JEEP RENEGADE 2018 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: JEEP, Model Year: 2018, Model line: RENEGADE, Model: JEEP RENEGADE 2018Pages: 380, PDF Size: 6.15 MB
Page 151 of 380

STARTEN EN RIJDEN
Laten we eens kijken naar het "hart" van
het voertuig: dan kunt u zien hoe u het
potentieel ervan optimaal kunt benutten.
We zullen u laten zien hoe u het voertuig
in elke situatie veilig kunt besturen,
zodat het een echte "maatje" voor u kan
zijn, waarbij het comfort en de
portefeuille niet vergeten worden.MOTOR STARTEN............150
DE AUTO PARKEREN..........152
ELEKTRISCHE PARKEERREM
(EPB)....................152
HANDGESCHAKELDE
VERSNELLINGSBAK..........155
AUTOMATISCHE
VERSNELLINGSBAK..........156
VERSNELLINGSBAK MET DUBBELE
KOPPELING...............158
VIERWIELAANDRIJVING - JEEP ACTIVE
DRIVE (4WD) en JEEP ACTIVE DRIVE
LOW (4WD LOW).............162
SELEC-TERRAIN.............163
STOP/START-SYSTEEM........164
SNELHEIDSBEGRENZER.......166
ELEKTRONISCHE CRUISE-
CONTROL.................167
ADAPTIVE CRUISE CONTROL (ACC) .168
PARKSENSE SYSTEEM.........174
ACTIVE PARKSENSE-SYSTEEM . . .178
SIDE DISTANCE WARNING-
SYSTEEM.................183
LANESENSE-SYSTEEM (waarschuwing
rijstrookafwijking)............185
ACHTERUITRIJCAMERA (PARKVIEW®
REAR BACKUP CAMERA).......187
TANKEN..................188
AANHANGERS TREKKEN.......192
149
Page 152 of 380

MOTOR STARTEN
116) 117) 118)44) 45) 46) 47)
Alvorens de motor te starten, de stoel,
achteruitkijkspiegels, buitenspiegels
instellen en de veiligheidsriem correct
vastmaken.
Trap nooit het gaspedaal in om de motor
te starten.
Indien nodig, kunnen berichten met
aanwijzingen voor de startprocedure
weergegeven worden op het display.
LPG-versies
De motor wordt altijd op benzine gestart,
ongeacht de eerder geselecteerde
gekozen modus.
Daarom moet er altijd benzine in de tank
zitten om de benzinepomp te
beschermen en tijdelijke omschakeling
van aardgas of LPG naar benzine te
garanderen, als er hoge prestaties vereist
zijn.
PROCEDURE VOOR VERSIES MET
HANDGESCHAKELDE
VERSNELLINGSBAK
Ga als volgt te werk:schakel de elektrische parkeerrem in
en zet de versnellingspook in de
vrijstand;
draai de contactsleutel naar MAR. Bij
Dieselversies gaat lampjeop het
instrumentenpaneel branden: wacht tot
het lampje uitgaat;
trap het koppelingspedaal volledig in
zonder het gaspedaal aan te raken;
draai de contactsleutel naar AVV en
laat deze los zodra de motor start;
als de motor niet binnen 10 seconden
start, de contactsleutel weer naar STOP
draaien en 10-15 seconden wachten
alvorens de startprocedure te herhalen.
PROCEDURE VOOR VERSIES MET
AUTOMATISCHE
VERSNELLINGSBAK
Ga als volgt te werk:schakel de elektrische parkeerrem in
en zet de versnellingspook in P
(Parkeren) of N (Vrijstand);
trap het rempedaal volledig in zonder
het gaspedaal aan te raken;
draai de contactsleutel naar AVV;als de motor niet start, de
contactsleutel weer naar STOP draaien
en 10-15 seconden wachten alvorens de
startprocedure te herhalen.
