Lancia Thema 2014 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2014, Model line: Thema, Model: Lancia Thema 2014Pages: 380, PDF Size: 3.73 MB
Page 171 of 380

PARKVIEW®
ACHTERUITRIJCAMERA
(voor bepaalde
uitvoeringen/landen)
Uw auto is mogelijk voorzien van een
ParkView® achteruitrijcamera. Hier-
mee kunt u het gebied achter de auto
op het scherm zien wanneer de scha-
kelhendel in de stand REVERSE is
gezet. Het beeld wordt op het aan-
raakscherm van de radio weergege-
ven, samen met een waarschuwingdat u op de hele omgeving moet blij-
ven letten. Na vijf seconden verdwijnt
deze waarschuwing. De ParkView®
camera bevindt zich aan de achter-
zijde van de auto, boven de kenteken-
plaat.
Als u uit de achteruitversnelling scha-
kelt, wordt de achteruitrijcamera uit-
geschakeld en wordt opnieuw het
navigatie- of audioscherm weergege-
ven.
Als dit beeld wordt weergegeven, ge-
ven statische rasterlijnen ter verdui-
delijking de breedte van de auto aan
en worden verschillende zones ge-
toond waarmee u de afstand tot de
achterkant van het voertuig kunt in-
schatten. De onderstaande tabel geeft
bij benadering de afstanden weer voor
elk van deze zones:
Zone
Afstand tot de achterzijde van het voertuig
Rood 0-30cm
Geel 30 cm - 1 m
Groen 1 m of meer
165
Page 172 of 380

WAARSCHUWING!
Bestuurders moeten altijd voor-
zichtig achteruit rijden, ook wan-
neer gebruik wordt gemaakt van de
ParkView® achteruitrijcamera.
Controleer het gebied achter de
auto altijd zorgvuldig, kijk naar
achteren en wees bedacht op voet-
gangers, dieren, andere voertuigen,
obstakels en dode hoeken, voordat
u achteruitrijdt. U bent verant-
woordelijk voor de veiligheid van
uw omgeving en moet blijven oplet-
ten als u achteruitrijdt. Anders be-
staat er een risico op ernstig of zelfs
dodelijk letsel.
LET OP!
Om voertuigschade te voorkomenmag ParkView® alleen worden
gebruikt als parkeerhulp. De
ParkView® camera kan niet elk
obstakel of voorwerp zien.
(Vervolgd)
LET OP!(Vervolgd)
Om voertuigschade te voorkomenmoet u langzaam rijden bij ge-
bruik van ParkView®, zodat u
tijdig kunt stoppen als een obsta-
kel wordt waargenomen. Het is
raadzaam om tijdens het achter-
uitrijden over uw schouder te kij-
ken, ook wanneer u gebruik
maakt van ParkView®.
OPMERKING: Wanneer de came-
ralens bedekt is met sneeuw, ijs,
modder of ander vuil, moet de lens
worden gereinigd, met water wor-
den gespoeld en met een zachte
doek worden gedroogd. U mag de
lens niet afdekken.
PARKVIEW® IN- OF
UITSCHAKELEN — MET
AANRAAKSCHERM
Voer de volgende stappen uit op het
aanraakscherm om de Parkview®
Backup Camera in of uit te schakelen:
1. Kies de schermtoets "More"
(meer). 2. Kies de schermtoets "Settings"
(instellingen).
3. Kies de schermtoets "Safety &
Driving Assistance" (hulpsystemen).
4. Kies het selectievakje "ParkView®
Backup Camera" (ParkView® ach-
teruitrijcamera) om het systeem in of
uit te schakelen.
DAKCONSOLE
De dakconsole bevat interierlichten/
leeslampen en een opbergvak voor
een zonnebril. Mogelijk zijn ook scha-
kelaars aanwezig voor het elektrisch
bedienbare zonnedak (voor bepaalde
uitvoeringen/landen). Raadpleeg het
hoofdstuk "Lights" (verlichting) voor
meer informatie.
Dakconsole
166
Page 173 of 380

