YAMAHA XT600E 2000 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2000, Model line: XT600E, Model: YAMAHA XT600E 2000Pages: 96, PDF Size: 4.26 MB
Page 21 of 96

3-7
FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
1
23
4
5
6
7
8
9
DAU00185
<>Als er benzine wordt gemorst, veeg
deze dan onmiddellijk weg met een
droge, zachte doek. Benzine kan
geverfde oppervlakken en plastic
afwerking aantasten.
DAU00191
OPMERKING:Als de motor klopt of pingelt, probeer dan
een verschillend merk benzine of benzine
met een hoger oktaangehalte.
DAU03050
BenzinekraanDe benzinekraan voert benzine toe aan
de carburateur en tegelijkertijd wordt de
benzine gefilterd.
De benzinekraan heeft drie verschillende
standen:
OFF
Met de benzinekraan in deze stand
stroomt er geen benzine naar de motor.
Zet de benzinekraan altijd in deze stand
als de motor niet draait. Aanbevolen brandstof:
Normale, loodvrije benzine met een
oktaangehalte van 91 ron of hoger
(oktaangehalte zoals door onderzoekbepaald).
Inhoud benzinetank:
Totaal: 15,0 L
Reserve: 2,0 L
RES
ONFUEL
OFF
1
1.Pijlteken op ÒOFFÓOFF: gesloten stand
4PT-9-D6 1~5 12/27/00 1:32 PM Page 20
Page 22 of 96

3-8
OFF
ONFUEL RES
1
RES
RES
Dit is de reservestand. Als de tank tijdens
het rijden leeg raakt, zet u de benzine-
kraan in deze stand. Vul de tank dan bij
de eerste gelegenheid bij. Zet na het bij-
tanken vooral de benzinekraan weer
terug in de normale ÒONÓ stand!1.Pijlteken op ÒRESÓ
FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
1
23
4
5
6
7
8
9
1
b
a
DAU03032
Chokeknop (starter) Ò1ÓHet starten van een koude motor vereist
een rijker mengsel, dat wordt geleverd
door de choke (starter).
Zet de knop in de arichting om de choke
(starter) in te schakelen.
Zet de knop in de brichting om de choke
(starter) uit te schakelen.1.Chokeknop (starter) Ò1Ó
ON
FUEL
RES
OFF
1
ON
ON
Met de benzinekraan in deze stand
stroomt er benzine naar de carburateur.
Zet de benzinekraan in deze stand voor
het starten van de motor en het rijden met
de motorfiets.1.Pijlteken op ÒONÓON: normale stand
RES: reserve-stand
4PT-9-D6 1~5 12/27/00 1:32 PM Page 21
Page 23 of 96

3-9
FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
1
23
4
5
6
7
8
9
Om het zadel weer aan te brengen,
plaatst u de uitsteeksels aan de voorkant
van het zadel in de houders van het
frame en draait u de bouten weer aan.OPMERKING:Kontroleer, alvorens te gaan rijden, of het
zadel goed vast zit.
12
DAU00260
HelmhouderOm de helmhouder te openen, steekt u
de sleutel in het slot en draait u deze in
de aangegeven richting. Om de helmhou-
der te sluiten, drukt u deze weer terug
naar de normale stand.
DW000030
X@Ga nooit rijden terwijl er zich een helm
in de helmhouder bevindt. De helm
zou ergens tegenaan kunnen stoten,
waardoor u uw evenwicht zou kunnen
verliezen met als gevolg een ongeluk.1.Helmhouder
2.Openen
DAU00240
ZadelVerwijder de bouten om het zadel te ver-
wijderen.
4PT-9-D6 1~5 12/27/00 1:32 PM Page 22
Page 24 of 96

