CITROEN JUMPER SPACETOURER 2020 Instructieboekjes (in Dutch)
Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2020, Model line: JUMPER SPACETOURER, Model: CITROEN JUMPER SPACETOURER 2020Pages: 324, PDF Size: 11 MB
Page 41 of 324
39
F Draai binnen 5 seconden de sleutel nogmaals richting de achterzijde van de
auto om de super vergrendeling van de
auto in te schakelen (bevestigd door het
knipperen van de richtingaanwijzers).
Als de auto is uitgerust met een
alarmsysteem, wordt het alarm niet
ingeschakeld bij het vergrendelen met de
sleutel.
Als het alarmsysteem is ingeschakeld,
klinkt de sirene bij het openen van het
portier. De sirene stopt als het contact
wordt aangezet.Centrale vergrendeling
werkt niet
Gebruik in de volgende situaties deze
procedures:
-
s
toring van de centrale vergrendeling;
-
a
ccu losgekoppeld of ontladen.
In het geval van een defect van het
centrale vergrendelingssysteem, moet
de accu worden losgekoppeld om de
achterklep te vergrendelen, zodat de auto
volledig is vergrendeld.
Bestuurdersportier
F Draai de sleutel in de richting van de achterzijde van de auto om deze te
vergrendelen, of in de richting van de
voorzijde om de auto te ontgrendelen.
Als de auto wordt ontgrendeld met de
sleutel in het slot nadat vergrendelen
met behulp van de afstandsbediening
of de Keyless entrée and star t heeft
plaatsgevonden, dan worden alle te
openen carrosseriedelen ontgrendeld.
Als de auto wordt ontgrendeld met de
sleutel in het slot nadat vergrendelen
met behulp van de sleutel heeft
plaatsgevonden, dan worden alleen de
portieren ontgrendeld (voorportieren,
schuifdeur(en)). De deuren met scharnier
en de achterklep worden niet ontgrendeld.
Deze worden ontgrendeld door het contact
aan te zetten.
Voorportier aan passagierszijde
en schuifdeur
Ontgrendelen
F
T rek aan de handgreep aan de binnenzijde.
Vergrendelen
F
O
pen het portier.
F
C
ontroleer of de kinderbeveiliging van
de schuifdeur niet geactiveerd is. Zie de
desbetreffende rubriek. Voorportier aan passagierszijde
Schuifdeur
F
V
er wijder de zwarte dop op de zijkant van
het portier met behulp van de sleutel.
F
S
teek de sleutel voorzichtig in de opening
en duw zonder de sleutel te verdraaien de
pal naar de binnenzijde van het portier.
F
V
er wijder de sleutel en breng de zwarte dop
aan.
F
S
luit de portieren en controleer van buitenaf
of de auto goed is vergrendeld.Achterdeuren
Ontgrendelen
F G ebruik de binnenportiergreep.
Vergrendelen
F
C
ontroleer of de elektrische
kinderbeveiliging (indien aanwezig) niet is
ingeschakeld.
F
O
pen de linker achterdeur.
2
Toegang tot de auto
Page 42 of 324
40
Ontgrendelen van de
achterklep
F Steek de sleutel (zonder te forceren) in het vergrendelingssysteem op de zijkant van de
deur en schuif het geheel omhoog.
F
V
erwijder de sleutel.
F
S
luit de deur en controleer van buitenaf of
de auto correct is vergrendeld.
Wanneer de achterklep weer wordt
gesloten, wordt deze weer vergrendeld als
het probleem niet is verholpen.
F
S
teek vanuit het interieur van de auto een
kleine schroevendraaier in opening A van
het slot om de achterklep te ontgrendelen.
F
V
erplaats de nok naar links.
Vervangen van de batterij
Als de batterij is ontladen, gaat dit
lampje branden in combinatie met
een geluidssignaal en een melding.
Zonder Keyless entr y and star t
Batterij, ref.: CR1620/3 V.
Met Keyless entr y and star t
Batterij, ref.: CR2032/3 V. F
W
ip het deksel met een kleine
schroevendraaier bij de uitsparing los en zet
de deksel omhoog.
F V er wijder de lege batterij uit de behuizing.
F
P
laats de nieuwe batterij op de juiste wijze
terug, let daarbij op de polariteit en klik het
deksel op de behuizing.
F
S
ynchroniseer de afstandsbediening.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het synchroniseren van
de afstandsbediening .
Gooi de lege batterijen van de
afstandsbediening niet weg: ze bevatten
metalen die schadelijk zijn voor het
milieu. Lever lege batterijen in bij een
speciaal verzamelpunt.