OPBERGVAKJE VOOR
ZONNEBRIL
Aan de voorzijde van de dakconsole
bevindt zich een opbergvakje voor een
zonnebril. Het vakje gaat open en
dicht door erop te drukken. Druk op
het verchroomde vlak om het klepje te
openen. Druk nogmaals op het ver-
chroomde vlak om het klepje te slui-
ten.
COMMANDVIEW®
ZONNEDAK MET
ELEKTRISCH BEDIENDE
ZONWERING — (voor
bepaalde uitvoeringen/
landen)
De schakelaar voor het Command-
View® zonnedak bevindt zich links
op de dakconsole tussen de zonne-
kleppen.
De schakelaar voor de elektrisch be-
diende zonwering bevindt zich rechts
op de dakconsole tussen de zonne-
kleppen.
WAARSCHUWING!
Laat kinderen nooit zonder toe-zicht in een auto achter en laat
kinderen niet spelen met het zon-
nedak. Laat de sleutelhouder niet
achter in of in de buurt van de
auto (of op een voor kinderen be-
reikbare plaats) en laat het con-
tact van een voertuig met Keyless
Enter-N-Go niet in de stand ACC
of ON/RUN staan. Inzittenden,
en vooral kinderen zonder toe-
zicht, kunnen bekneld raken in
de opening van het elektrisch be-
dienbare zonnedak wanneer ze de
schakelaars voor het elektrisch
bedienbare zonnedak bedienen.
Een dergelijke beknelling kan
ernstig of zelfs dodelijk letsel tot
gevolg hebben.
(Vervolgd)
Klepje van opbergvakje voor
zonnebril
Schakelaars voor CommandView®zonnedak en elektrisch bediende zonwering
167
Page 174 of 380

WAARSCHUWING!(Vervolgd)
In geval van een aanrijding is hetrisico om uit een voertuig geslin-
gerd te worden groter wanneer
het zonnedak geopend is. U kunt
ernstig of zelfs dodelijk gewond
raken. Draag altijd op de juiste
manier uw veiligheidsgordel en
controleer of alle passagiers dit
ook doen.
Sta niet toe dat kleine kinderen het zonnedak bedienen. Steek
nooit uw vingers, andere li-
chaamsdelen of voorwerpen door
het zonnedak naar buiten. Anders
bestaat er kans op letsel.
ZONNEDAK OPENEN —
SNEL
Als u de schakelaar naar achteren
drukt en snel (binnen een halve se-
conde) loslaat, wordt het zonnedak
automatisch vanuit iedere stand ge-
opend. Het zonnedak wordt volledig
geopend en stopt automatisch. Dit is
de functie "Snel openen". De functie Snel openen zorgt dat bij iedere bewe-
ging van de schakelaar het zonnedak
stopt.
OPMERKING: Als de zonwering
gesloten is, wordt deze automa-
tisch halverwege geopend voordat
het glazen zonnedak wordt ge-
opend.
ZONNEDAK OPENEN —
HANDMATIG
Om het zonnedak te openen, drukt u
de schakelaar naar achteren en houdt
u de schakelaar in deze stand. Als u de
schakelaar loslaat, stopt de beweging
en blijft het zonnedak gedeeltelijk ge-
opend totdat de schakelaar opnieuw
naar achteren wordt gedrukt.
OPMERKING: Als de zonwering
in de gesloten stand staat, opent
deze automatisch tot halverwege,
voordat het glas geheel opent.
ZONNEDAK SLUITEN —
SNEL
Als u de schakelaar naar voren drukt
en snel (binnen een halve seconde)loslaat, wordt het zonnedak automa-
tisch vanuit iedere stand gesloten. Het
zonnedak wordt volledig gesloten en
stopt automatisch. Dit is de functie
"Snel sluiten". De functie Snel sluiten
zorgt dat bij iedere beweging van de
schakelaar het zonnedak stopt.
ZONNEDAK SLUITEN —
HANDMATIG
Om het zonnedak te sluiten, drukt u
de schakelaar naar voren en houdt u
de schakelaar in deze stand. Als u de
schakelaar loslaat, stopt de beweging
en blijft het zonnedak gedeeltelijk ge-
sloten totdat de schakelaar opnieuw
naar voren wordt gedrukt.
VENTILATIESTAND
ZONNEDAK — SNEL
Als u niet langer dan een halve se-
conde op de knop "Vent" (Ventilatie)
drukt, wordt het zonnedak geopend
tot aan de ventilatiestand. Dit is de
functie "Snel naar ventilatiestand",
die werkt vanuit elke stand van het
168
Page 175 of 380

