Alfa Romeo Brera/Spider 2010 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: ALFA ROMEO, Model Year: 2010, Model line: Brera/Spider, Model: Alfa Romeo Brera/Spider 2010Pages: 263, PDF Size: 3.91 MB
Page 31 of 263
29
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
Druk, om vanaf het standaard scherm de navigatie te bereiken, kort op de knop MENU. Druk op de knop +of–om in het menu te navigeren. Bij een rij-
dende auto wordt om veiligheidsredenen alleen een beperkt menu weergegeven („Snelheidslimiet instellen”). Als de auto stilstaat, is het uitgebreide menu
toegankelijk. Als het radio-/navigatiesysteem aanwezig is, kunnen alleen de volgende functies worden ingesteld: „Snelheidslimiet”, „Gevoeligheid schemer-
sensor” (voor uitvoeringen/markten, waar voorzien) en „Waarschuwingszoemer niet omgelegde veiligheidsgordel opnieuw inschakelen”. De andere func-
ties worden weergegeven op het display van het radio-/navigatiesysteem en kunnen daar worden ingesteld.
Afb. 21
VOL. ZOEMERSERVICEMENU VERLATENAUTOMAT.
MISTLICHTRESET TRIP B
KLOK
MODUS 12/24
DATUM
HERHAAL. RADIO
BAGAGERUIMTE ONAFH.
BEST.PORT. ONTGR.
VERGR. PORTIEREN MAATEENHEDEN VOL. TOETSEN
TAALSNELHEIDS-
SNELHEID
A0G0218g
Page 32 of 263
30
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
Afstelling gevoeligheid
Schemersensor
(Automat. dimlicht)
(voor uitvoeringen/markten, waar voorzien)
Met deze functie kan de gevoeligheid van de
schemersensor (op 3 niveaus) ingesteld wor-
den.
Ga voor het instellen als volgt te werk:
❒druk kort op de knop MENU: op het display
wordt de hiervoor ingestelde gevoeligheid
weergegeven;
❒druk op de knop +of–om in te stellen;
❒druk kort op de knop MENUom terug te
keren naar het menuscherm of houd de
knop even ingedrukt om terug te keren
naar het beginscherm.
Op nul zetten
Trip B (Reset Trip B)
Met deze functie kan de manier waarop Trip
B op nul wordt gezet worden gekozen (auto-
matisch of handmatig).
Zie voor meer informatie de paragraaf
„Tripcomputer”. Snelheidslimiet (drempel)
Met deze functie kan de snelheidslimiet van de
auto (km/h of mijl/h) worden ingesteld; als
de snelheid wordt overschreden, klinkt een ge-
luidssignaal en wordt een bericht op het display
weergegeven (zie het hoofdstuk „Lampjes en
berichten”).
Ga voor het instellen van de snelheidslimiet als
volgt te werk:
❒druk kort op de knop MENU: op het dis-
play verschijnt OFF;
❒druk op de knop +: op het display ver-
schijntON;
❒druk kort op de knop MENUen stel ver-
volgens met de knoppen +/–de ge-
wenste snelheid in (tijdens het instellen
knippert de waarde).
❒druk kort op de knop MENUom terug
te keren naar het menuscherm of druk lang
om terug te keren naar het beginscherm.WAARSCHUWINGEr kan een waarde tus-
sen 30 en 250 km/h of tussen 20 en 150
mijl/u worden ingesteld, afhankelijk van de in-
gestelde eenheid (zie de paragraaf „Eenheid”
hierna). Elke keer als u de knop +/–indrukt,
wordt de waarde 5 eenheden verhoogd of ver-
laagd. Door de knop +/–ingedrukt te houden,
wordt de verhoging/verlaging automatisch snel
uitgevoerd. Als de gewenste waarde bijna be-
reikt is, moet de instelling voltooid worden door
steeds opnieuw op de knop te drukken.
Voer voor het wissen van de instelling de vol-
gende handelingen uit:
❒druk kort op de knop MENU: op het dis-
play verschijnt ON;
❒druk op de knop -: op het display verschijnt
OFF;
❒druk kort op de knop MENUom terug te
keren naar het menuscherm of houd de
knop even ingedrukt om terug te keren
naar het beginscherm.