Synchroniseren van de
afstandsbediening
Na het ver vangen van de batterij of in het geval
van een storing moet de afstandsbediening
gesynchroniseerd worden. Raadpleeg zo snel mogelijk het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats als de storing niet is verholpen.
Toegang tot de auto
Page 43 of 324
41
Zonder Keyless entry and start
Met Keyless entry and start
F Zet het contact aan door op de knop "START/STOP " te drukken.
F
Z
et bij een auto met een
handgeschakelde versnellingsbak
de versnellingshendel in de
neutraalstand en trap het
koppelingspedaal volledig in.
F
S
electeer bij een auto met een
automatische transmissie stand
P
en trap ver volgens het rempedaal
stevig in.
F
S
electeer bij een auto met
een elektronisch gestuurde
versnellingsbak stand N en trap
ver volgens het rempedaal stevig in.
Neem als de storing na het synchroniseren
niet is verholpen zo snel mogelijk contact op
het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
F
Z
et het contact af.
F
D
raai de sleutel terug in de stand 2
(contact A AN) .
F
D
ruk direct gedurende enkele seconden op
de knop met het gesloten hangslot.
F
Z
et het contact uit en ver wijder de sleutel uit
het contactslot.
De afstandsbediening werkt nu weer volledig. F
S
teek de mechanische sleutel
(ondergebracht in de afstandsbediening) in
het slot om de auto te ver- of ontgrendelen.
F
H
oud de elektronische sleutel tegen de
noodsleutellezer op de stuurkolom tot het
contact aan wordt gezet.
Centrale vergrendeling/
ontgrendeling
Handmatig
F Druk op deze toets om de centrale vergrendeling van de auto (portieren,
achterklep en achterdeuren) vanuit het
interieur te bedienen. Het lampje van de
toets gaat branden.
F
D
ruk nogmaals op de toets om de auto
volledig te ontgrendelen. Het lampje in de
toets gaat uit.
Dit lampje gaat ook uit als één of meer
te openen carrosseriedelen afzonderlijk
worden ontgrendeld.
De centrale vergrendeling werkt niet als
een van de portieren is geopend.
2
Toegang tot de auto
Page 44 of 324
42
Vergrendelen/ontgrendelen
van de laadruimte
Deze knop werkt niet als de auto
van buitenaf is vergrendeld of de
supervergrendeling is ingeschakeld
(afhankelijk van de uitvoering met de
sleutel, met de afstandsbediening of via
het Keyless entry en start-systeem) of als
een van de te openen carrosseriedelen
niet is gesloten.
Automatisch (beveiliging
tegen agressie)
De portieren en de achterklep of de
achterdeuren kunnen tijdens het rijden
automatisch worden vergrendeld (bij een
snelheid hoger dan 10 km/h).
Om deze functie, die standaard op actief staat,
uit of in te schakelen:
F
D
ruk op de toets tot er een geluidssignaal
klinkt en/of een melding op het scherm
wordt weergegeven.
Bij vergrendeling/supervergrendeling
van buitenaf
Als de auto van buitenaf is vergrendeld of
de supervergrendeling is ingeschakeld,
knippert het lampje en is de knop inactief.
F
A
ls de auto vergrendeld is, trek
dan aan de binnenportiergreep van
een van de portieren om de auto te
ontgrendelen.
F
A
ls de supervergrendeling is
ingeschakeld, moet u het Keyless
entrée and start-systeem of de
geïntegreerde sleutel gebruiken om de
auto te ontgrendelen.
Het rijden met vergrendelde portieren
kan in noodgevallen de toegang tot
het interieur voor de hulpdiensten
bemoeilijken. Als u vanwege het
ver voer van grote lading
met de achterklep of de
achterdeuren geopend
rijdt, kunt u op de knop
drukken om uitsluitend de
portieren van de cabine te
vergrendelen.
Als u vanwege het
ver voer van grote lading
met de achterklep of de
achterdeuren geopend rijdt,
kunt u op de knop drukken
om uitsluitend de voor- en
achterportieren (schuifdeur)
te vergrendelen.
Als één van de portieren is geopend,
werkt de centrale vergrendeling van
binnenuit niet. Dit wordt aangegeven door
een mechanisch geluid vanaf de sloten.
Als de achterklep of de achterportieren
zijn geopend, werkt alleen de
vergrendeling van de andere portieren.
Het indicatielampje in de knop blijft uit. Bij het van binnenuit vergrendelen worden
de buitenspiegels niet ingeklapt.
