Hyundai Santa Fe 2017 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2017, Model line: Santa Fe, Model: Hyundai Santa Fe 2017Pages: 735, PDF Size: 15.3 MB
Page 691 of 735

761
Onderhoud
Naam zekeringSymboolStroomsterktezekeringBeveiligd onderdeel
ZEKERING
B+150AIntelligent verbindingsblok (zekering - F22/F27/F32/F37/F42)
AC INVERTER30AAC-invertermodule
HORN15ARelais 13 (claxonrelais)
ACTIVE HOOD LH30AModule actieve motorkapverhoging
ACTIVE HOODRH30AModule actieve motorkapverhoging
EPB115AModule elektrische parkeerrem
EPB215AModule elektrische parkeerrem
DEICER15ARelais 3 (relais voorruitverwarming)
H/LP WASHER20ARelais 14 (koplampsproeierrelais)
P/OUTLET25ARelais 1 (relais 12V-aansluiting)
4WD20A4WD-motor-ECU
AMS10AAccusensor
TRAILER 215AAanhangerverlichting & 12V-aansluiting
E-CVVTE-CVVT40AZekeringkast motorregelsysteem (relais E-CVVT)
Page 692 of 735

Onderhoud
62
7
Naam zekeringSymboolStroomsterkte
zekeringBeveiligd onderdeel
ZEKERING
TRAILER 115AAanhangerverlichting & 12V-aansluiting
WIPER10ABCM, PCM/motor-ECU
WIPER FRT25ARelais 5 (relais ruitenwissers voor (lage snelheid)),
ruitenwissermotor voor
B/UP LAMPB/UP
LAMP10A
MT - schakelaar achteruitrijlicht,
AT - achterlichtunit (binnenzijde) links/rechts, elektrochromatische
binnenspiegel, aanhangerverlichting & 12V-aansluiting,
hoofdunit A/V- en navigatiesysteem
ABS37.5AABS-module, ESC-module
SENSOR57.5APCM/motor-ECU, MAF-sensor
TCU15ATransmissie-ECU (diesel), transmissiestandschakelaar
F/PUMP15ABrandstofpomprelais
ECU115AG4KE/G4KJ/G6DF: PCM
D4HA/D4HB (VGT Regular Engine-pakket): transmissie-ECU (AT)
ECU210AD4HA/D4HB : Elektronische VGT-servo
SENSOR310A
G4KE: Injector #1/#2/#3/#4
G6DF: PCM, Injector #1/#2/#3/#4/#5/#6
D4HA/D4HB (VGT Regular Engine-pakket): Remlichtschakelaar,
Luchtmassasensor, Klep EGR-koeling, PM-sensor
D4HA (VGT Low Power Engine-pakket): Lambdasensor
Page 693 of 735

763
Onderhoud
Naam zekeringSymboolStroomsterktezekeringBeveiligd onderdeel
ZEKERING
E-CVVT11
E-CVVT20AECM
E-CVVT22
E-CVVT20AECM
ECU320AG4KE/G4KJ: Condensor, bobine #1/#2/#3/#4
G6DF: Condenser #1/#2, bobine #1/#2/#3/#4/#5/#6
D4HA/D4HB: motor-ECU
SENSOR210AD4HA/D4HB (VGT Regular Engine-pakket): Elektronische VGT-servo
SENSOR115A
G4KE/G4KJ: lambdasensor (bovenstrooms/benedenstrooms), oliepeilsensor, zekering- en relaiskast motorruimte (relais 6/10)
G6DF: PCM, lambdasensor #1/#2/#3/#4, zekering- en relaiskast motorruimte (relais 6/10)
D4HA/D4HB (VGT Regular Engine-pakket): Brandstofdoseerunit, Lambdasensor
SENSOR420AG4KE/G4KJ: PCM
B/ALARM10ARelais claxon alarmsysteem
Page 694 of 735

Onderhoud
64
7
Alleen dieselmotor
(Diesel engine only)
ODM072049
ODM074045
Page 695 of 735

765
Onderhoud
Symbool StroomsterktezekeringBeveiligd onderdeel
30ARelais 1
(relais verwarming brandstoffilter)
150ARelais 2 (relais PTC-verwarming #1)
250ARelais 3 (relais PTC-verwarming #2)
350ARelais 4 (relais PTC-verwarming #3)
80AVoorgloeirelaisunit
Circuit
Type relais
NR.SymboolNaam relaisType
E44Relais 1
(relais verwarming brandstoffilter)MICRO PLUG
E451Relais 2
(relais PTC-verwarming #1)MICRO PLUG
E462Relais 3
(relais PTC-verwarming #2)MICRO PLUG
E473Relais 4
(relais PTC-verwarming #3)MICRO PLUG
Page 696 of 735

