR
NAAR ÒONÓ EN DE MOTORSTOPSCHAKELAAR
NAAR Ò Ó.
DRUK OP DE STARTSCHAKELAAR. DE MOTOR
SLAAT AAN.
KLAP DE ZIJSTANDAARD OMHOOG EN SCHA-
KEL EEN VERSNELLING IN.
ER IS EEN VERSNELLING INGESCHAKELD EN
DE ZIJSTANDAARD IS OPGEKLAPT:
TREK DE KOPPELINGSHENDEL IN EN START
DE MOTOR MET DE STARTSCHAKELAAR. DE
MOTOR SLAAT AAN.
U KUNT MET DE MOTORFIETS RIJDEN.U KUNT MET DE MOTORFIETS RIJDEN.
DE VERSNELLING STAAT IN VRIJ EN DE ZIJS-
TANDAARD IS NEERGEKLAPT:
Page 43 of 101
L
5-3
BEDIENING EN BELANGRIJKE TIPS VOOR HET RIJDEN
/home/Iida/Junko-data/YMC_om/AA9161_XJ600SN-D6/Dutch/D-5.frame
1. Draai de benzinekraan naar ÒONÓ.
2. Draai de kontaktslot-schakelaar naar
ÒONÓ en de motorstop-schakelaar
naar Ò Ó.
3. Zet de versnelling in vrij.
OPMERKING:
Als de versnelling in vrij staat, dient het vrij-
stand-kontrolelampje op te lichten. Als het
kontrolelampje niet oplicht, raadpleeg dan
een Yamaha dealer voor kontrole.
4. Trek de chokeknop (choke) volledig
uit en draai de gashendel volledig
dicht.
5. Start de motor door de startschakelaar
in te drukken.
OPMERKING:
Als de motor niet onmiddellijk aanslaat, laat
de startschakelaar dan los, wacht enkele
sekonden en probeer het nogmaals. Om de
accu te sparen, dient u de startmotor nooit
langer dan 10 sekonden achtereen te laten
draaien.
DC000034
LET OP:
Het oliepeil-kontrolelampje dient op te
lichten als de startschakelaar wordt in-
gedrukt en weer uit te gaan als de start-
schakelaar wordt losgelaten. Als het
kontrolelampje knippert of blijft oplich-
ten, zet de motor dan onmiddellijk uit,
kontroleer het oliepeil en kontroleer te-
vens het motorblok op lekkage. Vul, in-
dien nodig, motorolie bij en kontroleer
of het oliepeil-kontrolelampje nu wel
dooft. Als het kontrolelampje niet dooft
terwijl er genoeg olie aanwezig is of als
het kontrolelampje niet oplicht als u de
startschakelaar indrukt, raadpleeg dan
een Yamaha dealer.
6. Als de motor eenmaal loopt, duw de
chokeknop (choke) dan voor de helft
terug.
OPMERKING:
Voor een lange levensduur van de motor
dient u de motor voor wegrijden warm te la-
ten lopen. Geef nooit vol gas als de motor
nog koud is.7. Als de motor volledig is opgewarmd,
duwt u de chokeknop (choke) hele-
maal in.
OPMERKING:
De motor is voldoende opgewarmd als
deze goed op de gashendel reageert wan-
neer de chokeknop (choke) volledig uit
staat.
Page 44 of 101
R
5-4
BEDIENING EN BELANGRIJKE TIPS VOOR HET RIJDEN
/home/Iida/Junko-data/YMC_om/AA9161_XJ600SN-D6/Dutch/D-5.frame
DAU01258
Starten van een warme motor
Als de motor warm is, hoeft u de chokeknop
(choke) niet te gebruiken.
DC000046
LET OP:
Alvorens de motorfiets voor de eerste
maal te gebruiken, is het raadzaam de
paragraaf ÒInrijdenÓ aandachtig door te
lezen.1. Versnellingspedaal
N. Vrijstand
DAU00423
Schakelen
De versnellingsbak regelt de overbrengver-
houding tussen de motor en het achterwiel,
m.a.w. het vermogen dat u naar het achter-
wiel kunt overbrengen, bij een gegeven
snelheid. Zorg dat u de juiste versnelling
kiest voor wegrijden, accelereren en het be-
klimmen en afdalen van heuvels.
