radio Lancia Delta 2010 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2010, Model line: Delta, Model: Lancia Delta 2010Pages: 276, PDF Size: 5.83 MB
Page 20 of 276

WEGWIJS IN UW AUTO19
1
Sterke straling op een radiofrequentie kunnen
het TPMS-systeem ontregelen. Dit wordt aan
de bestuurder aangegeven door middel van
een melding (voor bepaalde uitvoeringen/markten).
Deze melding verdwijnt automatisch zodra de sto-
ring het systeem niet meer ontregelt.
Storing buitenverlichting (geel)
Het lampje (of het symbool op het display) gaat
branden bij een storing in de volgende verlich-
ting:
❍buitenverlichting;
❍remlichten (voor bepaalde uitvoeringen/markten);
❍mistachterlichten;
❍richtingaanwijzers;
❍kentekenplaatverlichting;
❍dagverlichting.
De storing kan betreffen: doorbranden van een of meer
lampen, doorbranden van de bijbehorende zekering of een
onderbreking in de elektrische verbinding.
Op het display verschijnt de bijbehorende melding.
W
Mistachterlichten (geel)
Het lampje gaat branden als de mistachterlich-
ten worden ingeschakeld.
4
Mistlampen voor (groen)
Het lampje gaat branden als de mistlampen voor
worden ingeschakeld.
5
Richtingaanwijzers
(groen-knipperend)
De lampjes gaan branden als de richtingaan-
wijzerhendel omlaag of omhoog wordt gezet of
als de drukknop voor de waarschuwingsknip-
perlichten wordt ingedrukt.
F
D
Bandenspanning niet aangepast aan snelheid
Als u de contactsleutel in stand MAR draait, gaat het lamp-
je (voor bepaalde uitvoeringen/markten) branden. Na en-
kele seconden moet het lampje doven.
Wanneer constant harder dan 160 km/h wordt gereden,
moet de bandenspanning verhoogd worden overeenkom-
stig de waarde die aangegeven staat in de paragraaf „Ban-
denspanning” in hoofdstuk „6”.
Als het TPMS-systeem (voor bepaalde uitvoeringen/
markten) signaleert dat de spanning van een of meer ban-
den niet is aangepast aan de snelheid van de auto, gaat
het lampje of het symbool branden (op het display ver-
schijnt ook een melding) (zie de paragraaf „Te lage ban-
denspanning” in dit hoofdstuk) en blijft branden, totdat
de snelheid van de auto weer onder de drempelwaarde
komt (zie de paragraaf „TPMS-systeem” in dit hoofdstuk).
BELANGRIJK Verlaag in dat geval onmiddellijk de snel-
heid, omdat door te warme banden de prestaties en de
levensduur van de banden in gevaar kunnen worden ge-
bracht, en zelfs, in een beperkt aantal gevallen, tot een
klapband kunnen leiden.
001-142 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:46 Pagina 19
Page 24 of 276

WEGWIJS IN UW AUTO23
1
SETUP-MENU
Het menu bestaat uit een aantal functies; de functies kun-
nen met de knoppen
Õen Ôworden gekozen, waarna u de
opties kunt selecteren of instellingen (setup) kunt aan-
passen. Bij enkele onderdelen is er een submenu. Het
setup-menu kan worden geactiveerd door de knop SET
kort in te drukken.
Het menu bestaat uit de volgende opties:
– MENÙ
– VERLICHTING
– BEEP SNELHEID
– SCHEMERSENSOR (voor bepaalde uitvoeringen/
markten)
– CORNERING LIGHTS (voor bepaalde uitvoeringen/
markten)
– INSCHAKELEN/GEGEVENS TRIP B
– TIJD INSTELLEN
– DATUM INSTELLEN– EERSTE PAGINA (voor bepaalde uitvoeringen/
markten)
– ZIE RADIO
– AUTOCLOSE
– MEETEENHEID
– TAAL
– VOLUME WAARSCHUWINGEN
– VOLUME TOETSEN
– BEEP/BUZZ. GORDELS
– SERVICE
– AIRBAG / BAG PASSAGIER
– DAGVERLICHTING
– MENÙ VERLATEN
001-142 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:46 Pagina 23
Page 25 of 276

