PEUGEOT PARTNER TEPEE ELECTRIC 2017 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2017, Model line: PARTNER TEPEE ELECTRIC, Model: PEUGEOT PARTNER TEPEE ELECTRIC 2017Pages: 252, PDF Size: 9.95 MB
Page 51 of 252

13
RoetfilterBrandt permanent. Een storing van het roetfilter
(brandstofadditiefniveau, kans
op verstopping enz.). Laat het filter controleren door het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over het controleren van de niveaus
.
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampje
Status
Oorzaak Acties/Opmerkingen
AdBlue
®
(BlueHDi-diesel)Brandt permanent
sinds het contact is
aangezet in combinatie
met een geluidssignaal
en een melding van het
aantal kilometers dat u
nog kunt rijden.De resterende actieradius ligt
tussen de 2400 en 600 km.Vul zo snel mogelijk AdBlue® bij.
+ AdBlue
®
(BlueHDi-diesel)
Knippert, in
combinatie met het
branden van het
lampje Service, een
geluidssignaal en
een melding van het
aantal kilometers dat
u nog kunt rijden. De resterende actieradius ligt
tussen de 600 en 0
km.U moet
AdBlue
® bijvullen om te voorkomen dat de
motor niet meer kan worden gestar t. .
Knippert, in
combinatie met het
branden van het
lampje Service, een
geluidssignaal en
een melding dat het
starten geblokkeerd
is. Het AdBlue
®-reser voir is
leeg: het starten van de
motor wordt geblokkeerd
door het wettelijk verplichte
startblokkeringssysteem. Om de motor opnieuw te kunnen starten, moet
u
AdBlue® bijvullen.
Het betreffende reservoir moet worden bijgevuld met
minimaal 5
liter AdBlue
®.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor het bijvullen of voor meer informatie over AdBlue
®.
1
Instrumentenpaneel
Page 52 of 252

14
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
+
+
SCR-
emissieregelsysteem
(BlueHDi-diesel)Brandt permanent
sinds het contact
is aangezet, in
combinatie met het
branden van het
lampje Ser vice en het
lampje zelfdiagnose
motor, een
geluidssignaal en een
melding. Er is een tijdelijke storing in het
SCR-emissieregelsysteem.
Deze waarschuwing verdwijnt zodra de uitstoot van
uitlaatgassen weer aan de normen voldoet.
Knippert sinds het
contact is aangezet,
in combinatie met
het branden van
het lampje Ser vice
en het lampje
zelfdiagnose motor,
een geluidssignaal
en een melding met
betrekking tot de
resterende actieradius. Nadat er 50
km met deze
waarschuwing is afgelegd,
wordt de storing in het
emissieregelsysteem bevestigd.
U kunt nog maximaal 1100
km
afleggen voordat het systeem het
starten van de motor blokkeert. Neem zo snel mogelijk contact op met het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats
om te voorkomen dat de motor niet meer kan
worden gestart
.
Knippert sinds het contact
is aangezet, in combinatie
met het branden van
het lampje Ser vice en
het lampje zelfdiagnose
motor, een geluidssignaal
en een melding dat het
starten van de motor is
geblokkeerdU hebt de actieradius
overschreden die is toegestaan
na de bevestiging van de storing
in het emissieregelsysteem:
het starten van de motor
wordt geblokkeerd door het
startblokkeringssysteem. Om de motor weer te kunnen starten, is het
noodzakelijk
dat u contact opneemt met het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Instrumentenpaneel
Page 53 of 252