Onderhoud
66
7
GLOEILAMPEN
Gebruik alleen lampen met de
voorgeschreven wattage.
✽AANWIJZING
Na zware regenval of het wassen van de
auto kan het lijken alsof er vocht in de
koplampen en achterlichten zit. Dit
wordt veroorzaakt door het
temperatuurverschil tussen de
binnenzijde en de buitenzijde van het
lampglas. Dit is vergelijkbaar met het
beslaan van de ruiten bij het rijden
onder regenachtige omstandigheden en
duidt niet op een probleem met uw auto.
Als er sprake is van waterlekkage in het
elektrische gedeelte van de lamp,
adviseren we u het systeem te laten
controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer.WAARSCHUWING -
Vervangen van gloeilampen
Zet, voordat u lampen gaat
vervangen, de parkeerrem stevig
vast en controleer of het contact in
stand LOCK staat om te voorkomen
dat de auto plotseling in beweging
komt, dat u zich brandt of dat u een
schok krijgt.
OPMERKING
Zorg ervoor dat de doorgebrande lamp vervangen wordt door een met
dezelfde wattage. Anders kan dezekering of het elektrische
bedradingssyteem beschadigdraken.
OPMERKING
Raadpleeg een officiële HYUNDAIErkend Reparateur wanneer u niet over het juiste gereedschap, dejuiste lampen en/of ervaring
beschikt. In veel gevallen kan het zelf vervangen van lampen
problemen opleveren vanwege het feit dat om bij de lamp te kunnen
komen, eerst andere onderdelenverwijderd dienen te worden. Dat is
in het bijzonder het geval als u dekoplampunit moet verwijderen om
bij de gloeilamp(en) te kunnen komen. Het verwijderen en plaatsen van de koplampunit kan leiden tot
beschadigingen aan de auto.
Page 697 of 735

767
Onderhoud
Vervangen van koplampen,
parkeerlichten,
richtingaanwijzerlampen enmistlampen vóór
(1) Koplamp (dimlicht)
(2) Koplamp (grootlicht)
(3) Parkeerlicht (LED)
(4) Richtingaanwijzer vóór
(5) Mistlamp vóór (indien van toepassing)
(6) Bochtverlichting (indien van toepassing)
(7) Dagrijverlichting (DRL) (indien van toepassing)Koplamp
WAARSCHUWING
- Halogeenlampen
• Halogeenlampen bevatten gas onder druk, zodat de
halogeenlamp bij het vallen kan
ontploffen waardoor kleine
glasdeeltjes vrijkomen.
(Vervolg)
OHD076046
ODM076029L
(Vervolg)
• Behandel halogeenlampen altijdvoorzichtig om krassen te
voorkomen. Voorkom contact met
vloeistoffen wanneer de lampen
branden. Raak het glas nooit met
de vingers aan. Door
achtergebleven vet kan de lamp
te heet worden en knappen
wanneer deze brandt. De lamp
mag alleen in gemonteerde
toestand worden ingeschakeld.
• Vervang een beschadigde of gebarsten lamp direct en gooi
deze niet zomaar weg.
• Draag bij het vervangen van een lamp een veiligheidsbril. Laat de
lamp alvorens hem te vervangen
afkoelen.
Page 698 of 735

Onderhoud
68
7
Koplamp
1. Open de motorkap.
2. Verwijder de afdekkap van de koplamp
door de kap linksom te draaien.
3. Neem de stekker los van de koplamp.
4. Verwijder de fitting uit de lichtunit door de fitting linksom te draaien tot de
nokjes ervan in lijn liggen met de
uitsparingen van de lichtunit.
5. Trek de lamp uit de fitting.
6. Steek een nieuwe lamp in de fitting.
7. Plaats de fitting in de lichtunit door de nokjes op de fitting in lijn te brengen
met de uitsparingen in de lichtunit.
Druk de fitting in de lichtunit en draaide fitting rechtsom. 8. Plaats de afdekkap van de koplamp
door de kap rechtsom te draaien.
✽AANWIJZING
Raadpleeg een officiële HYUNDAI-
dealer indien na vervanging van de
koplampunit de koplampen opnieuw
afgesteld moeten worden.
Richtingaanwijzerlampen v
Page 699 of 735