3-10
FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
1
23
4
5
6
7
8
9
Als u de veer korter instelt, geeft dit
een hogere voorbelasting en als u
de veer langer instelt, zal de voorbe-
lasting minder zijn.
DC000015
<>Probeer de afsteller nooit voorbij de
minimum- of maximumstand te draai-
en.3.Draai de borgmoer vast met het
voorgeschreven aantrekkoppel.
DC000018
<>Draai de vergrendelmoer altijd tegen
de veer-afstelmoer aan en draai de ver-
grendelmoer met het voorgeschreven
aantrekkoppel vast.
1
1.Meting afstand ÒAÓ
Veer-voorbelasting:
Minimaal (zacht):
Afstand A:= 248,5 mm
Standaard:
Afstand A: = 243 mm
Maximaal (stug):
Afstand A: = 237,5 mm
Aantrekkoppel:
Borgmoer:
42 Nm (4,2 mákg)
a
b
1 2
DAU01650
Afstellen van de
achterschokbrekerDeze schokbreker is uitgevoerd met een
afstelmechanisme voor de voorbelasting.
Stel de voorbelasting als volgt in:
1.Draai de borgmoer los.
2.Draai de afstelmoer in de arichting
om de veer-voorbelasting te verho-
gen en in de brichting om de veer-
voorbelasting te verlagen. De voor-
belasting is geheel afhankelijk van
de ingestelde lengte van de veer. 1.Borgmoer
2.Afstelmoer
4PT-9-D6 1~5 12/27/00 1:32 PM Page 23
Page 25 of 96

3-11
FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
1
23
4
5
6
7
8
9
DAU00315
X@Deze schokbreker bevat stikstofgas
onder bijzonder hoge druk. Lees de
onderstaande informatie aandachtig
door alvorens over te gaan tot onder-
houdswerkzaamheden aan de schok-
breker. Yamaha is niet verantwoorde-
lijk voor beschadigingen of
verwondingen ontstaan door verkeerd
behandelen van de schokbreker.8 8
Probeer de cilinder niet te ope-
nen.
8 8
Zorg dat de schokbreker niet in de
buurt komt van open vuur of
blootgesteld wordt aan hoge tem-
peraturen. Dit zou kunnen leiden
tot een ontploffing door uitzetting
van het stikstofgas.
8 8
Zorg dat de cilinder niet vervormd
of anderzins beschadigd wordt.
Dit zal een slechte werking van de
schokbreker tot gevolg hebben.
8 8
Als er iets mis is met de schok-
breker of er moet onderhouds-
werk aan verricht worden, breng
uw motorfiets dan naar een
Yamaha dealer.
DAU00330
ZijstandaardDit model is uitgerust met een onderbre-
kingscircuit voor de onsteking. Rijd nooit
met de motorfiets terwijl de zijstandaard
is uitgeklapt. De zijstandaard bevindt zich
aan de linkerkant.
(Zie blz. 5.1 voor een uitleg van dit onder-
brekingscircuit).
DW000044
X@Deze schokbreker bevat stikstofgas
onder bijzonder hoge druk. Lees de
onderstaande informatie aandachtig
door alvorens over te gaan tot onder-
houdswerkzaamheden aan de schok-
breker. Yamaha is niet verantwoorde-
lijk voor beschadigingen of
verwondingen ontstaan door verkeerd
behandelen van de schokbreker.
Probeer de cilinder niet te openen.
Zorg dat de schokbreker niet in de
buurt komt van open vuur of blootge-
steld wordt aan hoge temperaturen. Dit
zou kunnen leiden tot een ontploffing
door uitzetting van het stikstofgas.
Zorg dat de cilinder niet vervormd of
anderzins beschadigd wordt. Dit zal
een slechte werking van de schokbre-
ker tot gevolg hebben.
Als er iets mis is met de schokbreker
of er moet onderhoudswerk aan ver-
richt worden, breng uw motorfiets dan
naar een Yamaha dealer.
4PT-9-D6 1~5 12/27/00 1:32 PM Page 24
Page 26 of 96

3-12
FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
1
23
4
5
6
7
8
9
DAU00331
Kontrole van de zijstandaard/
koppelings-onderbrekingsscha-
kelaarKontroleer, aan de hand van de onder-
staande informatie, de zijstandaard-
onderbrekingsschakelaar en de koppe-
lings-onderbrekingsschakelaar op een
juiste werking.
DW000045
X@Mocht er iets mis zijn met het onder-
brekingscircuit, raadpleeg dan onmid-
dellijk een Yamaha dealer.
DRAAI DE KONTAKTSLOT-
SCHAKELAAR NAAR ÒONÓ EN DE
MOTORSTOPSCHAKELAAR NAAR Ò#Ó.ER IS EEN VERSNELLING
INGESCHAKELD EN DE
ZIJSTANDAARD IS OPGEKLAPT.TREK DE KOPPELINGSHENDEL IN EN
DRUK OP DE STARTSCHAKELAAR.DE MOTOR START.DE KOPPELING-ONDERBREKINGSS-
CHAKELAAR IS IN ORDE.
KLAP DE ZIJSTANDAARD UIT.DE MOTOR SLAAT AF.DE ZIJSTANDAARD-
ONDERBREKINGSSCHAKELAAR IS IN
ORDE.
4PT-9-D6 1~5 12/27/00 1:32 PM Page 25
Page 27 of 96

