Lancia Delta 2011 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2011, Model line: Delta, Model: Lancia Delta 2011Pages: 290, PDF Size: 8.39 MB
Page 201 of 290

200NOODGEVALLEN
Ter afsluiting
❍plaats het noodreservewiel D-fig. 10 op de daarvoor bestemde
plek in de bagageruimte;
❍druk de half geopende krik stevig in de houder om rammelen
tijdens het rijden te voorkomen;
❍berg het gebruikte gereedschap op in de gereedschaphouder;
❍plaats de gereedschaphouder op het reservewiel en draai de
blokkeerschroef B-fig. 10 vast;
❍plaats de vloerbedekking op de juiste wijze op de vloer van
de bagageruimte.
BELANGRIJK In tubeless banden mogen geen binnenbanden
gebruikt worden. Controleer regelmatig de spanning van de ban-
den, ook van het noodreservewiel.GLOEILAMP VERVANGEN
ALGEMENE AANWIJZINGEN
❍Controleer voordat u een lamp vervangt of de contacten niet
zijn geoxideerd;
❍vervang een defecte lamp door een exemplaar van hetzelf-
de type en vermogen;
❍als u een gloeilamp in de koplamp hebt vervangen, con-
troleer dan om veiligheidsredenen altijd of de afstelling nog
goed is;
❍als een lamp niet brandt, controleer dan eerst of de zeke-
ring niet doorgebrand is, voordat u de lamp vervangt: zie
voor de plaats van de zekeringen de paragraaf “Zekeringen
vervangen” in dit hoofdstuk.
Modificaties of reparaties aan de elektrische
installatie die niet correct worden uitgevoerd en
waarbij geen rekening wordt gehouden met de
technische specificaties van het systeem, kunnen storin-
gen in de werking en zelfs brand veroorzaken.
Afhankelijk van het gemonteerde velgtype (licht-
metaal of staal) worden specifieke wielbouten
gebruikt en een specifiek noodreservewiel die
alleen bij dat type velg horen. De wielbouten van de
lichtmetalen velgen zijn te herkennen aan de vaste ring
en aan een holle uitsparing op de kop van de wielbout
zelf. Mocht u toch het gemonteerde velgtype willen ver-
vangen (lichtmetalen velgen in plaats van stalen of omge-
keerd), dan dient u zich te wenden tot het Lancia
Servicenetwerk voor het juiste type wielbouten en het
juiste noodreservewiel. Bewaar de standaard gemonteer-
de wielbouten voor het geval dat u de oorspronkelijk op
de auto gemonteerde wielen weer wilt monteren.
Page 202 of 290

NOODGEVALLEN201
4
Halogeenlampen bevatten gas onder druk. Bij
breuk kunnen er glassplinters wegschieten.BELANGRIJK Aan de binnenzijde kan de koplamp een beetje
beslagen zijn: dit duidt niet op een defect, maar is een natuur-
lijk verschijnsel dat veroorzaakt wordt door een lage temperatuur
en de luchtvochtigheidsgraad, en verdwijnt snel als de koplam-
pen worden ingeschakeld. De aanwezigheid van druppels aan
de binnenzijde van de koplamp duidt daarentegen op het bin-
nendringen van water: wendt u tot het Lancia Servicenetwerk.
BELANGRIJK Bij lage buitentemperaturen of hoge luchtvoch-
tigheid of na een hevige regenbui of na het wassen kunnen de
koplampunits of de achterlichtunits beslagen zijn en/of kun-
nen er in de units condensdruppels ontstaan. Dit is een natuur-
lijk verschijnsel als gevolg van het verschil in temperatuur en
vochtigheidsgraad voor en achter het lampenglas. Het duidt niet
op een defect en heeft geen invloed op de normale werking van
de verlichtingsunits. De wasem verdwijnt snel vanaf het midden
van de verlichtingsunit geleidelijk naar de randen, als de ver-
lichting wordt ingeschakeld.
Halogeenlampen mag u uitsluitend aanraken op
het metalen gedeelte. Als u de bol met uw vingers
aanraakt, zal de lichtopbrengst van de lamp
teruglopen en kan ook de levensduur beperkt worden.
Als u de bol per ongeluk toch hebt aangeraakt, moet u de
bol schoonwrijven met een doekje met alcohol en daar-
na laten drogen.
Wij raden u aan defecte gloeilampen, indien
mogelijk, door het Lancia Servicenetwerk te
laten vervangen. De juiste werking en afstelling
van de buitenverlichting zijn van essentieel belang voor
de rijveiligheid en bovendien wettelijk verplicht.
Page 203 of 290

