JEEP COMPASS 2020 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: JEEP, Model Year: 2020, Model line: COMPASS, Model: JEEP COMPASS 2020Pages: 370, PDF Size: 9.34 MB
Page 231 of 370

229
OPMERKING:
Als u de fles met afdichtingsmiddel terug
wilt  plaatsen,  volgt  u  de  deze  stappen  in
omgekeerde volgorde.
Vervangende  flessen  met  afdichtmiddel
zijn verkrijgbaar bij erkende servicecentra.
STARTEN MET STARTKA-
BELS
Wanneer de accu van uw voertuig leeg is, kan
de motor met behulp van een set startkabels
en een accu in een ander voertuig of met een
draagbare snellader weer worden gestart. Bij
onjuist  gebruik  kan  het  starten  met  startka -
bels  gevaarlijk  zijn.  Houd  u  daarom  zorg -
vuldig aan de hier beschreven procedures.
OPMERKING:
Bij  gebruik  van  een  draagbare  snellader
moeten  instructies  en  vereiste  voorzorgs -
maatregelen  van  de  fabrikant  worden  uitge -
voerd.
Voorbereiding voor het starten met 
startkabels
De  accu  in  uw  auto  bevindt  zich  voor  in  de
motorruimte,  achter  de  linker  koplampeen -
heid.
OPMERKING:
De  positieve  accupool  is  bedekt  met  een
beschermkap.  Til  de  dop  op  om  toegang  te
krijgen tot de pool.
Positieve accupool
 WAARSCHUWING!
Volgens  de  van  kracht  zijnde  regelgeving
staat  de  informatie  inzake  chemische
stoffen  ten  behoeve  van  de  bescherming
van  de  menselijke  gezondheid  en  het
milieu  en  de  informatie  inzake  het  veilig
gebruik  van  de  afdichtvloeistof  op  het
verpakkingslabel.  Het  navolgen  van  de
aanwijzingen op het label is een essentiële
voorwaarde  om  de  veiligheid  en
effectiviteit  van  het  product  te
waarborgen.  Vergeet  niet  voor  gebruik  het
label  aandachtig  te  lezen.  De  gebruiker
van  het  product  is  verantwoordelijk  voor
alle  schade  die  veroorzaakt  wordt  door
onjuist  gebruik.  De  afdichtvloeistof  heeft
een  vervaldatum.  Vervang  de  fles  als  het
afdichtingsmiddel over de datum is.
 LET OP!
Voer  de  fles  en  de  afdichtingsvloeistof  op
de  juiste  wijze  af.  Af  te  voeren  in
overeenstemming  met  de  landelijke  en
plaatselijke voorschriften.
 WAARSCHUWING!
Probeer  het  voertuig  niet  met  startkabels
te starten wanneer de accu bevroren is. De
accu  kan  hierdoor  openscheuren  of
exploderen, met kans op persoonlijk letsel.
 LET OP!
Gebruik  geen  draagbare  snellader  of  een
andere  lader  met  een  systeemspanning
groter  dan  12  volt.  Dit  kan  schade
toebrengen  aan  de  accu,  startmotor,
dynamo of het elektrische systeem.
20_MP_UG_NL_EU_t.book  Page 229   
Page 232 of 370

IN GEVAL VAN NOOD/PECH
230
Positieve accupoolOPMERKING:
Start de motor nooit met een snelle batterij
-
lader.  Hierdoor  kunnen  de  elektronische
systemen  van  uw  auto  beschadigd  raken,
vooral het contact en de regeleenheden voor
brandstoftoevoer naar de motor.
1. Trek de parkeerrem aan, zet de automati -
sche  versnellingsbak  in  de  stand  PARK
(handgeschakelde  versnellingsbak  in
NEUTRAL)  en  zet  de  contactschakelaar
in de stand OFF/LOCK.
2. Schakel  de  verwarming, de radio  en  alle overbodige stroomverbruikers uit.
3. Wanneer  u  de  accu  van  een  ander  voer -
tuig gebruikt voor het starten met startka -
bels, parkeer het voertuig dan zo, dat de
accu  met  de  startkabels  bereikbaar  is,
trek  de  handrem  aan  en  zorg  ervoor  dat
de  contactschakelaar  in  de  stand  OFF/
LOCK staat.
