PEUGEOT PARTNER 2022 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2022, Model line: PARTNER, Model: PEUGEOT PARTNER 2022Pages: 324, PDF Size: 9.52 MB
Page 51 of 324

49
Toegang tot de auto
2elke keer na het afzetten van het contact wordt
uitgevoerd.
Opnieuw inschakelen van de interieur-
en wegsleepbeveiliging
► Schakel de omtrekbeveiliging uit door de auto
met de afstandsbediening of het Keyless Entry and
Start-systeem te ontgrendelen.
Het controlelampje in de toets gaat uit.
►
Schakel alle beveiligingsvoorzieningen opnieuw
in door de auto met de afstandsbediening of het
Keyless Entry and Start-systeem te vergrendelen.
Het rode controlelampje in de toets knippert weer
één keer per seconde.
Afgaan van het alarm
Als het alarm afgaat, treedt het hoorbare alarm
in werking en knipperen de richtingaanwijzers
gedurende 30 seconden.
Afhankelijk van het land van verkoop blijven
bepaalde bewakingsfuncties ingeschakeld totdat het
alarm voor de 11e keer achtereenvolgens afgaat.
Als de auto wordt ontgrendeld met de
afstandsbediening of met het Keyless Entry and
Start-systeem, gaat het controlelampje in de toets
knipperen om aan te geven dat het alarm tijdens
uw afwezigheid is afgegaan. Het lampje stopt met
knipperen als het contact wordt aangezet.
Storing afstandsbediening
Om de beveiligingsfuncties uit te schakelen: ►
Ontgrendel de auto met de sleutel in het slot van
het portier linksvoor.
►
Open het portier; het alarm gaat af.
►
Zet het contact aan; het alarm stopt. Het
controlelampje in de toets gaat uit.
De auto vergrendelen zonder
het alarm in te schakelen
► Vergrendel de auto of schakel de
supervergrendeling in met de sleutel (geïntegreerd
in de afstandsbediening) in het slot van het
bestuurdersportier.
Storing
Wanneer het contact wordt aangezet, betekent het
permanent branden van het rode controlelampje in
de toets dat er een storing in het systeem aanwezig
is.
Laat het systeem door een PEUGEOT-dealer of
door een gekwalificeerde werkplaats controleren.
Automatisch inschakelen van het alarm
(Afhankelijk van de uitvoering)
Het systeem wordt automatisch ingeschakeld 2
minuten nadat het laatste portier of de bagageruimte
is gesloten.
►
Om het afgaan van het alarm bij het openen
van een portier of de achterklep te voorkomen,
moet u eerst op de ontgrendeltoets van de
afstandsbediening drukken of moet u de auto ontgrendelen met het Keyless Entry and
Start-systeem.
Elektrische ruitbediening
Type 1
1.
Linksvoor.
2. Rechtsvoor.
Page 52 of 324

50
Toegang tot de auto
Type 2
1.Linksvoor
2. Rechtsvoor
3. Rechtsachter (afhankelijk van de uitvoering)
4. Linksachter (afhankelijk van de uitvoering)
5. Uitschakeling van de elektrische ruitbediening bij
de achterbank (afhankelijk van de uitvoering)
Handmatige bediening
► Duw of trek de schakelaar tot het
weerstandspunt om de ruit te openen of sluiten. De
ruit stopt zodra de schakelaar wordt losgelaten.
Automatische werking
(Afhankelijk van de uitvoering)
► W anneer u de ruit wil openen/sluiten, druk op of
trek aan de schakelaar voorbij het weerstand: de ruit
opent of sluit volledig wanneer de schakelaar wordt
losgelaten.
Bedien de schakelaar opnieuw om het openen of
sluiten te stoppen.
De ruitbediening kan nog ongeveer 45 seconden na het uitschakelen van het
contact of na vergrendeling van de auto worden
bediend.
Daarna wordt de bediening uitgeschakeld. U kunt
de bediening weer inschakelen door het contact
in te schakelen of de auto te ontgrendelen.
Beveiliging tegen beknellen
(Afhankelijk van de uitvoering)
Als de ruit tijdens het sluiten een obstakel
tegenkomt, stop de ruit onmiddellijk en gaat
gedeeltelijk weer omlaag.
Blokkering van de
ruitbediening voor de
elektrische achterruiten
(Type 2)
Druk vanwege de veiligheid van uw kinderen op
toets 5 om de ruitbediening voor de elektrische
achterruiten uit te schakelen, ongeacht hun positie.
Het rode controlelampje in de toets gaat branden en
er wordt een melding ter bevestiging weergegeven.
Het lampje blijft branden totdat de bediening weer
wordt ingeschakeld.
De elektrische achterruiten kunnen nog altijd
worden bediend met de ruitbediening bij de
bestuurderspositie.
Resetten van de ruitbediening
Wanneer de accu opnieuw is aangesloten of
wanneer de ruit een abnormale beweging maakt,
moet de beveiliging tegen beknellen gereset.
De beveiliging tegen beknellen wordt tijdens de
volgende handelingen uitgeschakeld.
Doe het volgende voor elke ruit:
►
Open de ruit volledig en sluit de ruit.
Telkens
als de schakelaar omhoog wordt gedrukt, sluit de
ruit enkele centimeters. Laat de schakelaar los en
trek deze opnieuw omhoog totdat de ruit volledig is
gesloten.
►
Blijf nog minimaal één seconde aan de
schakelaar trekken nadat de ruit is gesloten.
Wanneer er tijdens het bedienen van de ruit iets tussen de elektrische ruit en de
sponning bekneld raakt, moet de ruit weer
worden geopend. Druk hiervoor op de
betreffende schakelaar.
Wanneer de bestuurder de elektrische
ruitbediening van een van de andere portieren
Page 53 of 324