BELANGRIJK Als het symbool,
met de contactsleutel op MAR, samen
met het controlelampje
gaat
branden, de contactsleutel naar STOP
draaien en terug naar MAR. Als hetlampje (of het symbool op het display)
blijft branden, probeer het dan met de
andere sleutels die bij het voertuig
geleverd zijn. Neem contact op met
het Jeep Servicenetwerk als de motor
nog steeds niet gestart kan worden.
STARTPROBLEMEN
De motor starten als de batterij van de
elektronische sleutel (Keyless Enter-N-Go)
leeg is
Als de startinrichting niet reageert
wanneer de betreffende knop wordt
ingedrukt, kan de batterij van de
elektronische sleutel leeg zijn. Daarom
herkent het systeem de aanwezigheid van
de elektronische sleutel aan boord van
het voertuig niet en wordt er een speciaal
bericht weergegeven.
Leg in dat geval de ronde kant van de
elektronische sleutel (de kant tegenover
de metalen baard) op de startinrichting
en druk met de elektronische sleutel op
de knop. Op die manier wordt de
startinrichting geactiveerd en kan de
motor gestart worden.
DE MOTOR UITZETTEN
Ga als volgt te werk:parkeer het voertuig op een plek die
niet gevaarlijk is voor andere
weggebruikers; schakel een versnelling in
150
STARTEN EN RIJDEN
Page 153 of 380

(uitvoeringen met handgeschakelde
versnellingsbak) of zet de
versnellingspook in de stand P (Parkeren)
(uitvoeringen met automatische
versnellingsbak);
draai de contactsleutel naar de stand
STOP terwijl de motor stationair draait.
Voertuigen met een elektronische sleutel
(Keyless Enter-N-Go):bij een snelheid
hoger dan 8 km/h (5 mph) is het
mogelijk om de motor uit te schakelen,
alsook met de automatische
versnellingsbakhendel in een andere
stand dan P (Parkeren). Om de motor dit
geval uit te zetten, houd de startknop een
tijdje ingedrukt of druk hem binnen
enkele seconden 3 keer achtereenvolgens
in. Zo wordt de motor stilgezet en
schakelt de contactsleutel over naar de
stand MAR.
BELANGRIJK
116)Het is gevaarlijk om de motor in
afgesloten ruimten te laten draaien. De
motor verbruikt zuurstof en produceert
kooldioxide, koolmonoxide en andere
giftige gassen.117)De rembekrachtiging werkt niet
zolang de motor niet is gestart; om die
reden is meer kracht dan normaal
benodigd voor de bediening van het
rempedaal.
118)Probeer de motor nooit te starten
door de auto te duwen, te slepen of van
een helling af te laten rijden. Hierdoor kan
de katalysator worden beschadigd.
BELANGRIJK
44)Wij adviseren om gedurende de
beginperiode, of gedurende de eerste
1600 km (1000 mijl) niet de maximale
prestaties van de auto te eisen (bijv. snel
accelereren, lange afstanden op
topsnelheid, krachtig remmen etc.).
45)Laat de startinrichting nooit in de
stand MAR staan als de motor is afgezet,
zodat de accu niet onnodig wordt
ontladen.
46)Even snel gas geven voordat de motor
wordt uitgezet heeft geen enkel nut,
verspilt brandstof en is schadelijk voor de
motor.47)Als het
waarschuwingslampje na
het starten of na langdurig "aanzwengelen"
gaat knipperen, duidt dit op een defect
van het voorgloeisysteem. Als de motor
start, kan het voertuig normaal gebruikt
worden, maar moet er zo snel mogelijk
contact opgenomen worden met het Jeep
Servicenetwerk.
151
Page 154 of 380

DE AUTO PARKEREN
Verwijder altijd de contactsleutel als de
auto wordt verlaten.
Ga bij het parkeren en verlaten van de
auto als volgt te werk:
schakel een versnelling in (1e
versnelling als op een helling omhoog
wordt geparkeerd en achteruit bij een
helling omlaag) en zet de wielen iets
gedraaid;
zet de motor uit en trek de handrem
aan.
Als de auto op een steile helling wordt
geparkeerd, blokkeer de wielen dan met
wiggen of stenen.
