PEUGEOT PARTNER TEPEE ELECTRIC 2017 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2017, Model line: PARTNER TEPEE ELECTRIC, Model: PEUGEOT PARTNER TEPEE ELECTRIC 2017Pages: 252, PDF Size: 9.95 MB
Page 41 of 252

3
.
.
Rijadviezen 103
Motor starten en afzetten 1 04
Elektronische startblokkering
1
05
Parkeerrem
105
Handgeschakelde versnellingsbak
1
05
Elektronisch gestuurde versnellingsbak
met 6 versnellingen
1
06
Schakelindicator
108
Stop & Start
1
08
Hill Start Assist
1
11
Bandenspanningscontrolesysteem
112
Bandenspanningscontrolesysteem
met resetfunctie
1
13
Snelheidsbegrenzer
115
Snelheidsregelaar
1
17
Active City Brake
1
20
Parkeerhulp
122
Achteruitrijcamera
1
24Brandstof
126
Onderbreking brandstoftoevoer 1 27
Geschikte brandstoffen
1
28
Sneeuwkettingen
129
Afneembaar sneeuwscherm
1
30
Ruitenwisserblad vervangen
1
30
Trekhaak
131
Afneembare trekhaak met
zwanenhalskogel
131
Allesdragers
1
33
Dakrails Zénith
1
33
Overige accessoires
1
34
Onder de motorkap
1
35
M otoren
13 6
Niveaus controleren
1
36
Controles
1
38
AdBlue
® (BlueHDi-motoren) 1 40
Bandenreparatieset
1
43
Wiel verwisselen
1
43
Wieldop op de velg aanbrengen
1
47
Een lamp vervangen
1
49
Een zekering vervangen
1
54
Ac cu
15
8
Eco-mode
159
Slepen van uw auto
1
59
Brandstoftank leeg (diesel)
1
60Algemeen
1
61
Benzinemotoren/gewichten
1
62
Dieselmotoren/gewichten
163
Afmetingen
1
65
Identificatie
1
74
Rijden
Praktische informatie
In geval van pech Technische gegevens
Index
Audio en telematica
7 inch touchscreen
Audiosysteem
.
Inhoudsopgave
Page 42 of 252

4
Cockpit1.Schakelaar verlichting en
richtingaanwijzers.
2. Instrumentenpaneel met display.
3. Schakelaar ruitenwissers/ruitensproeiers/
boordcomputer.
4. Contact.
5. Bediening audiosysteem.
6. Bestuurdersairbag/claxon.
7. Hoogte- en diepteverstelling stuurwiel.
8. Schakelaars snelheidsregelaar/-
begrenzer.
9. Bedieningspaneel: parkeerhulp, afstellen
van de koplamphoogte, ASR /DSC, Stop
& Start, alarmsysteem (afhankelijk van
het verkoopland).
10. Motorkap openen.
11. Elektrische verstelling buitenspiegels.
12 . Ruitbediening vóór.
13. Schakelaarpaneel: alarmknipperlichten,
kinderbeveiliging (afhankelijk van de
uitvoering).
14 . A a n s t e ke r.
15. Bediening ventilatie/verwarming.
16. Bediening elektronisch gestuurde
versnellingsbak of Grip Control.
17. Touchscreen.
18. USB-aansluiting (bij elektronisch
gestuurde versnellingsbak).
19. USB-aansluiting (bij handgeschakelde
versnellingsbak).
Overzicht
Page 43 of 252