51
Toegang tot de auto
2bedient, moet hij/zij controleren of de ruit zonder
problemen kan worden gesloten.
Het is belangrijk dat passagiers de elektrische
ruiten juist gebruiken.
Let bij het bedienen van de ruiten vooral goed op
kinderen.
Let goed op passagiers en/of andere personen
die aanwezig zijn wanneer ruiten op afstand met
de elektronische sleutel worden gesloten.
Steek uw hoofd of armen bij geopende ruiten
niet naar buiten wanneer de auto rijdt – kans op
ernstig letsel!
Kantelbare
achterportierruiten
Openen
► Draai de hendel naar buiten.►
Duw de hendel zo ver mogelijk naar buiten om
de ruit in de geopende stand te vergrendelen.
Sluiten
► Trek de hendel naar binnen om de ruit te
ontgrendelen.
►
Beweeg de hendel volledig naar binnen om de
ruit in de gesloten stand te vergrendelen.
Page 54 of 324

52
Ergonomie en comfort
Algemene aanbevelingen voor de stoelen
Om veiligheidsredenen mogen de stoelen
alleen worden versteld als de auto stilstaat.
Het neerklappen en rechtop zetten van de rugleuningen mag uitsluitend worden
uitgevoerd bij stilstaande auto.
Zorg er bij het naar achteren schuiven van de stoel voor dat de beweging van de stoel
niet kan worden gehinderd door personen of
voorwerpen.
Kans op bekneld raken van de achterpassagiers
of op blokkeren van de stoel als grote
voorwerpen op de vloer achter de stoel zijn
geplaatst.
Plaats geen zware of harde voorwerpen op de tot tafel omgeklapte rugleuningen. Ze
kunnen bij een noodstop of een aanrijding
veranderen in gevaarlijke projectielen.
–
V
erwijder een hoofdsteun niet zonder deze op
te bergen en in de auto vast te zetten.
–
Controleer altijd of de veiligheidsgordels
bereikbaar blijven en gemakkelijk door de
passagier kunnen worden vastgemaakt.
–
Ga niet rijden voordat alle passagiers hun
veiligheidsgordel hebben vastgemaakt en
afgesteld.
– Zorg ervoor dat niemand op de 3e zitrij zijn
voeten onder de stoel van de 2e zitrij houdt terwijl
die gekanteld wordt.
–
W
anneer een stoel van de 3e zitrij in de
volledig ingeklapte stand staat, zorg er dan voor
dat de riem correct is vastgemaakt aan de Top
Tether-bevestiging op de rugleuning van de 2e
zitrij: risico op onverwacht kantelen van de stoel.
Controleer vóór het uitvoeren van deze handelingen of de bewegende onderdelen
en de vergrendelingen ongehinderd functioneren.
Houd de rugleuning vast en ondersteun deze tot
de horizontale stand om plotseling neerklappen
te voorkomen.
Plaats uw hand nooit onder de zitting om de
stoel omlaag of omhoog te klappen, uw vingers
kunnen anders bekneld raken. Plaats uw hand
op de handgreep/de riem (afhankelijk van de
uitvoering) op de zitting.
Let op: als de rugleuning niet goed is vergrendeld, komt bij een noodstop of een
aanrijding de veiligheid van de passagiers ernstig
in het geding.
De inhoud van de bagageruimte kan naar voren
slingeren - Kans op ernstig letsel!
Voorstoelen
PEUGEOT i-Cockpit
Voordat u gaat rijden, moet u in de onderstaande
afstellingen in de volgende volgorde afstellen, om de
ergonomische plaatsing van de PEUGEOT i-Cockpit
optimaal te benutten:
–
De hoogte van de hoofdsteun.
–
De hoek van de rugleuning.
–
De hoogte van de zitting van de stoel.
–
De lengterichting van de stoel.
–
De diepte en daarna de hoogte van het stuurwiel.
–
De binnen- en buitenspiegels.
Zodra deze afstellingen zijn uitgevoerd, controleer of u goed zicht hebt op het
head-up instrumentenpaneel boven het kleine
stuurwiel.
Page 55 of 324