zonnedak. De functie Snel naar venti-
latiestand zorgt dat bij iedere bewe-
ging van de schakelaar het zonnedak
stopt.
OPMERKING: Als de zonwering
is gesloten wanneer de schakelaar
wordt ingedrukt, zal de zonwering
automatisch tot halverwege ope-
nen, voordat het zonnedak in de
ventilatiestand beweegt.
ELEKTRISCH BEDIENDE
ZONWERING OPENEN —
SNEL
Als u de zonweringsschakelaar kort
(korter dan een halve seconde) naar
achteren drukt, wordt de zonwering
automatisch vanuit iedere stand ge-
opend. De zonwering wordt volledig
geopend en stopt automatisch. Dit is
de functie "Snel openen". De functie
Snel openen zorgt dat bij iedere bewe-
ging van de schakelaar de zonwering
stopt.
ELEKTRISCH BEDIENDE
ZONWERING OPENEN —
HANDMATIG
Om de zonwering te openen, drukt u
de schakelaar naar achteren en houdt
u de schakelaar in deze stand. Als u de
schakelaar loslaat, stopt de beweging
en blijft de zonwering gedeeltelijk ge-
opend totdat de schakelaar opnieuw
naar achteren wordt gedrukt.
ELEKTRISCH BEDIENDE
ZONWERING SLUITEN —
SNEL
Als u de schakelaar naar voren drukt
en snel (binnen een halve seconde)
loslaat, wordt de zonwering automa-
tisch vanuit iedere stand gesloten. De
zonwering wordt volledig gesloten en
stopt automatisch. Dit is de functie
"Snel sluiten". De functie Snel sluiten
zorgt dat bij iedere beweging van de
schakelaar de zonwering stopt.
ELEKTRISCH BEDIENDE
ZONWERING SLUITEN —
HANDMATIG
Om de zonwering te sluiten, drukt u
de schakelaar naar voren en houdt u
de schakelaar in deze stand. Als u de
schakelaar loslaat, stopt de beweging
en blijft de zonwering gedeeltelijk ge-
sloten totdat de schakelaar opnieuw
naar voren wordt gedrukt.
VENTILATIESTAND
ZONNEDAK — SNEL
Als u niet langer dan een halve se-
conde op de knop "Vent" (Ventilatie)
drukt, wordt het zonnedak geopend
tot aan de ventilatiestand. Dit is de
functie "Snel naar ventilatiestand",
die werkt vanuit elke stand van het
zonnedak. De functie Snel naar venti-
latiestand zorgt dat bij iedere bewe-
ging van de schakelaar het zonnedak
stopt.169
Page 176 of 380

OPMERKING: Als de zonwering
is gesloten wanneer de schakelaar
wordt ingedrukt, zal de zonwering
automatisch tot halverwege ope-
nen, voordat het zonnedak in de
ventilatiestand beweegt.
KLEMBEVEILIGING
Deze functie zorgt ervoor dat obsta-
kels in de opening van het zonnedak
worden gedetecteerd bij gebruik van
de functie Snel sluiten. Als een obsta-
kel in de baan van het zonnedak
wordt gedetecteerd, trekt het zonne-
dak zich automatisch terug. Verwijder
het obstakel als dit gebeurt. Druk ver-
volgens de schakelaar kort naar voren
om het zonnedak snel te sluiten.
OPMERKING: Wanneer drie op-
eenvolgende pogingen om het zon-
nedak te sluiten zijn onderbroken
door de obstakeldetectie, wordt de
vierde poging uitgevoerd als een
handmatige sluiting met uitge-
schakelde klembeveiliging.
WINDGERUIS
Windgeruis kan worden beschreven
als het gevoel van druk op de oren,
vergelijkbaar met het geluid van een
helikopter. U ervaart dit windgeruis
mogelijk wanneer de ramen zijn ge-
opend of wanneer het zonnedak (voor
bepaalde uitvoeringen/landen) geheel
of gedeeltelijk is geopend. Dit is een
normaal verschijnsel, dat tot een mi-
nimum kan worden beperkt. Als u last
heeft van windgeruis bij geopende
achterramen, open dan ook de voor-
ramen om het effect te verminderen.
Wanneer sprake is van windgeruis bij
geopend zonnedak, verstel dan de
zonnedakopening of open een raam
om het effect tot een minimum te be-
perken.
ONDERHOUD VAN
ZONNEDAK
Gebruik voor het reinigen van het
glaspaneel uitsluitend niet-schurende
schoonmaakmiddelen en een zachte
doek.
WERKING BIJ UITGE-
SCHAKELD CONTACT
Bij auto's die niet zijn voorzien van
het elektronische voertuiginformatie-
centrum (EVIC), blijft de schakelaar
van het elektrisch bediende zonnedak
45 seconden lang actief nadat de con-
tactschakelaar in de stand LOCK is
gezet. Door het openen van een voor-
portier wordt deze functie uitgescha-
keld.
OPMERKING:
Bij auto's die zijn voorzien vanEVIC, blijft de schakelaar van
het elektrisch bediende zonne-
dak tot ongeveer tien minuten
lang actief nadat de contact-
schakelaar in de stand LOCK is
gezet. Door het openen van een
voorportier wordt deze functie
uitgeschakeld.
170
Page 177 of 380

