Lancia Delta 2011 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2011, Model line: Delta, Model: Lancia Delta 2011Pages: 290, PDF Size: 8.39 MB
Page 241 of 290

240ONDERHOUD EN ZORG
Als u de auto langere tijd stalt in extreem koude
omstandigheden moet, om bevriezing te voorko-
men, de accu worden verwijderd en op een ver-
warmde plaats worden bewaard.
Bij werkzaamheden aan de accu of in de buurt
van de accu, moet u uw ogen altijd beschermen
met een speciale bril.
Onoordeelkundige montage van elektrische en
elektronische apparatuur kan ernstige schade
toebrengen aan de auto. Als u na aanschaf van
uw auto accessoires wilt monteren (diefstalalarm,
mobiele telefoon enz.), wendt u dan tot het Lancia
Servicenetwerk. Daar kan men u de meest geschikte
installaties aanraden en controleren of het noodzakelijk
is een accu met een grotere capaciteit te monteren.
Accu's bevatten zeer schadelijke stoffen voor het
milieu. Het verdient aanbeveling een defecte
accu door het Lancia Servicenetwerk te laten
vervangen, omdat het beschikt over de uitrusting voor
het op milieuvriendelijke wijze en conform de wettelij-
ke bepalingen, verwerken van defecte accu's.
Page 242 of 290

ONDERHOUD EN ZORG241
5
PRAKTISCHE TIPS OM DE LEVENSDUUR
VAN DE ACCU TE VERLENGEN
Om het snel ontladen van de accu te voorkomen en de levens-
duur te verlengen, dient u de volgende aanwijzingen nauwkeu-
rig op te volgen:
❍wanneer u de auto parkeert, controleer dan of de portieren,
de motorkap en de achterklep goed gesloten zijn. Hiermee
wordt voorkomen dat de interieurverlichting blijft branden;
❍schakel de interieurverlichting uit: de auto is in ieder geval
uitgerust met een systeem voor automatische uitschakeling
van de interieurverlichting;
❍voorkom zoveel mogelijk het gebruik van stroomverbruikers
als de motor uitstaat (autoradio, waarschuwingsknipper-
lichten enz.);
❍maak voordat werkzaamheden aan de elektrische installatie
van de auto worden uitgevoerd, eerst de klem los van de min-
pool op de accu;
❍de klemmen moeten altijd goed zijn bevestigd.
BELANGRIJK Een accu die gedurende langere tijd minder dan
50% geladen is, raakt door sulfatering beschadigd. Hierdoor
loopt de capaciteit en het startvermogen terug.Ook is de accu dan gevoeliger voor bevriezing (reeds bij tempe-
raturen van circa −10 °C). Als u de auto langere tijd niet ge-
bruikt, zie dan de paragraaf “Auto langere tijd stallen” in hoofd-
stuk “3”.
Als u na aanschaf van uw auto accessoires wilt monteren die con-
stante voeding nodig hebben (diefstalalarm enz.), of accessoi-
res die de elektrische installatie zwaar belasten, raden wij u aan
contact op te nemen met het Lancia Servicenetwerk Daar kan
men u de meest geschikte installaties uit het Lancia Lineacces-
sori-programma aanraden en controleren of de elektrische in-
stallatie van de auto geschikt is voor het extra stroomverbruik
of dat het noodzakelijk is een accu met een grotere capaciteit te
monteren.
Enkele van deze stroomverbruikers blijven continu stroom ver-
bruiken ook bij een uitgezette motor, waardoor de accu gelei-
delijk ontlaadt.
Page 243 of 290

