Lancia Delta 2011 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2011, Model line: Delta, Model: Lancia Delta 2011Pages: 290, PDF Size: 8.39 MB
Page 191 of 290

190NOODGEVALLEN
❍stop na ongeveer 10 minuten en controleer opnieuw de ban-
denspanning; vergeet niet de handrem aan te trekken;❍als een spanning van ten minste 1,8 bar wordt gemeten, her-
stel dan de correcte bandenspanning (met draaiende motor
en aangetrokken handrem) en rijd verder;
❍rijd zeer voorzichtig naar de dichtstbijzijnde werkplaats van
het Lancia Servicenetwerk.
Plaats de sticker op een voor de bestuurder goed
zichtbare plaats om aan te geven dat de band
behandeld is met de snelle bandenreparatieset.
Rijd voorzichtig vooral in bochten. Rijd niet harder dan
80 km/h. Vermijd bruusk accelereren en remmen.
Als de bandenspanning onder 1,8 bar is gedaald,
mag niet verder worden gereden: de snelle ban-
denreparatieset Fix & Go automatic kan de ver-
eiste wegligging niet garanderen omdat de band te erg
beschadigd is. Wendt u tot het Lancia Servicenetwerk.
U moet absoluut aangeven dat de band is gere-
pareerd met de snelle bandenreparatieset.
Overhandig de informatiefolder aan het perso-
neel dat de band moet repareren die behandeld is met de
snelle bandenreparatieset.
Page 192 of 290

NOODGEVALLEN191
4
ALLEEN VOOR HET CONTROLEREN
EN HERSTELLEN VAN DE SPANNING
De compressor kan ook worden gebruikt voor het herstellen van
de bandenspanning. Maak de snelkoppeling los en verbind de
koppeling direct met het ventiel van de band fig. 6; op deze
manier wordt de spuitbus niet met de compressor verbonden
en wordt de afdichtvloeistof niet in de band gespoten.
fig. 6
L0E0079m
Page 193 of 290

192NOODGEVALLEN
PROCEDURE VOOR HET VERVANGEN
VAN DE SPUITBUS
Ga als volgt te werk voor het vervangen van de spuitbus:
❍maak de koppeling A-fig. 7 los;
❍draai de te vervangen spuitbus linksom en trek de spuitbus
omhoog;
❍plaats de nieuwe spuitbus en draai de spuitbus rechtsom;
❍sluit de koppeling A aan op de spuitbus en plaats de door-
zichtige vulbuis B in het daarvoor bestemde vak.
fig. 7
L0E0080m
Page 194 of 290

NOODGEVALLEN193
4
WIEL VERWISSELEN
ALGEMENE AANWIJZINGEN
De auto kan zijn uitgerust met een noodreservewiel (optional
voor bepaalde uitvoeringen/markten).
Voor het verwisselen van het wiel en voor het juiste gebruik van
de krik en het noodreservewiel moeten de onderstaande voor-
zorgsmaatregelen in acht worden genomen.
Het noodreservewiel (voor bepaalde uitvoerin-
gen/markten) behoort bij de auto waarbij het gele-
verd is. Gebruik het noodreservewiel niet bij
andere auto's en monteer geen reservewielen van andere
auto's. Het noodreservewiel mag alleen in noodgevallen
worden gebruikt. Het noodreservewiel moet zo kort moge-
lijk gebruikt worden en er mag niet sneller dan 80 km/h
mee worden gereden. Op het noodreservewiel is een oran-
je sticker aangebracht waarop de belangrijkste aanwij-
zingen en de beperkingen staan vermeld met betrekking
tot het gebruik van het reservewiel.
Deze sticker mag absoluut niet worden verwijderd
of afgedekt. Op het noodreservewiel mag nooit een
wieldeksel worden gemonteerd. Op de sticker
staan de volgende aanwijzingen in vier talen vermeld:
ATTENTIE! ALLEEN VOOR TIJDELIJK GEBRUIK!
80 KM/H MAX! VERVANG ZO SNEL MOGELIJK DOOR
EEN NORMAAL WIEL. BEDEK DEZE AANWIJZIN-
GEN NIET.
Als u het gemonteerde velgtype wilt vervangen (lichtme-
talen velgen in plaats van stalen of omgekeerd) moeten
tevens alle wielbouten worden vervangen door bouten met
een lengte die aangepast is aan het velgtype.
Attendeer het overige wegverkeer op de stil-
staande auto m.b.v.: de waarschuwingsknipper-
lichten, de gevarendriehoek enz. Tijdens het ver-
wisselen van een wiel moeten alle inzittenden de auto
hebben verlaten, vooral als de auto zwaar beladen is,
en op een veilige afstand van het verkeer wachten, tot-
dat het wiel verwisseld is. Blokkeer de wielen met ste-
nen of andere voorwerpen als de auto schuin op een hel-
ling of op een slecht wegdek staat.
Page 195 of 290

