OPEL ZAFIRA B 2014 Gebruikershandleiding (in Dutch)
Manufacturer: OPEL, Model Year: 2014, Model line: ZAFIRA B, Model: OPEL ZAFIRA B 2014Pages: 225, PDF Size: 7.89 MB
Page 61 of 225

Stoelen, veiligheidssystemen59
Niet gebruikte veiligheidsgordels
door de gordelhouder halen en de gespen in de houders steken.
Verwijderbare veiligheidsgordels op
de derde zitrij
Verwijderbare veiligheidsgordels zijn te herkennen aan het etiket op de gor‐ del.
Om de zijdelingse rails te gebruiken
kunnen de veiligheidsgordels uit de
gordelogen op de vloer worden los‐
gemaakt.Hiertoe de borgveer indrukken en de
haak uit het gordeloog op de vloer
loshaken.
Gordel oprollen en de haak aan de
magneet van de gordelhouder beves‐ tigen.
Om de veiligheidsgordel vast te ha‐ ken, de haak van de magneethouder
lostrekken, de borgveer van de haak
indrukken en aan het gordeloog op de
vloer van de auto bevestigen. De vei‐ ligheidsgordel mag niet verdraaid
zijn. De haak moet met een gesloten
borgveer in het gordeloog vastge‐
haakt zijn.
Let op
De haak mag alleen aan de daar‐
voor bestemde gordelogen op de
vloer van de auto worden bevestigd.
De gordelogen en veiligheidsgor‐ dels mogen niet worden gebruikt
voor het vastzetten van bagage.
Page 62 of 225

60Stoelen, veiligheidssystemen
Gebruik van de
veiligheidsgordel tijdens de
zwangerschap9 Waarschuwing
De heupgordel moet zo laag mo‐
gelijk over het bekken lopen om
druk op de buik te voorkomen.
Airbagsysteem
Het airbagsysteem bestaat uit meer‐
dere afzonderlijke systemen afhanke‐ lijk van de omvang van de uitrusting.
Bij het in werking treden wordt de air‐
bag binnen enkele milliseconden ge‐
vuld. Ook het leeglopen van de air‐ bags verloopt zo snel, dat dit tijdens
een aanrijding vaak niet eens wordt
opgemerkt.9 Waarschuwing
Bij onoordeelkundige behandeling
kunnen de airbagsystemen op ex‐plosieve wijze in werking treden.
Let op
Ter hoogte van de middenconsole
zitten de regelelektronica van het
airbagsysteem en de gordelspan‐
ners. In dit gebied geen magneti‐
sche voorwerpen plaatsen.
Bevestig geen voorwerpen op de af‐
dekkingen van de airbags en bedek
ze niet met andere materialen.
Elke airbag treedt slechts eenmaal
in werking. Geactiveerde airbags
onmiddellijk laten vervangen door
een werkplaats. Ook moeten even‐ tueel het stuurwiel, het instrumen‐
tenbord, plaatwerk, de portierafdich‐ tingen, handgrepen en de stoelen
worden vervangen.
Geen aanpassingen in het airbag‐
systeem aanbrengen, anders ver‐
valt de typegoedkeuring van de
auto.
Bij het ontplooien van de airbags kun‐
nen de vrijkomende hete gassen
brandwonden veroorzaken.
Controlelamp v voor airbagsystemen
3 90.
Kinderveiligheidssystemen op
de passagiersstoel met
airbagsystemen Waarschuwing conform ECE R94.02 :
Page 63 of 225

Stoelen, veiligheidssystemen61
Gebruik NOOIT een kinderveilig‐
heidssysteem tegen de rijrichting in
met een ACTIEVE AIRBAG ervoor;
kans op DODELIJK of ERNSTIG
LETSEL bij het KIND.
Gebruik afgezien van de waarschu‐ wing conform ECE R94.02 omwille
van de veiligheid nooit een kindervei‐
ligheidssysteem op de passagiers‐
stoel met actieve frontairbag.
9 Gevaar
Gebruik geen kinderveiligheids‐
systeem op de passagiersstoel
met actieve frontairbag.
Frontaal airbagsysteem
De frontale airbags bestaan uit een
airbag in het stuurwiel en een airbag
in het instrumentenpaneel. Ze zijn te
herkennen aan het opschrift AIRBAG.
Ook is er een waarschuwingsetiket
aan de zijkant van het instrumenten‐
bord, dat bij een geopend voorste
passagiersportier zichtbaar is, of op
de zonneklep van de passagier.
Het frontairbagsysteem treedt in wer‐
king bij een voldoende krachtige aan‐ rijding. Het contact moet ingescha‐
keld zijn.
Page 64 of 225

