YAMAHA XT600E 2000 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2000, Model line: XT600E, Model: YAMAHA XT600E 2000Pages: 96, PDF Size: 4.26 MB
Page 51 of 96

6-11
1
2
6.Kontroleer de O-ringen op schade.
Vervangen indien beschadigd.
7.Monteer de aftappluggen, het filter-
deksel en de bouten. Aandraaien
met het voorgeschreven aantrekkop-
pel.1.Oliefilterelement
2.O-ring (´2)
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
1
2
3
4
56
7
8
9
4.Kontroleer elke pakking. Vervangen
indien beschadigd.
5.Verwijder de filterdekselschroeven
en het oliefilterdeksel. Vervang het
oliefilterelement.OPMERKING:Het oliefilterdeksel zit vast met drie bou-
ten. Om de overbodige olie af te tappen,
verwijdert u de onderste bout.
2
34
1
1.Ontluchtingsschroef
2.Oliefilterdekselbout (´2)
3.Oliefilter-aftapplug
4.Oliefilterdeksel
11.Aftapbout (olietank)
2.Aftapbout (carter)Verversen motorolie en vervangen
oliefilterelement
1.Start de motor en laat hem enkele
minuten warmdraaien.
2.Plaats een opvangbak onder de
motor.
3.Verwijder de olietankdop en de
aftapbouten.
2
4PT-9-D6 6 12/27/00 1:39 PM Page 12
Page 52 of 96

6-12
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
1
2
3
4
56
7
8
9
8.Vul de motor met olie. Plaats de olie-
tankdop en draai hem vast. Aantrekkoppel:
Aftapbout (carter):
30 Nm (3,0 m0kg)
Aftapbout (olietank):
17,5 Nm (1,75 m0kg)
Filterdekselschroef:
10 Nm (1,0 m0kg)
Ontluchtingsschroef:
5 Nm (0,5 m0kg)Aanbevolen motorolie:
Zie blz. 8-1
Hoeveelheid motorolie:
Totale hoeveelheid:
3,3 L
Periodieke verversing:
2,7 L
Verversen van olie en
vervangen van oliefilter:
2,8 L
9.Start de motor en laat hem enkele
minuten warmdraaien. Kontroleer tij-
dens het warmdraaien op olielekken.
Mocht er een olielek worden
bespeurd, zet de motor dan onmid-
dellijk af en probeer de oorzaak te
vinden.
10.Zet de motor af en kontroleer het
oliepeil.
DC000076
<>Nadat u de motorolie heeft ververst,
dient u de oliedruk volgens de onder-
staande procedure te kontroleren.
8Verwijder de ontluchtingsschroef
uit het oliefilterdeksel.
8Start de motor en laat deze statio-
nair draaien totdat er olie uit de
ontluchtingsschroef loopt. Als er,
na ŽŽn minuut, geen olie uit de
opening komt, zet de motor dan
uit om te voorkomen dat deze
vastloopt. Ga naar uw Yamaha
dealer voor reparatie.
8Draai, na de kontrole, de ontluch-
tingsschroef weer stevig aan.
1
1
DAU01083
LuchtfilterHet luchtfilterelement dient op de voorge-
schreven intervallen te worden gereinigd.
Het element dient vaker te worden gerei-
nigd als u in een buitengewoon natte of
stoffige omgeving rijdt.
1.Verwijder het paneel B. (Zie blz.
6-7 voor het verwijderen en installe-
ren van het paneel.)
2.Verwijder de montageschroeven van
de luchtfilterhouder en verwijder het
filterhouderdeksel.1.Schroef (´7)
4PT-9-D6 6 12/27/00 1:39 PM Page 13
Page 53 of 96

DAU00629
Afstelling van de carburateurDe carburateur is een bijzonder belangrijk
onderdeel van de motor. De afstelling
ervan dient bijzonder nauwkeurig te
geschieden. Het verdient aanbeveling om
deze afstelling over te laten aan uw
Yamaha dealer die de nodige kennis van
zaken heeft en over ruime ervaring
beschikt. Het hieronder beschreven routi-
ne-onderhoudswerk kunt u echter zelf uit-
voeren.
DC000094
<>De carburateur is na vele tests in de
Yamaha fabrieken afgesteld.
Veranderen van de afstellingen kan lei-
den tot slecht lopen van de motor en
zelfs tot beschadiging hiervan.
6-13
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
1
2
3
4
56
7
8
9
5.Monteer luchtfilter met de pijl aan de
bovenkant in binnenwaartse richting.
6.Installeer het luchtfilterdeksel en het
paneel.
DC000082
<>8 8
Zorg dat het luchtfilter naar beho-
ren in de luchtfilter-behuizing zit.
8 8
Laat de motor nooit lopen zonder
dat het luchtfilter ge•nstalleerd is.
Dit kan leiden tot bijzonder snelle
slijtage van cilinders en/of zui-
gers.
1
3.Verwijder het luchtfilter.
4.Klop lichtjes tegen het luchtfilter om
het meeste stof en vuil te verwijde-
ren en blaas het overblijvende vuil
weg met perslucht vanaf de maas-
kant van het luchtfilter. Vervang het
luchtfilter als dit beschadigd is.1.Net-zijde
4PT-9-D6 6 12/27/00 1:39 PM Page 14
Page 54 of 96

