Lancia Delta 2011 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2011, Model line: Delta, Model: Lancia Delta 2011Pages: 290, PDF Size: 8.39 MB
Page 231 of 290

230ONDERHOUD EN ZORG
is het noodzakelijk de volgende controles vaker uit te voeren, dan
in het Geprogrammeerd Onderhoudsschema staat aangegeven:
❍remblokken voor (schijfremmen) op conditie en slijtage con-
troleren;
❍vergrendelmechanismen van de motorkap en achterklep op
vervuiling controleren en mechanismen smeren;
❍visueel de conditie controleren van: motor, versnellingsbak,
aandrijfassen, uitlaat, brandstof- en remleidingen, rubber
delen (stofkappen, hoezen enz.) en rubber slangen van rem-
en brandstofsysteem;❍acculading en niveau van het elektrolyt in de accu contro-
leren (zie paragraaf “Accu” in dit hoofdstuk);
❍conditie van aandrijfriemen voor hulporganen visueel con-
troleren;
❍pollenfilter controleren en eventueel vervangen; dit is voor-
al raadzaam als een beperking in de capaciteit van de ven-
tilatie wordt geconstateerd;
❍luchtfilter controleren en eventueel vervangen.
Page 232 of 290

ONDERHOUD EN ZORG231
5
NIVEAUS CONTROLEREN – Uitvoering 1.4 Turbo Jet
fig. 1L0E0092m
Page 233 of 290

232ONDERHOUD EN ZORG
Uitvoering 1.4 Turbo Multi Air
fig. 2L0E0204m
Page 234 of 290

ONDERHOUD EN ZORG233
5
Uitvoering 1.6 Multijet/2.0 Multijet
fig. 3L0E0254m
Page 235 of 290

234ONDERHOUD EN ZORG
Uitvoering 1.9 Twin Turbo Multijet
fig. 4L0E0254m
Page 236 of 290

ONDERHOUD EN ZORG235
5
MOTOROLIE A-fig. 1-2-3-4
Controleer het oliepeil als de auto op een vlakke ondergrond staat
en enige minuten (circa 5) na het uitzetten van de motor. Het
oliepeil moet altijd tussen het MIN- en MAX-merkteken op de
oliepeilstok staan. Het verschil tussen het MIN- en MAX-merk-
teken komt overeen met ongeveer 1 liter.
Als het olieniveau dicht bij of onder het MIN-merkteken staat,
moet via de olievulopening motorolie tot aan het MAX-merkte-
ken worden bijgevuld.
Het olieniveau mag nooit het MAX-merkteken overschrijden.
Motorolieverbruik
Als richtlijn geldt een maximaal motorolieverbruik van ongeveer
400 gram per 1000 km. De motor van een nieuwe auto moet nog
worden ingereden. Dit betekent dat het motorolieverbruik pas
na de eerste 5.000 ÷ 6.000 km stabiliseert.
BELANGRIJK Het motorolieverbruik hangt af van de rijstijl en
de gebruiksomstandigheden van de auto.
BELANGRIJK Na het bijvullen of het verversen van de olie, moet
u de motor enige seconden laten draaien, vervolgens de motor
uitzetten en na enige minuten het oliepeil controleren.Wees bij het uitvoeren van werkzaamheden in de
motorruimte extra voorzichtig als de motor nog
warm is: gevaar voor verbranding. Onthoud dat bij
een warme motor de elektroventilateur onverwacht kan
inschakelen: kans op verwonding. Pas op als u sjaals,
dassen of loszittende kledingstukken draagt: deze kunnen
door de bewegende onderdelen worden gegrepen.
Vul nooit olie bij met andere specificaties dan de
olie waarmee de motor is gevuld.
Afgewerkte motorolie en het vervangen motor-
oliefilter bevatten stoffen die schadelijk zijn
voor het milieu. Het is raadzaam om het verver-
sen van de olie en het vervangen van de filters door het
Lancia Servicenetwerk te laten uitvoeren. Dit netwerk
beschikt over de uitrusting voor het op milieuvriendelij-
ke wijze en conform de wettelijke bepalingen verwerken
van afgewerkte olie en oliefilters.
Page 237 of 290

236ONDERHOUD EN ZORG
MOTORKOELVLOEISTOF B-fig. 1-2-3-4
Het niveau van de koelvloeistof moet gecontroleerd worden bij
een koude motor en moet tussen het MIN- en MAX-merkteken
op het expansiereservoir staan. Een te laag niveau bijvullen door
een mengsel van gedemineraliseerd water en 50% PARAFLU
UP
van PETRONAS LUBRICANTS langzaam via de vulopening van
het expansiereservoir te gieten tot aan het MAX-merkteken.
Een mengsel van PARAFLU
UPen gedemineraliseerd water in
een mengverhouding van 50% beveiligt tot een temperatuur van
−35 °C. Voor extreem koude klimatologische omstandigheden
raden wij een mengsel aan van 60% PARAFLU
UPen 40% ge-
demineraliseerd water.
Het motorkoelsysteem is gevuld met PARAFLUUP
-koelvloeistof. Gebruik voor het eventueel bijvul-
len vloeistof met dezelfde specificaties als waar-
mee het motorkoelsysteem is gevuld. PARAFLU
UP-koel-
vloeistof kan niet worden gemengd met welke andere
koelvloeistof dan ook. Als dit toch gebeurt, mag de motor
absoluut niet worden gestart en moet u zich tot het
Lancia Servicenetwerk wenden.
Het koelsysteem staat onder druk. Vervang de
dop zo nodig alleen door een exemplaar van het-
zelfde type, anders kan de werking van het sys-
teem in gevaar worden gebracht. Draai bij een warme
motor de dop van het expansiereservoir nooit los: gevaar
voor verbranding.
Page 238 of 290