Page 33 of 263
31
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
WAARSCHUWING Elke keer als u de knop
+/–indrukt, wordt de waarde met 1 eenheid
verhoogd of verlaagd. Door de knop +/–in-
gedrukt te houden, wordt de verho-
ging/verlaging automatisch snel uitgevoerd.
Als de gewenste waarde bijna bereikt is, moet
de instelling voltooid worden door steeds op-
nieuw op de knop te drukken.
❒druk kort op de knop MENUom terug te
keren naar het menuscherm of houd de
knop even ingedrukt om terug te keren
naar het beginscherm. Instellen tijd (klokje)
Met deze functie kan het klokje worden
ingesteld.
Ga voor het instellen van de tijd als volgt te
werk:
❒druk kort op de knop MENU: op het dis-
play verschijnen de „uren”;
❒druk op de knop +of–om in te stellen;
❒druk kort op de knop MENU: op het dis-
play verschijnen de „minuten”;
❒druk op de knop +of–om in te stellen.Weergave tijd (12/24)
Met deze functie kan de tijd worden weerge-
geven in 12h of 24h.
Ga voor het instellen als volgt te werk:
❒druk kort op de knop MENU: het display
geeft 12h of 24h aan (afhankelijk van de
eerdere instelling);
❒druk op de knop +of–om de keuze uit
te voeren;
❒druk kort op de knop MENUom terug te
keren naar het menuscherm of houd de
knop even ingedrukt om terug te keren
naar het beginscherm.
Page 34 of 263
32
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
Instellen datum
Met deze functie kan de datum worden inge-
steld (jaar – maand – dag).
Ga als volgt te werk om de gewenste instelling
uit te voeren:
❒druk kort op de knop MENU: op het dis-
play gaat het „jaar” knipperen;
❒druk op de knop +of–om in te stellen;
❒druk kort op de knop MENU: op het dis-
play gaat de „maand” knipperen;
❒druk op de knop +of–om in te stellen;
❒druk kort op de knop MENU: op het dis-
play gaat de „dag” knipperen;
❒druk op de knop +of–om in te stellen;WAARSCHUWING Elke keer als u de knop
+/–indrukt, wordt de waarde met 1 eenheid
verhoogd of verlaagd. Als u de knop +/–in-
gedrukt houdt, wordt de snelheid snel ho-
ger/lager. Als de gewenste waarde bijna be-
reikt is, moet de instelling voltooid worden door
steeds opnieuw op de knop te drukken.
❒druk kort op de knop MENUom terug te
keren naar het menuscherm of houd de
knop even ingedrukt om terug te keren
naar het beginscherm.
Herhaling audio-informatie
(Herh. Radio)
(voor uitvoeringen/markten,
waar voorzien)
Met deze functie kan op het display de infor-
matie over de autoradio worden weergegeven.
❒Radio: frequentie of RDS-bericht van het ge-
selecteerde radiostation, automatisch zoe-
ken of AutoSTore inschakelen;
❒CD audio, CD MP3: nummer gekozen mu-
ziekstuk:
❒Cd-wisselaar: nummer CD en nummer mu-
ziekstuk;Ga voor het in- of uitschakelen (ON/OFF) van
de weergave van de informatie als volgt te
werk:
❒druk kort op de knop MENU: op het dis-
play verschijnt ONofOFF(afhankelijk
van de eerdere instelling);
❒druk op de knop +of–om de keuze uit
te voeren;
❒druk kort op de knop MENUom terug te
keren naar het menuscherm of houd de
knop even ingedrukt om terug te keren
naar het beginscherm.
Afhankelijk van de gekozen audiobron ver-
schijnt op het display onder de tijdsaanduiding,
een symbool dat de actieve bron aangeeft.
Page 35 of 263
33
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
Bestuurdersportierslot
ontgrendelen (Ontgr. Best. slot)
Met deze functie kan, als knop
Ëop de elek-
tronische sleutel wordt ingedrukt, alleen het slot
in het bestuurdersportier worden ontgrendeld.
Als de functie is ingeschakeld (ON) kan het an-
dere portier worden ontgrendeld door op de ont-
grendelknop op de middenconsole te drukken.