242ONDERHOUD EN ZORG
WIELEN EN BANDEN
De spanning van de banden, inclusief het noodreservewiel, moet
regelmatig, om de twee weken en voor een lange rit, worden
gecontroleerd: de bandenspanning moet bij koude banden wor-
den gecontroleerd.
Tijdens het rijden neemt de bandenspanning toe; zie voor de juis-
te waarde van de bandenspanning de paragraaf “Wielen” in
het hoofdstuk “6”.
Een onjuiste bandenspanning veroorzaakt een onregelmatige slij-
tage van de banden fig. 5:
A normale spanning: gelijkmatige slijtage van het loopvlak.
B te lage spanning: te grote slijtage aan de zijkanten van het
loopvlak.
C te hoge spanning: te grote slijtage in het midden van het loop-
vlak.
Banden moeten worden vervangen als de profieldiepte van het
loopvlak minder is dan 1,6 mm. Houdt u echter altijd aan de be-
palingen van het land waarin u rijdt.
fig. 5
L0E0096m
BELANGRIJKE TIPS
❍Voorkom bruusk remmen, met spinnende wielen optrekken,
harde contacten tussen banden en stoepranden, kuilen en
andere obstakels. Het langdurig rijden op een slecht wegdek
kan de banden beschadigen;
❍controleer de banden regelmatig op scheuren in de wangen
en bulten of slijtplekken op het loopvlak. Wendt u in dit ge-
val tot het Lancia Servicenetwerk;
❍rijd nooit met een te zwaar beladen auto: hierdoor kunnen
de wielen en de banden ernstig beschadigd worden;
❍stop zo snel mogelijk bij een lekke band en verwissel het wiel
om beschadiging van de band, de velg, de wielophanging
en de stuurinrichting te voorkomen;
❍banden verouderen, ook als zij weinig of nooit gebruikt zijn.
Scheurtjes in het loopvlak en op de wangen geven aan dat de
band verouderd is. Banden die langer dan zes jaar onder een
auto gemonteerd zijn, moeten dan ook door een specialist wor-
den gecontroleerd. Dit geldt in het bijzonder voor het nood-
reservewiel;
❍monteer nooit gebruikte banden of banden, waarvan de her-
komst onbekend is;
Page 244 of 290

ONDERHOUD EN ZORG243
5
❍bij de montage van een nieuwe band moet ook het ventiel
vernieuwd worden;
❍om een gelijke slijtage van de banden op de vooras en de ach-
teras te verkrijgen, is het raadzaam de banden om de 10.000/
15.000 km van as te verwisselen. Hierbij moeten de ban-
den aan dezelfde zijde van de auto gemonteerd blijven, zo-
dat een omkering van de draairichting wordt voorkomen.
Bedenk dat ook de wegligging afhankelijk is van
een juiste bandenspanning.
Door een te lage bandenspanning wordt de band
te heet, waardoor er onherstelbare inwendige
schade aan de band kan ontstaan.
Verwissel de banden niet kruiselings, waarbij de
banden van de rechterzijde aan de linkerzijde en
omgekeerd worden gemonteerd.
Voer bij lichtmetalen velgen geen spuitwerkzaamheden
uit die een temperatuur vereisen boven 150 °C. De
mechanische eigenschappen van de wielen kunnen
hierdoor in gevaar worden gebracht.
Page 245 of 290

244ONDERHOUD EN ZORG
RUBBER SLANGEN
Houd voor de rubber slangen van het rem- en brandstofsysteem
zeer nauwkeurig de voorschriften van het “Geprogrammeerd
Onderhoudsschema” in dit hoofdstuk aan.
Ozon, hoge temperaturen en het gedurende langere tijd ontbre-
ken van vloeistof in een systeem zorgen ervoor dat de slangen
uitdrogen en scheuren, waardoor het betreffende systeem kan
gaan lekken. Daarom is zorgvuldige controle noodzakelijk.
RUITENWISSERS/ACHTERRUITWISSER
WISSERBLADEN
Maak de wisserbladen regelmatig schoon met een schoonmaak-
middel; wij raden TUTELA PROFESSIONAL SC 35 aan.
Vervang de wisserbladen als het rubber vervormd of versleten
is. Het verdient aanbeveling ten minste één maal per jaar de wis-
serbladen te vervangen.
Met enkele simpele voorzorgsmaatregelen is het mogelijk be-
schadigingen van het rubber te voorkomen:
❍wanneer de temperatuur onder 0 °C is gedaald, moet ge-
controleerd worden of er geen ijs tussen wisserblad en ruit
zit. Maak de wissers zo nodig vrij met een anti-vriesmiddel;
❍verwijder eventueel opgehoopte sneeuw van de ruit: om de
wisserbladen te beschermen en oververhitting van de rui-
tenwissermotor te voorkomen;
❍schakel de ruitenwissers/achterruitwisser niet op een droge
ruit in.
Rijden met versleten ruitenwisserbladen is zeer
gevaarlijk, omdat ze het zicht onder slechte
weersomstandigheden aanzienlijk beperken.
Page 246 of 290