62Stoelen, veiligheidssystemen
De voorwaartse beweging van de
voorste inzittenden wordt vertraagd,
waardoor het gevaar voor letsel aan
het bovenlichaam en het hoofd aan‐
zienlijk afneemt.
9 Waarschuwing
Alleen bij een correcte zitpositie is
optimale bescherming mogelijk
3 47.
Lichaamsdelen of voorwerpen uit
het werkingsgebied van de airbag
houden.
Veiligheidsgordel correct omleg‐
gen en goed vastzetten. Alleen dan kan de airbag bescherming
bieden.
Zijdelings airbagsysteem
Het zijairbagsysteem bestaat uit een
airbag in de rugleuning van beide
voorstoelen. Ze zijn te herkennen aan het opschrift AIRBAG.
Het zijairbagsysteem treedt in wer‐
king bij een voldoende krachtige aan‐
rijding. Het contact moet ingescha‐
keld zijn.
De kans op letsel aan het bovenli‐
chaam en de heupen bij een zijde‐ lingse aanrijding wordt aanzienlijkverminderd.
9 Waarschuwing
Lichaamsdelen of voorwerpen uit
het werkingsgebied van de airbag
houden.
Let op
Op de voorstoelen alleen stoelhoe‐
zen gebruiken die voor de auto zijn goedgekeurd. De airbags niet afdek‐
ken.
Page 65 of 225

Stoelen, veiligheidssystemen63Gordijnairbagsysteem
De gordijnairbags bestaan uit een air‐bag aan weerskanten in het dak‐
frame. Ze zijn te herkennen aan het
opschrift AIRBAG op de dakstijlen.
Het gordijnairbagsysteem treedt in
werking bij een voldoende krachtige
aanrijding. Het contact moet inge‐
schakeld zijn.
De kans op hoofdletsel bij een zijde‐
lingse aanrijding wordt aanzienlijk
verminderd.
Het gordijnairbagsysteem biedt geen
bescherming aan inzittenden op de
derde zitrij.
9 Waarschuwing
Lichaamsdelen of voorwerpen uit
het werkingsgebied van de airbag
houden.
De haken aan de handgrepen van het dakframe zijn alleen geschikt
om lichte kledingstukken, zonder
kleerhangers, aan op te hangen.
Geen voorwerpen in de kleding‐
stukken bewaren.
Page 66 of 225

64Stoelen, veiligheidssystemenKinderveiligheidssyste‐
men
Wij bevelen het Opel kinderveilig‐
heidssysteem aan dat specifiek voor
montage in uw auto geschikt is.
Let bij gebruik van een kinderveilig‐
heidssysteem op de volgende ge‐
bruiksaanwijzingen en montagevoor‐
schriften en houd u bovendien aan de instructies die bij het kinderveilig‐
heidssysteem werden geleverd.
Houd u altijd aan de plaatselijke of
landelijke voorschriften. In sommige landen is het gebruik van kindervei‐
ligheidssystemen op bepaalde zit‐
plaatsen verboden.
Juiste systeem selecteren De achterbank is de beste plaats om
een kinderveiligheidssysteem vast te
maken.
Vervoer kinderen zo lang mogelijk te‐
gen de rijrichting in. Hierdoor wordt de
nog erg zwakke ruggengraat van het
kind bij een ongeval minder belast.Geschikt zijn veiligheidssystemen die voldoen aan ECE 44-03 of
ECE 44-04. Raadpleeg de lokale wet-
en regelgeving voor het verplichte ge‐ bruik van kinderveiligheidssystemen.
Nooit een kind op schoot houden
wanneer u in een auto rijdt. Bij een
aanrijding zult u het kind niet langer
kunnen vasthouden.
Bij vervoer van kinderen uitsluitend
het geschikte kinderveiligheidssys‐
teem, afhankelijk van het lichaams‐
gewicht, gebruiken.
Controleer of het te monteren kinder‐
veiligheidssysteem compatibel is met het autotype.
Controleer of de montageplaats van
het kinderveiligheidssysteem in de
auto juist is.
Laat kinderen alleen aan de trottoir‐ kant van de auto uit- en instappen.
Wanneer het kinderveiligheidssys‐
teem niet in gebruik is, het met een
veiligheidsgordel vastzetten of uit de
auto verwijderen.Let op
Kinderveiligheidssystemen niet be‐ plakken of met andere materialen af‐
dekken.
Een kinderveiligheidssysteem dat
tijdens een aanrijding werd belast
moet worden vervangen.
Page 67 of 225