Ga voor het in- en uitschakelen (ON/OFF)
van de functie als volgt te werk:
❒druk kort op de knop MENU: op het dis-
play verschijnt ONofOFF(afhankelijk
van de eerdere instelling);
❒druk op de knop +of–om de keuze uit
te voeren;
❒druk kort op de knop MENUom terug te
keren naar het menuscherm of houd de
knop even ingedrukt om terug te keren
naar het beginscherm.Centrale portiervergrendeling bij
rijdende auto (Vergr. Portieren)
Als deze functie geactiveerd is (ON), worden
de portieren automatisch vergrendeld als de
snelheid hoger wordt dan 20 km/h.
Ga voor het in- en uitschakelen (ON/OFF)
van de functie als volgt te werk:
❒druk kort op de knop MENU: op het dis-
play verschijnt ONofOFF(afhankelijk
van de eerdere instelling);
❒druk op de knop +of–om de keuze uit
te voeren;
❒druk kort op de knop MENUom terug te
keren naar het menuscherm of houd de
knop even ingedrukt om terug te keren
naar het beginscherm.
Als de ronde led rond de knop
qbrandt, is
de functie ingeschakeld. Onafhankelijke ontgrendeling van
de bagageruimte
(Bagageruimte Onafh.)
De opening van het kofferdeksel met afstands-
bediening (indrukken van de knop
`) is al-
tijd mogelijk. Met de optie „Bagageruimte onaf-
hankelijk” wordt de knop op de armsteun geac-
tiveerd of gedeactiveerd, om precies te zijn: met
„Bagageruimte onafh. ON” is de knop altijd ge-
deactiveerd. Met „Bagageruimte onafh. OFF” is
de knop geactiveerd en door het indrukken ervan
de bagageruimte gedeblokeerd, als de sloten van
de portieren ontgrendeld zijn.
Om de vergrendeling van de bagageruimte los
te koppelen (door de knop op de armsteun te
deactiveren) (ON) of deze aan die van de por-
tieren te koppelen OFF), als volgt te werk
gaan:
❒druk kort op de knop MENU: op het dis-
play verschijnt ONofOFF(afhankelijk
van de eerdere instelling);
❒druk op de knop +of–om de keuze uit
te voeren;
❒druk kort op de knop MENUom terug te
keren naar het menuscherm of houd de
knop even ingedrukt om terug te keren
naar het beginscherm.
Page 36 of 263
Verbruik
Als u „km” hebt ingesteld (zie de vorige para-
graaf), kunt u op het display de eenheid van
het brandstofverbruik (in km/l of l/100 km)
instellen.
Als de eenheid voor de afstand is ingesteld op
„mi” (mijl) (zie de voorgaande paragraaf),
wordt op dit scherm de eenheid voor brand-
stofverbruik „mpg” (mijl per gallon) weerge-
geven.
In dit geval kan in het „Setup-menu” de „Een-
heid brandstofverbruik” worden gekozen, maar
staat de eenheid „mpg” (mijl/gallon) vast.
Ga voor het instellen van de gewenste meet-
eenheid als volgt te werk:
❒druk kort op de knop MENU: het display
geeft„km/l” of „l/100 km” aan (afhan-
kelijk van de eerdere instelling);
❒druk op de knop +o–om de keuze uit
te voeren;
❒druk kort op de knop MENUom terug te
keren naar het menuscherm of houd de
knop even ingedrukt om terug te keren
naar het beginscherm.
Temperatuur
Met deze functie kan de meeteenheid van de
temperatuur (
°C of °F) worden ingesteld.
Ga voor het instellen van de gewenste meet-
eenheid als volgt te werk:
❒druk kort op de knop MENU: het display
geeft °C of °F aan (afhankelijk van de eer-
dere instelling);
❒druk op de knop +o–om de keuze uit
te voeren;
❒druk kort op de knop MENUom terug te
keren naar het menuscherm of houd de
knop even ingedrukt om terug te keren
naar het beginscherm. Meeteenheid
Met deze functie kan de eenheid van de af-
stand worden ingesteld (km of mi), het brand-
stofverbruik (l/100 km, km/l of mpg) en de
temperatuur (
°C of °F) worden ingesteld.
Afstand
Ga voor het instellen van de gewenste meet-
eenheid als volgt te werk:
❒druk kort op de knop MENU: het display
geeft „km” of „mi” aan (afhankelijk van
de eerdere instelling);
❒druk op de knop +of–om de keuze uit
te voeren;
❒druk kort op de knop MENUom terug te
keren naar het menuscherm of houd de
knop even ingedrukt om terug te keren
naar het beginscherm.