ONDERHOUD EN ZORG245
5
Wisserbladen voor vervangen fig. 6
Ga als volgt te werk:
❍til de wisserarm van de voorruit en plaats het wisserblad on-
der een hoek van 90° ten opzichte van de arm;
❍druk op lip A en verwijder het wisserblad van de arm;
❍monteer het nieuwe wisserblad en controleer of het geborgd
is.
fig. 6
L0E0097m
Wisserblad achter vervangen fig. 7
Ga als volgt te werk:
❍kantel het dopje A omhoog, draai de moer B los, waarmee
de wisserarm aan de as is bevestigd, en neem de arm van
de as;
❍plaats de nieuwe wisserarm in de juiste stand en draai de
moer zorgvuldig vast;
❍kantel het dopje naar beneden.
fig. 7
L0E0098m
Page 247 of 290

246ONDERHOUD EN ZORG
RUITENSPROEIERS
Voorruit (ruitensproeiers) fig. 8
Als de ruitensproeiers niet werken, controleer dan eerst het ni-
veau in het ruitensproeiertankje (zie de paragraaf “Niveaus con-
troleren” in dit hoofdstuk).
Controleer vervolgens of de ruitensproeiermonden niet verstopt
zijn. Deze kunnen zo nodig met een speld worden doorgeprikt.
De stralen van de ruitensproeiers kunt u richten door de sproei-
ermonden af te stellen.
De stralen moeten op ongeveer 1/3 van de bovenkant van de ruit
worden gericht.
BELANGRIJK Zorg bij de uitvoeringen met opendak dat het dak
gesloten is, voordat u de ruitensproeiers voor inschakelt.
fig. 8
L0E0099m
Achterruit (achterruitsproeier) fig. 9
De sproeiermonden van de achterruitsproeier kunnen niet wor-
den afgesteld. De sproeier is ingebouwd boven de achterruit.
fig. 9
L0E0100m
Page 248 of 290

ONDERHOUD EN ZORG247
5
CARROSSERIE
BESCHERMING TEGEN ATMOSFERISCHE
INVLOEDEN
De belangrijkste oorzaken van roest zijn:
❍luchtverontreiniging;
❍zoutgehalte in de lucht en luchtvochtigheid (gebieden aan
zee, warm en vochtig klimaat);
❍omgevings-/seizoensinvloeden.
Ook de invloed van schurende elementen, zoals stoffige omge-
ving, opwaaiend zand, modder en steenslag op de lak en de on-
derzijde moet niet worden onderschat.
Lancia heeft voor uw auto de beste technologische oplossingen
toegepast om de carrosserie efficiënt tegen roest te beschermen.De belangrijkste zijn:
❍de toepassing van aangepaste spuittechnieken en lakpro-
ducten die de auto de benodigde weerstand tegen roest en
schurende elementen verlenen;
❍het gebruik van verzinkte (of voorbehandelde) plaatdelen
met een hoge corrosiebestendigheid;
❍het aanbrengen van een gespoten beschermende waslaag
op de onderzijde, in de wielkuipen, in de motorruimte en ver-
schillende holle ruimtes, met een hoog beschermend ver-
mogen;
❍het aanbrengen van een beschermende kunststof laag op
kwetsbare delen: onderzijde van de portieren, binnenzijde
van de spatborden, naden, randen enz.;
❍toepassing van “open” holle ruimtes om condensvorming
te voorkomen en binnendringend water af te voeren, waar-
door roest van binnenuit wordt voorkomen;
CARROSSERIEGARANTIE
Bij de auto is de carrosserie tegen doorroesten van alle origine-
le componenten van de carrosserie en van alle dragende delen
gegarandeerd.
Voor de specifieke voorwaarden van deze garantie wordt ver-
wezen naar de “Service- en garantiehandleiding”.
Page 249 of 290