Om de versnelling in zijn vrij te zetten, drukt
u het versnellingspedaal meermalen om-
laag totdat het niet verder kan, en vervol-
gens laat u het pedaal iets opkomen.
DC000048
LET OP:
lRijd niet al te lange tijd met uitge-
schakelde motor een heuvel af en
sleep de motorfiets niet over al te
lange afstanden. Zelfs met de ver-
snelling in vrij, wordt de overbren-
ging alleen maar goed gesmeerd
als de motor draait. Een slechte
smering kan leiden tot beschadi-
ging van de overbrenging.
lSchakel nooit over of terug zonder
de koppeling te gebruiken. De mo-
tor, de versnelling en de aandrij-
ving zijn niet ontworpen voor het
opvangen van schokken veroor-
zaakt door schakelen zonder kop-
peling, en kunnen hierdoor
beschadigd worden.
Page 45 of 101
L
5-5
BEDIENING EN BELANGRIJKE TIPS VOOR HET RIJDEN
/home/Iida/Junko-data/YMC_om/AA9161_XJ600SN-D6/Dutch/D-5.frame
DAU02937
Aanbevolen snelheden voor op-
en terugschakelen (alleen voor
Zwitserland)
In de onderstaande tabel vindt u de aanbe-
volen snelheden voor het omschakelen tus-
sen de verschillende versnellingen.
OPMERKING:
Voor het in ŽŽn keer terugschakelen van de
5-de naar de 3-de versnelling, dient u uw
snelheid te verlagen tot 35 km/uur.
Aanbevolen snelheid
(km/h)
1-ste®
2-de
2-de®
3-de
3-de®
4-de
4-de®
5-de
5-de®
6-de20
30
40
50
60
DAU00424
Tips voor het beperken van het
benzineverbruik
Het benzineverbruik van uw motorfiets
hangt voor een groot deel af van uw rijstijl.
Hieronder volgen enkele tips voor het be-
perken van het benzineverbruik:
lLaat de motor warmdraaien voordat u
wegrijdt.
lZet de chokeknop (choke) zo snel mo-
gelijk in de uit-stand terug.
lSchakel vlot door naar een hogere
versnelling en laat de motor tijdens het
accelereren niet teveel toeren maken.
lGeef geen gas tussen het schakelen
door (dubbel-clutch) of tijdens het te-
rugschakelen en vermijd hoge toeren-
tallen bij onbelaste motor.
lZet de motor af in plaats van deze
lang stationair te laten draaien tijdens
het wachten voor een stoplicht, een
spoorwegovergang e.d..
DAU00436
Inrijden
De meest belangrijke periode voor de pres-
taties en de levensduur van uw motorfiets
zijn de eerste 1.000 km. Lees de onder-
staande paragraaf aandachtig door en volg
de aanwijzingen hiervan op. Aangezien de
motor nieuw is, dient u deze de eerste
1.000 km niet al te zwaar te belasten. De
motor-onderdelen dienen zich naar elkaar
te zetten en zich harmonieus aan elkaar
aan te passen. Tijdens de inrijperiode dient
u lange tijd met vol gas rijden en andere
omstandigheden die kunnen leiden tot te
zware belasting/verhitting van de motor, te
vermijden.
Page 46 of 101
R
5-6
BEDIENING EN BELANGRIJKE TIPS VOOR HET RIJDEN
/home/Iida/Junko-data/YMC_om/AA9161_XJ600SN-D6/Dutch/D-5.frame
DAU00440Van 0 tot 150 km
Laat het toerental niet boven de 5.000 tpm
uitkomen. Zet de motor na ongeveer 1 uur
uit en laat deze 5 ˆ 10 minuten afkoelen.
Varieer, tijdens het rijden, de snelheid van
de motorfiets.
Van 150 tot 500 km
Laat het toerental niet boven de 6.000 tpm
uitkomen. Laat de motorfiets soepel door
alle versnellingen heen accelereren, echter
zonder vol gas te geven.
