Lancia Delta 2010 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2010, Model line: Delta, Model: Lancia Delta 2010Pages: 276, PDF Size: 5.83 MB
Page 41 of 276

40WEGWIJS IN UW AUTO
Druk de knop B-fig. 11 alleen in als de sleu-
tel ver genoeg verwijderd is van het lichaam
(speciaal de ogen) en van voorwerpen die snel
beschadigen (bijvoorbeeld kledingstukken). Laat de
sleutel nooit onbeheerd achter om te voorkomen dat
anderen, met name kinderen, de sleutel kunnen ge-
bruiken en per ongeluk op de knop drukken.
Extra afstandsbedieningen bestellen
Het systeem kan maximaal 8 afstandsbedieningen her-
kennen. Als u in de loop der tijd een nieuwe afstandsbe-
diening nodig hebt, kunt u zich tot het Lancia Service-
netwerk wenden. Neem dan alle in uw bezit zijnde sleutels,
de CODE card, een identiteitsbewijs en het kentekenbe-
wijs van de auto mee.
Batterij van de sleutel met afstandsbediening
vervangen fig. 12
Ga voor het vervangen van de batterij als volgt te werk:
❍druk op de knop A en klap de metalen baard B uit;
❍draai de schroef C in stand :m.b.v. een kleine schroe-
vendraaier;
❍trek de batterijhouder D naar buiten en vervang de
batterij E; let daarbij goed op de polariteit;
❍plaats de batterijhouder D in de sleutel en draai de
schroef C in stand Á.
fig. 12L0E0105m
Lege batterijen zijn schadelijk voor het mi-
lieu. Ze moeten in een daarvoor bestemde
chemobox of afvalbak worden gedeponeerd.
Ze kunnen ook ingeleverd worden bij het Lancia
Servicenetwerk, dat vervolgens voor de afvoer zorgt.
001-142 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:46 Pagina 40
Page 42 of 276

WEGWIJS IN UW AUTO41
1
fig. 13L0E0106m
Frontje van afstandsbediening vervangen fig. 13
Volg voor het vervangen van het frontje van de afstands-
bediening de in de figuur afgebeelde procedure.DIEFSTALALARM
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Het diefstalalarm vormt een aanvulling op de hiervoor be-
schreven functies van de afstandsbediening en wordt be-
diend door een ontvanger die zich nabij de zekeringenkast
onder het dashboard bevindt.
WANNEER GAAT HET ALARM AF
Het diefstalalarm wordt in de volgende gevallen geactiveerd:
❍als een van de portieren, de motorkap of de achterklep
ongeoorloofd wordt geopend (omtrekbeveiliging);
❍bij een startpoging (contactsleutel in stand MAR);
❍als de kabels van de accu worden onderbroken;
❍als er bewegende voorwerpen in het interieur aanwe-
zig zijn (volumetrische beveiliging);
❍bij het optillen/kantelen van de auto.
Als het alarm in werking treedt, wordt, afhankelijk van de
landinstelling, de sirene geactiveerd en gaan de richting-
aanwijzers knipperen (ongeveer 26 seconden). De wijze
waarop het systeem werkt en het aantal cycli kunnen per
land verschillen.
Er is echter een maximum aantal cycli voorzien voor de akoe-
stische en zichtbare signalen. Na een alarmsignalering scha-
kelt het systeem over naar de normale bewakingsfunctie.
De volumetrische beveiliging en de kantelsensor kunnen
met de betreffende bedieningsknop op de plafondverlich-
ting voor worden uitgeschakeld (zie de paragraaf „Volu-
metrische bewaking/kantelbeveiliging”).
001-142 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:46 Pagina 41
Page 43 of 276