248ONDERHOUD EN ZORG
De juiste wasmethode:
❍verwijder de antenne van het dak als u de auto in een was-
tunnel wast, om te voorkomen dat deze beschadigt;
❍als voor het reinigen van de auto een stoomcleaner of een ho-
gedrukreiniger wordt gebruikt, houd dan de spuitlans op een
afstand van ten minste 40 cm van de carrosserie om be-
schadigingen of vervormingen te voorkomen. Gedurende lan-
gere tijd achtergebleven waterresten kunnen de auto be-
schadigen;
❍spoel de auto eerst met een waterstraal onder lage druk af;
❍was de auto met een zachte spons met een oplossing van neu-
trale zeep; spoel daarbij de spons regelmatig uit;
❍spoel de auto af met schoon water en droog de auto met war-
me lucht of een schone, zachte zeem.
De minder zichtbare delen zoals de randen van de portieren, ach-
terdeuren, motorkap en de koplampranden moeten tijdens het
drogen niet vergeten worden, omdat daar water kan blijven
staan. Het verdient aanbeveling de auto na het wassen niet on-
middellijk binnen te zetten, maar de auto nog even buiten te
laten staan, zodat waterresten buiten kunnen verdampen.
Was de auto nooit in de zon of als de motorkap nog warm is:
de glans van de lak kan afnemen.
De kunststof carrosseriedelen kunnen op dezelfde wijze wor-
den gewassen als de gespoten carrosseriedelen.
Parkeer de auto niet onder bomen, aangezien harsdruppels bij
langere inwerking de lak kunnen beschadigen, waardoor de kans
op roestvorming wordt vergroot. TIPS VOOR HET BEHOUD VAN DE CARROSSERIE
Lak
De lak heeft behalve een esthetische functie ook een bescher-
mende functie.
Daarom moeten beschadigingen van de laklaag, zoals krassen,
onmiddellijk worden bijgewerkt om roestvorming te voorkomen.
Het bijwerken dient met de originele lak te worden uitgevoerd
(zie “Plaatje met informatie over de carrosserielak” in het hoofd-
stuk “6”).
Het normale onderhoud van de auto beperkt zich tot wassen,
waarbij de frequentie afhankelijk is van het gebruik van de au-
to en van de omgeving. In bijvoorbeeld een omgeving met een
vervuilde atmosfeer of als op straten met strooizout wordt ge-
reden, moet de auto vaker worden gewassen.
Page 250 of 290

ONDERHOUD EN ZORG249
5
Uitvoeringen Hard Black
Schoonmaakmiddelen verontreinigen het water.
Daarom moet de auto bij voorkeur worden
gewassen op een plaats waar het afvalwater
direct wordt opgevangen en gezuiverd.
Ruiten
Gebruik voor het schoonmaken van de ruiten een daarvoor ge-
schikt schoonmaakmiddel.
Gebruik een schone, zachte doek om krassen en beschadigingen
te voorkomen.
BELANGRIJK Let er bij het schoonmaken van de binnenzijde
van de achterruit op dat de elektrische weerstandsdraden van
de achterruitverwarming niet worden beschadigd. Veeg voor-
zichtig in de richting van de draden.
Motorruimte
Het verdient aanbeveling de motorruimte na het winterseizoen
zorgvuldig te laten uitspuiten. Hierbij mag de waterstraal niet
direct op de elektronische regeleenheden en de zekeringen- en
relaiskast links in de motorruimte (gezien in de rijrichting) wor-
den gericht. Laat deze werkzaamheden verzorgen door een ge-
specialiseerd bedrijf.
BELANGRIJK Voor het uitspuiten van de motorruimte moet de con-
tactsleutel in stand STOP staan en de motor koud zijn. Controleer
na het reinigen of de verschillende beschermingen (rubber kap-
pen, deksels enz.) nog op hun plaats zitten en niet beschadigd zijn.
Koplampen
BELANGRIJK Gebruik voor het reinigen van het kunststof lam-
penglas van de koplampen geen aromatische producten (bijv.
benzine) of ketonen (bijv. aceton).
Om de esthetische eigenschappen van de lak te
behouden, wordt het afgeraden schurende en/of
polijstende producten te gebruiken voor het rei-
nigen van de auto.
BELANGRIJK Vogeluitwerpselen dienen zo snel en zo goed mo-
gelijk van de lak verwijderd te worden, omdat door de agressieve
bestanddelen de lak kan beschadigen.
In wasstraten moet het gebruik van (roteren-
de) borstels worden vermeden. De auto mag
uitsluitend met de hand en PH-neutrale
schoonmaakmiddelen worden gewassen; gebruik een
vochtige zeemleer om de auto te drogen. Gebruik geen
schurende cleaners of polijstpasta's en zet de lak niet
in de was. Vogeluitwerpselen dienen zo snel en zo goed
mogelijk van de lak verwijderd te worden, omdat door
de agressieve bestanddelen de lak kan beschadigen.
Parkeer (indien mogelijk) de auto niet onder bomen;
verwijder harsdruppels van bomen zo snel mogelijk
omdat voor de verwijdering na uitharding, mogelijk
schurende cleaners en/of polijstmiddelen moeten wor-
den gebruikt; het gebruik van deze producten wordt
sterk ontraden omdat ze het matte uiterlijk van de
lak kunnen schaden. Gebruik voor de reiniging van
de voor- en achterruit geen onverdunde ruitens-
proeiervloeistof; ruitensproeiervloeistof moet met ten
minste 50% water worden verdund.