Alfa Romeo Brera/Spider 2010 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: ALFA ROMEO, Model Year: 2010, Model line: Brera/Spider, Model: Alfa Romeo Brera/Spider 2010Pages: 263, PDF Size: 3.91 MB
Page 11 of 263

ALFA ROMEO CODE
Voor een nog betere bescherming tegen dief-
stal is de auto uitgerust met een elektronische
startblokkering. Deze wordt automatisch inge-
schakeld door de elektronische sleutel uit het
startsysteem te verwijderen.
In elke elektronische sleutel bevindt zich een
elektronisch systeem; dit heeft tot taak om tij-
dens het starten het, door een in het startsys-
teem geïntegreerde antenne verzonden, sig-
naal te moduleren. Het signaal wordt bij het
starten omgezet in een gecodeerd signaal en
vervolgens aan de regeleenheid gezonden, die,
als de code wordt herkend, het starten van de
motor mogelijk maakt.
SYMBOLEN
Op of in de nabijheid van enkele onderdelen
van uw voertuig zijn gekleurde stickers aan-
gebracht met daarop symbolen die uw aan-
dacht vragen en die voorzorgsmaatregelen aan-
geven die in acht moet worden genomen als
u met dit onderdeel te maken krijgt.
Bovendien is een plaatje met het overzicht van
de symbolen Afb. 3onder de motorkap
aangebracht.
9
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
A0G0138mAfb. 3
Page 12 of 263

Weergave bericht + symbool Y
tijdens het rijden
Als het bericht + symbool
Yop het display
worden weergegeven, betekent dit dat het sys-
teem een zelfcontrole uitvoert (bijvoorbeeld bij
een verlaging van de spanning).
Als het bericht + symbool
Yop het display
blijven weergegeven, moet u zich tot het Alfa
Romeo Servicenetwerk wenden.
WAARSCHUWINGElke elektronische sleu-
tel heeft een eigen code, die in de regeleenheid
van het systeem moet worden opgeslagen.
Voor het opslaan van nieuwe sleutels (maxi-
maal acht) moet u zich tot het Alfa Romeo Ser-
vicenetwerk wenden. Neem dan alle in uw be-
zit zijnde sleutels, de CODE-card, een identi-
teitsbewijs en de autopapieren mee. Als tijdens
het opslaan van een nieuwe sleutelcode de
reeds opgeslagen sleutelcodes niet opnieuw
worden ingevoerd, worden ze uit het geheugen
gewist; eventueel verloren of gestolen sleutels
kunnen dan niet meer gebruikt worden voor
het starten van de motor.
WERKING
Telkens als de elektronische contactsleutel in
het startsysteem wordt geplaatst en bij elke
startpoging stuurt het Alfa Romeo CODE-sys-
teem een code naar de regeleenheid van de
motor die, als de code wordt herkend, de blok-
kering van de functies opheft.
De herkenningscode wordt alleen door de re-
geleenheid van de Alfa Romeo CODE verzon-
den als de door de elektronische sleutel ver-
zonden code is herkend.
Als de elektronische sleutel in het startsysteem
is geplaatst of als de motor wordt gestart en de
code wordt niet herkend, worden er op het dis-
play een bericht + symbool weergegeven (zie
het hoofdstuk „Lampjes en berichten”).
Verwijder in dat geval de elektronische sleutel
uit het startsysteem en plaats vervolgens de
sleutel opnieuw; als de blokkering nog niet
wordt opgeheven, probeer dan de andere sleu-
tels. Als de motor dan nog niet start, wend
u dan tot het Alfa Romeo Servicenetwerk.
10
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
Door harde stoten kan de
elektronische sleutel bescha-
digen.
Als na ca. 2 seconden dat de
elektronische sleutel in het
startsysteem is geplaatst,
het bericht + symbool op het display
blijven weergegeven, betekent dat
dat de code van de sleutels niet is op-
geslagen en de auto dus niet wordt
beschermd door het Alfa Romeo CO-
DE-systeem bij eventuele diefstalpo-
gingen. Wend u zich in dat geval tot
het Alfa Romeo Servicenetwerk voor
het opslaan van de sleutelcodes.
Page 13 of 263