202NOODGEVALLEN
fig. 14L0E0084m
TYPEN GLOEILAMPEN fig. 14
Op de auto zijn verschillende typen gloeilampen gemonteerd:
A. Glasfittinglampen: deze zijn voorzien van een klemfitting.
Verwijder de lamp door de lamp uit de houder te trekken.
B. Gloeilampen met bajonetfitting: verwijder de lamp uit de
houder door hem iets in te drukken en linksom te draaien.
C. Buislampen: verwijder de lamp door hem uit de veercon-
tacten los te maken.
D. Halogeenlampen: verwijder de lamp door de borgveer los
te haken uit de zitting.
E. Halogeenlampen: verwijder de lamp door de borgveer los
te haken uit de zitting.
Page 204 of 290

–
–
55 W
55 W
24 W
–
5 W
–
–
5 W
55 W
16 W
16 W
–
5 W
5 W
5 W
NOODGEVALLEN203
4
LED
LED
D1S(*) / H7
H1(*) / H7
PY 24W
LED
WY5W
LED
LED
W5W
H11
W16W
W16W
5L/5K
12V 5W
12V 5W
W5W–
–
D
D
B
–
A
–
–
C
E
B
B
–
C
C
A
(*) Xenon-gasontladingslampen
Lampen Type Vermogen Figuur
Buitenverlichting voor/dagverlichting
Achterlichten
Dimlicht
Grootlicht
Richtingaanwijzer voor
Richtingaanwijzer achter
Flankrichtingaanwijzer
Remlichten
Derde remlicht
Kentekenplaatverlichting
Mistlampen voor
Mistachterlicht
Achteruitrijlicht
Plafondverlichting voor (witte leds)
Plafondverlichting achter
Bagageruimteverlichting/
verlichting dashboardkastje
Dorpelverlichting
Page 205 of 290

204NOODGEVALLEN
GLOEILAMP BUITENVERLICHTING
VERVANGEN
KOPLAMPUNITS fig. 15
In de koplampunits zijn de gloeilampen van het dimlicht, het
grootlicht en de richtingaanwijzers opgenomen. De lampen zijn
op de volgende wijze geplaatst:
A. Grootlicht;
B. Dimlicht;
C. Richtingaanwijzers.DIMLICHT
Met gloeilampen
Gloeilamp vervangen:
❍verwijder het beschermdeksel B-fig. 15;
❍haak de borgveer van de lamp A-fig. 16 los;
❍maak de stekker B los;
❍trek de lamp C uit de houder en vervang hem;
❍monteer de nieuwe lamp; hierbij moet de nok van het me-
talen deel vallen in de uitsparing in de reflector; sluit ver-
volgens de stekker B weer aan en haak de borgveer A vast;
❍monteer het beschermdeksel B-fig. 15 op de juiste wijze.
fig. 15
L0E0154mfig. 16L0E0155m
Page 206 of 290

NOODGEVALLEN205
4
Met gasontladingslampen (Xenon)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
GROOTLICHT
Met gloeilampen
Gloeilamp vervangen:
❍verwijder het beschermdeksel A-fig. 15;
❍haak de borgveer van de lamp A-fig. 17 los;
❍maak de stekker B los;
❍trek de lamp C uit de houder en vervang hem;
❍monteer de nieuwe lamp; hierbij moet de nok van het me-
talen deel vallen in de uitsparing in de reflector; sluit ver-
volgens de stekker B weer aan en haak de borgveer A vast;
❍monteer het beschermdeksel A-fig. 15 op de juiste wijze.
fig. 17
L0E0156m
Door de hoge voedingsspanning mogen defecte
gasontladingslampen (Xenon) uitsluitend ver-
vangen worden door gespecialiseerd personeel:
levensgevaar! Wendt u tot het Lancia Servicenetwerk.
Met gasontladingslampen (Xenon)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Door de hoge voedingsspanning mogen defecte
gasontladingslampen (Xenon) uitsluitend ver-
vangen worden door gespecialiseerd personeel:
levensgevaar! Wendt u tot het Lancia Servicenetwerk.
Page 207 of 290