Wacht, op versies uitgerust met een
automatische versnellingsbak of de
automatische versnellingsbak met
dubbele koppeling, tot de P wordt
weergegeven, voordat u het rempedaal
loslaat.
BELANGRIJK Verlaat de auto NOOIT
met de versnellingsbak in de vrijstand
(of, bij versies met automatische
versnellingsbak of automatische
versnellingsbak met dubbele
koppeling, zonder eerst de
versnellingspook op P te hebben
geplaatst).
ELEKTRISCHE
PARKEERREM (EPB)
De elektrische parkeerrem (EPB)
garandeert een beter gebruik en optimale
prestaties in vergelijking met een
handbediende parkeerrem.
De elektrische parkeerrem bestaat uit
een schakelaar, die zich op de
tunnelconsole bevindt fig. 102, een
motor met remklauw voor elk achterwiel
en een elektronische regelmodule.
BELANGRIJK Schakel de elektrische
parkeerrem altijd in voordat u het
voertuig verlaat.BELANGRIJK In aanvulling op het
parkeren van het voertuig met de
parkeerrem altijd ingeschakeld of met
het stuurwiel gedraaid of wiggen of
stenen geplaatst voor de wielen (indien
op een steile helling), moet er altijd
een versnelling zijn ingeschakeld (de
1e versnelling als het voertuig op een
helling omhoog wordt geparkeerd en de
achteruitversnelling bij een helling
omlaag). Bij versies met automatische
versnellingsbak, de keuzehendel in P
(Parkeren) zetten.
BELANGRIJK Als de accu van het
voertuig defect is, moet de accu
vervangen worden om de elektrische
parkeerrem te ontgrendelen.
De elektrische parkeerrem kan op twee
manieren worden ingeschakeld:
handmatig, door te drukken op de
schakelaar fig. 102 op de tunnelconsole;
automatischin omstandigheden van
"Safe Hold" of "Auto Park Brake".
De parkeerrem handmatig inschakelen
119) 120) 121)
Bedien kort de schakelaar die zich op de
tunnelconsole bevindt om de elektrische
parkeerrem in te schakelen wanneer het
voertuig stilstaat.
Er kan een geluid hoorbaar zijn vanaf de
102J0A0281C
152
STARTEN EN RIJDEN
Page 155 of 380

achterkant van het voertuig wanneer de
elektrische parkeerrem wordt
ingeschakeld.
Er kan een lichte beweging van het
rempedaal gevoeld worden wanneer de
elektrische parkeerrem wordt
ingeschakeld terwijl het rempedaal is
ingetrapt.
Wanneer de elektrische parkeerrem wordt
ingeschakeld, gaan het
waarschuwingslampje
op het
instrumentenpaneel en de led op de
schakelaar branden.
BELANGRIJK Als het EPB-
storingslampje brandt, zijn sommige
functies van de elektrische parkeerrem
uitgeschakeld. In dat geval is de
bestuurder verantwoordelijk voor het
inschakelen van de rem en het volledig
veilig parkeren van het voertuig.
Indien, in uitzonderlijke
omstandigheden, het gebruik van de rem
vereist is terwijl het voertuig in beweging
is, de schakelaar op de tunnelconsole net
zo lang bedienen als de remwerking
nodig is.
Het waarschuwingslampje
kan gaan
branden als het hydraulische systeem
tijdelijk niet beschikbaar is; in dat geval
wordt het remmen geregeld door de
motoren.De remlichten (stop) zullen ook
automatisch gaan branden op dezelfde
manier als bij normaal remmen met het
rempedaal.
Laat de schakelaar op de tunnelconsole
los om de remwerking bij rijdend voertuig
te stoppen.
Als het voertuig, met deze procedure,
geremd wordt tot een snelheid van
minder dan 3 km/h is bereikt en de
schakelaar nog steeds bediend wordt,
wordt de parkeerrem definitief
ingeschakeld.
