PEUGEOT PARTNER TEPEE ELECTRIC 2017 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2017, Model line: PARTNER TEPEE ELECTRIC, Model: PEUGEOT PARTNER TEPEE ELECTRIC 2017Pages: 252, PDF Size: 9.95 MB
Page 71 of 252

33
F Klap de steunstang terug door de hendel omhoog te bewegen.
F
B
eweeg deze naar de deurstijl.
F
O
ndersteun de lange ladingen die
getransporteerd moeten worden, til ze op en
verplaats de steunstang met een hand.
F
Z
org dat de stang goed wordt vastgezet
door de hendel omlaag te drukken voorbij
het weerstandspunt en zet de ladingen
stevig vast.
De zijsteunen kunnen gebruikt worden als
vasthaakpunten.
Bevestig een lading nooit aan de dakklep.
De achterbumper is versterkt, zodat deze
kan fungeren als een opstap om in de auto
te komen. Rijd nooit zonder aangebrachte
steunstang.
De achterdeuren kunnen alleen worden
vergrendeld als de steunstang is
aangebracht.
Wanneer de dakklep open is, wees dan
voorzichtig bij het rijden op een weg met
een hoogtebeperking.
Laat ladingen nooit direct op de
achterdeuren steunen.
Neem de instructies met betrekking tot het
waarschuwen van andere weggebruikers
in acht.
Gebruik de dakklep uitsluitend bij korte
ritten.
Centrale vergrendeling
De schakelaar werkt niet als de auto
van buitenaf is vergrendeld met de
afstandsbediening of de sleutel in het
portierslot.
De deuren kunnen altijd van binnenuit worden
geopend.
De LED van de knop:
-
k
nippert wanneer de portieren en deuren
zijn vergrendeld, de auto stilstaat en de
motor is afgezet,
-
b
randt als de portieren en deuren zijn
vergrendeld en het contact is aangezet.
Het rijden met vergrendelde portieren kan
bij een noodgeval de toegang tot de auto
voor de hulpdiensten bemoeilijken.
Druk eenmaal op de knop om de centrale
vergrendeling van de auto in te schakelen wanneer
alle te openen carrosseriedelen gesloten zijn.
Druk nogmaals op de knop om de centrale
vergrendeling van de auto uit te schakelen.
Laadruimte
Druk op deze knop om de achterdeuren
onafhankelijk van de vergrendelstatus van de
cabine te vergrendelen/ontgrendelen.
De deuren kunnen altijd van binnenuit worden
geopend.
2
Toegang tot de auto
Page 72 of 252

34
Het systeem vergrendelt de portieren en
deuren zodra een snelheid van 10 km/h
wordt bereikt. U kunt de sloten dan horen
vergrendelen. Het lampje in de knop op het
centrale bedieningspaneel op het dashboard
gaat branden.
Als tijdens het rijden één van de portieren of
deuren wordt geopend, wordt de auto volledig
ontgrendeld.
Activeren/deactiveren van het
systeem
Druk bij aangezet contact op deze knop en
houd deze ingedrukt om de functie te activeren
of deactiveren.
Controleer als dit lampje brandt of de
portieren, achterklep, achterdeuren,
schuifdeuren en motorkap goed zijn
gesloten.
Alarmsysteem
Vergrendelen van de auto
met volledig alarm
Inschakelen van het alarm
F Zet het contact af en verlaat de auto.
F S chakel het alarm binnen vijf minuten na het
verlaten van de auto in door vergrendeling
of super vergrendeling van de auto via de
afstandsbediening. De rode LED op de
knop knippert één keer per seconde.
Uitschakelen van het alarm
F Ontgrendel de auto via de afstandsbediening of zet het contact aan.
De rode LED gaat uit.
Vergrendelen van de auto met
alleen externe beveiliging
Als u uw auto even verlaat en een ruit
gedeeltelijk open wilt laten of een huisdier in de
auto laat, dient u alleen de externe beveiliging
in te schakelen.
F
Z
et het contact af.
Afgaan van het alarm
De sirene klinkt, de richtingaanwijzers
knipperen ongeveer 30 seconden en de rode
LED knippert snel.
F
S
teek de sleutel in het contactslot en zet het
contact aan om het afgaan van het alarm te
stoppen.
Anti- over valsysteem
Vergrendelen tijdens het rijden
Als uw auto met dit systeem is uitgerust, biedt
het twee beveiligingstypen.
-
e
xterieurbeveiliging: klinkt als een van
de portieren of deuren, of de motorkap
geopend wordt.
-
i
nterieurbeveiling: klinkt als het volume in
het interieur verandert (ingeslagen ruit of
beweging in de auto).
Als uw auto is uitgerust met een tussenschot,
is de interieurbeveiliging niet actief in de
laadruimte.
F
D
ruk binnen tien seconden op de knop tot
de rode LED blijft branden.
F
V
erlaat de auto.
F
S
chakel het alarm binnen vijf minuten na het
verlaten van de auto in door vergrendeling
of super vergrendeling van de auto via de
afstandsbediening (de rode LED op de knop
knippert één keer per seconde).
Toegang tot de auto
Page 73 of 252