De actieve tijd na uitschakeling
van het contact kan worden ge-
programmeerd met het
Uconnect® systeem. Raadpleeg
"Uconnect® instellingen" in het
hoofdstuk "Het instrumentenpa-
neel" voor meer informatie
hierover.
ELEKTRISCHE
AANSLUITCONTACTEN
In de auto zijn twee aansluitcontacten
van 12 volt (13 ampère) aanwezig. De
aansluitcontacten worden beveiligd
door een zekering.
Steek voor een goede werking een
aansteker of accessoirestekker in de
aansluitcontacten, wanneer u deze
wilt gebruiken.
LET OP!
Zorg ervoor dat het maximum-vermogen van 160 watt (13 amp)
bij 12 volt niet wordt overschre-
den. Als het vermogen van 160
Watt (13 amp) wordt overschre-
den zal de zekering die het sys-
teem beveiligt, vervangen moeten
worden.
De aansluitcontacten zijn uitslui- tend bedoeld voor accessoirestek-
kers. Steek geen voorwerpen in de
aansluitcontacten, om te voorko-
men dat de contacten worden be-
schadigd en de zekering door-
brandt. Bij verkeerd gebruik van
het elektrische aansluitcontact
kan schade worden veroorzaakt
die niet door de beperkte garantie
van een nieuw voertuig wordt ge-
dekt.
Het 12 volt-aansluitcontact voorin is
alleen voorzien van voedingsspanning
wanneer de contactschakelaar in de
stand ACC of RUN staat.
WAARSCHUWING!
Bij auto's zonder asbak mag u het
vakje op de middenconsole niet als
asbak gebruiken. Hierdoor kan
brand ontstaan, met mogelijk
brandwonden tot gevolg.
De voeding voor het aansluitcontact
op de middenconsole wordt recht-
streeks door de accu geleverd. Dit
contact daarom dus altijd stroom. Ac-
cessoires die op dit contact worden
aangesloten, kunnen de accu ontladen
en/of het starten van de motor onmo-
gelijk maken.
Aansluitcontact voorin
171
Page 178 of 380