BELANGRIJK Het voertuig laten rijden
met ingeschakelde elektrische
parkeerrem, of de rem herhaaldelijk
gebruiken om het voertuig af te
remmen, kan leiden tot ernstige
schade aan het remsysteem.
De elektrische parkeerrem handmatig
uitschakelen
De contactsleutel moet in de MAR
positie zijn om de parkeerrem handmatig
uit te schakelen. Bovendien moet u op
het rempedaal drukken en vervolgens
drukt u kort op de schakelaar van de
centrale tunnel.
Er kan een geluid hoorbaar zijn afkomstig
van de achterkant van het voertuig en
een lichte beweging van het rempedaal
merkbaar zijn tijdens de uitschakeling.Na de uitschakeling van de elektrische
parkeerrem gaan het
waarschuwingslampje
op het
instrumentenpaneel en de led op de
schakelaar uit.
Wanneer het waarschuwingslampje
op het instrumentenpaneel blijft
branden terwijl de elektrische parkeerrem
is uitgeschakeld, duidt dit op een
storing. Neem in dat geval contact op
met het Jeep Servicenetwerk.
BELANGRIJK Bij versies met
automatische versnellingsbak de stand
P (Parkeren) nooit gebruiken in plaats
van de elektrische parkeerrem. Schakel
de elektrische parkeerrem altijd in als
het voertuig geparkeerd wordt om
letsel of schade te voorkomen door
onverwachte beweging van het
voertuig.
BELANGRIJK Bij versies met
handgeschakelde versnellingsbak
wordt de elektrische parkeerrem
automatisch losgezet wanneer het
koppelingspedaal volledig ingetrapt en
vervolgens losgelaten wordt en
tegelijkertijd het gaspedaal wordt
ingetrapt.
153
Page 156 of 380

BEDIENING VAN DE
ELEKTRISCHE PARKEERREM
De elektrische parkeerrem kan op de
volgende manieren werken:
"Dynamische werkwijze": deze modus
wordt ingeschakeld door de schakelaar
continu tijdens het rijden te bedienen;
"Statische werkwijze in- en
uitschakeling": bij stilstaande auto kan
de elektrische parkeerrem worden
ingeschakeld door de schakelaar op de
tunnelconsole eenmaal te bedienen. Druk
daarentegen op de schakelaar en trap
tegelijkertijd het rempedaal in om de rem
uit te schakelen;
“Drive Away Release” (indien
aanwezig): de elektrische parkeerrem
wordt automatisch gedeactiveerd
wanneer wordt waargenomen dat de
bestuurder de auto voor- of achteruit wil
laten rijden. Op versies met een
automatische versnellingsbak is het
tevens nodig dat de veiligheidsgordel van
de bestuurder is vastgezet;
"Safe Hold": wanneer de
voertuigsnelheid lager is dan 3 km/h, de
versnellingspook niet in P (Parkeren)
staat bij versies met automatische
versnellingsbak en de intentie van de
bestuurder om de auto te verlaten wordt
gedetecteerd, wordt de elektrische
parkeerrem automatisch ingeschakeldzodat de auto in veilige omstandigheden
verkeert;
“Auto Park Brake”: als de
voertuigsnelheid lager is dan 3 km/h,
wordt de elektrische parkeerrem
automatisch ingeschakeld als de
versnellingspook naar stand P (Parkeren)
wordt gezet (versies met automatische
versnellingsbak), of met het contactslot
op STOP (versies met handgeschakelde
versnellingsbak). Wanneer de parkeerrem
is ingeschakeld en op de wielen is
toegepast, gaan de led op de schakelaar
fig. 102 op de tunnelconsole en het
waarschuwingslampje
op het
instrumentenpaneel gelijktijdig branden.
Elke automatische inschakeling van de
parkeerrem kan geannuleerd worden door
de schakelaar op de tunnelconsole in te
drukken en tegelijkertijd de
versnellingspook voor de automatische
versnellingsbak naar stand P (Parkeren)
te zetten of de startinrichting naar STOP
te zetten (versies met handgeschakelde
versnellingsbak). Deze modus kan
bediend worden met behulp van het
Menu van hetUconnect systeem™.