769
Onderhoud
Mistlampen vóór (indien van toepassing)
1. Verwijder de onderplaat van de voorbumper.
2. Steek uw hand in de achterzijde van de voorbumper.
3. Neem de voedingsschakelaar los uit de fitting.
4. Verwijder de fitting uit het huis door deze linksom te draaien tot de nokjes
van de fitting in lijn liggen met de
uitsparingen van het huis.
5. Plaats een nieuwe fitting in het huis door de nokjes van de fitting in lijn te
leggen met de uitsparingen van het
huis. Duw de fitting in het huis en draai
de fitting een kwartslag rechtsom.
6. Sluit de voedingsschakelaar aan op de fitting.
7. Plaats de onderplaat weer op de voorbumper.
Vervangen van koplampen (HID),
parkeerlichten,richtingaanwijzerlampen, mistlampen
vóór, dagrijverlichting (DRL) en bochtverlichting
Als de lamp niet brandt, adviseren we u contact op te nemen met een officiële
HYUNDAI-dealer.
✽AANWIJZING
Gasontladingslampen hebben een
langere levensduur dan
halogeenlampen. Gasontladingslampen
gaan volgens schatting van de fabrikant
twee keer zo lang of langer mee dan
halogeenlampen, afhankelijk van de
gebruiksfrequentie. Ze zullen
waarschijnlijk wel op enig moment in
het leven van de auto moeten worden
vervangen. Vaker in- en uitschakelen
van de koplampen dan gebruikelijk
verkort de levensduur van de
gasontladingslampen.
Gasontladingslampen raken niet op
dezelfde manier defect als
halogeenlampen. Als de koplamp
uitgaat na een werkingsperiode, maar
direct weer gaat branden als de
koplampschakelaar wordt bediend,
moet de gasontladingslamp
waarschijnlijk worden vervangen.
Gasontladingslampen zijn complexer
dan de conventionele halogeenlampen
en hebben dus hogere
vervangingskosten.
WAARSCHUWING - Gasontladingslamp
dimlicht (indien vantoepassing)
Probeer wegens elektrocutiegevaar
het dimlicht (xenonlamp) niet zelf te
controleren of te vervangen. Als het
dimlicht (xenonlamp) niet brandt,
adviseren we u contact op te
nemen met een officiële HYUNDAI-
dealer.
Page 700 of 735

Onderhoud
70
7
Koplampen en mistlampen voor afstellen
Afstellen koplampen
Zonder AFLS
1. Breng de banden op de
voorgeschreven spanning en verwijder
alle lading uit de auto behalve het
reservewiel en het gereedschap. Laatiemand in de auto plaatsnemen op debestuurdersstoel.
2. De auto moet op een vlakke ondergrond staan.
3. Trek verticale lijnen (lijnen die door het hart gaan van de respectievelijke
koplamp) en een horizontale lijn (die
door het hart gaat van de koplamp) op
het scherm. 4. Controleer of de accu voldoende
geladen is, schakel de koplampen in
en stel de koplampen zo af dat het
helderste gedeelte van de lichtbundel
op de horizontale en verticale lijnen
valt.
5. Draai de schroevendraaier (1) rechtsom of linksom om de dimlichtbundel naar
links of rechts te verstellen. Verdraai de
schroevendraaier (2) rechtsom oflinksom om de dimlicht-/
grootlichtbundel omhoog of omlaag te
verstellen. Met AFLS
1. Zet de motor uit
2. Zet de lichtschakelaar in de stand
dimlicht.
3. Zet de wielen met het stuur in de rechtuitstand.
4. Zet de motor uit.
5. Breng de banden op de voorgeschreven spanning en verwijder
alle lading uit de auto behalve het
reservewiel en het gereedschap. Laatiemand in de auto plaatsnemen op debestuurdersstoel.
6. De auto moet op een vlakke ondergrond staan.
7. Trek verticale lijnen (lijnen die door het hart gaan van de respectievelijke
koplamp) en een horizontale lijn (die
door het hart gaat van de koplamp) op
het scherm.
8. Controleer of de accu voldoende geladen is, schakel de koplampen in
en stel de koplampen zo af dat het
helderste gedeelte van de lichtbundel
op de horizontale en verticale lijnen
valt nadat er 20 seconden zijn
verstreken, zodat de initialisatie van
het AFLS-systeem is voltooid.
ODM076061L