5
Sluit als passagier zo min mogelijk
multimedia-apparatuur (DVD-speler, MP3-
speler, spelcomputer enz.) op de auto aan
om het elektriciteitsverbruik, en dus het
brandstofverbruik, te beperken.
Koppel externe apparatuur los als u de auto
verlaat.
Eco-rijden
Door in de dagelijkse praktijk een aantal aanwijzingen op te volgen kunt u het brandstofverbruik en de CO2-uitstoot van uw auto verminderen.
Maak optimaal gebruik van de
versnellingsbak
Als uw auto is voorzien van een
handgeschakelde versnellingsbak, rijd
dan rustig weg, schakel zo snel mogelijk
de tweede versnelling in. Schakel bij het
accelereren bij voorkeur relatief snel over naar
een hogere versnelling.
Als uw auto is voorzien van een automatische
transmissie, gebruik dan bij voorkeur de
automatische stand en trap het gaspedaal niet
bruusk of diep in.
De schakelindicator adviseert u de versnelling
in te schakelen die het best geschikt is
voor de rijomstandigheden: volg het op
het instrumentenpaneel weergegeven
schakeladvies zo snel mogelijk op.
Bij auto's met een automatische transmissie
wordt de schakelindicator uitsluitend in de
handmatige stand weergegeven.
Kies voor een soepele rijstijl
Houd afstand van de auto's voor u, rem bij
voorkeur af op de motor in plaats van het
rempedaal te gebruiken en trap het gaspedaal
geleidelijk in. Als u deze aanwijzingen naleeft,
nemen het brandstofverbruik en de CO
2-
uitstoot af en wordt de geluidsoverlast door
het verkeer beperkt.
Als het verkeer goed doorstroomt, gebruik dan
vanaf een snelheid van ongeveer 40
km/h de
snelheidsregelaar (indien aanwezig).
Matig het gebruik van de
elektrische voorzieningen
Als het passagierscompartiment te warm is,
ventileer dit dan voordat u gaat rijden door de
ruiten en de ventilatieopeningen te openen
voordat u de airconditioning gaat gebruiken.
Sluit bij snelheden boven 50
km/u de ruiten,
maar laat de ventilatieopeningen open staan.
Maak gebruik van alle voorzieningen die kunnen
bijdragen aan een verlaging van de temperatuur
in het interieur (zonneschermen van het schuif-/
kanteldak of de zijruiten enz.).
Schakel de verlichting en de mistlampen uit
als het zicht voldoende is.
Laat de motor vooral 's winters na het starten
niet stationair warmdraaien: uw auto warmt
sneller op als u rijdt.
Schakel de airconditioning uit zodra de
gewenste temperatuur is bereikt (behalve bij
auto's met een automatische airconditioning).
Schakel de achterruitver warming en de
ontwaseming uit zodra deze niet meer nodig zijn
als deze niet automatisch worden aangestuurd.
Schakel de stoelver warming zo snel mogelijk
uit.
.
.
Eco-rijdensommaire
Page 44 of 252

6
Beperk de oorzaken van een
hoger brandstofverbruik
Verdeel het gewicht evenredig over de
auto: plaats de zwaarste voor werpen in
de bagageruimte zo dicht mogelijk bij de
achterbank.
Beperk de belading en de luchtweerstand
(dakdragers, imperiaal, fietsendrager,
aanhanger enz.) van uw auto. Gebruik liever
een dakkoffer.
Ver wijder na gebruik de dakdragers en het
imperiaal.
Ver vang na de winter zo snel mogelijk de
winterbanden door zomerbanden.
Houd u aan de
onderhoudsvoorschriften
Controleer regelmatig de bandenspanning
(bij koude banden), houd u daarbij aan
de bandenspanning die staat vermeld
op de sticker in de deuropening van het
bestuurdersportier.
Controleer de bandenspanning met name:
-
v
oorafgaand aan een lange rit,
-
b
ij de wisseling van de seizoenen,
-
a
ls de auto gedurende langere tijd niet is
gebruikt.
Vergeet niet het reser vewiel en de banden van
een aanhanger of caravan. Laat uw auto regelmatig onderhouden (olie
verversen, oliefilter, luchtfilter en interieurfilter
ver vangen enz.) en houd u daarbij aan het
onderhoudsschema van de fabrikant.
Laat bij het tanken het vulpistool niet meer dan
drie keer afslaan; zo voorkomt u dat brandstof
uit de tank stroomt.
U zult bij een nieuwe auto merken dat pas na
3000
km het gemiddelde brandstofverbruik
zich stabiliseert. Als bij een BlueHDi-dieselmotor het SCR-
systeem uitvalt, voldoet de auto niet meer aan
de emissienormen. Bezoek in dat geval z.s.m.
het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats om er voor te zorgen dat de uitstoot
van stikstofoxide van uw auto weer aan de
norm voldoet.
Eco-rijden
Page 45 of 252

7
Instrumentenpaneel
Meters
1.Snelheidsmeter (in kilometer of mijl).
2. Display.
3. Brandstofmeter, koelvloeistof-
temperatuurmeter.
4. Toerenteller.
5. Resetten van dagteller/
onderhoudsindicator.
6. Dimmer dashboardverlichting.
Displays
Niveau 1
Niveau 2
met touchscreen
Schermen
De indeling van de informatie die op het
scherm gepresenteerd wordt, is afhankelijk van
de uitvoering van uw auto.
1
Instrumentenpaneel
Page 46 of 252