1
2
3
4
5
6
7
8
94PT-9-D6 1~5 12/27/00 1:32 PM Page 26
Page 28 of 96

KONTROLE VOOR HET RIJDEN
Kontrole voor het rijden......................................................................4-1
4
4PT-9-D6 1~5 12/27/00 1:32 PM Page 27
Page 29 of 96

4-1
DAU01114
KONTROLE VOOR HET RIJDEN
1
2
34
5
6
7
8
9
Als eigenaar bent u verantwoordelijk voor de toestand van uw voertuig. De vitale onderdelen en funkties van uw motorfiets kun-
nen wel eens onverwacht teruglopen, ook al rijdt u er niet mee (bijvoorbeeld door blootstelling aan de elementen). Elke
beschadiging, lekkage of verlies van bandenspanning kan ernstige gevolgen hebben. Daarom is het van groot belang om naast
een zorgvuldige visuele inspektie ook voor elke rit de volgende punten grondig te kontroleren.
DAU00340
KONTROLE VOOR HET RIJDEN
ONDERDEELKONTROLEBLZ.
Voorrem9
Kontroleer werking, vrije slag en vloeistofniveau. Kontroleer op vloeistoflekkage.9Indien nodig, DOT 4 (of DOT 3) remvloeistof bijvullen.
Achterrem9Kontroleer werking, vrije slag en vloeistofniveau. Kontroleer op vloeistoflekkage.
3-5, 6-18 ~ 6-22
9Indien nodig, DOT 4 remvloeistof bijvullen.
Koppeling
9Kontroleer op soepele werking en vrije slag.
3-4, 6-18
9Indien nodig, afstellen.
Gasgreep en behuizing9Kontroleer op soepele werking.
6-24
9Indien nodig, smeren.
Motorolie9Kontroleer oliepeil.
6-10 ~ 6-12
9Indien nodig, olie bijvullen.
Ketting
9Kontroleer kettingspanning en algehele toestand.
6-22 ~ 6-24
9Indien nodig, afstellen.
Wielen en banden9
Kontroleer op slijtage, beschadiging en degelijk vastzittende spaken.
6-15 ~ 6-17
9Kontroleer bandenspanning.
Bevestigings- en meterkabels9Kontroleer op soepele werking.
6-24
9Indien nodig, smeren.
Bevestigings- en 9Kontroleer op soepele werking.
6-25
schakelpedaalas9Indien nodig, smeren.
Werking van rem- en 9Kontroleer op soepele werking.
6-25
koppelingshendel9Indien nodig, smeren.
4PT-9-D6 1~5 12/27/00 1:32 PM Page 28
Page 30 of 96

4-2
KONTROLE VOOR HET RIJDEN
1
2
34
5
6
7
8
9
OPMERKING:Voer de bovenstaande dagelijkse inspektie uit voordat u gaat rijden. Deze inspektie neemt slechts weinig tijd in beslag en de erdoor
verkregen veiligheid is deze moeite ruimschoots waard.X@Voer de bovenstaande dagelijkse inspektie uit voordat u gaat rijden. Deze inspektie neemt slechts weinig tijd in beslag en de
erdoor verkregen veiligheid is deze moeite ruimschoots waard.
ONDERDEELKONTROLEBLZ.
Werking van zijstandaard9Kontroleer op soepele werking.
6-25
9Indien nodig, smeren.
Bevestigingsdelen van frame9Kontroleer of alle moeren, bouten en schroeven stevig vastzitten.
Ñ
9Indien nodig, aantrekken.
Benzinetank
9Kontroleer op benzinepeil.
3-6 ~ 3-7
9Indien nodig, benzine tanken.
Verlichting, richtingaan-
9Kontroleer op juiste werking.6-29 ~ 6-32
wijzers en schakelaars
4PT-9-D6 1~5 12/27/00 1:32 PM Page 29