15
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Mistachterlicht Brandt permanent. Handmatig ingeschakeld. Het mistachterlicht werkt alleen als de parkeerlichten
of het dimlicht ingeschakeld is.
Schakel het mistachterlicht bij normaal zicht uit om
een bekeuring te voorkomen.
Dit licht is fel rood.
Groene lampjes
ECOBrandt permanent. Het Stop & Start-systeem heeft
de motor in de STOP-stand
gezet (bij rood licht, stopbord,
opstopping enz.). Het lampje gaat uit en de motor wordt automatisch
gestart (START-stand) als u wilt wegrijden.
Knippert enkele
seconden en gaat
vervolgens uit. De STOP-stand is tijdelijk niet
beschikbaar.
of
De motor wordt automatisch in de
START-stand gezet. Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over het Stop & Start-systeem.
Richtingaanwijzer
links Knippert, met
geluidssignaal. Een verandering van richting
waarbij de lichtschakelaar wordt
gebruikt. Beweeg de hendel omlaag.
Richtingaanwijzer
rechts Knippert, met
geluidssignaal. Een verandering van richting
waarbij de lichtschakelaar wordt
gebruikt. Beweeg de hendel omhoog.
Mistlampen vóór Brandt permanent. Handmatig ingeschakeld. De lichten werken alleen als de parkeerlichten of het
dimlicht ingeschakeld is.
1
Instrumentenpaneel
Page 54 of 252

16
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Signaleert Acties/Opmerkingen
Dimlicht/
dagrijverlichting Brandt permanent.
Een handmatige selectie of het
automatisch inschakelen van de
verlichting. Draai de ring van de lichtschakelaar in de tweede
stand.
Inschakeling van het dimlicht
zodra het contact wordt
aangezet: dagrijverlichting
(afhankelijk van het
verkoopland).
Blauwe lampjes
Grootlicht Brandt permanent. De lichtschakelaar is naar u toe
getrokken. Trek aan de lichtschakelaar om terug te schakelen
naar dimlicht.
Lampjes op het display StatusSignaleert Acties/Opmerkingen
Snelheidsregelaar Brandt permanent. De snelheidsregelaar is
geselecteerd. Handmatig selecteren.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over de snelheidsregelaar
.
SnelheidsbegrenzerBrandt permanent. De begrenzer is geselecteerd. Handmatig selecteren.
Zie de desbetreffende rubrieken voor meer informatie
over de snelheidsbegrenzer.
SchakelindicatorBrandt permanent.Een advies waarbij geen
rekening is gehouden met
de situatie op de weg en de
verkeersdrukte. Schakel bij een handgeschakelde versnellingsbak
de juiste versnelling in om het brandstofverbruik
te verminderen. De bestuurder blijft altijd zelf
verantwoordelijk voor het al dan niet opvolgen van
een schakeladvies van het systeem.
Instrumentenpaneel
Page 55 of 252

17
Voorgloeien
dieselmotorBrandt permanent.
Vanwege de temperatuur is
voorgloeien nodig. Wacht met starten tot het lampje uitgaat.
Water in
brandstoffilter Brandt permanent,
in combinatie met
een melding op het
display. Het brandstoffilter bevat water.
Laat het filter aftappen door het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over de controles, in het bijzonder het
aftappen van water in het brandstoffilter.
Afhankelijk van het verkoopland.
Onderhoudssleutel Brandt permanent. Een bijna verstreken
onderhoudsinterval. Raadpleeg het overzicht van controles in het garantie-
en onderhoudsboekje.
Laat het onderhoud uitvoeren door het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Tijd Knippert. Het instellen van de tijd. Gebruik de knop aan de linkerzijde van het
instrumentenpaneel.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over het instellen van datum en tijd .
Lampjes op het display
StatusSignaleert Acties/Opmerkingen
1
Instrumentenpaneel
Page 56 of 252