6-14
1
b
a
DAU00632
Afstelling stationair toerental1.Start de motor en laat deze enkele
minuten lang warmdraaien met een
toerental van 1.000 ˆ 2.000 tpm.
Laat de motor af en toe met een wat
hoger toerental lopen 4.000 ˆ 5.000
tpm. De motor is warm als deze snel
op de beweging van de gasgreep
reageert.
2.Stel het stationair toerental nu op het
voorgeschreven toerental af, door de
gasstopschroef te verdraaien. Draai
de schroef in de richting aom het
toerental te verhogen en draai de
schroef naar b om het toerental te
verlagen.1.Gasstopschroef
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
1
2
3
4
56
7
8
9
OPMERKING:Als u het toerental niet op de voorge-
schreven waarde krijgt, raadpleeg dan
een Yamaha dealer.
Standaard stationair toerental:
1.200 ~ 1.400 tpm
(Behalve voor CH)
1.300 ~ 1.400 tpm
(Voor CH)
a
DAU00635
Kontroleren van de vrije
speling van de gaskabelDe gaskabel dient een voorgeschreven
vrije speling van 3 ~ 5 mm te hebben bij
het handvat.
Als de vrije speling incorrect is, laat de
speling dan afstellen door een Yamaha
dealer.a.Vrije
4PT-9-D6 6 12/27/00 1:39 PM Page 15
Page 55 of 96

6-15
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
1
2
3
4
56
7
8
9
DAU00652
BandenLet, voor goede rijprestaties, een lange
levens duur en veilig rijden, op de volgen-
de punten:
Bandenspanning
Kontroleer de bandenspanning altijd,
voordat u met de motorfiets wegrijdt.
DW000082
X@De bandenspanning dient gemeten te
worden als de temperatuur van de
banden gelijk is aan de omgevings-
temperatuur. De bandenspanning is
afhankelijk van het totale gewicht van
de bagage, de bestuurder, de mede-
passagier, overige accessoires
(stroomlijnkappen, zadeltassen, enz. -
monteer nooit accessoires
die niet zijn goedgekeurd voor deze
motorfiets) en de snelheid van de
motorfiets.
*Belasting is het totale gewicht van bagage, bestuur-
der, mede-passagier en accessoires.Maximale belasting*
180 kg
Bandenspanning bij
VoorAchter
koude banden
150 kPa150 kPa
Belasting tot 90 kg(1,5 kg/cm
2, (1,5 kg/cm
2,
1,5 bar)1,5 bar)
90 kg ~150 kPa225 kPa
Maximale belasting*(1,5 kg/cm
2, (2,25 kg/cm
2,
1,5 bar) 2,25 bar)
125 kPa125 kPa
Bij rijden op terrein(1,25 kg/cm
2, (1,25 kg/cm
2,
1,25 bar) 1,25 bar)
Bij rijden met hoge150 kPa150 kPa
snelheid(1,5 kg/cm
2, (1,5 kg/cm
2,
1,5 bar) 1,5 bar)
DAU00637
Afstellen van de klepspelingDe juiste klepspeling verandert tijdens het
gebruik van de motorfiets, met als gevolg
een onjuiste invoer van het benzine-
/luchtmengsel of meer lawaai. Om dit te
vermijden, dienen de kleppen regelmatig
afgesteld te worden. Laat deze afstelling
echter aan een Yamaha dealer over.
4PT-9-D6 6 12/27/00 1:39 PM Page 16
Page 56 of 96