SAFE HOLD
Dit is een veiligheidsfunctie die
automatisch de elektrische parkeerrem
inschakelt in het geval van een
omstandigheid die gevaarlijk is voor het
voertuig.Als:
de voertuigsnelheid lager is dan
3 km/h;
de versnellingspook niet in P
(Parkeren) staat (versies met
automatische versnellingsbak);
de veiligheidsgordel van de
bestuurder niet is omgelegd;
het bestuurdersportier open staat;er zijn geen pogingen waargenomen
om het rempedaal of het gaspedaal, of,
op versies met een handmatige
versnellingsbak, de koppeling te
bedienen.
de parkeerrem wordt automatisch
ingeschakeld om beweging van het
voertuig te voorkomen.
De functie Safe Hold kan tijdelijk worden
uitgeschakeld door de schakelaar op de
tunnelconsole in te drukken en
tegelijkertijd het rempedaal in te
trappen, als het voertuig stilstaat en het
bestuurdersportier geopend is.
Eenmaal uitgeschakeld zal de functie
weer ingeschakeld worden zodra de
voertuigsnelheid 20 km/h bereikt of
wanneer de startinrichting naar STOP en
daarna naar MAR wordt gezet.
154
STARTEN EN RIJDEN
Page 157 of 380

BELANGRIJK
119)In geval van parkeermanoeuvres op
wegen met een helling, moeten de
voorwielen naar het trottoir worden
gedraaid (bij het parkeren op een helling
omlaag), of in de tegenovergestelde
richting als het voertuig op een helling
omhoog is geparkeerd. Als de auto op een
steile helling wordt geparkeerd, blokkeer
de wielen dan met wiggen of stenen.
120)Laat kinderen nooit zonder toezicht
in de auto achter. Verwijder altijd de
sleutel uit het contactslot als de auto
wordt verlaten en neem de sleutel mee.
121)De elektrische parkeerrem moet
altijd ingeschakeld zijn als het voertuig
verlaten wordt.
HANDGESCHAKELDE
VERSNELLINGSBAK
122)48)
Trap, om de versnellingen in te
schakelen, het koppelingspedaal volledig
in en plaats de pook in de gewenste
stand (het schakelschema is aangegeven
op de pookknop).
Til, om vanuit de vrijstand de
achteruitversnelling R in te schakelen, de
ring A fig. 103 onder de knop op,
verplaats de pook naar links en
vervolgens naar voren.
Om de 6
eversnelling in te schakelen, de
pook naar rechts duwen om te voorkomen
dat per ongeluk de 4
eversnelling wordtingeschakeld. Hetzelfde geldt bij het
schakelen van de 6
enaar de 5e
versnelling.
Voor versies 1.4 Turbo Multi Air /
1.6 Multijet / 2.0 Multijet:omde
achteruitversnelling R vanuit de vrijstand
in te schakelen, de ring A fig. 103 en
tegelijkertijd de pook naar links en
vervolgens naar voren verplaatsen.
Versies 1.6 E. Torq:omde
achteruitversnelling R vanuit de vrijstand
in te schakelen, de ring A
fig. 103 optillen en tegelijkertijd de pook
naar rechts en vervolgens naar achteren
verplaatsen.
BELANGRIJK De achteruit kan
uitsluitend bij stilstaand voertuig
worden ingeschakeld. Wacht bij
draaiende motor minstens 2 seconden
met het koppelingspedaal helemaal
ingetrapt alvorens de achteruit in te
schakelen om beschadiging aan de
tandwielen te voorkomen.
BELANGRIJK Het koppelingspedaal
mag uitsluitend voor het schakelen
gebruikt worden. Laat tijdens het
rijden de voet nooit, zelfs niet licht, op
het koppelingspedaal rusten. In
sommige omstandigheden kan de
elektronische regeling van het
103J0A0923C
155
Page 158 of 380

koppelingspedaal een foutieve rijstijl
als een defect interpreteren.