500 tot 1.000 km
Vermijd langdurig met vol gas rijden. Laat
het motortoerental niet al te lang boven de
7.000 tpm komen.
DC000052
LET OP:
Ververs na de eerste 1.000 km de motor-
olie en vervang het oliefilter.1.000 km en verder
U kunt vol gas rijden.
DC000053
LET OP:
lLaat de wijzer van de toerenteller
nooit in de rode zone komen.
lMochten er zich moeilijkheden met
de motor voordoen tijdens de inrij-
periode, raadpleeg dan onmiddel-
lijk u Yamaha dealer.
DAU00460
Parkeren
Als u de motorfiets parkeert, zet de motor
dan af en verwijder de sleutel uit het
kontaktslot.
DW000058
De uitlaatpijp en het samenstel worden
bijzonder heet. Parkeer de motorfiets op
een plek waar spelende kinderen en
voorbijgangers zich niet kunnen bran-
den aan de uitlaat. Parkeer de motorfiets
niet op een helling of op een zachte on-
dergrond, aangezien de kans bestaat
dat deze omvalt.
Page 47 of 101
/home/Iida/Junko-data/YMC_om/AA9161_XJ600SN-D6/Dutch/D-5.frame
Page 48 of 101
R
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
/home/Iida/Junko-data/YMC_om/AA9161_XJ600SN-D6/Dutch/D-6TOC.frame
Gereedschapsset...................................................... 6-1
Periodiek onderhoud en eenvoudige reparaties ...... 6-2
Verwijderen en aanbrengen van panelen ................. 6-5
Paneel A ................................................................... 6-5
Inspektie van de bougies .......................................... 6-6
Motorolie ................................................................... 6-7
Luchtfilter ................................................................ 6-10
Afstelling van de carburateur .................................. 6-11
Afstelling stationair toerental................................... 6-12
Kontroleren van de vrije speling van de
gaskabel ............................................................... 6-12
Afstellen van de klepspeling ................................... 6-13
Banden ................................................................... 6-13
Wielen ..................................................................... 6-15
Afstelling van de vrije slag van de
koppelingshendel.................................................. 6-15
Afstellen van de achterrem-pedaalhoogte .............. 6-17
Afstelling van de remlicht-schakelaar ..................... 6-17
Kontrole van de remvoeringen voor en achter........ 6-18
Kontrole van het remvloeistofnivo ........................... 6-19
Verversen van de remvloeistof ............................... 6-20
Kontrole van de kettingspanning ............................ 6-20
Afstellen van de kettingspanning ............................ 6-21
Smering van de ketting ........................................... 6-21Inspektie en smering van de kabels........................ 6-22
Smering van de gaskabel en van de gashendel ..... 6-22
Smeren van het rempedaal en
versnellingspedaal ................................................ 6-22
Smeren van de voorremhendel en
koppelingshendel .................................................. 6-23
Smeren van de middenstandaard en
zijstandaard .......................................................... 6-23
Smering van de achterwiel-ophanging.................... 6-23
Inspektie van de voorvork ....................................... 6-24
Inspektie van de stuurinrichting .............................. 6-24
Wiellagers ............................................................... 6-25
Accu ........................................................................ 6-25
Vervangen van zekeringen ..................................... 6-26
Vervangen van de gloeilamp van de koplamp
(voor XJ600S) ....................................................... 6-27
Vervangen van de gloeilamp van de koplamp
(voor XJ600N)....................................................... 6-29
Demonteren van het voorwiel ................................. 6-31
Installeren van het voorwiel .................................... 6-31
Demonteren van het achterwiel .............................. 6-33
Monteren van het achterwiel ................................... 6-34
Verhelpen van storingen ......................................... 6-34
Lijst voor het opsporen van storingen ..................... 6-35
Page 49 of 101
L
6-1
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
/home/Iida/Junko-data/YMC_om/AA9161_XJ600SN-D6/Dutch/D-6.frame
DAU00464Het tijdig uitvoeren van het periodieke on-
derhoud, van de benodigde afstellingen en
van de smering zal uw motorfiets in een
goede en veilige staat houden. Veiligheid is
een ÒmustÓ voor iedere motorrijder! De on-
derhoudstabellen en de smeringstabel zijn
een ruwe leidraad voor de intervallen waar-
op deze werkzaamheden moeten worden
uitgevoerd. VERGEET NIET DAT HET
WEER, HET SOORT TERREIN, DE MA-
NIER WAAROP DE MOTORFIETS
WORDT BESTUURD EN VELE ANDERE
OMSTANDIGHEDEN, AANPASSING VAN
DEZE INTERVALLEN NOODZAKELIJK
KUNNEN MAKEN. De meest belangrijke
punten voor onderhoud, smering en afstel-
ling worden in de volgende bladzijden be-
handeld.