24WEGWIJS IN UW AUTO
Een menuoptie selecteren in het hoofdmenu
zonder submenu:
– als u de knop SET kort indrukt, kunt u in het hoofd-
menu de instelling selecteren die u wilt wijzigen;
– met de knop
Õof Ô(door de knop telkens in te druk-
ken) kan de nieuwe instelling worden geselecteerd;
– als u de knop SET kort indrukt, kunt u de instelling op-
slaan en tegelijkertijd terugkeren naar de eerder geselec-
teerde menuoptie in het hoofdmenu.
Een menuoptie selecteren in het hoofdmenu
met submenu:
– als u de knop SET kort indrukt, wordt de eerste menuop-
tie van het submenu weergegeven;
– met de knop
Õof Ô(door de knop telkens in te druk-
ken) kunt u alle menuopties van het submenu doorlopen;
– als u de knop SET kort indrukt, kunt u de weergege-
ven menuoptie van het submenu selecteren en verschijnt
het betreffende setup-menu;
– met de knop
Õof Ô(door de knop telkens in te druk-
ken) kan de nieuwe instelling van deze menuoptie in het
submenu worden geselecteerd;
– als u de knop SET kort indrukt, kunt u de instelling op-
slaan en tegelijkertijd terugkeren naar de daarvoor gese-
lecteerde menuoptie in het submenu.
MENUOPTIES
Verlichting (Lichtsterkte interieur regelen)
Met deze functie kan – bij ingeschakelde buitenverlich-
ting – de lichtsterkte (op 8 niveaus) van het instrumen-
tenpaneel, de bediening van de autoradio en van de au-
tomatische klimaatregeling (voor bepaalde uitvoeringen/
markten) worden geregeld.
Ga voor het regelen van de lichtsterkte als volgt te werk:
– druk kort op de knop SET; op het display knippert het
eerder ingestelde niveau;
– druk op knop
Õof Ôom de lichtsterkte in te stellen;
– druk kort op de knop SET om terug te keren naar het
menuscherm of houd de knop even ingedrukt om terug te
keren naar het beginscherm zonder op te slaan.
Beep Snelheid (Snelheidslimiet)
Met deze functie kan de snelheidslimiet van de auto (km/h
of mph) worden ingesteld. Als deze limiet wordt over-
schreden, wordt de bestuurder gewaarschuwd (zie „Lamp-
jes op het instrumentenpaneel” in hoofdstuk „1”). Ga voor
het instellen van de snelheidslimiet als volgt te werk:
– druk kort op knop SET; op het display verschijnt de bij-
behorende melding;
001-142 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:46 Pagina 24
Page 29 of 276

28WEGWIJS IN UW AUTO
Eerste pagina (weergave informatie
op het beginscherm)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Met deze functie kan het type informatie geselecteerd wor-
den dat in het beginscherm op het display weergegeven
moet worden. U kunt kiezen voor weergave van de datum
of voor weergave van de turbodruk.
Ga voor het selecteren als volgt te werk:
– druk kort op de knop SET; op het display verschijnt
„Eerste pagina”;
– druk nogmaals kort op de knop SET; op het display ver-
schijnen de opties „Datum” en „Info motor”;
– druk op de knop + of – om de weergave te selecteren die
u op het beginscherm van het display wilt hebben;
– druk kort op de knop SET om terug te keren naar het
menuscherm of houd de knop even ingedrukt om terug te
keren naar het beginscherm zonder op te slaan.
Als u de contactsleutel in stand MAR draait, wordt op
het display, na de startcontrole, de informatie weergege-
ven die door middel van de functie „Eerste pagina” in het
menu is ingesteld.Zie radio (Herhaling informatie audiosysteem)
Met deze functie kan op het display de informatie over
de autoradio worden weergegeven.
– Radio: frequentie of RDS-bericht van het geselecteerde ra-
diostation, automatisch zoeken of AutoSTore inschakelen;
– audio-CD, MP3-CD: nummer van het muziekstuk;
– CD-wisselaar: CD-nummer en nummer muziekstuk.
Ga voor het inschakelen (On) of uitschakelen (Off) van
de informatie van het audiosysteem op het display als volgt
te werk:
– druk kort op de knop SET; op het display knippert On
of Off, afhankelijk van de instelling;
– druk op de knop
Õof Ôom de keuze uit te voeren;
– druk kort op de knop SET om terug te keren naar het
menuscherm of houd de knop even ingedrukt om terug te
keren naar het beginscherm zonder op te slaan.
Autoclose (Centrale portiervergrendeling
bij rijdende auto)
Als deze functie is ingeschakeld (On), worden de portie-
ren automatisch vergrendeld als de auto sneller rijdt
dan 20 km/h.
Ga voor het in- of uitschakelen van deze functie als volgt
te werk:
– druk kort op de knop SET; op het display verschijnt een
submenu;
001-142 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:46 Pagina 28
Page 45 of 276