BELANGRIJK
122)Trap het koppelingspedaal helemaal
in om op de juiste wijze te schakelen.
Daarom is het van fundamenteel belang
dat er niets onder het pedaal ligt: let erop
dat de matten vlak liggen en dat ze de
slag van de pedalen niet hinderen.
BELANGRIJK
48)Rijd niet met de hand op de
versnellingspook aangezien de
uitgeoefende druk, hoe licht ook, na
verloop van tijd kan leiden tot slijtage van
de interne onderdelen van de
versnellingsbak.
AUTOMATISCHE
VERSNELLINGSBAK
Het voertuig kan uitgerust zijn met een
automatische versnellingsbak met
9 versnellingen.
De versnellingsbak kan op twee
verschillende manieren werken:
"Automatisch" of "Sequentieel".
VERSNELLINGSPOOK
123) 124) 125) 126) 127)
De pook heeft de volgende standen:P= ParkerenR= AchteruitversnellingN= VrijstandD= Drive, (automatische
vooruitversnelling)
AutoStick:+ naar een hogere
versnelling schakelen in sequentiële
rijmodus; – naar een lagere versnelling
schakelen in sequentiële rijmodus.De ingeschakelde versnelling wordt op
het display weergegeven.
De hendel is voorzien van een knop A
fig. 104, die ingedrukt moet worden om
de hendel van P naar R te verplaatsen.
Als de versnellingsbak in "sequentiële"
modus gebruikt wordt, die geactiveerd
wordt door de pook van D (Drive) naar
links te verplaatsen, kunnen de
verschillende standen bereikt worden
met + of –. Deze standen zijn onstabiel.
Om stand P (Park) te verlaten, of om van
stand N (Neutral) naar stand D (Drive) of
R (Reverse) te gaan wanneer de auto
stilstaat of op lage snelheid rijdt, moet
ook het rempedaal worden ingetrapt (zie
"Uitschakelingssysteem versnelling
104J0A0924C
156
STARTEN EN RIJDEN
Page 159 of 380

inschakelen met ingeschakelde rem" in
dit hoofdstuk).
BELANGRIJK GEEF GEEN gas bij het
schakelen van stand P (of N) naar een
andere stand.
BELANGRIJK Wacht na het selecteren
van een versnelling enkele seconden
alvorens gas te geven. Deze
voorzorgsmaatregel is bijzonder
belangrijk bij een koude motor.
AutoStick - Sequentiële schakelmodus
In het geval van veelvuldig schakelen
(bijv. wanneer het voertuig gebruikt wordt
met een zware lading, op hellingen,
sterke tegenwind of bij het trekken van
zware aanhangwagens), wordt
geadviseerd de modus AutoStick
(sequentieel schakelen) te gebruiken om
een lagere vaste overbrengingsverhouding
te selecteren en behouden.
Het is mogelijk om te schakelen van
stand D (Drive) naar de sequentiële
modus onafhankelijk van de rijsnelheid.
Inschakeling
Met de versnellingspook in stand D
(Drive) de hendel naar links verplaatsen
om de sequentiële rijmodus in te
schakelen (indicatie – en + op het
paneel). De ingeschakelde versnelling
wordt weergegeven op het display.Schakelen vindt plaats door de
versnellingspook naar voren te
verplaatsen, naar symbool – of naar
achteren, naar symbool +.
Uitschakelen
Zet de versnellingspook terug in stand D
(Drive) ("automatische" rijmodus).
WERKING VERSNELLINGSBAK IN
EEN NOODGEVAL
(waar aanwezig)
De werking van de versnellingsbak wordt
continu bewaakt om elke eventuele
storing te detecteren. Als er een
omstandigheid wordt gedetecteerd die tot
schade aan de versnellingsbak zou
kunnen leiden, wordt de functie
"noodgeval versnellingsbak" geactiveerd.
In deze omstandigheid blijft de
versnellingsbak in de 4e versnelling
staan, onafhankelijk van de
geselecteerde versnelling.