18
Meters
Onderhoudsindicator
Deze past het onderhoudsinter val aan op basis
van het gebruik van de auto.
Werking
Als het contact wordt aangezet, gaat
gedurende enkele seconden de
onderhoudssleutel branden. De kilometerteller
geeft de resterende kilometers (standaard
naar boven afgerond) tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt aan.
De termijn voor de eerstvolgende
onderhoudsbeurt wordt berekend vanaf de
laatste nulstelling van de onderhoudsindicator.
De termijn voor de onderhoudsbeurt wordt
bepaald op basis van twee parameters:
-
d
e totale afgelegde afstand,
-
d
e verstreken tijd sinds de laatste
onderhoudsbeurt.
De factor tijd kan worden meegewogen bij
de nog af te leggen kilometers, afhankelijk
van de rijgewoonten van de bestuurder.
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is groter dan 1000 km
Voorbeeld: de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt is 4800 mijl/km. Als het
contact wordt aangezet, geeft het display
gedurende enkele seconden het volgende aan:
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is kleiner dan 1000 km
Elke keer dat het contact wordt aangezet,
knippert gedurende enkele seconden de
onderhoudssleutel en wordt de afstand tot de
eerstvolgende beurt weergegeven.
Onderhoudsinterval overschreden
Elke keer dat het contact wordt
aangezet, knippert gedurende enkele
seconden de onderhoudssleutel
en wordt de afgelegde afstand
na overschrijding van het
onderhoudsinterval weergegeven.
Wanneer de motor draait, blijft de
onderhoudssleutel branden zolang de
onderhoudsbeurt niet is uitgevoerd.
Bij de uitvoeringen met een BlueHDi-dieselmotor
wordt deze waarschuwing gecombineerd met
het permanent branden van het lampje Service
(zodra het contact is aangezet).
Bij de uitvoeringen met een BlueHDi-
dieselmotor kan de sleutel ook voortijdig
gaan branden vanwege de mate van
ver vuiling van de motorolie. De ver vuiling
van de motorolie is afhankelijk van de
rijomstandigheden van de auto.
Enkele seconden na het aanzetten van het
contact wordt het olieniveau weergegeven
(afhankelijk van de uitvoering). Ver volgens
treedt de kilometerteller weer in werking en
geeft het display de totale afstand en de stand
van de dagteller aan.
Enkele seconden na het aanzetten van het
contact wordt het olieniveau weergegeven
(afhankelijk van de uitvoering). Ver volgens
treedt de kilometerteller weer in werking en blijft de onderhoudssleutel branden om aan
te geven dat uw auto binnenkort aan een
onderhoudsbeurt toe is.
Resetten
Het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats voert deze bewerking na iedere
onderhoudsbeurt uit.
Als u zelf de onderhoudsbeurt van uw auto hebt
uitgevoerd, moet u de onderhoudsindicator als
volgt resetten:
F
zet
het contact af,
Instrumentenpaneel
Page 57 of 252

19
Als u na deze handeling de accu wilt
loskoppelen, vergrendel dan de auto en
wacht minimaal 5 minuten. Het resetten
van de onderhoudsindicator zal anders
niet worden opgeslagen.
Motorolieniveaumeter
Afhankelijk van de motor van uw auto wordt
bij het aanzetten van het contact eerst
de onderhoudsindicator weergegeven en
vervolgens gedurende enkele seconden het
motorolieniveau.
Olieniveau correct Te laag olieniveau
Storing motorolieniveaumeter
Een controle van het olieniveau is alleen
betrouwbaar als de auto op een vlakke,
horizontale ondergrond staat en de motor
minstens 30
minuten niet heeft gedraaid.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het controleren
van de niveaus , in het bijzonder het
motorolieniveau.
Het knipperen van OIL- -
duidt op een storing
van de motorolieniveaumeter. Neem contact
op met het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats. Het knipperen van OIL in combinatie met
het lampje Ser vice, vergezeld van een
geluidssignaal en een melding op het display
duidt op een te laag olieniveau dat tot
motorschade kan leiden.
Controleer het olieniveau met de peilstok. Als
blijkt dat het olieniveau te laag is, moet olie
worden bijgevuld.
F
d
ruk op de resetknop van de teller en houd
deze knop ingedrukt,
F
zet
het contact aan.
De teller begint terug te tellen.
Laat de knop los als het display " =0" aangeeft;
de sleutel verdwijnt.
Knop nulstelling dagteller
F Druk bij aangezet contact op de knop tot de dagteller
op 0 staat.
Brandstofniveaumeter
Het brandstofniveau wordt gecontroleerd zodra
het contact aan wordt gezet.
De wijzer staat op:
-
1 : d
e tank is vol, ongeveer 60 liter.
-
0 : d
e minimumvoorraad is bereikt; het
lampje blijft branden. Wanneer het lampje
gaat branden, zit er nog ongeveer 8 liter
brandstof in de tank.
1
Instrumentenpaneel
Page 58 of 252