ELEKTRONISCHE SLEUTEL
Afb. 5
Bij de auto worden twee elektronische sleu-
tels met afstandsbediening geleverd.
Met de elektronische sleutel wordt het start-
systeem van de auto bediend.
Met de knop
Áworden de portieren, de ba-
gageruimte en het tankluikje centraal vergren-
deld en wordt het alarm ingeschakeld (voor uit-
voeringen/markten, waar voorzien).
Na het vergrendelen van de sloten worden de
buitenspiegels ingeklapt (voor uitvoerin-
gen/markten, waar voorzien); de spiegels
klappen automatisch terug wanneer de sleu-
tel weer in het contactslot wordt gestoken. De-
ze functie kan worden uitgeschakeld (zie de
paragraaf „Spiegels”).Met de knop
Ëworden de portieren en het tan-
kluikje centraal geopend en wordt het alarm
uitgeschakeld (voor uitvoeringen/markten,
waar voorzien).
Met de knop
`wordt de bagageruimte
ontgrendeld.
Als de portieren worden ontgrendeld door het
indrukken van de knop
Ë, en binnen 2,5 mi-
nuut geen portier of de bagageruimte wordt ge-
opend, vergrendelt het systeem alla portieren
en de bagageruimte automatisch opnieuw.
Bij het ontgrendelen van de portieren gaat de
ruit aan de bestuurderszijde iets omlaag om de
opening van het portier te vereenvoudigen. Als
dit portier niet wordt geopend, gaat de ruit na
ca. 3 minuten automatisch weer dicht. Mocht
het portier echter geopend worden, dan gaat
de ruit weer omhoog bij het sluiten van het por-
tier.
ELEKTRONISCHE
SLEUTEL
CODE CARD
(voor uitvoeringen/markten, waar voorzien)
Tegelijk met de sleutels wordt de CODE CARD
Afb. 4overhandigd; hierop staan de mecha-
nischeAen elektronische Bcode.
De codes moeten op een veilige plaats worden
bewaard, maar niet in de auto.
11
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
A0G0023mAfb. 4A0G0021mAfb. 5
Als de auto wordt verkocht,
moeten alle elektronische
sleutels en de CODE-card aan
de nieuwe eigenaar worden over-
handigd.
Page 14 of 263

WAARSCHUWING Laat de elektronische
sleutel niet vallen: dit kan beschadigingen ver-
oorzaken.
WAARSCHUWINGDe frequentie van de
afstandsbediening kan gestoord worden door
radiogolven van niet aan de auto gebonden ap-
paratuur (bijv. mobiele telefoons, 27 MC-ap-
paratuur enz.). In dat geval kan de afstands-
bediening onjuist werken.
In de elektronische sleutel Afb. 6 bevindt zich
bovendien een metalen baard A; deze kan wor-
den uitgeklapt door op knop B te drukken.
Met de metalen baard kunnen worden bediend:
❒het centraal ver-/ontgrendelen van de por-
tieren via het bestuurdersportierslot (als de
accu leeg is, wordt alleen het bestuurder-
sportier ontgrendeld);
❒de ruiten openen/sluiten;
❒de schakelaar (voor uitvoeringen/markten,
waar voorzien) voor het uitschakelen van
de airbag voor en voor de knieën (voor uit-
voeringen/markten, waar voorzien) aan
de passagierszijde;
❒het safe lock-systeem (voor uitvoerin-
gen/markten, waar voorzien);
❒de noodontgrendeling van de elektronische
sleutel van het startsysteem.Batterij van de elektronische sleutel
vervangen
Als op een van de knoppen
Ë,Áof`
wordt gedrukt en het commando wordt gewei-
gerd of niet uitgevoerd, kan het nodig zijn de bat-
terij door een nieuwe gelijkwaardige, in de nor-
male handel verkrijgbare, batterij te vervangen.
Druk, om er zeker van te zijn dat de batterij moet
worden vervangen, op de knoppen
Ë,Áof
`van een andere elektronische sleutel.
Als de bagageruimte wordt vergrendeld, wor-
den de controlefuncties weer uitgevoerd en
knipperen de richtingaanwijzers 1 keer.
12
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
A0G0022mAfb. 6
Laat de elektronische sleu-
tel nooit onbeheerd achter.
Hiermee voorkomt u dat iemand (dit
geldt in het bijzonder voor kinderen)
per ongeluk op de knop B-Afb. 6
drukt.
OPGELET
A0G0021mAfb. 7
Page 15 of 263