6-16
DW000083
X@Een juiste verdeling van het gewicht is
van groot belang voor een goede weg-
ligging, juist reageren op het remmen,
balans en veiligheid in het algemeen.
Zorg ervoor dat bagage die u vervoert,
goed vast zit zodat deze niet kan gaan
schuiven. Plaats de zwaarste voorwer-
pen in het midden van de motorfiets
en verdeel het gewicht gelijkmatig
over rechter- en linkerzijde. Stel de
voorbelasting van de schokbrekers in
aan de hand van het totale gewicht en
breng de bandenspanning ook op de
juiste waarde. OVERLAAD UW
MOTORFIETS NOOIT. Overschrijdt
nooit het totaal toegestane gewicht
van bagage, bestuurder, medepassa-
gier, overige accessoires (stroomlijn-
kappen, zadeltassen, enz. - monteer
nooit accessoires die niet zijn goedge-
keurd voor deze motorfiets). Een te
zwaar beladen motorfiets kan leiden
tot beschadiging van de banden, een
ongeluk en ernstige verwondingen.
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
1
2
3
4
56
7
8
9
1
2
Inspekteren van de banden
Kontroleer de banden altijd, voordat u
met de motorfiets wegrijdt. Als het mid-
denprofiel de minimale waarde bereikt
(zie de afbeelding), als er zich een spijker
of stukjes glas in de band bevinden, of als
de flank van de band gescheurd is, vraag
uw Yamaha dealer dan om de band te
vervangen.1.Profieldiepte
2.Zijwand
DW000078
X@Na uitgebreide tests heeft Yamaha
Motor Co., Ltd. de hieronder genoem-
de banden goedgekeurd voor gebruik
met dit model motorfiets. Yamaha
Motor Co., Ltd. kan geen enkele garan-
tie verlenen over het rijgedrag van de
motorfiets als er andere of andere
kombinaties van banden worden
gebruikt dan de hieronder vermelde.
De voor- en de achterband dienen van
hetzelfde merk en hetzelfde type te
zijn.BandenmerkBandenmaatTypeBRIDGESTONE90/90-21 54STW47
DUNLOP90/90-21 54STRAIL MAX LVOORBandenmerkBandenmaatTypeBRIDGESTONE120/90-17 64STW48
DUNLOP120/90-17 64STRAIL MAXACHTER
Minimale profieldiepte
0,8 mm
(voor en achter)
4PT-9-D6 6 12/27/00 1:39 PM Page 17
Page 57 of 96

6-17
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
1
2
3
4
56
7
8
9
DAU00685
WielenLet, voor goede rijprestaties, een lange
levensduur en veilig rijden, op de volgen-
de punten:
8Kontroleer de wielen altijd, voordat u
met de motorfiets wegrijdt.
Kontroleer de velgen op barsten,
vervorming en andere beschadigin-
gen; kontroleer of de spaken niet
loszitten of verbogen en/of bescha-
digd zijn. Als er iets mis is met de
wielen, vraag uw Yamaha dealer
dan om dit te inspekteren. Probeer
nooit zelf iets aan een wiel te repare-
ren, zelfs geen kleine reparaties. Als
een wiel vervormd is of barstjes ver-
toont, laat het dan vervangen.
8Banden en wielen dienen altijd uitge-
balanceerd te worden nadat deze
nieuw gemonteerd zijn. Als u dit niet
doet, kan dit leiden tot slechtere
prestaties, een moeilijker bediening
van de motorfiets en een kortere
levensduur van de banden.
8Als u een nieuwe band heeft gemon-
teerd, rijd dan in het begin voorzich-
tig, zodat de band zich naar de velg
kan zetten en optimale prestaties
kan leveren.
DAU00681
X@8 8
Rijden met versleten banden is
bijzonder gevaarlijk. Versleten
banden leiden tot moeilijker
bediening van de motorfiets en
verlies aan wegligging. Laat een
versleten band onmiddellijk ver-
vangen door een Yamaha dealer.
Vervanging van remmen, banden
en andere onderdelen die met het
wiel te maken hebben dient u over
te laten aan een Yamaha dealer.
8 8
Het is niet raadzaam om een lekke
binnenband te plakken. Als het
door bepaalde omstandigheden
noodzakelijk is om een binnen-
band te repareren, ga dan zeer
zorgvuldig te werk en vervang de
binnenband hierna zo snel moge-
lijk door een nieuwe binnenband
van een goede kwaliteit.
OPMERKING:De voorwaarden voor de minimale profiel-
diepte, kunnen van land tot land verschil-
len. Houd u aan de plaatselijke regelin-
gen, en minimaal aan de voorwaarden
van Yamaha.
4PT-9-D6 6 12/27/00 1:39 PM Page 18
Page 58 of 96