Er bevindt zich ook een 12 volt-
aansluitcontact aan de achterkant van
de middenconsole voor de passagiers op
de achterbank. Dit aansluitcontact
wordt alleen van voedingspanning
voorzien wanneer de contactschakelaar
in de stand ACC of RUN staat.
WAARSCHUWING!
Ter voorkoming van ernstig of zelfs
dodelijk letsel:
Sluit op de 12 volt-
aansluitcontacten alleen apparaten
aan die geschikt zijn voor dit type
aansluitcontact.
Raak de aansluitcontacten nietaan met natte handen.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Zorg dat het klepje is gesloten tij-
dens het rijden en wanneer u het
aansluitcontact niet gebruikt.
Onjuist gebruik van dit aansluit-contact kan leiden tot een elektri-
sche schok en storing.
LET OP!
Veel accessoires die u op de aan-sluitcontacten kunt aansluiten,
ontvangen ook voedingsspanning
van de accu in de auto als u ze niet
gebruikt (bijv. mobiele telefoons).
Als u de accessoires te lang aan-
gesloten laat, raakt de accu zo ver
ontladen dat de levensduur ervan
afneemt en/of de motor niet meer
zal starten.
Accessoires die veel vermogen ver-
gen, zoals koelers, stofzuigers,
lampen, enz., zullen de accu nog
sneller ontladen. Gebruik deze met
mate en wees extra voorzichtig.
(Vervolgd)
Elektrisch aansluitcontact middenconsole
Aansluitcontact middenconsole achter
Zekeringlocaties vooraansluitcontacten
Zekering 1 — nr. 12 20 A geel, siga-
rettenaansteker instrumentenpaneel
en aansluitcontact console achter
Zekering 2 — nr. 38 20 A geel, aan-
sluitcontact in armsteun
172
Page 179 of 380

LET OP!(Vervolgd)
Na het gebruik van accessoiresdie veel vermogen vereisen of na
een lange periode dat de auto niet
werd gestart (met nog aangeslo-
ten accessoires), moet er lang ge-
noeg met de auto worden gere-
den, totdat de dynamo de accu
weer op kan laden.
De aansluitcontacten zijn uitslui- tend bedoeld voor accessoirestek-
kers. Laat geen accessoire of ac-
cessoiresteun aan de stekker
hangen. Onjuist gebruik van het
aansluitcontact kan schade ver-
oorzaken.
BEKERHOUDERS
BEKERHOUDERS VOORIN
De bekerhouders bevinden zich in de
voorste rand van de middenconsole. Verwarmde en gekoelde
bekerhouders (voor bepaalde
uitvoeringen/landen)
Uw auto is mogelijk uitgerust met ver-
warmde en gekoelde bekerhouders.
De bekerhouders houden warme
dranken warm en koude dranken
koel.Druk eenmaal op het symbool voor
"koud" om de bekerhouder in te scha-
kelen. Druk nogmaals op het symbool
om de bekerhouder uit te schakelen.
Druk eenmaal op het symbool voor
"warm" om de bekerhouder in te
schakelen. Druk nogmaals op het
symbool om de bekerhouder uit te
schakelen.
Schuifdeksel
Bekerhouders voorin
Schakelaars voor verwarmde en
gekoelde bekerhouders
173
Page 180 of 380

WAARSCHUWING!
Wanneer u de bekerhouder ge-
bruikt in de warme stand, moet u
ervoor zorgen dat u het verwarmde
deel van de bekerhouder niet aan-
raakt om brandwonden te voorko-
men. Personen die geen pijn op de
huid kunnen voelen als gevolg van
ouderdom, chronische ziekte, dia-
betes, rugletsel, medicatie, alcohol-
gebruik, uitputting of een andere
lichamelijke conditie, moeten voor-
zichtig zijn bij het gebruik van de
verwarmde bekerhouders. Zorg dat
er zich geen afval of andere objec-
ten in de bekerhouder bevinden als
u de bekerverwarming gebruikt.
BEKERHOUDERS
ACHTERIN
De bekerhouders achterin bevinden
zich in de middenarmsteun tussen de
zitplaatsen op de achterbank. De be-
kerhouders zijn vooraan en naast el-
kaar in de armsteun aangebracht voor
gemakkelijke toegang tot blikjes offlessen met behoud van de nodige
armsteunruimte voor de inzittenden
achterin.
Verlichte bekerhouders
In sommige auto's zijn de bekerhou-
ders achterin voorzien van een ver-
lichte ring die de bekerhouders voor
de achterpassagiers verlicht. De ver-
lichte ring wordt bediend met de dim-
schakelaar. Raadpleeg de paragraaf
"Verlichting" in het hoofdstuk "De
functies van uw auto" voor meer in-
formatie hierover.
OPBERGRUIMTE
HANDSCHOENENKASTJE
Het handschoenenkastje bevindt zich
aan de passagierszijde van het instru-
mentenpaneel.
Bekerhouders achterin
Verlichte ring in bekerhouder
achterin
Handschoenenkastje
174