ONDERHOUD EN ZORG237
5
RUITENSPROEIERVLOEISTOF
C-fig. 1-2-3-4
Verwijder voor het bijvullen de dop m.b.v. het lipje.
Gebruik een mengsel van water en TUTELA PROFESSIONAL
SC 35 in de volgende mengverhouding:
❍30% TUTELA PROFESSIONAL SC 35 en 70% water in de
zomer.
❍50% TUTELA PROFESSIONAL SC 35 en 50% water in de
winter.
Bij temperaturen onder −20 °C, TUTELA PROFESSIONAL SC
35 onverdund gebruiken.
Controleer visueel het niveau van de vloeistof in het reservoir.
Sluit de dop door op het midden van de dop te drukken.
Rijd niet met een leeg ruitensproeierreservoir: de
ruitensproeiers zijn van fundamenteel belang
voor een optimaal zicht.
Enkele in de handel verkrijgbare ruitensproeiervloei-
stoffen zijn licht ontvlambaar. In de motorruimte bevin-
den zich warme onderdelen die bij contact de vloeistof
kunnen doen ontbranden.
REMVLOEISTOF D-fig. 1-2-3-4
Draai de dop los en controleer of het remvloeistofniveau nog
op het maximum niveau staat. Het niveau mag nooit het MAX-
merkteken overschrijden. Als vloeistof moet worden bijgevuld,
dan raden wij u aan de remvloeistof te gebruiken die staat ver-
meld in de tabel “Vloeistoffen en smeermiddelen” (zie hoofd-
stuk “6”).
OPMERKING Maak de dop van het reservoir en het omringen-
de oppervlak zorgvuldig schoon.
Wees bij het openen van de dop bijzonder voorzichtig zodat er
geen vuil in het reservoir komt.
Gebruik voor het bijvullen altijd een trechter met een ingebouwde
filterzeef van maximaal 0,12 mm.
BELANGRIJK De remvloeistof is hygroscopisch (trekt water
aan). Daarom verdient het aanbeveling, als de auto overwegend
wordt gebruikt in gebieden met een hoge luchtvochtigheid, de
vloeistof vaker te vervangen dan in het “Geprogrammeerd On-
derhoudsschema” staat aangegeven.
Page 239 of 290

238ONDERHOUD EN ZORG
Voorkom contact tussen de zeer corrosieve rem-
vloeistof en de lak. Als remvloeistof wordt
gemorst, moet de lak onmiddellijk met water
worden afgespoeld.
De remvloeistof is giftig en zeer corrosief. Als per
ongeluk remvloeistof wordt gemorst, moeten de
betreffende delen onmiddellijk worden gewassen
met water en neutrale zeep en daarna met veel water
worden afgespoeld. Bij inslikken dient onmiddellijk een
arts te worden geraadpleegd.
Het symbool πop het reservoir geeft aan dat
synthetische remvloeistof en geen minerale
vloeistof moet worden gebruikt. Het gebruik van
minerale vloeistoffen moet absoluut worden vermeden,
omdat de rubbers in het remsysteem door deze vloei-
stoffen worden beschadigd.
LUCHTFILTER/POLLENFILTER
Laat het luchtfilter of het pollenfilter vervangen door het Lan-
cia Servicenetwerk.
Page 240 of 290

ONDERHOUD EN ZORG239
5
ACCU
De accu F-fig, 1-2-3-4 van de auto is “onderhoudsarm”: onder
normale omstandigheden hoeft het elektrolyt niet bijgevuld te
worden met gedestilleerd water.
De werking moet echter regelmatig en uitsluitend door het Lan-
cia Servicenetwerk of gespecialiseerd personeel gecontroleerd
worden.
De vloeistof in de accu is giftig en corrosief.
Voorkom contact met de huid en de ogen. Houd
open vuur en vonkvormende apparaten verwij-
derd van de accu: brand- en ontploffingsgevaar.
Als de accu werkt met een zeer laag vloeistofni-
veau, ontstaat onherstelbare schade aan de accu
en kan de accu openbarsten.
ACCU VERVANGEN
Als de accu vervangen wordt, moet een originele accu met de-
zelfde specificaties worden geïnstalleerd.
Als de accu vervangen wordt door een accu met andere specifi-
caties, vervallen de onderhoudsintervallen die in het “Gepro-
grammeerd Onderhoudsschema” staan aangegeven.
Voor het onderhoud van de nieuwe accu dient u zich strikt te
houden aan de aanwijzingen van de fabrikant van de accu.
ESP 2-systeem
Als de accu losgekoppeld is geweest, gaat het lampje
ábranden
(op het display verschijnt ook een melding) om aan te geven dat
het systeem gereset moet worden. Voer de volgende initialisa-
tieprocedure uit om het lampje te laten doven:
❍draai de contactsleutel in stand MAR;
❍draai het stuur helemaal naar rechts en vervolgens naar links
(zodat het stuurwiel de rechtuitstand “passeert”);
❍draai de contactsleutel in stand STOP en vervolgens in stand
MAR.
Als na enkele seconden het lampje
ániet dooft, wendt u dan tot
het Lancia Servicenetwerk.