194NOODGEVALLEN
Bij een gemonteerd noodreservewiel veranderen
de rij-eigenschappen van de auto. Vermijd met
vol gas optrekken, bruusk remmen en hoge snel-
heden in de bochten. Het noodreservewiel heeft een
levensduur van ongeveer 3000 km. Na deze afstand
moet de band van het noodreservewiel vervangen wor-
den door een nieuwe band van hetzelfde type. Monteer
nooit een normale band op de velg van het noodreserve-
wiel. Laat het verwisselde wiel zo snel mogelijk repa-
reren en monteren. Gebruik nooit twee of meer noodre-
servewielen. Smeer voor montage de schroefdraad van
de wielbouten niet met vet: de bouten kunnen loslopen.De krik dient uitsluitend voor het verwisselen
van een wiel van de auto waarbij de krik gele-
verd is of voor auto's van hetzelfde model.
Gebruik de krik niet voor het opkrikken van andere
auto's. En beslist nooit voor het uitvoeren van werk-
zaamheden onder de auto. Als de krik niet juist
geplaatst wordt, kan de opgekrikte auto van de krik
vallen. Op een sticker op de krik is het maximum hef-
vermogen aangegeven; de krik mag nooit voor een
zwaardere last worden gebruikt. Het noodreservewiel
is niet geschikt voor de montage van sneeuwkettingen.
Als u een lekke voorband (aangedreven wiel) hebt en er
moet met sneeuwkettingen worden gereden, dan moet u
een wiel van de achteras afhalen en daarvoor in de
plaats het noodreservewiel monteren. Zo hebt u op de
vooras twee normale wielen waarop u sneeuwkettingen
kunt monteren.
Door een verkeerde montage kan het wieldeksel
tijdens het rijden loslaten. Maak het ventiel
absoluut niet open. Plaats geen enkel stuk
gereedschap tussen velg en band. Controleer regelmatig
de spanning van de banden en van het noodreservewiel
en houd daarbij de waarden aan die beschreven staan
in hoofdstuk “6”.
Gereedschaptas (uitvoeringen met Bose HI-FI)
Bij uitvoeringen met Bose HI-FI bevindt zich een gereedschap-
tas in de bagageruimte.
De gereedschaptas bevat:
❍schroevendraaier;
❍sleepoog;
❍wielboutsleutel;
❍montagehulpstuk voor wielbouten;
❍centreerpen voor lichtmetalen wielen;
❍krik.
Page 196 of 290

NOODGEVALLEN195
4
SUBWOOFER VERWIJDEREN
(uitvoeringen met Bose HI-FI)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
BELANGRIJK De volgende procedure geldt alleen voor auto's
die zijn uitgerust met een Bose HI-FI audio-installatie met Sub-
woofer (voor bepaalde uitvoeringen/markten).
SUBWOOFER EN NOODRESERVEWIEL
Ga voor het verwijderen van de Subwoofer als volgt te werk:
❍open de achterklep, trek aan de lus A-fig. 10 en trek de vloer-
bedekking omhoog;
❍draai de blokkeerschroef A-fig. 8 los, til de Subwoofer op en
verwijder vervolgens verbindingskabel B van klittenband C;❍plaats de Subwoofer opzij in de bagageruimte, verwijder de
houder en neem het noodreservewiel uit;
❍ga vervolgens verder met het verwisselen van het wiel zoals
in dit hoofdstuk wordt beschreven.
Ter afsluiting:
❍plaats de houder terug in de zitting en plaats de Subwoofer
in de houder zoals is aangegeven op de houder (fig. 9). De
pijl op het vulstuk moet in de rijrichting van de auto wij-
zen;
❍plaats de kabel B-fig. 8 op het klittenband C om afknelling
te voorkomen. Draai vervolgens de blokkeerschroef A-fig.
8 vast. Laat de vloerbedekking van de bagageruimte zak-
ken.
fig. 8
L0E0176mfig. 9L0E0177m
Page 197 of 290