53
Ergonomie en comfort
3Instellingen
Verstellen in lengterichting
► Trek de beugel omhoog en schuif de stoel in de
gewenste stand.
Hoogte
(alleen bestuurder)
► Wanneer deze functie in uw auto aanwezig is,
trekt u de hendel omhoog of duwt u deze omlaag tot
de gewenste stand bereikt is.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over de
veiligheidsgordels.
Verstellen van de rugleuning
► Beweeg de schakelaar naar achteren en stel de
rugleuning in met behulp van uw lichaamsgewicht
en uw benen.
Lendensteun
(alleen bestuurder)
► Draai aan de knop om de lendensteun in de
gewenste stand te zetten.
Armsteun
► Als u de armsteun in de verticale stand wilt
zetten, zet deze omhoog totdat de armsteun in
positie vergrendelt.
►
Klap de armsteun omlaag om deze in de
gebruiksstand te zetten.
De armsteun kan van de passagiersstoel worden
verwijderd.
De armsteun verwijderen
►
Klap de armsteun omhoog in de verticale stand.
► Duw de as van de armsteun naar de rugleuning
toe.
►
Houd de as in deze positie en draai de armsteun
naar achteren.
►
T
rek aan de armsteun om deze los te halen van
de rugleuning.
Page 56 of 324

54
Ergonomie en comfort
De armsteun aanbrengen
► Schuif de armsteun in de rugleuning. Zorg dat de
bajonetten hierbij in lijn liggen met de gaten.
►
Duw de as van de armsteun naar de rugleuning
toe.
►
Houd de as in deze positie en draai de armsteun
naar voren. De armsteun zit nu weer vast aan de
rugleuning.
Opbergruimte onder de stoel
► Til de zitting van de passagiersstoel op voor
toegang tot de opbergruimte.
Neergeklapte stand
► Als de middenconsole in de weg zit, verwijder
dan de armsteun van de passagiersstoel.
►
Duw de hendel volledig naar achteren om het
geheel te kantelen en te begeleiden.
In deze positie kunt u lange ladingen in de auto met
de deuren gesloten vervoeren.
In de neergeklapte stand is het maximaal
toegestane gewicht op de rugleuning 50 kg.
►
W
anneer u deze weer terug wilt plaatsen, zet de
rugleuning omhoog totdat deze in de positie omhoog
wordt vergrendeld.
Bediening stoelverwarming
► Druk ongeveer 30 seconden na het starten van
de motor op de knop.
U kunt de functie activeren wanneer de
buitentemperatuur lager is dan 20 °C.
De temperatuur wordt automatisch geregeld.
Wanneer u nog een keer drukt, wordt de functie
gestopt.
Als u op de knop drukt terwijl de motor niet draait, dan wordt het verzoek ongeveer 2
minuten in het geheugen opgeslagen.
Bij de voorbank met twee zitplaatsen kan de
verwarming voor de buitenste zitplaats van de bank
met de bediening bij de bestuurdersstoel worden in-
en uitgeschakeld.
Gebruik de functie niet als de stoel niet wordt gebruikt.
Verlaag de verwarmingsstand zo snel mogelijk.
Page 57 of 324