Starten met startkabels
Aansluiten van de startkabels
1. Sluit het einde van de pluskabel  (+) van
de  hulpstartkabel  aan  op  de  positieve
accupool  (+)  van  het  voertuig  met  de
ontladen accu.
2. Sluit  het  andere  einde  van  de  pluskabel (+)  aan  op  de  pluspool  (+)  van  de  hulp -
accu.
3. Sluit  het  min-uiteinde  (-)  van  de  start -
kabel aan op de minpool  (-) van de hulp -
accu.
 WAARSCHUWING!
Pas  op  voor  de  radiateurventilator
wanneer de motorkap is geopend. Als het
contact is ingeschakeld, kan deze venti -
lator  op  elk  moment  gaan  draaien.  Er
bestaat gevaar voor letsel door draaiende
ventilatorbladen.
Verwijder  alle  metalen  sieraden  zoals
ringen, horloges en armbanden die onbe-
doeld elektrisch contact kunnen maken.
Dit kan ernstig letsel veroorzaken.
Accu's  bevatten  zwavelzuur  dat  in  uw
huid  en  ogen  kan branden  en  ze  produ -
ceren  waterstofgas  dat  ontvlambaar  en
explosief  is.  Houd  open  vuur  of  vonken
uit de buurt van de accu. WAARSCHUWING!
Zorg  ervoor  dat  beide  voertuigen  geen
contact  kunnen  maken.  Hierdoor  kan  een
massaverbinding  ontstaan  met  mogelijk
persoonlijk letsel als gevolg.
 WAARSCHUWING!
Als  u  deze  procedure  niet  volgt,  kan  dit
persoonlijk  letsel  en  schade  aan
eigendommen  tot  gevolg  hebben  door  het
exploderen van de accu.
 LET OP!
Het  niet  opvolgen van deze  procedure  kan
leiden tot schade aan het laadsysteem van
het  voertuig  dat  de  starthulp  biedt,  of  van
de auto met de lege accu.
20_MP_UG_NL_EU_t.book  Page 230   
Page 233 of 370

231
4. Verbind  het  andere  uiteinde  van  demassakabel  (-)  met een  geschikt  massa -
punt  op  de  motor  (blootliggend  metalen
onderdeel van de ontladen motor van het
voertuig), uit de buurt van de accu en het
brandstofinspuitsysteem.
Geschikt massapunt op de motor (voorbeeldmotor afgebeeld) 5. Start  de  motor  van  het  voertuig  met  de
hulpaccu. Laat de motor enkele minuten
stationair  draaien  en  start  dan  de  motor
van het voertuig met de lege accu.
6. Nadat  de  motor  is  gestart  moeten  de startkabels  in  omgekeerde  volgorde
worden verwijderd.
Loskoppelen van de startkabels
1. Koppel het min-uiteinde  ( -) van de start -
kabel los van het massapunt op de motor
van de auto met de lege accu.
2. Koppel de minkabel  (-) van de startkabel
los van de minpool  (-) van de hulpaccu.
3. Koppel het einde van de pluskabel  (+) los
van  de  positieve  (+)  accupool  van  de
hulpaccu.
4. Koppel  de  pluskabel  (+)  van  de  start -
kabel los van de pluspool  (+) van de auto
met de lege accu.
Wanneer  uw  voertuig  vaak  met  behulp  van
startkabels  moet  worden  gestart,  dient  u  de
accu  en  het  laadsysteem  door  een  erkende
dealer te laten inspecteren.
TANKEN IN NOODGE -
VALLEN — INDIEN 
AANWEZIG
De  procedure  voor  het  tanken  in  noodge -
vallen  wordt  beschreven  in  "Brandstof
bijvullen met  een  jerrycan in  noodgevallen".
Raadpleeg  de  paragraaf  "Brandstof  tanken"
in  het  hoofdstuk  "Starten  en  rijden"  voor
meer informatie hierover.
De  auto is  uitgerust  met  een  vulrechter.  Als
u  moet  tanken  terwijl  u  een  goedgekeurde
jerrycan gebruikt, plaatst u de vultrechter in
de vulhalsopening.
 WAARSCHUWING!
Sluit de startkabel niet aan op de minpool
(-) van de lege accu. De vonk die daardoor
ontstaat  kan  de  accu  doen  exploderen  en
persoonlijk  letsel  veroorzaken.  Gebruik
uitsluitend  de  voorgeschreven
massa-aansluiting;  gebruik  geen  andere
blootliggende metalen onderdelen.