8
Waarschuwings- en
verklikkerlampjes
Deze lampjes geven de bestuurder
informatie over de werking van een
systeem (ingeschakeld of uitgeschakeld) of
waarschuwen de bestuurder in het geval van
een storing.
Bij het aanzetten van het contact
Als het contact wordt aangezet, gaan bepaalde
lampjes enkele seconden branden.
Zodra de motor draait, moeten deze lampjes
weer uitgaan.
Als ze blijven branden, controleer dan voordat
u gaat rijden welke functie het betreft.
Bijbehorende waarschuwingen
Een aantal lampjes kan op twee manieren
oplichten: permanent of knipperend.
Of het permanent branden of knipperen van
een lampje duidt op een storing, is afhankelijk
van de werkingsfase van de auto.
Bij een storing kan het lampje gaan branden in
combinatie met een geluidssignaal en/of een
melding.
Waarschuwingslampjes
Als bij draaiende motor of tijdens het rijden een
van de volgende lampjes gaat branden, wijst dit
op een storing in het desbetreffende systeem
en moet de bestuurder actie ondernemen.
Lees in het geval van een storing waarbij
een waarschuwingslampje gaat branden
de aanvullende informatie die via een
bijbehorende melding wordt weergegeven.
Wanneer u problemen hiermee ondervindt,
neem dan contact op met het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Verklikkerlampjes ingeschakelde functies
De volgende verklikkerlampjes op het
instrumentenpaneel en/of op het display van
het instrumentenpaneel geven aan dat de
desbetreffende functie is ingeschakeld.
Verklikkerlampje
uitgeschakelde functie
Het branden van dit verklikkerlampje geeft
aan dat het desbetreffende systeem bewust is
uitgeschakeld.
Het lampje kan branden in combinatie met een
geluidssignaal en een melding op het display.
Instrumentenpaneel
Page 47 of 252

9
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Rode lampjes
STOPBrandt permanent,, in
combinatie met een
ander lampje en een
melding op het display. Een ernstige storing, gaat
branden in combinatie
met de verklikkerlampjes
"Remvloeistofniveau",
"Motoroliedruk en -temperatuur",
"Koelvloeistoftemperatuur",
"Elektronische remdrukregelaar"
en "Stuurbekrachtiging". Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige
plaats.
Zet het contact af en neem contact op met het
PEUGEOT-netwerk of met een gekwalificeerde
werkplaats.
Koelvloeistof
-t
emperatuur en
-niveau Brandt permanent,
met de naald in het
rode gebied. Een abnormale
temperatuurtoename.
Zet de auto stil en zet het contact af. Laat de motor
vervolgens afkoelen.
Controleer visueel het niveau.
Knippert. Er is een afname in het
koelvloeistofniveau. Neem contact op met het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Motoroliedruk en
-temperatuur Brandt permanent
tijdens het rijden. Onvoldoende druk of overmatige
temperatuur.
Zet de auto stil en zet het contact af. Laat de motor ver volgens
afkoelen. Controleer visueel het niveau. Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over het controleren van de niveaus
.
Brandt permanent, ondanks
dat het niveau correct is.Een ernstige storing.Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Laadstroom accu Brandt permanent. Een storing in het laadcircuit.
Controleer de accupolen. Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over de accu .
Knippert.De actieve functies zijn op
stand-by gezet (eco-mode). Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over de accu
.
Brandt permanent, terwijl de
controles zijn uitgevoerd.Een storing in de ontsteking of
het injectiesysteem. Laat dit nakijken door het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
1
Instrumentenpaneel
Page 48 of 252