Toegang tot de auto
Page 45 of 324
43
Automatisch
De laadruimte is tijdens het rijden altijd
vergrendeld.
Neem contact op met het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats als u de automatische
vergrendelingsfunctie wilt deactiveren.
Handbediening
F Druk op deze knop om de auto
te vergrendelen (het lampje
gaat branden)/ontgrendelen (het
lampje gaat uit) met de volledige
ontgrendeling geactiveerd.
F
D
ruk op deze knop om de
laadruimte te vergrendelen
(het lampje gaat branden)/
ontgrendelen (het lampje
gaat uit) met de selectieve
ontgrendeling geactiveerd.
Elektrisch bedienbare
schuifdeur(en)
Openen
Met de buitenportiergreep of
binnenportiergreep
F Trek als de schuifdeur is ontgrendeld aan de handgreep en laat deze weer los om de
schuifdeur te laten openen. Trek nogmaals
aan de handgreep om de bewegingsrichting
van de schuifdeur om te keren.
Het rijden met vergrendelde portieren
kan in noodgevallen de toegang tot
het interieur voor de hulpdiensten
bemoeilijken.
Dit lampje gaat uit als één of meer
portieren van de laadruimte worden
ontgrendeld.
Als het contact is afgezet en de auto
volledig is vergrendeld, gaat het lampje
uit om te voorkomen dat de accu erdoor
ontladen raakt. Met de handgrepen aan de buitenzijde en de
handgrepen en knoppen in het interieur kan
de schuifdeur elektrisch in beweging gezet
worden.
Bij het openen en sluiten van de schuifdeuren
klinkt een geluidssignaal.
Met de afstandsbediening
F Houd als de schuifdeur is
ontgrendeld deze knop ingedrukt
tot de desbetreffende schuifdeur
opengaat.
F
D
ruk nogmaals op deze knop
om de bewegingsrichting van de
schuifdeur om te keren.
De knoppen van de afstandsbediening
werken niet meer als het contact aan
staat.
2
Toegang tot de auto
Page 46 of 324
44
Met de knop(pen) op de deurstijl
Met de knop(pen) voorin
F Druk met de volledige vergrendeling geactiveerd en de kinderbeveiliging
uitgeschakeld op de knop van een
schuifdeur om de auto te ontgrendelen
en de desbetreffende schuifdeur te laten
openen.
F
D
ruk met de selectieve ontgrendeling
geactiveerd op de knop voor de
desbetreffende deur om alleen de
laadruimte te ontgrendelen en een deur te
laten openen.
F
D
ruk in deze twee gevallen nogmaals op
de knop om de bewegingsrichting van de
schuifdeur om te keren.
Sluiten
Met de buitenhandgreep
Met de afstandsbediening
F Houd deze knop ingedrukt tot de desbetreffende schuifdeur zich in
beweging zet om te sluiten. Druk
nogmaals op de knop om de
bewegingsrichting om te keren.
De knoppen van de afstandsbediening
werken niet meer als het contact aan
staat.
Met de knop(pen) op de deurstijl
Met de knop(pen) voorin
F Druk op de knop van een schuifdeur om de desbetreffende schuifdeur te laten
sluiten. Druk nogmaals op de knop om de
bewegingsrichting om te keren.
F
T
rek aan de handgreep en laat hem weer
los om de schuifdeur te laten sluiten.
Trek nogmaals aan de handgreep om de
bewegingsrichting van de schuifdeur om te
keren.
Toegang tot de auto
Page 47 of 324
45
De knop werkt niet en er klinkt bij het
indrukken een geluidssignaal als de
wagensnelheid hoger is dan 30 km/h.
De knop(pen) aan de voorzijde of op de
portierstijl werken niet en er klinkt bij het
indrukken een geluidssignaal als:
-
d
e auto rijdt,
-
d
e kinderbeveiliging is ingeschakeld
(voor de knoppen op de portierstijlen).
-
v
an buitenaf de auto is vergrendeld of
de supervergrendeling is ingeschakeld
(afhankelijk van de uitvoering met de
sleutel, met de afstandsbediening
of via het Keyless entry en start-
syste e m).
De knop van de linker schuifdeur werkt
niet en er klinkt bij het indrukken een
geluidssignaal als de brandstofvulklep is
geopend.Algemene aanbevelingen
voor de schuifdeuren
Bedien de schuifdeuren uitsluitend bij
stilstaande auto.
Omwille van de veiligheid van uzelf en uw
passagiers en voor een goede werking
van de schuifdeuren is het raadzaam
niet te gaan rijden met geopende
schuifdeuren.