 LET OP!
Accessoires  die  op  de  aansluitcontacten
zijn  aangesloten,  ontvangen  ook
voedingsspanning  van  de  accu  in  de  auto
als  u  ze  niet  gebruikt  (bijv.  mobiele
apparatuur).  Als  u  de  accessoires  te  lang
aangesloten  laat  zonder  dat  de  motor
draait,  raakt  de  accu  zo  ver  ontladen  dat
de  levensduur  ervan  afneemt  en/of  de
motor niet meer zal starten.
20_MP_UG_NL_EU_t.book  Page 231   
Page 234 of 370

IN GEVAL VAN NOOD/PECH
232
Vultrechter
Trechter invoeren
OVERVERHITTING VAN DE 
MOTOR 
In  elk  van  de hierna  volgende  gevallen  kunt
u  met  de passende  maatregelen  de  kans op
oververhitting van de motor verminderen.
Op de grote weg — minder snelheid.
In  stadsverkeer  —  zet  de  keuzehendel  in
NEUTRAL  wanneer  u  stilstaat,  maar
verhoog het stationair toerental niet. OPMERKING:
Er zijn verschillende manieren om dreigende
oververhitting van de motor te voorkomen: 
Als de airco is ingeschakeld, schakel deze
dan uit. Het aircosysteem voert warmte af
naar  het  koelsysteem  en  dat  gebeurt  niet
als u de airco uitzet.
U kunt ook de temperatuurregelknop in de
hoogste  stand  zetten,  de  ventilatie  in  de
vloerstand  zetten  en  de  aanjagerschake-
laar  in  een  hoge  stand  zetten.  Zo  onder
-
steunt  het  verwarmingssysteem  de
werking  van  de  radiateur  bij  het  afvoeren
van warmte uit het koelsysteem.
 LET OP!
Als  u  blijft  rijden  met  een  oververhit
koelsysteem, kan dit leiden tot schade aan
de  auto.  Wanneer  de  temperatuurmeter  in
de H-zone staat, zet dan de auto veilig stil
aan  de kant van de weg. Laat de auto met
uitgeschakelde  airco  stationair  draaien  tot
de  meternaald  weer  in  het  normale  bereik
staat. Als de meternaald op "H" blijft staan
en  u  een  geluidssignaal  hoort,  zet  de
motor  dan  onmiddellijk  af  en  neem
contact op voor service.
 WAARSCHUWING!
Hete  koelvloeistof  (antivries)  en  stoom  uit
de radiateur kunnen ernstige brandwonden
veroorzaken.  Als  u  stoom  van  onder  de
motorkap  hoort  of  ziet  komen,  mag  u  de
motorkap  pas  openen  nadat  de  radiateur
voldoende  is  afgekoeld.  Open  nooit  de
vuldop  van  het  koelsysteem  als  de
radiateur  of  het  koelvloeistofreservoir  heet
is.
20_MP_UG_NL_EU_t.book  Page 232   
Page 235 of 370

233
SCHAKELHENDEL 
ONTGRENDELEN  
Als zich een storing voordoet en de schakel-
hendel  niet  uit  de  stand  PARK  (P)  kan
worden  bewogen,  dan  kunt  u  de  volgende
procedure  uitvoeren  om  de  schakelhendel
tijdelijk te kunnen bewegen:
1. Zet de motor af.
2. Trek de parkeerrem aan.
3. Trek  de  stofhoes  van  de  versnelling -
shendel naar achteren en trek deze voor -
zichtig  omhoog  om  de  lijst  van  de
versnellingshendel  en  de  stofhoes  los  te
maken van de middenconsole.
Lijst van de versnellingshendel 4. Houd het rempedaal stevig ingetrapt.
5. Steek  een  kleine  schroevendraaier  of
soortgelijk  gereedschap  in  de  opening
van  het  ontgrendelmechanisme  van  de
schakelhendel  (in  de  rechterachterhoek
van  de  schakelhendeleenheid)  en  druk
het  ontgrendelingsmechanisme  omlaag
en houd het in deze stand.