35
Vergrendelen van de auto
zonder alarm
F Steek de sleutel in het slot van het bestuurdersportier en vergrendel de
portieren.
Schakel het alarm niet in wanneer u uw auto
wast.
Storing van de afstandsbediening
Als het alarm is ingeschakeld, maar de
afstandsbediening niet werkt:
F
O
ntgrendel de portieren met de sleutel en
open het portier. Het alarm gaat af.
F
Z
et het contact binnen tien seconden aan.
Het alarm wordt uitgeschakeld.
Storing
Als de rode LED na het aanzetten van het
contact tien seconden blijft branden, duidt dit
op een storing in de verbinding met de sirene.
Neem contact op met het PEUGEOT-netwerk
om het systeem te laten controleren.
Automatisch inschakelen
van het alarm
Afhankelijk van het land waar de auto verkocht
is, wordt het alarm ongeveer 2 minuten na
het sluiten van het laatste portier automatisch Breng geen wijzigingen aan in het
alarmsysteem, want dit kan tot storingen
leiden.
Als het alarm voor de 11e keer op rij afgaat,
wordt het alarmsysteem gedeactiveerd.
Herhaal de procedure voor het inschakelen van
het alarm.
ingeschakeld.
Om het afgaan van het alarm bij het openen
van een portier te voorkomen, moet eerst
nogmaals op de ontgrendelknop van de
afstandsbediening worden gedrukt.
Portierruiten achter
F Om de portierruiten achter te openen,
kantelt u de hendel en duwt u ver volgens
tegen de hendel tot de ruiten helemaal in de
geopende stand staan.
Elektrische ruitbediening
Handbediening
Duw of trek aan de schakelaar zonder het
zware punt te passeren. De ruit stopt zodra de
schakelaar wordt losgelaten.
Automatische stand
Deze stand is beschikbaar aan de
bestuurderszijde (afhankelijk van de
uitvoering).
Deze stand is beschikbaar aan de
bestuurders- en passagierszijde.
Duw of trek de schakelaar tot voorbij het zware
punt. Als u de schakelaar hebt losgelaten,
opent of sluit de ruit volledig. Bedien de
schakelaar opnieuw om het openen of sluiten
te stoppen.
2
Toegang tot de auto
Page 74 of 252