Stoelen, veiligheidssystemen65Inbouwposities kinderveiligheidssystemen
Toegestane mogelijkheden voor de bevestiging van een kinderveiligheidssysteem
Gewichts- of leeftijdsgroep 1)
Op passagiers‐
stoelOp buitenste
zitplaatsen
tweede zitrijOp middelste
zitplaats
tweede zitrijOp zitplaatsen
derde zitrijGroep 0: tot en met 10 kg of ca. 10 maanden
Groep 0+: tot 13 kg of ca. 2 jaarXU, +UXGroep I: 9 tot 18 kg of circa. 8 maanden tot 4 jaarXU, +, ++UUFGroep II: 15 tot 25 kg of circa. 3 tot 7 jaar
Groep III: 22 tot 36 kg of circa. 6 tot 12 jaarXUUUFU=Universeel bruikbaar in combinatie met een driepuntsveiligheidsgordel.UF=Universeel bruikbaar voor naar voren gerichte kinderveiligheidssystemen in combinatie met een driepuntsveilig‐
heidsgordel.+=Autostoel met ISOFIX -bevestiging verkrijgbaar. Bij bevestiging met ISOFIX mogen alleen de voor de auto goedge‐
keurde ISOFIX-kinderveiligheidssystemen gebruikt worden.++=Autostoel met ISOFIX-bevestiging verkrijgbaar. Bij bevestiging met ISOFIX en Top-Tether mogen alleen de voor de
auto goedgekeurde ISOFIX-kinderveiligheidssystemen gebruikt worden.X=Kinderveiligheidssystemen zijn in deze gewichtsgroep niet toegestaan.1) U wordt geadviseerd een systeem te blijven gebruiken totdat het kind de bovenste gewichtsgrens heeft bereikt.
Page 68 of 225

66Stoelen, veiligheidssystemen
Toegestane mogelijkheden voor de bevestiging van een ISOFIX-kinderveiligheidssysteem
GewichtsklasseMaatklasseBevestigingOp passagiers‐
stoelOp buitenste
zitplaatsen
tweede zitrijOp middelste
zitplaats tweede
zitrijOp zitplaatsen
derde zitrijGroep 0: tot 10 kgEISO/R1XILXXGroep 0+: tot 13 kgEISO/R1XILXXDISO/R2XILXXCISO/R3XILXXGroep I: 9 tot 18 kgDISO/R2XILXXCISO/R3XILXXBISO/F2XIL, IUFXXB1ISO/F2XXIL, IUFXXAISO/F3XIL, IUFXXIL=Geschikt voor bepaalde ISOFIX veiligheidssystemen uit de categorieën 'specifieke auto', 'beperkt' of 'semi-univer‐
seel'. Het ISOFIX veiligheidssysteem moet goedgekeurd zijn voor het specifieke autotype.IUF=Geschikt voor voorwaarts gerichte ISOFIX kinderveiligheidssystemen uit de universele categorie, goedgekeurd
voor deze gewichtsklasse.X=Geen ISOFIX kinderveiligheidssysteem goedgekeurd voor deze gewichtsklasse.
Page 69 of 225

Stoelen, veiligheidssystemen67
ISOFIX-maatklasse en zitgelegenheidA - ISO/F3=Voorwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kinderen met max. lengte in de gewichtsklasse
9 tot 18 kg.B - ISO/F2=Voorwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kleinere kinderen in de gewichtsklasse 9 tot 18 kg.B1 - ISO/F2X=Voorwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kleinere kinderen in de gewichtsklasse 9 tot 18 kg.C - ISO/R3=Achterwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kinderen met max. lengte in de gewichtsklasse tot 18 kg.D - ISO/R2=Achterwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kleinere kinderen in de gewichtsklasse tot 18 kg.E - ISO/R1=Achterwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor jonge kinderen in de gewichtsklasse tot 13 kg.
Page 70 of 225

68Stoelen, veiligheidssystemenIsofix-
kinderveiligheidssystemen
Bevestig de voor de auto goedge‐
keurde ISOFIX-kinderveiligheidssys‐
temen aan de bevestigingsbeugels.
ISOFIX veiligheidssystemen voor
specifieke auto's worden in de tabel
aangeduid met IL.
Top-tether-kinderveilig‐
heidssystemen
Top-Tether-kinderveiligheidssys‐
teem aan de bevestigingsogen van
de tweede zitrij bevestigen. Daarbij
moet de bijbehorende gordel tussen
de glijstangen van de hoofdsteun lo‐
pen.
Bij de bevestiging met ISOFIX en
Top-Tether mogen de algemeen voor
ISOFIX goedgekeurde kinderveilig‐
heidssystemen worden gebruikt.