DW000060
Als u geen ervaring heeft met onderhou-
den van een motorfiets, laat dit werk dan
over aan een erkende Yamaha dealer.
1. Gereedschapsset
DAU00469
Gereedschapsset
De aanwijzingen in deze handleiding die-
nen om u, de eigenaar van deze motorfiets,
de nodige informatie te verschaffen over
het periodieke onderhoud van de motorfiets
en over eenvoudige reparaties. Het gereed-
schap van de bijgeleverde gereedschaps-
set zal voldoende zijn voor de meeste van
deze reparaties. Het is echter raadzaam
om o.a. een momentsleutel aan te schaffen
om bouten en moeren met het juiste koppel
aan te draaien, opdat u het onderhoud opti-
maal kunt verrichten.
OPMERKING:
Als u tijdens het uitvoeren van de onder-
houdswerkzaamheden geen momentsleu-
tel tot uw beschikking heeft, ga dan met uw
motorfiets naar een Yamaha dealer om de
aantrekkoppels te laten kontroleren.
DW000063
Veranderingen aan deze motorfiets die
niet door Yamaha zijn goedgekeurd,
kunnen leiden tot slechtere prestaties
en zelfs tot vermindering van de veilig-
heid van de motorfiets. Raadpleeg altijd
eerst een Yamaha dealer, alvorens enige
verandering aan te brengen.
DAU00462
Page 50 of 101
R
6-2
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
/home/Iida/Junko-data/YMC_om/AA9161_XJ600SN-D6/Dutch/D-6.frame
DAU00473
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
Nr. ONDERDEEL KONTROLE EN ONDERHOUDSWERKZAAMHEDENEerste
maal
(na 1.000 km)IEDERE
6.000 km of
6 maanden
(al naar gelang
het eerst
bereikt wordt)12.000 km of
12 maanden
(al naar gelang
het eerst
bereikt wordt)
1
*Brandstofleiding¥ Brandstofslangen en vacuŸmslangen controleren op barsten of
andere schade.
¥ Vervangen indien nodig.ÖÖ
2
*Brandstoffilter¥ Controleren.
¥ Vervangen indien nodig.Ö
3 Bougies ¥ Controleren.
¥ Reinigen, elektrodenafstand bijstellen, indien nodig vervangen.ÖÖÖ
4
*Kleppen¥ Klepspeling controleren.
¥ Indien nodig bijstellen.Iedere 24.000 km of 24 maanden
(welk het eerst bereikt wordt)
5 Luchtfilter¥ Reinigen, indien nodig vervangen.ÖÖ
6 Koppeling¥ Controleren.
¥ Kabel bijstellen of vervangen. ÖÖÖ
7
*Voorrem¥ Werking en vloeistofpeil controleren en zonodig lekkage opsporen.
(Zie OPMERKING op blz. 6-4.)
¥ Corrigeren indien nodig.
¥ Remvoeringen vervangen indien nodig.ÖÖÖ
8
*Achterrem¥ Werking en vloeistofpeil controleren en zonodig lekkage opsporen.
(Zie OPMERKING op blz. 6-4.)
¥ Corrigeren indien nodig.
¥ Remvoeringen vervangen indien nodig.ÖÖÖ
9
*Wielen¥ Controleren op balans, uitloop en schade.
¥ Herbalanceren of vervangen indien nodig.ÖÖ
10
*Banden¥ Controleren op profieldiepte en schade.
¥ Vervangen indien nodig.
¥ Bandenspanning controleren.
¥ Oppompen indien nodig.ÖÖ