36
De elektrische ruitbediening wordt
uitgeschakeld:
-
o
ngeveer 45 seconden na het afzetten van
het contact,
-
a
ls bij afgezet contact een voorportier wordt
geopend.
Antiklemvoorziening
Als de ruit sluit en tegen een obstakel stuit,
stopt de ruit en gaat deze gedeeltelijk weer
open.
Resetten
Als de accu losgekoppeld is geweest of na een
storing, moet de ruitbediening gereset worden.
F
L
aat de ruit volledig zakken en weer volledig
omhoog gaan. De ruit zal telkens een paar
centimeters hoger komen. Herhaal deze
procedure totdat de ruit volledig gesloten is
F
H
oud de schakelaar na het sluiten nog
minimaal één seconde ingedrukt.
Tijdens deze handelingen is de
antiklemvoorziening uitgeschakeld. Wanneer tijdens het bedienen van de ruit
iets tussen de ruit en de sponning bekneld
raakt, moet de ruit weer worden geopend.
Druk daar voor op de desbetreffende
schakelaar.
Wanneer de bestuurder de ruit aan
passagierszijde bedient, moet deze er van
verzekerd zijn dat niets het correcte
sluiten van de ruit hindert.
De bestuurder moet er van verzekerd
zijn dat de passagiers op de juiste
manier gebruikmaken van de elektrische
ruitbediening.
Zorg er voor dat kinderen zich tijdens
het bedienen van de ruiten niet kunnen
bezeren.
Na meerdere opeenvolgende pogingen
om de ruiten te sluiten/openen met behulp
van de elektrische ruitbediening, wordt
een beveiligingssysteem ingeschakeld
waarmee de ruiten alleen gesloten kunnen
worden. Na het sluiten duurt het ongeveer
40
minuten voordat de bediening weer
werkt.
Toegang tot de auto
Page 75 of 252

37
Stuurwielverstelling
F Ontgrendel bij stilstaande auto het stuurwiel door aan de hendel te trekken.
F
S
tel de hoogte en diepte van het stuur wiel
af en vergrendel het door de hendel omlaag
te duwen.
Spiegels
Handmatige
buitenspiegelverstelling Elektrische
buitenspiegelverstelling
F Draai de knop naar rechts of links om de
desbetreffende buitenspiegel te selecteren.
F
D
uw de knop in de vier richtingen om de
spiegel af te stellen.
F
Z
et de knop weer in het midden.
Elektrisch inklappen/
uitklappen
Bij stilstaande auto en aangezet contact
kunnen de buitenspiegels van binnenuit
elektrisch worden in- of uitgeklapt:
F
Z
et de schakelaar in de middelste stand.
F
D
ruk de schakelaar omlaag.
F
D
uw de knop in een van de vier richtingen
om de spiegel af te stellen.
Wanneer de auto is geparkeerd, kunnen de
buitenspiegels handmatig worden ingeklapt.
De buitenspiegels hebben geen automatische
ontwaseming.
3
Ergonomie en comfort
Page 76 of 252

38
Buitenspiegelverwarming
Elektrisch verstelbare en inklapbare spiegels
kunnen verwarmd worden.F
D
ruk op de toets van de
achterruitverwarming.
Terugklappen
Als de spiegel uit de oorspronkelijke stand is
gekomen, duw deze dan bij stilstaande auto,
handmatig op zijn plaats terug of gebruik de
elektrische bedieningsknop.
Binnenspiegel (handmatig)
Spiegel naar achterpassagiers
Deze spiegel, die boven de binnenspiegel is
geplaatst, biedt de bestuurder of voorpassagier
de mogelijkheid om de zitplaatsen achterin in
de gaten te houden.
Doordat de spiegel kan worden gedraaid, kan
deze eenvoudig handmatig worden afgesteld
en is het mogelijk een goed zicht te krijgen op
de ruimte achter in de auto.
De spiegel kan ook zo worden afgesteld dat
deze een beter overzicht geeft bij parkeren of
inhalen.
De binnenspiegel kent 2 standen:
-
dag
stand (normaal),
-
na
chtstand (antiverblinding).
De spiegel kan in de dag- en nachtstand gezet
worden met behulp van het hendeltje aan de
onderzijde.
Vo or stoelen
Instellingen
Verstellen in lengterichting
F Trek de beugel omhoog en schuif de stoel in de gewenste stand.
Verstellen van de rugleuning
F Beweeg de hendel naar voren met uw rug tegen de rugleuning en stel de gewenste
hoek in.
Ergonomie en comfort
Page 77 of 252