Toegangsopening van ontgrendelmechanisme
6. Beweeg  de  schakelhendel  naar de stand NEUTRAL (N).
7. De motor kan dan in de stand NEUTRAL worden gestart.
8. Breng de manchet van de schakelhendel weer aan.
EEN VASTZITTENDE AUTO 
WEER VRIJKRIJGEN  
Wanneer u met de auto vast komt te zitten in
modder  of  sneeuw,  kunt  u  de  auto  meestal
door een heen en weer gaande beweging los
krijgen.  Draai  het  stuur  links-  en  rechtsom
om  de  voorwielen  vrij  te  maken.  Houd,  voor
voertuigen  met  automatische  versnel -
lingsbak,  de  vergrendelknop  op  de  schakel -
hendel ingedrukt. Schakel vervolgens tussen
DRIVE  (D)  en  REVERSE  (R)  (bij  automati -
sche  transmissie)  of  de  2E  VERSNELLING
en  REVERSE  (bij  handgeschakelde  versnel -
lingsbak) en trap tegelijkertijd het gaspedaal
licht in.
OPMERKING:
Op voertuigen met een automatische versnel -
lingsbak:  er  kan  alleen  tussen  DRIVE  en
REVERSE  worden  geschakeld  bij  wielsnel -
heden  van  5 mph  (8 km/u)  of  minder.
Wanneer  de  transmissie  langer  dan  twee
seconden in de stand NEUTRAL blijft, moet
u het rempedaal ingetrapt houden om DRIVE
of REVERSE in te schakelen.
20_MP_UG_NL_EU_t.book  Page 233   
Page 236 of 370

IN GEVAL VAN NOOD/PECH
234
(Vervolgd)
Trap  het  gaspedaal  net  voldoende  in  om  de
heen en  weer  gaande  beweging  van  de  auto
op  gang  te  houden,  zonder  dat  de  wielen
doorslippen  of  het  toerental  overmatig
oploopt.
OPMERKING:
Druk,  indien  nodig,  voordat  u  de  auto  heen
en weer beweegt eerst op de toets "ESC OFF"
om  het  elektronisch  stabiliteitsregelsysteem
(ESC)  in  de  stand  "Partial  Off"  (gedeeltelijk
uit) te zetten. Raadpleeg de paragraaf "Elek-
tronische  remregeling"  in  het  hoofdstuk
"Veiligheid" in het instructieboekje voor meer informatie. Als de auto is losgekomen, drukt
u  nogmaals  op  de  toets  "ESC  OFF"  om  de
stand "ESC On" te herstellen.
SLEPEN VAN EEN AUTO 
MET PECH 
In  dit  hoofdstuk  worden  de  procedures
beschreven voor het slepen van een auto met
pech door een wegsleepbedrijf.
 WAARSCHUWING!
Het  laten  doorslippen  van  de  wielen  is
gevaarlijk. De krachten die vrijkomen bij te
hoge  wielsnelheden  kunnen de  banden  en
assen,  zelfs  onherstelbaar,  beschadigen.
Er  kan  een  band  exploderen,  waardoor
iemand  gewond  kan raken. Laat  de  wielen
van  uw  auto  niet  met  een  hogere  snelheid
dan  48 km/u  (30 mph)  of  langer  dan  30
seconden continu doorslippen. Zorg er ook
voor dat er geen personen aanwezig zijn in
de  nabijheid  van  een  doorslippend  wiel,
ongeacht  de  snelheid  waarmee  het  wiel
ronddraait.
 LET OP!
Het  overmatig  laten  oplopen  van  het
toerental van de motor of het laten door -
slippen  van  de  wielen  kan  leiden  tot
oververhitting  en  beschadiging  van  de
versnellingsbak.  Laat  de  motor  ten
minste  één  minuut  stationair  draaien
met  de  versnellingsbak  in  de  stand
NEUTRAL telkens nadat de auto vijf keer
heen en weer is bewogen. Zo voorkomt u
oververhitting en vermindert u het risico
op  schade  aan  de  koppeling  of  de
versnellingsbak  bij  langdurige  pogingen
om de auto vrij te krijgen.
Wanneer u een vastzittend voertuig heen
en  weer  beweegt door  snel  te  schakelen
tussen DRIVE en de TWEEDE versnelling
en  REVERSE,  mogen  de  wielen  nooit
sneller  doorslippen  dan  24 km/u
(15 mph),  omdat  anders  schade  kan
ontstaan aan de aandrijflijn.