42WEGWIJS IN UW AUTO
BELANGRIJK De startblokkering wordt uitgevoerd door
de Lancia CODE en wordt automatisch ingeschakeld als
de contactsleutel uit het start-/contactslot wordt genomen.
ALARM INSCHAKELEN
Richt bij gesloten portieren, achterklep en motorkap en
contactslot in stand OFF of met uitgenomen sleutel, de
sleutel met afstandsbediening in de richting van de auto.
Druk op de knop
Áen laat de knop weer los.
U hoort een akoestisch signaal („BIEP”) (behalve bij uit-
voeringen voor bepaalde markten) en de portieren wor-
den vergrendeld.
Het inschakelen van het alarm wordt voorafgegaan door
een zelfdiagnose: als het systeem een storing vindt, dan
klinkt nogmaals een akoestisch signaal en verschijnt op
het display een melding (zie het hoofdstuk „Lampjes op
het instrumentenpaneel”).
Schakel in dit geval het diefstalalarm uit door de knop
Ë
in te drukken, controleer of de portieren, de motorkap
en de achterklep goed gesloten zijn en schakel het alarm
opnieuw in met de knop
Á.
Als de portieren en de motorkap niet goed gesloten zijn,
worden ze niet door het diefstalalarm gecontroleerd.
Als bij goed gesloten portieren, motorkap en achterklep
het akoestisch signaal wordt herhaald, dan is er een sto-
ring gesignaleerd in de werking van het systeem. Wendt
u tot het Lancia Servicenetwerk.BELANGRIJK Als de portieren met de metalen baard van
de sleutel centraal worden vergrendeld, schakelt het alarm
niet in.
BELANGRIJK Bij aflevering van de nieuwe auto voldoet
het diefstalalarm aan de wettelijke normen van het land
van gebruik.
DIEFSTALALARM UITSCHAKELEN
Druk op de knop
Ëvan de sleutel met afstandsbediening.
Het volgende gebeurt (met uitzondering van bepaalde
markten):
❍de richtingaanwijzers knipperen twee keer kort;
❍u hoort twee korte akoestische signalen („BIEP’s”);
❍de portieren worden ontgrendeld.
BELANGRIJK Als de portieren met de metalen baard
van de sleutel centraal worden ontgrendeld, schakelt het
alarm niet uit.
001-142 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:46 Pagina 42
Page 44 of 276

WEGWIJS IN UW AUTO43
1
VOLUMETRISCHE BEWAKING/
KANTELBEVEILIGING
Voor een correcte werking van de beveiliging moeten de
ruiten en het eventuele opendak (voor bepaalde uitvoe-
ringen/markten) geheel gesloten zijn.
Indien nodig kunt u de volumetrische beveiliging buiten
werking stellen (als er bijvoorbeeld dieren in de auto ach-
terblijven) door op de knop A-fig. 14 op het plafondlampje
voor te drukken, voordat het alarm wordt ingeschakeld.
Als de functie wordt uitgeschakeld, knippert het lampje
op de knop enkele seconden. Het buiten werking stellen
van de volumetrische beveiliging/kantelsensor moet tel-
kens worden herhaald als het instrumentenpaneel uitge-
schakeld is geweest.
MELDINGEN VAN INBRAAKPOGINGEN
Iedere inbraakpoging wordt aangegeven door het bran-
den van het controlelampje
Yop het instrumentenpaneel
(of het symbool op het display) en het tegelijk verschijnen
van een melding op het display (zie het hoofdstuk „Lamp-
jes op het instrumentenpaneel”).ALARM BUITEN GEBRUIK STELLEN
Als u het diefstalalarm buiten gebruik wilt stellen (bijv. als
de auto langere tijd niet wordt gebruikt), dan hoeft u slechts
de auto af te sluiten door de metalen baard van de sleutel
met afstandsbediening in het portierslot te draaien.
BELANGRIJK Als de batterijen van de sleutel met af-
standsbediening leeg zijn, of als er een storing is in het
diefstalalarm, dan kunt u het alarm buiten werking stel-
len door de contactsleutel in het contactslot te steken en
deze in stand MAR te draaien.
fig. 14L0E0153m
001-142 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:46 Pagina 43
Page 45 of 276

