CITROEN C3 PICASSO 2015 Instructieboekjes (in Dutch)
Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2015, Model line: C3 PICASSO, Model: CITROEN C3 PICASSO 2015Pages: 312, PDF Size: 10.32 MB
Page 161 of 312

159
C3Picasso_nl_Chap11_informations-pratiques_ed01-2014
F Plaats het voetstuk van de krik 2 op de
grond en controleer of deze zich loodrecht
onder het steunpunt A aan de voorzijde of
het steunpunt B aan de achterzijde bevindt.
Gebruik het steunpunt dat zich het dichtste
bij het te verwisselen wiel bevindt.
F
D
raai de krik 2 uit tot de kop van de krik
het gebruikte steunpunt A of B raakt; het
contactvlak van het steunpunt A of B van
de auto moet goed in het centrale gedeelte
van de kop van de krik steken. F
kr ik de auto op tot er voldoende ruimte
tussen het wiel en de grond is om het (niet
lekke) reservewiel te monteren.
F
V
er wijder de wielbouten en leg ze op een
schone plaats weg.
F
V
erwijder het wiel.Zorg ervoor dat de krik stabiel staat.
op e
en gladde of zachte ondergrond
kan de krik wegschuiven of wegzakken:
kans op letsel!
Plaats de krik uitsluitend onder de
steunpunten A of B onder de auto
en controleer of het contactvlak van
het steunpunt correct in de kop van
de krik steekt. Zo niet, dan kan de
auto beschadigd raken en/of de krik
wegzakken: kans op letsel!
11
Praktische informatie
Page 162 of 312

160
C3Picasso_nl_Chap11_informations-pratiques_ed01-2014
Procedure
F Plaats het wiel op de naaf.
F D raai de wielbouten met de hand vast.
F
D
raai de slotbout (voor zover de auto
ermee uitgerust is) met de wielsleutel 1
en
de dop 4
iets vast.
F
D
raai de overige wielbouten iets vast met
alleen de wielsleutel 1 .
Monteren van het wiel
Na het verwisselen van het
wiel
Ver wijder de naafdop van het wiel
om het op de juiste manier in de
bagageruimte op te bergen.
ri
jd met een noodreservewiel niet
sneller dan 80
km/h.
Laat zo snel mogelijk het
aanhaalmoment van de wielbouten en
de bandenspanning van het reservewiel
controleren door het CI
t
ro
Ën-
netwerk
of door een gekwalificeerde werkplaats.
Laat de lekke band zo spoedig mogelijk
repareren en verwissel hem met het
reservewiel.
Praktische informatie
Page 163 of 312

161
C3Picasso_nl_Chap11_informations-pratiques_ed01-2014
F Draai de slotbout (voor zover de auto ermee uitgerust is) vast met de wielsleutel
1
en de dop 4 .
F
D
raai de overige wielbouten vast met
alleen de wielsleutel 1 .
F
b
e
vestig de doppen op de wielbouten
(alleen bij lichtmetalen velgen).
F
b
e
rg het gereedschap op in de houder.
F
L
aat de krik zakken.
F
V
ouw de krik 2
o p en verwijder hem.
11
Praktische informatie
Page 164 of 312

162
C3Picasso_nl_Chap11_informations-pratiques_ed01-2014
sneeuwkettingen
Maat van de af
fabriek gemonteerde banden Maximale afmeting
van de schakels
195/60
r1
5 9
mm
195/55
r1
6 9
mm
2 0 5 /4 5
r17 7
mm
neem voor meer informatie over
sneeuwkettingen contact op met het CIt roËn-
n
etwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
onder winterse omstandigheden verbeteren sneeuwkettingen de tractie en het remgedrag van de auto.
ui
tsluitend de voor wielen mogen van
sneeuwkettingen worden voorzien.
ee
n noodreservewiel mag niet worden
voorzien van een sneeuwketting.
Houd u altijd aan de ter plekke
geldende regelgeving over het gebruik
van sneeuwkettingen en de maximaal
toegestane snelheid.
Montagetips
F Als u onder weg sneeuwkettingen moet monteren, zet de auto dan langs de kant
van de weg stil op een vlakke ondergrond.
F
t
r
ek de handrem aan en plaats eventueel
wielblokken voor of achter de wielen om te
voorkomen dat de auto wegglijdt.
F
M
onteer de sneeuwkettingen, volg daarbij
de aanwijzingen van de fabrikant.
F
r
i
jd langzaam weg en rijd een klein stukje
met een snelheid van maximaal 50
km/h.
F
Z
et de auto stil en controleer of de
kettingen correct gespannen zijn.
ri
jd niet met sneeuwkettingen op een
sneeuwvrij gemaakte weg om schade
aan de banden en het wegdek te
voorkomen. Als uw auto is voorzien van
lichtmetalen velgen, controleer dan of
de ketting en de bevestigingen de velg
niet raken.
bi
j alle originele bandenmaten (15", 16", 17")
kunnen sneeuwkettingen worden aangebracht.
Gebruik uitsluitend kettingen die geschikt zijn
voor het type velg van uw auto:
Het is bijzonder raadzaam voor vertrek
het monteren van de sneeuwkettingen
te oefenen; doe dit op een vlakke en
droge ondergrond.
Praktische informatie
Page 165 of 312