34
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
Page 37 of 263
35
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
Taal instellen (Taal)
U kunt de taal van de display instellen: Itali-
aans, Engels, Duits, Portugees, Spaans, Frans,
Nederlands en Braziliaans.
Ga om de gewenste taal in te stellen als volgt
te werk:
❒druk kort op de knop MENU; op het dis-
play wordt de eerder ingestelde „taal” aan-
gegeven;
❒druk op de knop +o–om de keuze uit
te voeren;
❒druk kort op de knop MENUom terug te
keren naar het menuscherm of houd de
knop even ingedrukt om terug te keren
naar het beginscherm.Instelling volume knoppen
(Vol. Knoppen)
Met deze functie kan het volume van het ge-
luid, dat klinkt bij het indrukken van de knop-
pen in de auto, op 8 niveaus worden ingesteld.
Ga voor het instellen van het gewenste volume
als volgt te werk:
❒druk kort op de knop MENU; op het dis-
play wordt het eerder ingestelde „volume-
niveau” aangegeven;
❒druk op de knop +of–om in te stellen;
❒druk kort op de knop MENUom terug te
keren naar het menuscherm of houd de
knop even ingedrukt om terug te keren
naar het beginscherm. Instelling volume geluidssignaal
storingen/waarschuwingen
(Vol. Beep)
Het volume van het akoestische signaal (buz-
zer) dat klinkt voor het melden van een storing
of waarschuwing, kan ingesteld worden op 8
niveaus.
Ga voor het instellen van het gewenste volume
als volgt te werk:
❒druk kort op de knop MENU; op het dis-
play wordt het eerder ingestelde „volume-
niveau” aangegeven;
❒druk op de knop +of–om in te stellen;
❒druk kort op de knop MENUom terug te
keren naar het menuscherm of houd de
knop even ingedrukt om terug te keren
naar het beginscherm.
Page 38 of 263
verschijnt als de elektronische sleutel in het
startsysteem wordt geplaatst, op het display
„Service” gevolgd door het resterende aantal
kilometers/mijlen. Wend u zich tot het Alfa Ro-
meo Servicenetwerk waar men niet alleen het
onderhoud zal uitvoeren dat voorgeschreven
wordt door het „Geprogrammeerd onderhoud”,
maar waar de weergave ook zal worden ge-
reset.
Zoemer niet omgelegde
veiligheidsgordel opnieuw
inschakelen
(Seat Belt Reminder)
(Beep gordel)
Deze functie wordt alleen op het display weer-
gegeven als deze hiervoor is uitgeschakeld door
het Alfa Romeo Servicenetwerk.
Menu afsluiten
Als deze optie wordt gekozen, wordt terugge-
keerd naar het standaard scherm.VERLICHTING TOERENTELLER/
INSTRUMENTEN
(NIGHT PANEL)
Met deze functie kan de verlichting van de toe-
renteller en de instrumenten worden in-/uit-
geschakeld (ON/OFF). De functie kan wor-
den ingeschakeld (alleen als de elektronische
sleutel in het startsysteem is geplaatst, de bui-
tenverlichting brandt en de sensor in de snel-
heidsmeter weinig buitenlicht meet) door knop
–lang in te drukken. Als de functie is inge-
schakeld wordt op het display een waarschu-
wing weergegeven. Na inschakeling kan de
functieNIGHT PANELop de volgende ma-
nier worden uitgeschakeld:
❒door de knop +lang in te drukken (ook bij
uitgeschakelde buitenverlichting);
❒verwijder de elektronische sleutel uit het
startsysteem.
Als de functie is ingeschakeld, wordt op het dis-
play een waarschuwing weergegeven.
De berichten blijven gedurende enige seconden
zichtbaar en verdwijnen vervolgens. Druk om
de weergave voortijdig te onderbreken kort op
de knop MENU. Geprogrammeerd onderhoud
(Service)
Met deze functie kunnen de meldingen be-
treffende het bereiken van de kilometerstand
voor een servicebeurt worden weergegeven.