44WEGWIJS IN UW AUTO
START-/CONTACTSLOT
De sleutel kan in drie standen worden gedraaid fig. 15:
❍STOP: motor uit, sleutel uitneembaar en stuur ge-
blokkeerd. Enkele elektrische installaties kunnen wer-
ken (bijv. autoradio, centrale portiervergrendeling enz.).
❍MAR: contact aan. Alle elektrische installaties werken.
❍AVV: motor starten.
Het contactslot is voorzien van een herstartbeveiliging. Als
de motor bij de eerste poging niet aanslaat, moet u de sleu-
tel terugdraaien in stand STOP en nogmaals starten.STUURSLOT
Inschakelen
Zet de sleutel in stand STOP, neem de sleutel uit het con-
tactslot en draai het stuur totdat het vergrendelt.
Uitschakelen
Draai het stuur iets heen en weer, terwijl u de sleutel in
stand MAR draait.
BELANGRIJK In enkele parkeersituaties (bijv.: als de wie-
len iets zijn uitgestuurd), kan het wat meer kracht kos-
ten om het stuurwiel te verdraaien voor de uitschakeling
van het stuurslot.
fig. 15L0E0107m
Verwijder de sleutel nooit uit het contactslot
als de auto nog in beweging is. Bij de eerste
stuuruitslag blokkeert het stuur automatisch.
Dit geldt in alle gevallen, ook als de auto gesleept
wordt. Het is streng verboden om demontage-/mon-
tagewerkzaamheden uit te voeren, waarvoor wijzi-
gingen in de stuurinrichting of de stuurkolom ver-
eist zijn (bijv. bij montage van een diefstalbevei-
liging). Hierdoor kunnen de prestaties van het sys-
teem, de garantie en de veiligheid in gevaar worden
gebracht en voldoet de auto niet meer aan de type-
goedkeuring.
001-142 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:46 Pagina 44
Page 46 of 276

WEGWIJS IN UW AUTO45
1
ZITPLAATSEN
ZITPLAATSEN VOOR
Verstellen in lengterichting fig. 16
Zet de hendel A omhoog en schuif de stoel voor- of ach-
teruit: als u rijdt, moeten de armen licht gebogen zijn en
de handen op de stuurwielrand steunen.
Verstellen van de rugleuning fig. 16
Draai aan de knop B.
Alle afstellingen van de voorstoelen en de zit-
plaatsen achter mogen uitsluitend bij een stil-
staande auto worden uitgevoerd.
Als u de hendels loslaat, moet altijd gecon-
troleerd worden of de zitplaats goed geblok-
keerd is door te proberen de zitplaats naar
voren en naar achteren te schuiven. Als de stoel niet
is geblokkeerd, kan de stoel plotseling verschuiven,
waardoor u de controle over de auto zou kunnen ver-
liezen.
fig. 16L0E0008m
001-142 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:46 Pagina 45
Page 47 of 276

46WEGWIJS IN UW AUTO
Hoogteverstelling fig. 16
Met de hendel C kan het achterste deel van de zitting om-
hoog of omlaag worden geplaatst voor een groter comfort.
Lendensteunverstelling (bestuurdersstoel) fig. 16
Draai de knop D om het steunvlak van de rugleuning aan
te passen.
ZITPLAATSEN VOOR MET
ELEKTRISCHE VERSTELLING fig. 17
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
De stoelen kunnen versteld worden als de contactsleutel
in stand MAR staat of gedurende 1 minuut nadat de con-
tactsleutel in stand STOP is gezet of de sleutel is uitge-
nomen.
Na het openen van een voorportier, kunt u de stoel aan de
zijde van het portier gedurende ongeveer 3 minuten ver-
stellen, of totdat het portier gesloten wordt.
De bedieningsknoppen voor de stoelinstelling zijn:
Multifunctionele knop A:
❍hoogte stoel instellen;
❍in lengterichting verplaatsen van de stoel.
Multifunctionele knop B:
❍verstellen van de rugleuning;
❍verstellen van de lendensteun.Stoelverwarming fig. 17
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Druk met de sleutel in stand MAR op de knoppen
Com
de functie in of uit te schakelen.
Bij inschakeling gaat het lampje op de knop branden.
fig. 17L0E0009m
001-142 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:46 Pagina 46
Page 48 of 276