10
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Gordel niet
vastgemaakt Brandt permanent en
knippert vervolgens. De bestuurder en/of de
voorpassagier heeft zijn
veiligheidsgordel niet
vastgemaakt. Trek aan de gordel en steek de gesp in de
gordelsluiting.
In combinatie met een
geluidssignaal, blijft
vervolgens branden. Tijdens het rijden: de
veiligheidsgordel van de
bestuurder en/of voorpassagier is
niet vastgemaakt. Controleer of de gordel goed is vastgemaakt door
even aan de riem te trekken.
Stuurbekrachtiging Brandt permanent. Er is een storing in de
stuurbekrachtiging. De conventionele werking van de stuurinrichting,
zonder bekrachtiging, blijft behouden.
Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Por tier, achterklep
of motorkap
geopend Brandt permanent in
combinatie met een
melding op het display. Een van de te openen
carrosseriedelen is niet goed
gesloten. Controleer of alle te openen carrosseriedelen gesloten
zijn.
Parkeerrem Brandt permanent. De parkeerrem is aangetrokken
of niet goed vrijgezet. Zet de parkeerrem vrij zodat het lampje uitgaat; trap
het rempedaal in.
RemvloeistofniveauBrandt permanent. Een te laag remvloeistofniveau.
Vul bij met door PEUGEOT goedgekeurde
remvloeistof.
+ Elektronische
remdrukregelaar
Brandt permanent,
ondanks dat het
niveau correct is, in
combinatie met het
waarschuwingslampje
ABS
.Er is een storing in het systeem. Stop zo snel mogelijk op een veilige plaats.
Zet de auto stil en zet het contact af.
Neem contact op met het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
Instrumentenpaneel
Page 49 of 252

11
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Oranje lampjes
ServiceBrandt tijdelijk. Kleine storingen of
waarschuwingen.Raadpleeg het logboek waarschuwingen op het display of het scherm.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over de
boordcomputer.
Neem contact op met het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Brandt permanent. Ernstige storingen.
Emissieregelsysteem
EOBDKnippert of brandt
permanent.Er is een storing in het systeem.
EOBD (European On Board Diagnosis)
is een Europees diagnosesysteem
dat de emissieregeling bewaakt en
er voor zorgt dat de auto voldoet aan de
normen voor de uitstoot van:
-
CO
(koolmonoxide),
-
H
C (koolwaterstoffen),
-
N
Ox (stikstofoxide); de
samenstelling van het uitlaatgas
wordt gecontroleerd door
de lambdasondes achter de
katalysatoren,
-
fijnstof.De katalysator kan beschadigd raken:
Laat het systeem zo snel mogelijk controleren door
het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Laag
brandstofniveau Brandt permanent,
met de naald van
de meter in het rode
gebied. Als dit lampje gaat branden, zit
er nog ongeveer 8
liter brandstof
in de tank, afhankelijk van de
rijstijl en het motortype. Ga zo snel mogelijk tanken om te voorkomen dat u
zonder brandstof komt te staan. Dit lampje gaat elke
keer na het aanzetten van het contact branden zolang
er niet voldoende brandstof getankt is.
Rijd nooit door tot de tank helemaal leeg is,
hierdoor kunnen het emissieregelsysteem en het
injectiesysteem beschadigd raken.
Knippert. De brandstoftoevoer is
onderbroken na een ernstige
aanrijding. Herstel de toevoer.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over brandstof
.
1
Instrumentenpaneel
Page 50 of 252

12
ABSBrandt permanent. Er is een storing in het
antiblokkeersysteem. De normale remwerking van uw auto blijft behouden.
Rijd voorzichtig met lage snelheid en raadpleeg
zo snel mogelijk het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampje
Status
Oorzaak Acties/Opmerkingen
ASR/DSC Knippert. In werking treden van de ASR- of
DSC-regeling. Het systeem verbetert de tractie en zorgt er voor dat de
auto beter bestuurbaar blijft.
Brandt permanent. Een storing in de ASR- of DSC-
regeling.
Bijv. een te lage bandenspanning.
Bijv. controleren van de bandenspanning.
Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats (wielsensor,
hydraulisch regelorgaan, enz.).
Te lage
bandenspanningBrandt permanent.
De bandenspanning van een of
meerdere wielen is te laag. Controleer zo snel mogelijk de bandenspanning.
Deze controle dient bij voorkeur bij koude banden te
worden uitgevoerd.
+
Knippert en brandt
vervolgens permanent, in
combinatie met het lampje
Ser vice en, afhankelijk van
de uitvoering, de weergave
van een
melding.
Het bandenspanningscontrolesysteem
is defect of de sensor van een van de
wielen wordt niet gedetecteerd.De bandenspanning wordt niet meer gecontroleerd.
Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Airbag vóór/zij-
airbag Knippert of brandt
permanent. Een storing in een airbag. Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over de airbags.
Uitschakeling van
de airbag vóór aan
passagierszijde Brandt permanent.
Vrijwillige uitschakeling van deze
airbag wanneer een kinderzitje
met "de rug in de rijrichting" op de
voorpassagiersstoel wordt geplaatst.Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over de airbags
.
Instrumentenpaneel