❒verwijder de batterij D-Afb. 8uit het vak-
je; onthoud de polariteit (in de afgebeel-
de stand bevindt de pluspool zich aan de
onderzijde);
❒plaats de nieuwe batterij in het vakje –
houd daarbij rekening met de polariteit;
❒plaats het vakje geheel in de zitting en klap
de metalen baard in. Ga voor het vervangen van de batterij Afb. 8
als volgt te werk:
❒klap de metalen baard Auit door op de
knopBte drukken;
❒maak het geklemd gemonteerde rode vak-
jeB-Afb. 9met behulp van de metalen
baardAvan de elektronische sleutel op het
aangegeven punt open;
13
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
A0G0035mAfb. 8A0G0242mAfb. 9
Lege batterijen zijn schade-
lijk voor het milieu en moe-
ten in daarvoor bestemde
containers worden weggegooid. Ze
kunnen ook worden ingeleverd bij het
Alfa Romeo Servicenetwerk, dat voor
de afvoer zal zorgen.
WAARSCHUWINGRaak de metalen con-
tacten in de elektronische sleutel niet aan en
houd de binnenzijde van de sleutel ver verwij-
derd van vloeistoffen of stof.
Page 16 of 263

SAFE LOCK-SYSTEEM
(voor uitvoeringen/markten, waar voorzien)
Dit is een veiligheidssysteem dat de werking
van de binnenhandgrepen van de auto verhin-
dert.
Het safe lock-systeem biedt de best mogelijke
bescherming tegen inbraakpogingen. Daarom
raden wij u aan om iedere keer als u de auto
verlaat, het systeem in te schakelen.
14
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
Als het safe lock-systeem
wordt ingeschakeld, is het
niet meer mogelijk de portieren van-
uit de auto op welke wijze ook te
openen. Controleer, voordat u uit de
auto stapt, of er geen personen in
de auto achterblijven.
OPGELET
Als de batterij van de elek-
tronische sleutel leeg is,
kan het systeem alleen worden uit-
geschakeld door de metalen baard
in het bestuurdersportierslot te
draaien of de elektronische sleutel
in het startsysteem te plaatsen.
OPGELET
Als de accu leeg is, kan het
systeem alleen worden
uitgeschakeld door de metalen
baard van de elektronische sleutel
in het bestuurdersportierslot te
draaien: in deze situatie blijft de
functie wel bij het passagierspor-
tier ingeschakeld.
OPGELET
Page 17 of 263

Systeem uitschakelen
Het systeem schakelt in de volgende gevallen
automatisch op alle portieren/deuren uit:
❒als de portieren worden ontgrendeld;
❒als alleen het bestuurdersportier wordt ont-
grendeld (waar mogelijk);
❒als de elektronische sleutel in het startsys-
teem wordt geplaatst. Het inschakelen van het systeem wordt aange-
geven door het 3 keer knipperen van de led op
het bestuurdersportierpaneel en, alleen als het
systeem is ingeschakeld met de knop
Ávan de
elektronische sleutel, van de richtingaanwijzers.
Het systeem schakelt niet in als een of meer-
dere portieren niet goed gesloten zijn: zo wordt
voorkomen dat een persoon via het geopende
portier het interieur van de auto kan betreden
en, als het portier vervolgens wordt gesloten,
de auto niet meer kan verlaten.
15
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
A0G0021mAfb. 10
Systeem inschakelen
De functie schakelt in de volgende gevallen au-
tomatisch bij alle portieren in:
❒als de metalen baard van de elektronische
sleutel twee maal in het bestuurdersportier
naar de vergrendelstand wordt gedraaid;
❒als knop Áop de elektronische sleutel twee
maal wordt ingedrukt.
Page 18 of 263