WEGWIJS IN UW AUTO47
1
ZITPLAATSEN ACHTER fig. 18/a – 18/b
Rugleuning verstellen
Trek hendel A omhoog (een per zijde) om respectievelijk
het linker en het rechter deel van de rugleuning te ver-
stellen (dit kan worden vergemakkelijkt door de zitplaats
iets naar voren te schuiven met de hendel B).
Verstelling zitplaatsen achter
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
De zitplaatsen achter kunnen in de lengterichting worden
versteld (max. 80 mm. naar voren of naar achteren). Be-
dien de hendel B (een per zijde) om de zitplaatsen naar
voren of naar achteren te schuiven.
fig. 18/aL0E0010m
„Vaste” zitplaatsen achter
Bij enkele uitvoeringen zijn de zitplaatsen achter „vast” en
kan de rugleuning worden versteld als de bagageruimte
wordt vergroot. Bedien de hendel A-fig. 18/b (een per zij-
de) om de rugleuning te verstellen.
Als de rugleuning achter wordt teruggezet,
moet worden gecontroleerd of deze goed ver-
grendeld is, door de rugleuning aan de bo-
venzijde vast te pakken en deze heen en weer te
bewegen.
fig. 18/bL0E0231m
Controleer voordat de rugleuningen naar vo-
ren wordt geklapt of de gordels niet gespan-
nen zijn of gedraaid zitten.
001-142 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:47 Pagina 47
Page 49 of 276

48WEGWIJS IN UW AUTO
HOOFDSTEUNEN
VOOR fig. 19
De hoofdsteunen zijn in hoogte verstelbaar; ga voor het
verstellen als volgt te werk:
❍Omhoog verplaatsen: trek de hoofdsteun omhoog tot-
dat deze hoorbaar vergrendelt.
❍Omlaag verplaatsen: druk op de knop A en duw de
hoofdsteun omlaag.
fig. 19L0E0011m
In hoogte verstelbare hoofdsteunen:
❍Omhoog verplaatsen: druk op de knop C en trek de
hoofdsteun omhoog totdat deze hoorbaar vergrendelt.
❍Omlaag verplaatsen: druk op de knop C en duw de
hoofdsteun omlaag.
BELANGRIJK Als de zitplaatsen achter gebruikt worden,
moeten de hoofdsteunen altijd volledig zijn uitgetrokken.
Alle afstellingen mogen uitsluitend bij een
stilstaande auto worden uitgevoerd. De
hoofdsteunen moeten zo worden ingesteld dat
ze het hoofd ondersteunen en niet de nek. Alleen in
deze positie bieden ze bescherming. Voor een opti-
male bescherming moet de rugleuning zo zijn in-
gesteld dat u rechtop zit en dat uw hoofd zich zo
dicht mogelijk bij de hoofdsteun bevindt.
ACHTER fig. 19
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Afhankelijk van de uitvoering zijn er vaste of in hoogte
verstelbare hoofdsteunen.
001-142 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:47 Pagina 48
Page 50 of 276

WEGWIJS IN UW AUTO49
1
STUURWIEL
Het stuurwiel kan zowel in lengterichting als in hoogte
worden versteld.
Ga voor het verstellen als volgt te werk: trek de hendel
fig. 20 omhoog in stand 1, plaats het stuur in de gewens-
te stand en vergrendel daarna het stuur door de hendel
in stand 2 te plaatsen.
SPIEGELS
BINNENSPIEGEL fig. 21
De binnenspiegel is voorzien van een beveiligingsmecha-
nisme, waardoor de spiegel bij een krachtig contact met
een inzittende losschiet.
Met het hendeltje A kan de spiegel in twee standen wor-
den gezet: normale of anti-verblindingsstand.
ELEKTRONISCH DIMBARE BINNENSPIEGEL
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Enkele uitvoeringen zijn voorzien van een elektronisch
dimbare binnenspiegel met automatische anti-verblin-
dingsfunctie.
Verstel het stuurwiel alleen als de auto stil-
staat en de motor is afgezet.
fig. 21L0E0013mfig. 20L0E0012m
001-142 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:47 Pagina 49