44WEGWIJS IN UW AUTO
START-/CONTACTSLOT
De sleutel kan in drie standen worden gedraaid fig. 15:
❍STOP: motor uit, sleutel uitneembaar en stuur ge-
blokkeerd. Enkele elektrische installaties kunnen wer-
ken (bijv. autoradio, centrale portiervergrendeling enz.).
❍MAR: contact aan. Alle elektrische installaties werken.
❍AVV: motor starten.
Het contactslot is voorzien van een herstartbeveiliging. Als
de motor bij de eerste poging niet aanslaat, moet u de sleu-
tel terugdraaien in stand STOP en nogmaals starten.STUURSLOT
Inschakelen
Zet de sleutel in stand STOP, neem de sleutel uit het con-
tactslot en draai het stuur totdat het vergrendelt.
Uitschakelen
Draai het stuur iets heen en weer, terwijl u de sleutel in
stand MAR draait.
BELANGRIJK In enkele parkeersituaties (bijv.: als de wie-
len iets zijn uitgestuurd), kan het wat meer kracht kos-
ten om het stuurwiel te verdraaien voor de uitschakeling
van het stuurslot.
fig. 15L0E0107m
Verwijder de sleutel nooit uit het contactslot
als de auto nog in beweging is. Bij de eerste
stuuruitslag blokkeert het stuur automatisch.
Dit geldt in alle gevallen, ook als de auto gesleept
wordt. Het is streng verboden om demontage-/mon-
tagewerkzaamheden uit te voeren, waarvoor wijzi-
gingen in de stuurinrichting of de stuurkolom ver-
eist zijn (bijv. bij montage van een diefstalbevei-
liging). Hierdoor kunnen de prestaties van het sys-
teem, de garantie en de veiligheid in gevaar worden
gebracht en voldoet de auto niet meer aan de type-
goedkeuring.
001-142 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:46 Pagina 44
Page 118 of 276

WEGWIJS IN UW AUTO117
1
BELANGRIJK De benodigde stuurkracht kan toenemen
bij langdurige parkeermanoeuvres; dit is een normaal ver-
schijnsel om oververhitting van de motor voor de stuur-
bekrachtiging te voorkomen. In deze situatie zijn er geen
reparaties vereist. Als u de auto een volgende keer weer
gebruikt, zal de stuurbekrachtiging weer normaal werken.TPMS-SYSTEEM
(Tyre Pressure Monitoring System)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
De auto kan zijn uitgerust met een controlesysteem voor
de bandenspanning TPMS (Tyre Pressure Monitoring Sys-
tem). Dit systeem bestaat uit een sensor die op radiogol-
ven werkt, in de velg van elk wiel. Deze sensor stuurt in-
formatie over de spanning van iedere band naar de
regeleenheid.
AANWIJZINGEN VOOR HET GEBRUIK
VAN HET TPMS
Storingsmeldingen worden niet opgeslagen en worden dus
niet aangegeven als de motor wordt uitgezet en vervolgens
weer wordt gestart. Als de storingen blijven bestaan, stuurt
de regeleenheid de betreffende meldingen pas naar het in-
strumentenpaneel als de auto een korte tijd rijdt.
Zet altijd de motor uit en verwijder de con-
tactsleutel uit het contactslot, waardoor het
stuurwiel wordt vergrendeld, voordat er on-
derhoudswerkzaamheden worden uitgevoerd, voor-
al als de auto met de wielen los van de grond staat.
Als dit niet mogelijk is (als de sleutel in stand MAR
moet staan of de motor moet draaien), moet de
hoofdzekering van de elektrische stuurbekrachti-
ging worden verwijderd.
Het TPMS is niet in staat om te waarschu-
wen voor een plotselinge vermindering van de
bandenspanning (bijvoorbeeld bij een klap-
band). Zet in dat geval de auto stil door voorzich-
tig te remmen en maak daarbij geen plotselinge
stuurbewegingen.
001-142 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:47 Pagina 117
Page 119 of 276