20
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over brandstof.
Koelvloeistoftemperatuur
De naald bevindt zich vóór de rode zone:
normale werking.
Onder zware gebruiksomstandigheden of bij
warm weer kan de wijzer in de buurt van de
rode zone komen.
Wat te doen als de naald zich in de rode
zone bevindt:
F
V
erminder vaart of laat de motor stationair
draaien. Wat te doen als het lampje brandt:
F
s
top onmiddellijk en zet het contact af.
De motor ventilateur kan nog ongeveer
10
minuten blijven werken,
F
w
acht tot de motor is afgekoeld om
het niveau te controleren en eventueel
koelvloeistof bij te vullen.
Het koelsysteem staat onder druk. Volg daarom
altijd deze instructies om brandwonden te
vermijden:
F
l
aat de motor ten minste één uur afkoelen,
F
d
raai de dop een kwartslag los om de druk
te laten dalen,
F
c
ontroleer, als de druk eenmaal is gedaald,
het niveau in het expansievat,
F
v
er wijder de dop indien nodig om bij te
vullen.
Laat in het geval dat de naald in de rode
zone blijft het systeem controleren door het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de niveaus .
AdBlue-
actieradiusindicatoren
Regels en weergave van de waarschuwingen
Afhankelijk van de resterende actieradius worden
verschillende waarschuwingsniveaus geactiveerd.
Elke keer dat een nieuwe grenswaarde van
de actieradius wordt bereikt, wordt u opnieuw
gewaarschuwd. Deze waarschuwingen worden
steeds vaker herhaald tot ze permanent worden
weergegeven.
-
D
e eerste wordt bereikt bij een resterende
actieradius van 2400
km.
-
D
e tweede wordt bereikt bij een resterende
actieradius van 600
km.
Bij een resterende actieradius van 0
km kan de
motor na het afzetten niet meer worden gestart.
Actieradius
F Druk op deze knop om de actieradius weer te geven.
Met touchscreen: F
se
lecteer het menu
"Rijhulpsysteem",
F
se
lecteer "Diagnose",
F
se
lecteer CHECK.
Bij een actieradius van meer dan 5000
km
wordt de waarde niet weergegeven.
Instrumentenpaneel
Page 59 of 252