Controleer voordat u een schuifdeur
bedient altijd of de omstandigheden
veilig zijn, en zorg er voor dat kinderen
en huisdieren zich niet onbewaakt in de
omgeving van de bedieningsschakelaars
van de schuifdeuren kunnen bevinden.
U wordt u hierop geattendeerd door
een geluidssignaal, het branden van
het verklikkerlampje "portier geopend"
en een melding op het scherm. Neem
contact op met het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats om deze
waarschuwing te deactiveren.
Vergrendel de auto tijdens het wassen in
een wasstraat. Controleer voordat u een schuifdeur opent
of sluit en gedurende de beweging van
de schuifdeur of er, zowel in als buiten
de auto, geen personen, huisdieren of
voor werpen zijn die door de geopende
ruit steken en de beweging er van kunnen
hinderen.
Het niet in acht nemen van dit
veiligheidsvoorschrift kan leiden tot
schade aan voor werpen en letsel aan
personen indien deze tijdens het bewegen
van de schuifdeur bekneld raken.
De deuren kunnen niet elektrisch worden
geopend bij een snelheid hoger dan 3
km/h:
-
M
aar als de deuren open blijven tijdens
het wegrijden, moet de snelheid lager
zijn dan 30
km/h, voordat ze kunnen
worden gesloten.
-
A
ls tijdens het rijden wordt geprobeerd
de schuifdeur elektrisch te openen met
de binnenportiergreep, dan kan deze
alleen handmatig worden geopend.
-
H
ierbij klinkt een geluidssignaal,
gaat het verklikkerlampje "portier
geopend" branden en verschijnt de
bijbehorende melding op het scherm.
Pas als de auto stilstaat, wordt de deur
ontgrendeld en kan hij weer worden
bediend.
2
Toegang tot de auto
Page 48 of 324
46
Controleer of de rail op de vloer vrij is van
voor werpen die het openen of sluiten van
de schuifdeur in de weg kunnen staan.
Ga om veiligheidsredenen en om
storingen te voorkomen niet rijden met
geopende schuifdeuren.
Bij een aanrijding wordt de elektrische
bediening uitgeschakeld. Het handmatig
openen en sluiten blijft mogelijk.
Tijdens het starten van de motor wordt
de beweging van de deur onderbroken.
De beweging wordt her vat als de motor is
aangeslagen.Afhankelijk van de
motoruitvoering: als u, ter wijl
de Stop-stand van het Stop &
Start-systeem is geactiveerd, de
gesloten deur wilt openen, gaat
de deur een klein stukje open
waarna hij tot stilstand komt.
Op het moment dat de motor
overgaat op de Start-stand, gaat
de deur verder open.
Om de schuifdeur open te houden moet hij
volledig worden geopend, zodat hij wordt
geblokkeerd door het blokkeersysteem
(aan de onderzijde van de deur).Deuren en hun obstructie Beveiliging/Detectie van
obstakels elektrisch
bedienbare schuifdeur(en)
Een geopende schuifdeur steekt uit. Houd
hier rekening mee wanneer u de auto langs
een muur, een paaltje of een hoge stoeprand
parkeert.
De achterzijde van een geopende
schuifdeur zal nooit voorbij de
achterbumper van de auto komen. Het obstakeldetectiesysteem wordt geactiveerd
op het moment dat de schuifdeur tijdens het
bewegen tegen een obstakel met een bepaalde
weerstand komt. Als een obstakel:
-
b
ij het sluiten van de schuifdeur wordt
gedetecteerd, stopt de schuifdeur met
bewegen en wordt deze ver volgens volledig
geopend.
-
b
ij het openen van de schuifdeur wordt
gedetecteerd, stopt de schuifdeur met
bewegen en wordt deze ver volgens
gesloten.
-
t
wee keer achter elkaar wordt gedetecteerd
tijdens de beweging van de deur, wordt de
deur niet meer elektrisch gesloten.
Op een steile helling: een veiligheidssysteem
vertraagt het opengaan van de deur.
Wacht in elk geval enkele seconden alvorens
de deur te bedienen (sluiten of openen).
Sluit de deur handmatig om veiligheidsredenen.
Ver volgens moet u de deur resetten.
Toegang tot de auto
Page 49 of 324
47
Resetten elektrisch
bedienbare schuifdeur(en)
Als de elektrische bediening niet meer werkt:
F Sluit handmatig de schuifdeur(en) tot deze
volledig is/zijn gesloten.
F
Open elektrisch de schuifdeur(en) tot deze
volledig is/zijn geopend.