118WEGWIJS IN UW AUTO
Het vervangen van de normale banden door
winterbanden en omgekeerd, vereist ook een
aanpassing van het TPMS, die uitsluitend
door het Lancia Servicenetwerk mag worden uitge-
voerd.
Het TPMS vereist het gebruik van speciale
apparatuur. Raadpleeg het Lancia Service-
netwerk over de accessoires die geschikt zijn
voor het systeem (wielen, wieldeksels enz.). Het ge-
bruik van andere accessoires kan de normale wer-
king van het systeem verhinderen.
De bandenspanning kan variëren afhanke-
lijk van de buitentemperatuur. Het TPMS
kan tijdelijk een te lage bandenspanning sig-
naleren. Controleer in dat geval de bandenspanning
bij koude banden en herstel, indien nodig, de juis-
te spanning.
Als de auto is uitgerust met het TPMS, moet
bij het demonteren van een band, ook het rub-
ber van het ventiel vervangen worden. Wendt
u tot het Lancia Servicenetwerk.
Als de auto is uitgerust met het TPMS, moe-
ten bij het monteren/demonteren van de ban-
den en/of velgen speciale voorzorgsmaatre-
gelen in acht worden genomen. Om te voorkomen dat
de sensoren beschadigen of verkeerd gemonteerd
worden, mogen de banden en/of de velgen uitslui-
tend door gespecialiseerd personeel vervangen wor-
den. Wendt u tot het Lancia Servicenetwerk.
Sterke straling op een radiofrequentie kan het
TPMS-systeem ontregelen. Dit wordt aan de
bestuurder aangegeven door het brandende
lampje
nof het symbool op het instrumentenpaneel
en het verschijnen van een melding op het display.
Deze melding verdwijnt automatisch zodra de sto-
ring het systeem niet meer ontregelt.
001-142 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:47 Pagina 118
Page 139 of 276

138WEGWIJS IN UW AUTO
RADIOZENDAPPARATUUR
EN MOBIELE TELEFOONS
Radiozendapparaten (mobiele telefoons, 27 mc en der-
gelijke) mogen alleen in de auto worden gebruikt met een
aparte antenne aan de buitenkant van de auto.
BELANGRIJK Het gebruik van dergelijke apparaten in de
auto (zonder buitenantenne) kan niet alleen schadelijk zijn
voor de gezondheid van de inzittenden, maar kan ook sto-
ringen in de elektrische systemen van de auto veroorzaken.
Hierdoor wordt de veiligheid in gevaar gebracht.
Bovendien wordt de zend- en ontvangstkwaliteit aan-
zienlijk beperkt door de isolerende eigenschappen van de
carrosserie. Houdt u bij het gebruik van mobiele telefoons
(GSM, GPRS, UMTS) met het officiële EU-keurmerk,
strikt aan de instructies die door de fabrikant van de mo-
biele telefoon zijn bijgeleverd.TA N K E N
BENZINEMOTOREN
Tank uitsluitend loodvrije benzine met een octaangetal
van ten minste 95 RON.
BELANGRIJK Een beschadigde katalysator laat schade-
lijke stoffen in het uitlaatgas achter, waardoor het milieu
wordt vervuild.
BELANGRIJK Tank met de auto nooit, niet in noodge-
vallen en ook niet een klein beetje, loodhoudende benzi-
ne. U zou de katalysator onherstelbaar beschadigen.
001-142 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:47 Pagina 138
Page 210 of 276