55
Ergonomie en comfort
3Als de stoel en het interieur een prettige
temperatuur hebben bereikt, schakel de functie
uit; als het stroomverbruik daalt, daalt ook het
energieverbruik.
Langdurig gebruik van de stoelverwarming wordt afgeraden voor personen met een
gevoelige huid.
Personen die warmte niet goed kunnen voelen
door bijvoorbeeld ziekte of medicijnen, kunnen
brandwonden krijgen.
Voorkom als volgt schade aan het
verwarmingselement en kortsluiting:
–
Plaats geen zware voorwerpen op de stoel.
–
Ga niet op uw knieën op de stoel zitten of op
de stoel staan.
–
Mors geen vloeistoffen op de stoel.
–
Gebruik de stoelverwarming nooit als de stoel
vochtig is.
Het stuurwiel verstellen
► Trek bij stilstaande auto aan de hendel om het
stuurwiel te ontgrendelen.
►
V
erstel de hoogte en de diepte.
► Laat de hendel zakken om het stuurwiel te
vergrendelen.
Voer deze handelingen om veiligheidsredenen uitsluitend uit bij
stilstaande auto.
Spiegels
Buitenspiegels
Afstellen
► Beweeg de schakelaar A of draai de schakelaar
C (afhankelijk van de uitvoering) naar rechts of links
om de desbetreffende buitenspiegel te selecteren.
►
Beweeg de schakelaar
B of C (afhankelijk van
de uitvoering) in de vier richtingen om de spiegel af
te stellen.
►
Zet de schakelaar
A of C (afhankelijk van de
uitvoering) weer in de middelste stand.
Stel om veiligheidsredenen de buitenspiegels goed af om de "dode hoek"
zo klein mogelijk te maken.
De waargenomen objecten in de buitenspiegels
lijken verder af dan ze in werkelijkheid zijn.
Hiermee moet rekening worden gehouden om
de afstand ten opzichte van achteropkomend
verkeer goed in te schatten.
Handmatig inklappen
U kunt de spiegels handmatig inklappen (parkeren,
smalle garage enz.)
►
Kantel de spiegel naar de auto.
Elektrisch inklappen
Afhankelijk van de uitvoering zijn de buitenspiegels
elektrisch inklapbaar.
► Zorg dat het contact is aangezet
en zet schakelaar A vanuit de auto
in de middelste stand.
►
Beweeg schakelaar
A naar
achteren.
►
V
ergrendel de auto van buitenaf.
Als de buitenspiegels zijn ingeklapt met behulp van schakelaar A , worden ze niet
automatisch uitgeklapt als de auto wordt
ontgrendeld.
Page 58 of 324

56
Ergonomie en comfort
Elektrisch uitklappen
De buitenspiegels worden elektrisch uitgeklapt
wanneer de auto wordt ontgrendeld met de
afstandsbediening of sleutel. Trek als de spiegels
zijn ingeklapt met behulp van schakelaar A de
schakelaar naar de middenstand.
Het in- en uitklappen bij het vergrendelen en ontgrendelen van de auto kan worden
uitgeschakeld. Neem contact op met een
PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats.
Indien nodig kunnen de buitenspiegels
handmatig worden ingeklapt.
Buitenspiegels met
verwarming
► Druk op een van deze toetsen.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer informatie over de achterruitverwarming.
Binnenspiegel
De binnenspiegel is voorzien van een
antiverblindingsstand waardoor de spiegel
donkerder wordt en de bestuurder minder hinder
ondervindt van bijvoorbeeld de zon en van de
koplampen van achteropkomend verkeer.
Handbediend model
Dag-/nachtstand
► Trek aan het hendeltje om de spiegel in de
antiverblindingsstand (nachtstand) te zetten.
►
Duw het hendeltje naar voren om de spiegel
zetten in de normale dagstand te zetten.
Afstellen
►
Stel de spiegel af in de normale dagstand.
Automatisch "elektrochroom" model
Het elektrochroomsysteem gebruikt een sensor voor
het detecteren van het niveau van het buitenlicht
en van het licht dat van achteren op de auto valt
zodat er automatisch en geleidelijk tussen dag- en
nachtstand kan worden geschakeld.
Voor optimaal zicht bij het manoeuvreren wordt het spiegelglas automatisch helderder
als de achteruitversnelling wordt ingeschakeld.
Het systeem wordt uitgeschakeld als de lading in
de bagageruimte hoger dan de bagageafdekking
is of als er voorwerpen op de bagageafdekking
zijn geplaatst.
Spiegel naar achterpassagiers
Boven de binnenspiegel is een spiegel naar
achterpassagiers gemonteerd. Met deze spiegel
kunt u de achterpassagiers in de gaten houden en
hen tijdens gesprekken aankijken zonder achterom
te moeten kijken of de binnenspiegel te hoeven
verstellen. De spiegel kan eenvoudig worden
weggeklapt om verblinding te voorkomen.
Tweezitsbank vóór
Page 59 of 324