Het  overmatig  laten  oplopen  van  het
toerental  van  de  motor  of  het  te  snel
laten  doorslippen  van  de  wielen  kan
leiden tot oververhitting en beschadiging
van  de  versnellingsbak.  Ook  kunnen  de
banden  beschadigd  raken.  Laat  de
wielen  niet  met  meer  dan  48 km/u
(30 mph)  doorslippen  (de  transmissie
schakelt niet op).
 LET OP! (Vervolgd)
20_MP_UG_NL_EU_t.book  Page 234   
Page 237 of 370

235
(Vervolgd)
Om schade aan  uw auto  te  voorkomen is de
juiste  sleepuitrusting  vereist.  Gebruik
uitsluitend  sleepstangen  en  andere  uitrus-
ting  die  speciaal  voor  dit  doel  zijn  gemaakt
en volg de instructies van de fabrikant van de
uitrusting.  Het  gebruik  van  veiligheidsket -
tingen is verplicht. Bevestig sleepstangen of
andere  sleepuitrusting  altijd  aan  een
dragend  deel  van  het  voertuig,  nooit  aan
bumpers  of  hieraan  bevestigde  beugels.  De
verkeersvoorschriften met  betrekking tot  het
slepen  van voertuigen moeten  worden opge -
volgd.
OPMERKING:
U  moet  controleren  of  de  automatische
parkeerremfunctie  is  uitgeschakeld
voordat  u het voertuig  sleept,  om  te  voor -
komen  dat  per  ongeluk  de  elektrische
parkeerrem  wordt  aangetrokken.  De  auto-
matische handremfunctie wordt ingescha- keld of uitgeschakeld via de door de klant
te programmeren functies in de Uconnect
instellingen.
Bij  voertuigen  met  een  lege  accu  of
waarvan  het  elektrische  systeem  is  uitge-
vallen en de elektrische parkeerrem (EPB)
is  ingeschakeld,  moeten  de  achterwielen
met  behulp  van  een  dolly  of  krik  van  de
grond  worden  getild  wanneer  het  voertuig
op een autoambulance wordt gezet.
Wanneer  u  tijdens  het  slepen  accessoires
wenst  te  gebruiken  (ruitenwissers,  ruitont -
dooier,  enz.),  dient  de  contactschakelaar  in
stand ON/RUN te staan.
OPMERKING:
De  Safehold-functie  schakelt  de  elektroni -
sche  handrem  in  wanneer  het  bestuur -
dersportier  wordt  geopend  (als  de  accu  is
aangesloten, het contact is ingeschakeld, de
transmissie  niet  in  de  stand  PARK  staat  en het rempedaal is losgelaten). Als u het voer
-
tuig  sleept  met  de  contactschakelaar  in  de
stand  ON/RUN,  moet  u  de  elektrische
parkeerrem  handmatig  uitschakelen  telkens
wanneer  het  bestuurdersportier  wordt
geopend,  door  het  rempedaal  in  te  trappen
en vervolgens de EPB los te zetten.
Wanneer  de  accu  van  de  auto  leeg  is,  raad -
pleeg  dan  de  paragraaf  "Schakelhendel
ontgrendelen"  in  dit  hoofdstuk  voor  instruc -
ties  over  hoe  u  de  automatische  versnel -
lingsbak  uit  de  stand  PARK  schakelt  zodat
het voertuig kan verplaatst.
Sleepmethode
Wielen LOS van de grond  MODELLEN MET 
VOORWIELAANDRIJVING (FWD) 4X4-MODELLEN
Slepen  met  alle  wielen  op  de
grond GEEN
NIET TOEGESTAAN NIET TOEGESTAAN
Slepen  met  behulp  van  een
wiellift of dolly Achter
NIET TOEGESTAAN NIET TOEGESTAAN
Voor OKNIET TOEGESTAAN
Flatbed (autoambulance) ALLEBESTE METHODE ENIGE METHODE
 LET OP!
Gebruik geen takelsysteem met sleeplus
om  de  auto  te  slepen.  Anders  kan  de
auto beschadigd raken.
20_MP_UG_NL_EU_t.book  Page 235   
Page 238 of 370

IN GEVAL VAN NOOD/PECH
236
(Vervolgd)
Zonder sleutelhouder
Er  moeten  speciale  voorzorgsmaatregelen
worden genomen wanneer het voertuig wordt
gesleept met het contact in de stand LOCK/
OFF.  Zonder  sleutelhouder  mag  de  auto
alleen  worden  gesleept  op  een  autoambu-
lance. Om schade aan uw auto te voorkomen
is de juiste sleepuitrusting vereist.