Ga voor het raadplegen van deze aanwijzingen
als volgt te werk:
❒druk kort op de knop MENU: op het dis-
play wordt de interval in km of mi aange-
geven, afhankelijk van de eerdere instel-
ling (zie de paragraaf „Eenheid”);
❒druk kort op de knop MENUom terug te
keren naar het menuscherm of houd de
knop even ingedrukt om terug te keren
naar het beginscherm.
WAARSCHUWINGHet geprogrammeerd
onderhoudsschema houdt een onderhoudsin-
terval van 35.000 km (of 21.000 mi) aan;
deze weergave verschijnt automatisch als de
elektronische sleutel in het startsysteem wordt
geplaatst, vanaf 2.000 km (of 1240 mi) voor
de betreffende kilometerstand. De weergave in
km of mijl is afhankelijk van de ingestelde
meeteenheid. Als het geprogrammeerd onder-
houd zeer binnenkort moet worden uitgevoerd,
36
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDENSTARTEN
EN RIJDEN
Page 39 of 263
37
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
Reset TRIP B
Einde deel rit
Begin nieuw deel rit
Einde deel rit
Begin nieuw
deel rit
Reset TRIP B
Einde complete rit
Begin nieuw
deel rit Reset GENERAL TRIP
Einde complete rit
Begin nieuwe ritReset GENERAL TRIP
Einde complete rit
Begin nieuwe rit
Einde deel rit
Begin nieuw
deel rit Reset TRIP B
Reset TRIP B TRIP B
TRIP B
TRIP B GENERAL TRIP
˙
˙
˙
˙˙
˙
˙ ˙
Afb. 22
TRIPCOMPUTER
Algemeen
De „Tripcomputer” kan op het display als de elektronische sleutel in het startsysteem is geplaatst, de gegevens weergeven betreffende het gebruik
van de auto. Deze functie bestaat uit „General trip”, waarmee de gehele rit van de auto kan worden gecontroleerd, en „Trip B”, waarmee een
deel van de rit kan worden gecontroleerd; deze laatste functie „valt binnen” (zoals in Afb. 22is aangegeven) de complete rit.
Beide functies kunnen op nul worden gezet (reset – begin van de nieuwe rit).
Page 40 of 263
38
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDENSTARTEN
EN RIJDEN
Weergegeven gegevens
Gemiddeld verbruik
Geeft globaal het gemiddelde brandstofverbruik
aan vanaf het begin van een nieuwe rit.
Huidig verbruik
Geeft doorlopend de wijziging in het brandstof-
verbruik aan. Bij stilstaande auto met draaiende
motor wordt op het display „- - - -” weergege-
ven.
Gemiddelde snelheid
Geeft de gemiddelde snelheid van de auto aan
op basis van de tijd die verstreken is vanaf het
begin van een nieuwe rit.
Reisduur
Tijd die vanaf het begin van de nieuwe rit ver-
streken is (reisduur).
Autonomie (actieradius)
Geeft de waarschijnlijke afstand aan die nog met
de brandstof in de tank afgelegd kan worden;
hierbij wordt er van uit gegaan dat de rit wordt
voortgezet met dezelfde rijstijl.Op het display verschijnt de indicatie „- - - -” als:
❒actieradius lager dan 50 km (of 30 mijl);
❒de auto langere tijd met draaiende motor
stilstaat.
WAARSCHUWINGDe wijziging van de
waarde van de actieradius kan door verschil-
lende factoren beïnvloed worden: rijstijl (zie de
paragraaf „Rijstijl” in het hoofdstuk „Starten
en rijden”), type traject (snelwegen, stad, ber-
gen enz.), gebruiksomstandigheden van de au-
to (vervoerde lading, bandenspanning enz.).
Houd hier bij het plannen van een reis rekening
mee.
Afgelegde afstand
Geeft de afstand aan die de auto heeft afge-
legd vanaf het begin van een nieuwe rit.
Telkens als de accu opnieuw wordt aangeslo-
ten en aan het begin van een nieuwe rit (re-
set) wordt op het display de waarde „0,0”
weergeven. „General Trip” geeft informatie over:
❒Gemiddeld verbruik
❒Huidig verbruik
❒Gemiddelde snelheid
❒Reisduur
❒Autonomie (actieradius)
❒Afgelegde afstand
Met „Trip B” kan de volgende informatie wor-
den gegeven:
❒Afgelegde afstand B
❒Gemiddeld verbruik B
❒Gemiddelde snelheid B
❒Reisduur B.