Elektronische
sleutel
Metalen
baard
Knipperen
richting-
aanwijzers
Led portier
bestuurderszijde
Hierna worden de belangrijkste functies van de elektronische sleutel of de metalen baard aangegeven:
16
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
Ontgrendelen
portieren,
bagageruimte
en tankluikje
Kort drukken
op de knop Ë(*)
Elektronische sleutel
rechtsom draaien
(*)
2 x knipperen
Bewakings-led uitVergrendelen
portieren,
bagageruimte
en tank-luikje
KnopÁkort
indrukken
Elektronische sleutel
linksom draaien
1 x knipperen
3 seconden continu
branden en vervol-
gens knipperen
bewakingslampjeOpenen ruiten
Langer drukken
(langer dan 2 secon-
den) op de knop Ë
Elektronische sleutel
langer dan
2 seconden rechtsom
draaien
2 x knipperen
Doven bewakings-
lampjeSluiten ruiten
Langer drukken
(langer dan 2 secon-
den)op de knop Á
Elektronische sleutel
langer dan 2 secon-
den linksom draaien
1 x knipperen
Permanent branden
gedurende 3 secon-
den en vervolgens
knipperen bewa-
kingsledSafe lock
(voor uitvoeringen/
markten, waar
voorzien)
Twee keer drukken
(binnen 1 seconde)
op de knop Á
Elektronische sleutel
twee keer binnen
1 seconde linksom
draaien
3 x knipperen
Twee keer
knipperen en
vervolgens
knipperen
bewakingsledOntgrendelen
bagageruimte
Kort drukken op de
knop
`
–
2 x knipperen
–
(*) Het is mogelijk de functie „Bestuurdersportier onafhankelijk ontgrendelen” met behulp van het „Setup-menu” van de auto in te stellen (zie de paragraaf
„Instelbaar multifunctioneel display” in dit hoofdstuk). Als er in dat geval op de knop Áwordt gedrukt of de metalen baard van de elektronische sleutel
linksom wordt gedraaid, wordt alleen het bestuurdersportier ontgrendeld. Om alle portieren te ontgrendelen moet twee maal binnen 1 seconde op de
knop
Ëworden gedrukt of moet de metalen baard van de elektronische sleutel twee maal linksom worden gedraaid.
WAARSCHUWINGHet openen van de ruiten kan een gevolg zijn van het ontgrendelen van de portieren. Het sluiten van de ruiten kan een gevolg zijn
van het vergrendelen van de portieren.
Page 19 of 263