6-18
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
1
2
3
4
56
7
8
9
a
b 12
3
DAU00694
Afstelling van de vrije slag van
de koppelingshendelDe vrije slag van de koppelingshendel
dient van 10 ~ 15 mm te bedragen.
1.Draai de borgmoer aan de koppe-
lingshendel los.
2.Draai de stelbout aan de koppelings-
hendel in de richting aom de vrije
slag te vergroten of in de richting b
om de vrije slag te verkleinen.
3.Draai de borgmoer aan de koppe-
lingshendel weer vast.
Kunt u op deze wijze de juiste vrije slag
niet instellen, ga dan als volgt te werk.1.Borgmoer
2.Stelbout
3.Vr’je
b
a
1
2
4.Draai de borgmoer aan de koppe-
lingshendel los.
5.Draai de stelbout aan de koppelings-
hendel in de richting aom de kabel
los te zetten.
6.Draai de borgmoer aan de kant van
het motorblok los.
7.Draai de stelbout aan de kant van
het motorblok in de richting aom de
vrije slag te vergroten of in de rich-
ting bom de vrije slag te verklei-
nen.
8.Draai de borgmoeren aan het motor-
blok en aan de koppelingshendel
weer vast.1.Stelbout
2.Borgmoer
DAU00696
Afstellen van de vrije slag van
de voorremhendelDe vrije slag aan het uiteinde van de
voorremhendel dient ongeveer 2 ~
5 mm te bedragen.
1.Draai de borgmoer los.
2.Draai de afstelbout in richting a
om de vrije slag te vergroten of in
richting bom de vrije slag te ver-
kleinen.
3.Nadat u de afstelling heeft gemaakt,
draait u de borgmoer weer aan.
1
2
3
b
a
1.Borgmoer
2.Afstelbout
3.Vr’je
4PT-9-D6 6 12/27/00 1:39 PM Page 19
Page 59 of 96

DW000109
X@Als het achterrempedaal sponzig aan-
voelt, kan dit betekenen dat er lucht in
het remsysteem zit. Deze lucht moet
verwijderd worden door het remsys-
teem te ontluchten. Rijd nooit met de
motorfiets als er zich lucht in het rem-
systeem bevindt. Lucht in het remsys-
teem zal het remvermogen van de
motorfiets sterk verminderen, met als
gevolg verhoogde kans op ongeluk-
ken. Laat uw Yamaha dealer het rem-
systeem inspekteren en ontluchten.
6-19
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
1
2
3
4
56
7
8
9
DAU00712
Afstellen van de achterrem-
pedaalhoogteDe bovenkant van het achterrempedaal
dient 12 mm onder de bovenkant van de
voetsteun te liggen. Mocht dit op uw
motorfiets niet het geval zijn, vraag uw
Yamaha dealer dan om de achterrem-
pedaalhoogte af te stellen.
a
a.Pedaalhoogte
DW000099
X@8
8
Kontroleer de vrije slag van de
remhendel. Kontroleer tevens of
de rem goed funktioneert.
8 8
Als de remhendel sponzig aan-
voelt, zit er waarschijnlijk lucht in
het remsysteem. In een dergelijk
geval dient u het remsysteem te
ontluchten. Rijd niet met de
motorfiets voordat het remsys-
teem ontlucht is. Als er lucht in
het remsysteem zit, gaat het rem-
vermogen bijzonder sterk achter-
uit, hetgeen kan leiden tot een
ongeluk. Vraag uw Yamaha dealer
om het remsysteem te inspekte-
ren en, indien nodig, te ontluch-
ten.
4PT-9-D6 6 12/27/00 1:39 PM Page 20
Page 60 of 96

6-20
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
1
2
3
4
56
7
8
9
DAU00713
Afstelling van de remlicht-
schakelaarHet achterste remlicht wordt ingeschakeld
door het rempedaal; de schakelaar ervan
is juist ingesteld als het remlicht gaat
branden vlak voor de rem aangrijpt. Om
de schakelaar van het achterste remlicht
bij te stellen, houdt u de behuizing van de
schakelaar vast zodat deze niet mee-
draait wanneer u de instelmoer verdraait.
Draai de instelmoer in de richting aom
het remlicht eerder te laten oplichten.
Draai de instelmoer in de richting b
om het remlicht later te laten oplichten.
21
a
b
1.Remlichtschakeraar
2.Stelmoer
DAU00716
Kontrole van de remvoeringen
voor en achterOp de remblokken vindt u een slijtage-
grens-indikator. Dankzij dit merkteken
kunt u de remvoeringen kontroleren zon-
der dat u de remmen hoeft te demonte-
ren. Trek de voorremhendel in of trap het
achterrempedaal in en kijk of de remblok-
ken tot voorbij de slijtagegrens zijn versle-
ten. Als de remblokken tot voorbij de slij-
tagegrens zijn versleten, laat u Yamaha
dealer dan nieuwe remvoeringen plaat-
sen.
DAU01119
VOOR
Ieder remblok is voorzien van slijtage-
indicatiegroeven. Aan de hand van deze
groeven kan de slijtage van het remblok
worden gecontroleerd zonder dat de rem
wordt gedemonteerd. Als de groeven
bijna geheel verdwenen zijn, dient u naar
uw Yamaha dealer te gaan om de rem-
blokken te laten vervangen.
1
1
1.Slijtage-indicatiegroef (´3)
4PT-9-D6 6 12/27/00 1:39 PM Page 21