39
Stoelhoogte (bestuurder)
Hoogte van de hoofdsteunF Druk op de knop en trek de hoofdsteun omhoog om hem te verwijderen.
F
S
teek om de hoofdsteun terug te zetten
de pennen van de hoofdsteun recht in
de openingen van de rugleuning tot de
hoofdsteun op zijn plaats blijft.
Ga nooit rijden als de hoofdsteunen zijn
verwijderd; de hoofdsteunen moeten zijn
geplaatst en correct zijn afgesteld.
Armsteun
Bediening stoelverwarming
vóór
U kunt de functie uitschakelen zodra
de temperatuur van de stoelen en
in het interieur op een aangenaam
niveau is gekomen. Dit vermindert
het stroomverbruik waardoor ook het
brandstofverbruik lager wordt.
F
B
eweeg de hendel omhoog en haal uw
gewicht van de stoel om deze omhoog te
brengen.
F
B
eweeg de hendel omhoog en druk op de
stoel om deze omlaag te brengen.
F
S
chuif de hoofdsteun verticaal omhoog om
hem hoger te zetten.
F
H
oud de knop ingedrukt en schuif de
hoofdsteun verticaal omlaag om hem lager
te zetten.
De hoofdsteun is correct geplaatst als de
bovenzijde van de hoofdsteun zich ter hoogte
van de bovenzijde van het hoofd bevindt. F
O
m de armsteun in de verticale stand te
zetten, klapt u de armsteun omhoog tot
deze wordt vergrendeld.
F
K
lap de armsteun omlaag om deze in de
gebruiksstand te zetten.
F
D
ruk in de verticale stand van de armsteun
op de ontgrendelkop om de armsteun te
verwijderen.
F
O
m de armsteun weer aan te brengen, klikt
u deze in de verticale stand vast,
F
A
ls de auto is uitgerust met de extra
console en een armsteun, ver wijder dan de
console of armsteun om de passagiersstoel
in de tafelstand te kunnen zetten. Elke afzonderlijke voorstoel kan zijn voorzien
van een schakelaar voor de stoelver warming
op de zijkant van de stoel.
Bij de 2+1-bank wordt met de schakelaar
van de stoelver warming van de
bestuurdersstoel ook de stoelverwarming
van de buitenste zitplaats van de bank
in- en uitgeschakeld.
Druk hierop om de stoelver warming in te schakelen.
Druk nogmaals hierop om de stoelver warming
uit te schakelen.
3
Ergonomie en comfort
Page 78 of 252

40
Individuele voorpassagiersstoelMulti-flex bank
Neerklappen van de rugleuning
Terugplaatsen van de
rugleuning
F Trek de hendel naar voren en til ver volgens de rugleuning op tot deze wordt
vergrendeld.
De rugleuning van de individuele
voorpassagiersstoel kan worden neergeklapt
voor het ver voeren van zeer lange
voorwerpen.
F
T
rek de hendel naar voren en kantel
vervolgens de rugleuning.
Middelste zitplaatsDeze is uitgerust met een
driepuntsveiligheidsgordel waarbij het
oprolmechanisme is bevestigd op het
tussenschot achter de bestuurder.
Stand mobiel kantoor
F Trek aan de lus bij de onderrand van de stoel om de rugleuning neer te klappen
(deze bevat een schrijftafel met een riem).
Gebruik de functie niet als de stoel niet
wordt gebruikt.
Langdurig gebruik in de hoogste instelling
wordt afgeraden voor personen met een
gevoelige huid.
Personen waar van de warmtewaarneming
beperkt is (ziekte, medicijnen enz.)
kunnen brandwonden krijgen.
Het systeem kan over verhit raken als
materiaal met isolerende eigenschappen
zoals kussens of stoelhoezen wordt
gebruikt.
Gebruik het systeem niet:
-
a
ls vochtige kleding wordt gedragen,
-
al
s kinderzitjes zijn aangebracht.
Om breken van het verwarmingselement
in de stoel te voorkomen:
-
p
laats geen zware voor werpen op de
stoel,
-
k
niel of sta niet op de stoel,
-
p
laats geen scherpe voor werpen op de
stoel,
-
m
ors geen vloeistoffen op de stoel.
Voorkomen van de kans op kortsluiting:
-
g
ebruik geen vloeibare producten om
de stoel te reinigen,
-
g
ebruik de ver warmingsfunctie nooit
wanneer de stoel vochtig is.
Ergonomie en comfort
Page 79 of 252