Standen P (Parkeren), R
(Achteruitversnelling) en N (Vrijstand)
werken nog. Symbool
kan op het
display gaan branden
In het geval van een "noodgeval
versnellingsbak" onmiddellijk contact
opnemen bij het dichtstbijzijnde Jeep
Servicepunt.Tijdelijke storing
In het geval van een tijdelijke storing,
kan de correcte werking van de
versnellingsbak voor alle
vooruitversnellingen hersteld worden door
als volgt te werk te gaan:
stop het voertuig;zet de versnellingspook in P
(Parkeren).
draai de contactsleutel naar STOP;wacht ongeveer 10 seconden, start
daarna de motor weer;
selecteer de gewenste versnelling: als
het probleem niet opnieuw wordt
vastgesteld is de correcte werking van de
versnellingsbak hersteld.
BELANGRIJK In het geval van een
tijdelijke storing wordt toch
geadviseerd zo spoedig mogelijk
contact op te nemen met het Jeep
Servicenetwerk.
STARTBLOKKERING EN
PARKEERSTAND
Versies uitgerust met het Keyless
Enter-N-Go systeem: voor deze functie
moet de versnellingspook in stand P
(Parkeren) gezet worden voordat de
contactsleutel naar STOP gedraaid wordt.
Versies uitgerust met mechanische sleutel:
voor deze functie moet de
versnellingspook in stand P (Parkeren)
157
Page 160 of 380

gezet worden voordat de sleutel uit het
contactslot wordt genomen.
Als de accu van het voertuig leeg is en de
contactsleutel wordt ingeschakeld, is de
sleutel in het contact geblokkeerd. Zie,
om de sleutel handmatig te verwijderen,
paragraaf "Ontgrendeling pook
automatische versnellingsbak" in
hoofdstuk "Noodgevallen".
UITSCHAKELINGSSYSTEEM
VERSNELLING INSCHAKELEN
ZONDER INGETRAPT
REMPEDAAL
Het systeem maakt het onmogelijk de
versnellingspook uit de stand P
(Parkeren) te verplaatsen als het
rempedaal niet eerst is ingetrapt.
Om de versnellingspook in een andere
stand dan P (Parkeren) te zetten, moet
de contactsleutel in stand AVV (motor
aan of uit) staan en moet het rempedaal
zijn ingetrapt.
BELANGRIJK
123)Gebruik stand P nooit in plaats van
de elektrische parkeerrem. Schakel de
elektrische parkeerrem altijd in als het
voertuig geparkeerd wordt om onverwachte
beweging van het voertuig te voorkomen.124)Als de stand P niet is ingeschakeld,
kan het voertuig gaan bewegen en mensen
letsel toebrengen. Zorg ervoor dat de
versnellingspook in stand P staat en dat
de elektrische parkeerrem is ingeschakeld,
voordat u het voertuig verlaat.
125)Verplaats de versnellingspook niet
naar N en zet de motor niet af als u van
een helling omlaag rijdt. Deze manier van
rijden is gevaarlijk en beperkt de
mogelijkheid om in te grijpen in geval van
wijziging van de verkeerssituatie of het
wegdek. U loopt het risico de controle over
het voertuig te verliezen en ongevallen te
veroorzaken.
126)Alvorens de versnellingspook uit de
stand P te verplaatsen, de startinrichting
naar stand MAR zetten en het rempedaal
intrappen. Anders kan de versnellingspook
beschadigd raken.
127)Schakel de achteruitversnelling
uitsluitend in als de auto stil staat, de
motor op stationair toerental draait en het
gaspedaal volledig losgelaten is.
VERSNELLINGSBAK MET
DUBBELE KOPPELING
VERSNELLINGSPOOK
128)
49) 50)
De pook fig. 103 heeft de volgende
standen:
P= ParkerenR= AchteruitversnellingN= VrijstandD= Drive, (automatische
vooruitversnelling)
"AutoStick": "+" naar een hogere
versnelling schakelen in sequentiële
rijmodus; "–" naar een lagere versnelling
schakelen in sequentiële rijmodus.
158
STARTEN EN RIJDEN