F
S
luit de schuifdeur(en) elektrisch .
Na het uitvoeren van deze procedure kunnen
de schuifdeuren weer elektrisch worden
bediend.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als het probleem
niet is verholpen.
Op een steile helling
Het elektrisch openen en sluiten van de
schuifdeuren is mogelijk bij hellingen tot 20%.
Als de auto met de voorzijde naar boven op
een helling staat, is voorzichtigheid geboden
bij het bedienen van de schuifdeuren. De
helling kan een versnelde beweging van de
schuifdeuren veroorzaken. Als de auto op een steile helling staat, begeleid
de schuifdeur dan bij het sluiten met de hand.
Als de auto met de achterzijde naar boven op
een helling staat, kan het zijn dat de schuifdeur
niet in de geopende stand blijft staan,
schoksgewijs
weer sluit en daardoor letsel
veroorzaakt.
Op een steile helling kan de schuifdeur
zich door zijn eigen gewicht plotseling in
beweging zetten.
De beweging van de schuifdeur kan niet
worden gestopt door de schakelaar te
bedienen vanwege de tijd die nodig is om
het bedieningssignaal te verwerken.
Het obstakeldetectiesysteem heeft
onvoldoende tijd om te kunnen
reageren.
Zorg er voor dat de schuifdeur op een
steile helling niet onbewaakt geopend
blijft. Het niet in acht nemen van dit
veiligheidsvoorschrift kan leiden tot
schade aan voor werpen en letsel aan
personen indien deze tijdens het bewegen
van de schuifdeur bekneld raken.
Handsfree-functie
schuifdeur(en)
Openen/sluiten
Het automatisch vergrendelen na het
sluiten van de schuifdeur kan worden
geprogrammeerd in het configuratiemenu
van de auto.
Met een voetbeweging en de
afstandsbediening op zak in detectiegebied
A
wordt het systeem ontgrendeld en de
schuifdeur geopend of gesloten en
vergrendeld.
De afstandsbediening moet zich aan de
achterkant van de auto bevinden, op een
afstand van meer dan ca. 30 cm en minder dan
ca. 2 m.
2
Toegang tot de auto
Page 50 of 324
48
Zorg dat u stabiel en op de juiste positie
ten opzichte van de auto staat alvorens de
voetbeweging te maken, om te voorkomen
dat u uw evenwicht verliest of uitglijdt (vooral
bij regen, sneeuw, ijzel, modder, enz.).
Voorkom dat u bij de voetbeweging de
uitlaat raakt, u kunt hierdoor brandwonden
oplopen.
Maak de beweging één keer, zonder deze
te onderbreken.
Als de schuifdeur niet opengaat, wacht
dan ongeveer 2 seconden en probeer het
daarna nogmaals.
Houd uw voet niet omhoog.
Automatische vergrendeling
De auto wordt automatisch vergrendeld nadat
de schuifdeur via de handsfree-functie is
gesloten.
Activeren/Deactiveren
Met audiosysteem of touchscreen
De handsfree-functie is standaard
ingeschakeld. De functie "Handsfree toegang"
of automatisch vergrendelen van
de auto wanneer de schuifdeur
wordt gesloten, wordt geactiveerd
en gedeactiveerd via het
configuratiemenu van de auto.
Storingen
Als tijdens het gebruik van de functie een
geluidssignaal bestaande uit drie piepjes is te
horen, is er een storing in het systeem.
Raadpleeg een CITROËN-dealer of een
gekwalificeerde werkplaats
om het systeem te
laten controleren.
F
Z
et uw voet onder de hoek van de
achterbumper en maak dan een rustige
horizontale beweging met uw voet.
De sensor signaleert de beweging van uw
voet en activeert het openen of sluiten van de
schuifdeur. Het sluiten of openen wordt bevestigd
door het gedurende enkele seconden
knipperen van de richtingaanwijzers in
combinatie met een geluidssignaal.
De bewegingsrichting wordt omgekeerd
als tijdens de beweging van de schuifdeur
de voetbeweging nogmaals wordt
gemaakt.
Afhankelijk van de uitvoering van de
auto worden de buitenspiegels bij het
vergrendelen/ontgrendelen elektrisch
ingeklapt/uitgeklapt.
Als uw auto niet is voorzien van het
alarmsysteem, wordt het vergrendelen
bevestigd door het gedurende
ongeveer 2 seconden branden van de
richtingaanwijzers.
Afhankelijk van de uitvoering van de auto,
worden de buitenspiegels tegelijkertijd
ingeklapt.
Toegang tot de auto