57
Ergonomie en comfort
3
Middelste zitplaats
Tafelstand
► Trek aan de lus onder de onderrand van de stoel
om de rugleuning neer te klappen.
De rugleuning van de middelste zitplaats van de
achterbank kan worden neergeklapt en als werktafel
worden gebruikt, zodat er een mobiel kantoor
bestaat (alleen gebruiken als de auto stilstaat).
De auto kan ook zijn uitgerust met een scharnierend
tafeltje.
►
W
anneer u de rugleuning weer in de zitpositie
wilt zetten, berg het tafeltje op en zet het omhoog
totdat het is vergrendeld.
Zorg dat de lus niet onder de zitting komt als u de
rugleuning weer omhoog zet.
Gebruik de tafel nooit tijdens het rijden. Wanneer de auto plotseling remt of
betrokken is bij een aanrijding, kunnen
voorwerpen op het tafeltje gevaarlijke projectielen
worden die letsel kunnen veroorzaken.
Opbergvak onder de stoelen
► Til de middelste zitting op voor toegang tot het
bergvak. Dit vak kan beveiligd worden met een
hangslot (niet meegeleverd).
Zorg elke keer wanneer u de zitting in de zitstand plaatst, dat de passagiers toegang
hebben tot de uiteinden van de veiligheidsgordels
en de bijbehorende riemen.
Page 60 of 324

58
Ergonomie en comfort
Buitenste stoel
Inklapbare stand
► Trek aan de lip op de bovenrand van de stoel
bij de hoofdsteun om het geheel te kantelen en te
begeleiden.
Het geheel wordt in de vloer van de voorstoel
geplaatst en vormt daarom een doorlopende platte
vloer met de laadruimte.
In deze stand kan lange lading in de auto worden
vervoerd met gesloten deuren.
Indien ingeklapt is het maximale gewicht op de
rugleuning 50 kg.
Til voor het terugplaatsen van de stoel de rugleuning
op tot de stoel op de vloer wordt vergrendeld.
Plaats uw hand nooit onder de zitting om de stoel omlaag of omhoog te klappen, uw
vingers kunnen bekneld raken.
Gebruik alleen de lus.
Controleer voor het uitvoeren van deze
handelingen of de bewegende onderdelen en de
vergrendelingen ongehinderd functioneren.
Opgeklapte toestand
► Til de gele hendel aan de onderzijde van de stoel
op om het geheel te ontgrendelen en op te tillen
naar de opgeklapte stand (stoel opgeklapt tegen de
rugleuning) tot het geheel wordt vergrendeld.
In deze stand kunnen hoge ladingen in de cabine
worden vervoerd.
Druk voor het terugplaatsen van de stoel op de gele
hendel onder de stoel en klap het geheel neer tot de
stoel op de vloer wordt vergrendeld.
Plaats uw hand nooit onder de zitting om de stoel omlaag of omhoog te klappen, uw
vingers kunnen bekneld raken.
Plaats uw hand op de voorzijde van de zitting.
Controleer voor het uitvoeren van deze
handelingen of de bewegende onderdelen en de
vergrendelingen ongehinderd functioneren.
Achterbank (zitrij 2)
Om veiligheidsredenen mogen de stoelen alleen worden versteld als de auto stilstaat.
Neerklappen van de
rugleuningen
Eerste handelingen:
► zet de hoofdsteunen omlaag,
►
schuif indien nodig de voorstoelen naar voren,
►
zorg ervoor dat de rugleuningen ongehinderd
kunnen worden neergeklapt (verwijder kleding,
bagage enz.),
►
controleer of de veiligheidsgordels goed tegen de
rugleuning zijn geplaatst.
Bij het neerklappen van de rugleuning gaat de desbetreffende zitting iets omlaag.
Wanneer de rugleuning is ontgrendeld, is de
rode indicator zichtbaar in de handgreep van de
buitenste zitplaatsen.
► Draai de handgreep 1 van de rugleuning.