NOODGEVALLEN209
4
ZEKERINGENTABEL – Zekeringenkast dashboard
F12
F12
F13
F13
F31
F32
F33
F34
F35
F36
F37
F38
F39
F40
F417,5
15
7,5
15
5
–
20
20
5
20
7,5
10
10
30
7,538
38
38
38
38
–
38
38
38
38
38
38
38
38
38
VERBRUIKERS ZEKERING AMPÈRE FIGUUR
Dimlicht rechts
Dimlicht rechts met Xenon-gasontladingslampen
Dimlicht links, koplampverstelling
Dimlicht links met Xenon-gasontladingslampen
Spoel van relais ventilateur voor airco, body computer
Beschikbaar
Ruitbediening linksachter
Ruitbediening rechtsachter
Achteruitrijlichten, relaisspoelen zekeringenkast
motorruimte, rempedaalschakelaar (contact normaal gesloten),
waterdetectiesensor in brandstoffilter, luchtkwantummeter
Regeleenheid portiervergrendeling, tankklepje, dead lock,
achterklepontgrendeling
Derde remlicht, instrumentenpaneel, regeleenheid adaptieve
verlichting, regeleenheid op gasontladingslamp links
Plafondlampje voor en middenachter (voor bepaalde uitvoeringen/
markten, met elektrisch bediend opendak), zonneklepverlichting aan
bestuurderszijde en passagierszijde, bagageruimteverlichting
en dashboardkastverlichting
Autoradio, radionavigatiesysteem, regeleenheid Blue&Me, sirene
diefstalalarm, alarmsysteem in plafondlampje, regeleenheid
airconditioning, regeleenheid bandenspanningcontrole,
diagnosestekker, plafondlampjes achter
Achterruitverwarming
Verwarming elektrische buitenspiegels, verwarming ruitensproeiers voor
175-214 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:53 Pagina 209
Page 211 of 276

210NOODGEVALLEN
38
38
38
–
38
38
38
38
38
38
38
38F42
F43
F44
F45
F46
F47
F48
F49
F50
F51
F52
F535
30
15
–
20
20
20
5
7,5
5/7,5 (*)
15
7,5
VERBRUIKERS ZEKERING AMPÈRE FIGUUR
Regeleenheid remsysteem, gierhoeksensor
Module voor ruitenwissers op de stuurkolomschakelaar, module
voor tweeweg-pomp ruitensproeiers voor/achter
op de stuurkolomschakelaar
Aansteker/stekkerdoos op tunnelconsole, stekkerdoos bagageruimte
Beschikbaar
Motor opendak
Ruitbediening voor bestuurderszijde
Ruitbediening voor passagierszijde
Schakelaarpanelen waarschuwingsknipperlichten, rechts, links
en in het midden op de autoradio/radionavigatiesysteem (verlichting),
bedieningsorganen op het stuurwiel (verlichting), Schakelaarpaneel
op plafondverlichting voor (verlichting), regeleenheid interieurbewaking,
elektrisch bedienbaar opendak (regeleenheid, verlichting schakelaars),
regensensor/schemersensor, elektronisch dimbare binnenspiegel,
inschakeling verwarmingselementen in voorstoelen
Regeleenheid Airbag
Aansteker (verlichting), bediening cruise-control,
convergenceregeleenheid, regeleenheid parkeersensoren,
AQS-sensor, regeleenheid airconditioning, elektrisch verstelbare
buitenspiegels, regeleenheid bandenspanningcontrole, regeleenheid
rijstrookbewaking, regeleenheid op gasontladingslamp rechts (*)
Module voor achterruitwisser op de stuurkolomschakelaar
Instrumentenpaneel, richtingaanwijzers achter
175-214 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:53 Pagina 210