17
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
Naargelang de marktuitvoering van de auto
gaan bij inschakeling van het alarm de rich-
tingaanwijzers ongeveer 26 seconden knippe-
ren. De wijze waarop het systeem werkt en het
aantal cycli kunnen per land verschillen.
Er is een maximum aantal hoorbare/zichtbare
cycli. Als de alarmcyclus is afgelopen, gaat het
systeem weer normaal werken.
WAARSCHUWINGAls in een noodgeval de
portieren centraal met de elektronische sleu-
tel worden ontgrendeld, wordt het alarm niet
uitgeschakeld; als vervolgens een van de por-
tieren of de bagageruimte wordt geopend,
wordt de sirene ingeschakeld. Zie voor het uit-
schakelen van de sirene de paragraaf „Alarm
uitschakelen”.
WAARSCHUWINGDe blokkering van de
motor door de Alfa Romeo CODE wordt auto-
matisch ingeschakeld als de elektronische sleu-
tel uit het startsysteem wordt verwijderd.
ALARM INSCHAKELEN
Als de portieren, bagageruimte en tankluikje
zijn gesloten en de elektronische sleutel is uit
het startsysteem verwijderd, richt dan de elek-
tronische sleutel op de auto, druk op de knop
Áen laat de knop weer los.
U hoort een akoestisch signaal („BIEP”) (be-
halve bij uitvoeringen voor bepaalde markten)
en de portieren worden vergrendeld.
Voordat het alarm inschakelt, wordt eerst een
zelfdiagnose uitgevoerd, waarbij de led op het
passagiersportier (zie A-Afb. 11) knippert
met een afwijkende frequentie: bij een storing
klinkt nog een geluidssignaal van het systeem.
ALARM
(voor uitvoeringen/markten, waar voorzien)
INWERKINGTREDING
VAN HET ALARM
Het diefstalalarm wordt in de volgende geval-
len geactiveerd:
❒onbevoegd openen van portie-
ren/motorkap/bagageruimte (omtrekbe-
veiliging);
❒inschakeling van het startsysteem met een
niet-geschikte elektronische sleutel;
❒als de kabels van de accu worden onder-
broken;
❒als er bewegende voorwerpen in het inte-
rieur aanwezig zijn (volumetrische bevei-
liging);
❒verkeerd omhoog komen/kantelen van de
auto (voor uitvoeringen/markten, waar
voorzien).
De volumetrische beveiliging en de hellings-
hoekdetectie kunnen worden uitgeschakeld op
het plafondlampje voor (zie paragraaf „Volu-
metrische beveiliging/hellingshoekdetectie” op
de volgende pagina's).
A0G0034mAfb. 11
Page 20 of 263

DIEFSTALALARM
UITSCHAKELEN
Druk op de knop Ë. Het volgende gebeurt (met
uitzondering van bepaalde markten):
❒de richtingaanwijzers knipperen twee keer
kort;
❒u hoort twee korte akoestische signalen
(„BIEP's”);
❒de portieren worden ontgrendeld.
Bovendien kan het alarm worden uitgeschakeld
als de elektronische sleutel in het startsysteem
wordt geplaatst.
WAARSCHUWINGAls tijdens de bewa-
kingsfase een diefstalpoging wordt gesigna-
leerd, wordt bij enige uitvoeringen, als de elek-
tronische sleutel in het startsysteem wordt ge-
plaatst, een bericht op het display van het in-
strumentenpaneel weergegeven.VOLUMETRISCHE
BEWAKING/
KANTELBEVEILIGING
Voor een correcte werking van de beveiliging
moeten de ruiten geheel gesloten zijn.
Deze functie kan zo nodig worden uitgescha-
keld (als bijvoorbeeld dieren in het interieur wor-
den gelaten) door op de knop A-Afb. 12op
het plafondlampje vóór te drukken, binnen 1
minuut nadat het instrumentenpaneel is uitge-
schakeld, en voordat de diefstalbeveiliging
wordt ingeschakeld.
het lampje op de knop gaat branden als deze
functie wordt ingeschakeld. Het buiten werking
stellen van de volumetrische beveili-
ging/kantelsensor moet telkens worden her-
haald als het instrumentenpaneel uitgeschakeld
is geweest. Bewaking
Na het inschakelen knippert de led A-Afb. 11
om aan te geven dat het systeem de auto be-
waakt. De led knippert de gehele tijd dat het
systeem de auto bewaakt.
WAARSCHUWINGHet alarm wordt reeds
in de fabriek aangepast aan de normen van de
diverse landen.
Zelfdiagnose en controle
portieren/motorkap/
bagageruimte
Als er na het inschakelen van het alarm een
tweede geluidssignaal klinkt, schakel het sys-
teem dan uit door op de knop
Ëte drukken;
controleer of de portieren, de motorkap en de
bagageruimte goed zijn gesloten en schakel het
systeem opnieuw in door nogmaals op de knop
Áte drukken.
Een slecht gesloten portier of motorkap wordt
niet beveiligd door de diefstalbeveiliging. Als de
portieren, de motorkap en de bagageruimte
goed zijn gesloten en er klinkt een tweede ge-
luidssignaal, dan is een storing in de werking
van het systeem aanwezig. Wend u zich in dit
geval tot het Alfa Romeo Servicenetwerk.
18
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
A0G0086mAfb. 12