163
C3Picasso_nl_Chap11_informations-pratiques_ed01-2014
Lampen vervangenPas de onderstaande procedure toe voor het vervangen van een defecte lamp.1.
R
ichtingaanwijzers
(H21W amberkleurig).
2.
D
imlicht (H7-55W).
3.
G
rootlicht (H1-55W).
4.
P
arkeerlichten (W5W).
5.
M
istlampen (PSX24W).
6.
L
ED-dagrijverlichting.
KoplampenDe koplampunits zijn voorzien van glas
van polycarbonaat met een speciale
vernislaag:
F
r
einig de koplampen nooit met
een droge of schurende doek en
gebruik geen oplosmiddelen,
F
g
ebruik een spons met zeepwater
of een pH-neutraal product,
F
w
anneer u met een
hogedrukreiniger hardnekkig vuil
probeert te verwijderen, houd
de straal dan nooit langdurig op
de koplampen, de achterlichten
en de randen ervan gericht, om
beschadiging van de vernislaag en
de afdichtrubbers te voorkomen.bi j het vervangen van lampen moet de
verlichting minstens enkele minuten
uitgeschakeld zijn (risico van ernstige
verbranding).
F
r
a
ak de lamp niet met de vingers
aan, maar gebruik een niet-
pluizende doek.
In verband met het behoud van de kwaliteit
van de koplampen mogen uitsluitend anti-
uV
-lampen worden gebruikt.
Vervang een kapotte lamp altijd
door een nieuwe lamp met dezelfde
specificaties.
11
Praktische informatie
Page 166 of 312

164
C3Picasso_nl_Chap11_informations-pratiques_ed01-2014
Lamp van richtingaanwijzer
vervangen
F Verwijder de kunststof beschermkap.
F tr ek aan de lamphouder en vervang de lamp.
Voer het monteren in de omgekeerde volgorde uit.
Lampen dimlicht vervangen
F trek aan de borglip om de plastic beschermkap te verwijderen.
F
D
raai de lamphouder een kwartslag los.
F
t
r
ek de lamp uit de lamphouder en vervang
de lamp.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde.
Wanneer het controlelampje van de
richtingaanwijzer snel knippert (rechts
of links) duidt dat erop dat een van de
lampen defect is.
sl
uit bij het monteren uiterst zorgvuldig
de plastic kap om ervoor te zorgen dat
de lamp goed wordt afgedicht. De amberkleurige lampen, zoals die
van de richtingaanwijzers, moeten
worden vervangen door lampen met
dezelfde kleur en eigenschappen.
Praktische informatie
Page 167 of 312

165
C3Picasso_nl_Chap11_informations-pratiques_ed01-2014
Lampen grootlicht vervangen
F trek aan de borglip om de plastic beschermkap te verwijderen.
F
n
e
em de stekker van de lamp los.
F
D
ruk de veren opzij om de lamp te kunnen
verwijderen.
F
t
r
ek de lamp uit de lamphouder en vervang
de lamp.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde.
Lampen parkeerlicht vervangen
F trek aan de borglip om de plastic beschermkap te verwijderen.
F
t
rek
aan de lamphouder.
F
V
er wijder de lamp en vervang deze.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde.
11
Praktische informatie
Page 168 of 312

166
C3Picasso_nl_Chap11_informations-pratiques_ed01-2014
Lampen van mistlampen
vervangen
F Ver wijder het beschermplaatje van de opening naast de mistlamp.
Voor vragen over het vervangen
van deze lampen kunt u terecht bij
het CI
t
ro
Ën-
netwerk of bij een
gekwalificeerde werkplaats.
F
V er wijder via de opening het sierdeel van
de mistlamp door dit naar u toe te trekken. F
D raai de twee bevestigingsbouten van de
module los en ver wijder de module uit zijn
behuizing.
F
n
e
em de stekker van de lamphouder los.
F
V
erwijder de lamp en vervang hem.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde.
Praktische informatie
Page 169 of 312

167
C3Picasso_nl_Chap11_informations-pratiques_ed01-2014
LED van dagrijverlichting
vervangen
neem voor het vervangen van dit type lamp
met LeD’s contact op met het CIt roËn-
n
etwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Geïntegreerde zijknipperlichten
vervangen
een nieuw zijknipperlicht is verkrijgbaar
bij het CIt roËn- netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats. Voor vragen over het demonteren
kunt u contact opnemen met
het CI
t
ro
Ën-
netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Demonteren:
-
l
et erop dat u bij het demonteren met de
schroevendraaier niet de lak van de auto
beschadigt,
-
l
aat niet de draad en de stekker aan de
binnenkant van het scherm vallen.
Voer het monteren uit in de omgekeerde volgorde.
F
D
ruk met een schroevendraaier tegen de
zijkant van het zijknipperlicht.
F
W
ip het zijknipperlicht met de
schroevendraaier los.
F
n
e
em de stekker van het zijknipperlicht los.
F
V
ervang het zijknipperlicht.
11
Praktische informatie
Page 170 of 312

168
C3Picasso_nl_Chap11_informations-pratiques_ed01-2014
Achterlichten
1. Remlichten/parkeerlicht (12VP21/5 W).
2. Mi stachterlicht links (PR21W)
A
chteruitrijlicht rechts (P21W).
3.
R
ichtingaanwijzers (P 21
W).Lampen vervangen van
remlichten / parkeerlicht /
richtingaanwijzers
F verdraai de desbetreffende lamphouder
een kwartslag,
F
v
er wijder de kapotte lamp en vervang
deze.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde.
F
D
raai de twee bevestigingsschroeven van
de lamp los,
F
v
er wijder voorzichtig de lamp door deze
recht naar buiten te trekken,
Praktische informatie