21
Als de motor mogelijk niet
opnieuw kan worden gestart
door een te laag AdBlue
®-niveau
Het wettelijk verplichte
startblokkeringssysteem wordt
automatisch geactiveerd zodra het
AdBlue
®-reservoir leeg is.
Actieradius groter dan 2400 km
Als het contact wordt aangezet, wordt er geen
informatie over de actieradius weergegeven op
het instrumentenpaneel.
Actieradius tussen 2400 en 600
km
Tijdens het rijden wordt de melding elke
300
km weergegeven zolang er geen additief
wordt bijgevuld.
Het minimumniveau is bereikt; vul zo snel
mogelijk vloeistof bij. Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over AdBlue
® (BlueHDi-
motoren) , en in het bijzonder het bijvullen
van AdBlue
®.
Actieradius kleiner dan 600 km
Tijdens het rijden wordt de melding elke
30
seconden herhaald zolang er geen AdBlue
is bijgevuld.
De resterende actieradius wordt elke afgelegde
50 km bijgewerkt.
Vul zo snel mogelijk additief bij om te
voorkomen dat het reservoir helemaal leeg
raakt en de motor niet meer gestart kan
worden.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over AdBlue
® (BlueHDi-
motoren) , in het bijzonder met betrekking
tot het bijvullen.
Zodra het contact wordt aangezet, gaat
dit lampje branden in combinatie met een
geluidssignaal en een melding die aangeeft
hoeveel kilometer of mijl u nog kunt rijden met
de resterende hoeveelheid additief voordat het
starten van de motor wordt geblokkeerd. Zodra het contact wordt aangezet, gaan
dit lampje en het lampje Ser vice branden
in combinatie met een geluidssignaal een
de tijdelijk op het instrumentenpaneel
weergegeven melding die aangeeft hoeveel
kilometer of mijl u nog kunt rijden met de
resterende hoeveelheid additief voordat het
starten van de motor wordt geblokkeerd.Star ten geblokkeerd vanwege te weinig
AdBlue
®
Het vloeistofniveau 0 is bereikt.
De uitstoot van schadelijke stoffen van uw auto
voldoet niet meer aan de Euro 6 -normen. De
motor kan niet worden gestart.
Om de motor te kunnen starten, moet
het reser voir met minimaal 5
liter
AdBlue
® worden gevuld: neem contact
op met het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats of vul zelf het
reservoir bij.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over AdBlue
® (BlueHDi-
motoren) , in het bijzonder met betrekking
tot het bijvullen.
Als een storing in het SCR-
emissieregelsysteem wordt
gedetecteerd
Er wordt automatisch een
startblokkeringssysteem geactiveerd als
meer dan 1100
km is gereden nadat de
storing in het SCR-systeem is bevestigd.
Laat het systeem zo snel mogelijk
controleren door het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
1
Instrumentenpaneel
Page 60 of 252

22
Boordcomputer
Als een storing wordt gedetecteerdIn het geval van een tijdelijke
storing verdwijnt de waarschuwing
tijdens de volgende rit na controle
van de zelfdiagnose van het SCR-
emissieregelsysteem.
Deze lampjes gaan branden in combinatie met
een geluidssignaal en de melding "Storing
emissieregeling".
De waarschuwing wordt tijdens het rijden
gegeven zodra de storing voor de eerste keer
wordt gedetecteerd en ver volgens steeds bij
het aanzetten van het contact zolang de storing
niet is verholpen.
Tijdens de toegestane rijfase (tussen 1100
en 0
km) Als een storing in het SCR-systeem is
bevestigd (nadat 50
km is gereden ter wijl
de melding van de storing permanent wordt
weergegeven), gaan deze lampjes branden en
knippert het lampje UREA in combinatie met
een geluidssignaal en de weergave van een
melding die aangeeft hoeveel kilometer of mijl
u nog kunt rijden.
Tijdens het rijden wordt de melding elke
30
seconden weergegeven zolang de storing in
de SCR-emissieregeling niet is verholpen.
De waarschuwing wordt opnieuw weergegeven
zodra het contact wordt aangezet.
Ga zo snel mogelijk naar een PEUGEOT-dealer
of een gekwalificeerde werkplaats.
Als u dit niet doet, kan de motor niet meer
worden gestart.
Starten geblokkeerd
Elke keer dat het contact wordt aangezet, gaan
deze lampjes branden en knippert het lampje
UREA in combinatie met een geluidssignaal en
de melding "Storing emissieregeling: Starten
geblokkeerd". U hebt de limiet van de toegestane
rijfase overschreden: het
startblokkeringssysteem voorkomt dat de
motor kan worden gestart.
Om de motor weer te kunnen starten, is het
noodzakelijk dat u contact opneemt met het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Dimmer dashboardverlichting
F Druk bij ingeschakelde verlichting op de knop om
de dashboardverlichting
aan te passen. Laat deze
knop los als de verlichting
de zwakste (of felste) stand
heeft bereikt en druk de
knop opnieuw in om de
verlichting feller (zwakker)
te maken.
Laat de knop los zodra de gewenste lichtsterkte
is bereikt.
Instrumentenpaneel