41
F Trek voor het terugplaatsen van de rugleuning aan de lus en begeleid de
rugleuning tot deze wordt vergrendeld.
Zorg tijdens het uitvoeren van de handelingen
dat de lus niet onder de stoel bekneld raakt.
Opbergvak onder de zitting
Zorg elke keer wanneer u de zitting in de
zitstand plaatst, dat de gordelsluitingen en
de veiligheidsgordels zelf bereikbaar zijn
voor de passagiers.
Buitenste stoel
Neergeklapte stand
Het maximale gewicht dat op de neergeklapte
stoel ver voerd mag worden, bedraagt 50 kg.
Til voor het terugplaatsen van de stoel de
rugleuning op tot de stoel op de vloer wordt
vergrendeld.
F
T
il de middelste zitting op voor toegang tot
het opbergvak. Dit vak kan beveiligd worden
met een hangslot (niet meegeleverd).
De rugleuning is uitgerust met een metalen kap.
F Trek aan de lus op de bovenrand van de stoel bij de hoofdsteun om het geheel te
kantelen en begeleid het geheel.
De stoel wordt weggeklapt in de vloer van
de voorste zitplaats waardoor er één geheel
ontstaat met de vloer van de laadruimte.
In deze stand kunnen lange voor werpen
tot 3
meter in de auto worden ver voerd met
gesloten deuren (3,25
m bij de verlengde
uitvoering).
Opgeklapte stand
In deze stand kan hoge lading in de cabine
worden vervoerd.
Druk voor het terugplaatsen van de zitting
op de gele hendel onder de stoel en klap het
geheel neer tot de zitting op de vloer wordt
vergrendeld. F
T
rek de gele hendel aan de onderzijde
van de stoel omhoog om het geheel te
ontgrendelen en klap de zitting tegen de
rugleuning tot deze is vergrendeld.
3
Ergonomie en comfort
Page 80 of 252

42
F Beweeg de grijze stang aan de achterzijde van de stoel omhoog.
F
K
antel het geheel naar voren.
Achterbank
Hoofdsteun Neerklappen
Voorbeeld van handelingen voor deel 1/3. Deze
zijn hetzelfde voor deel 2/3.
F
Z
et de hoofdsteunen in de laagste stand.
F
S
chuif indien nodig de voorstoelen naar
voren.
De deelbare achterbank (1/3 - 2/3) is voorzien
van kommavormige hoofdsteunen.
Elk deel is neerklapbaar en ver volgens
afzonderlijk te verwijderen. Hoge stand: trek de hoofdsteun omhoog.
Lage stand: duw de hoofdsteun omlaag.
Druk met de hoofdsteun in de hoge stand op de
nok en trek de hoofdsteun omhoog om deze te
verwijderen.
Steek om de hoofdsteun terug te zetten
de pennen van de hoofdsteun recht in de
openingen van de rugleuning.
F
D
ruk de grijze knop aan de bovenzijde van
de rugleuning in.
F
K
lap de rugleuning op de zitting.
Ergonomie en comfort