196NOODGEVALLEN
RESERVEWIEL UITNEMEN
Het is nodig te weten dat:
❍de krik 1,76 kg weegt;
❍de krik geen afstelwerkzaamheden vereist;
❍de krik bij beschadiging vervangen moet worden door een
krik van hetzelfde type;
❍buiten de slinger geen enkel ander gereedschap op de krik
gemonteerd mag worden.
Ga voor het verwisselen van een wiel als volgt te werk:
❍zet de auto stil op een plaats waar het verkeer niet in ge-
vaar wordt gebracht en in alle veiligheid het wiel kan wor-
den verwisseld. Zet de auto zo mogelijk op een vlakke en ste-
vige ondergrond;
❍zet de motor uit en trek de handrem aan;
❍schakel de eerste versnelling of de achteruit in;
❍trek de vloerbedekking van de bagageruimte omhoog aan
handvat A-fig. 10 (bij uitvoeringen met een dubbele laad-
ruimte, til eerst de afdekplaat en vervolgens de vloerbedek-
king op);
❍draai de blokkeerschroef B-fig. 10 los;
❍neem de gereedschaphouder C uit en zet de houder dicht
bij het te verwisselen wiel;
❍neem het noodreservewiel D-fig. 10 uit;
❍verwijder met de bijgeleverde schroevendraaier het geklem-
de wieldeksel bij de inkeping op de rand van het deksel;
fig. 10
L0E0081m
Page 198 of 290

NOODGEVALLEN197
4
❍bij uitvoeringen met een dubbele laadruimte, til de bekle-
ding van de dubbele laadruimte op en maak er de vloerbe-
dekking van de bagageruimte aan vast, zoals is aangegeven
in fig. 10.
❍verwijder bij auto’s met lichtmetalen velgen het geklemde wiel-
deksel met behulp van de bijgeleverde schroevendraaier;
❍draai met de bijgeleverde sleutel E-fig. 11 de wielbouten van
het te verwisselen wiel ongeveer een slag los;
❍draai de slinger van de krik zo, dat de krik iets omhoog komt;
❍plaats de krik dicht bij het te verwisselen wiel, bij het teken
Oop de chassisbalk;
❍controleer of de groef F-fig. 12 van de krik goed om de rand
van de chassisbalk G valt;
fig. 11
L0E0082mfig. 12L0E0083m
Page 199 of 290

198NOODGEVALLEN
❍waarschuw eventuele omstanders dat de auto wordt opge-
krikt; zorg ervoor dat ze zich niet in de nabijheid van de
auto bevinden en de auto vooral niet aanraken totdat deze
weer geheel op de grond staat;
❍plaats de slinger H-fig. 12 op de plaats aangegeven met
I op de krik en zet de auto omhoog, totdat het wiel enige cen-
timeters los van de grond is. Als u de slinger draait, moet u
zorgen voor voldoende werkruimte, zodat u geen schaaf-
wonden aan uw hand oploopt door contact met de grond.
Ook de bewegende delen van de krik (schroefdraad en schar-
nieren) kunnen letsel veroorzaken: vermijd contact met de-
ze onderdelen. Reinig uw handen zorgvuldig als deze met vet
in contact zijn geweest;
❍zorg ervoor dat de boutgaten en alle contactvlakken van het
noodreservewiel schoon zijn en geen onzuiverheden bevat-
ten, omdat hierdoor na verloop van tijd de wielbouten kun-
nen loslopen;
❍monteer het noodreservewiel, waarbij de pennen T-fig. 13 in
een van de gaten A in het wiel moeten vallen;
❍draai de 4 wielbouten handvast;
❍draai de slinger van de krik zodat de auto zakt, en verwij-
der de krik;
❍draai de wielbouten kruiselings vast, in de volgorde die is
aangegeven in fig. 13.
fig. 13
L0E0113m
Page 200 of 290

NOODGEVALLEN199
4
NORMALE WIEL MONTEREN
Volg de hiervoor beschreven procedure, krik de auto op en de-
monteer het noodreservewiel.
Uitvoeringen met stalen velgen
Ga als volgt te werk:
❍zorg ervoor dat de boutgaten en alle contactvlakken van het
normale wiel schoon zijn en geen onzuiverheden bevatten,
omdat hierdoor na verloop van tijd de wielbouten kunnen
loslopen;
❍monteer het normale wiel door de 4 wielbouten in de bout-
gaten te plaatsen;
❍draai met de bijgeleverde sleutel de wielbouten handvast aan;
❍monteer het geklemde wieldeksel, waarbij de inkeping (op
het wieldeksel) moet samenvallen met het ventiel;
❍laat de auto zakken en verwijder de krik;
❍draai met de bijgeleverde sleutel de wielbouten kruiselings
vast, in de volgorde die eerder is afgebeeld.Uitvoeringen met lichtmetalen velgen
❍plaats het wiel op de naaf en draai met de bijgeleverde sleu-
tel de bouten vast;
❍laat de auto zakken en verwijder de krik;
❍draai met de bijgeleverde sleutel de wielbouten vast in de
volgorde die is aangegeven in fig. 8;
❍monteer het geklemde wieldeksel en zorg ervoor dat het re-
ferentiegat op het wiel samenvalt met de referentiepen op het
wieldeksel.
BELANGRIJK Door een verkeerde montage kan het wieldeksel
tijdens het rijden loslaten.