206NOODGEVALLEN
BUITENVERLICHTING/DAGVERLICHTING
De buitenverlichting/dagverlichting zijn uitgerust met leds.
Wendt u voor de vervanging tot het Lancia Servicenetwerk.
RICHTINGAANWIJZERS
Voor
Gloeilamp vervangen:
❍verwijder het beschermdeksel C-fig. 15;
❍druk op de blokkeerlippen van de lamphouder (aangege-
ven door de pijlen in fig. 18) en trek tegelijkertijd de unit
naar buiten;
❍verwijder en vervang de lamp A;
❍monteer het beschermdeksel C op de juiste wijze.Flankrichtingaanwijzers
Gloeilamp vervangen:
❍duw tegen het lampenglas A-fig. 19 zodat de interne borg-
veer B wordt ingedrukt en trek de unit naar buiten;
❍draai de lamphouder C linksom, verwijder de geklemde lamp
D en vervang hem;
❍plaats de lamphouder C in het lampenglas door hem rechts-
om te draaien;
❍monteer de unit en controleer of de interne borgveer B goed
vastzit (geborgd).
fig. 18
L0E0157mfig. 19L0E0158m
Page 208 of 290

NOODGEVALLEN207
4
MISTLAMPEN VOOR fig. 20
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Wendt u voor het vervangen van defecte mistlampen tot het Lan-
cia Servicenetwerk.
ACHTERLICHTUNITS
Wendt u voor het vervangen van de leds in de achterlichtunit tot
het Lancia Servicenetwerk.
ACHTERUITRIJLICHTEN fig. 21
Wendt u voor het vervangen van een gloeilamp van het achter-
uitrijlicht tot het Lancia Servicenetwerk.MISTACHTERLICHTEN fig. 22
Wendt u voor het vervangen van een gloeilamp van het mis-
tachterlicht tot het Lancia Servicenetwerk.
fig. 20
L0E0159mfig. 22L0E0161m
fig. 21L0E0160m
Page 209 of 290

208NOODGEVALLEN
DERDE REMLICHT fig. 23
Wendt u voor het vervangen van de leds van het derde remlicht
tot het Lancia Servicenetwerk.
KENTEKENPLAATVERLICHTING
Gloeilamp vervangen:
❍verwijder het lampenglas A-fig. 24 op het door de pijlen aan-
gegeven punt;
❍trek de lamp B uit de houder en vervang hem.
fig. 23
L0E0162mfig. 25L0E0282m
fig. 24L0E0163m
Page 210 of 290

NOODGEVALLEN209
4
fig. 27L0E0166m
fig. 26L0E0165m
GLOEILAMP INTERIEURVERLICHTING
VERVANGEN
Zie voor het type lamp en het bijbehorende vermogen de para-
graaf “Typen gloeilampen”.PLAFONDVERLICHTING VOOR
Gloeilampen vervangen:
❍maak het plafondlampje A-fig. 26 op de door de pijlen aan-
gegeven punten los;
❍open het beschermdeksel B-fig. 27;
❍maak de lampen C los uit de veercontacten aan de zijkant
en vervang ze; controleer of de nieuwe lampen goed vast-
zitten in de veercontacten;
❍sluit het beschermdeksel B-fig. 27 en plaats het plafond-
lampje A-fig. 26 in de zitting; controleer of het goed geborgd
is.
BELANGRIJK Op enkele uitvoeringen is het plafondlampje in
fig. 26 achter geplaatst (bij aanwezigheid van een opendak). Zie
voor het vervangen van de betreffende lampen de paragraaf “Pla-
fondlampje voor” in dit hoofdstuk.