Modellen met voorwielaandrijving (FWD) 
— met sleutelhouder
De  fabrikant  raadt  aan  de  auto  op  een
autoambulance te vervoeren (alle wielen  VAN
de grond).
Als  geen  autoambulance  beschikbaar  is,
moet  het  voertuig  gesleept  worden  met  de
voorwielen  VAN  de  grond  (gebruik  een  dolly
of wiellift voor het optillen de voorwielen).
Zorg ervoor dat de elektronische handrem is
uitgeschakeld en blijft uitgeschakeld, tijdens
het  slepen.  De  elektrische  handrem  hoeft
niet  te  worden  vrijgezet,  als  alle  vier  wielen
VAN  de grond zijn.
4x4-Modellen
De  fabrikant  raadt  aan  om  de  auto  te
vervoeren met alle vier wielen  VAN de grond. Acceptabele  methoden  zijn  het  vervoeren
van  het  voertuig  op  een  autoambulance  of
het voertuig aan de voorzijde op te takelen en
de achterzijde op een dolly te plaatsen.
Bij  het  vastmaken  van  de  auto  op  een
autoambulance mogen de onderdelen in
de  wielophanging  vóór  of  achter  niet
worden  vastgemaakt.  Door  een  foutieve
sleepwijze  kan  uw  auto  worden  bescha-
digd.
Zorg  ervoor  dat  de  elektronische
handrem is uitgeschakeld en blijft uitge-
schakeld, tijdens het slepen.
Gebruik geen aan de bumper bevestigde
trekstangen  op  het  voertuig.  Hierdoor
wordt de bumperbalk beschadigd.
 LET OP! (Vervolgd)
 LET OP!
Als  de  auto  in  strijd  met  bovengenoemde
voorschriften wordt gesleept, kan de motor
en/of  de  versnellingsbak  ernstig
beschadigd  raken.  Beschadigingen,
veroorzaakt door onjuist slepen, vallen niet
onder de garantie van de auto.
 LET OP!
Voor-  of  achterwielliften  mogen  niet
worden gebruikt (als de andere wielen op
de  grond  staan).  Bij  slepen  met  behulp
van  een  voor-  of  achterwiellift  ontstaat
inwendige  schade  aan  de  versnel
-
lingsbak of tussenbak.
Wanneer  dit  voertuig  in  strijd  met  de
bovenvermelde  voorschriften  wordt
getrokken,  kan  er  ernstige  beschadiging
van  de  versnellingsbak  en/of  de
tussenbak  optreden.  Beschadigingen,
veroorzaakt  door  onjuist  slepen,  vallen
niet onder de garantie van de auto.
Om schade aan uw auto te voorkomen is
de juiste sleepuitrusting vereist. Gebruik
uitsluitend  sleepstangen  en  andere
uitrusting  die  speciaal  voor dit  doel  zijn
gemaakt  en  volg  de  instructies  van  de
fabrikant van de uitrusting.
20_MP_UG_NL_EU_t.book  Page 236   
Page 239 of 370

237
Sleepogen
Als uw auto voorzien is van sleepogen, heeft
deze  één  sleepoog  aan  de  achterzijde  en
twee  aan  de  voorzijde.  Het  sleepoog  achter
bevindt zich aan de bestuurderszijde.
OPMERKING:
Voor off-road-bergingswerkzaamheden wordt
aanbevolen om beide sleepogen aan de voor-
zijde te gebruiken om schade aan de auto te
voorkomen. Plaats sleepogen voorkant
Voertuigen  met  sleutelhouder  met  een  geïnte -
greerde sleutel
Draai  de  contactsleutel  naar  de  stand  ON/
RUN en vervolgens naar de stand OFF/LOCK
zonder  deze  te  verwijderen.  Het  stuurslot
wordt automatisch ingeschakeld wanneer de
sleutel uit het wordt getrokken. Zet de scha -
kelhendel in de stand NEUTRAAL. Voertuigen met Keyless Enter-N-Go
Zet  het  contact  in  de  stand  ON/RUN  en
vervolgens  op  OFF/LOCK  zonder  het  portier
te  openen.  Houd  er tijdens het  slepen  reke
-
ning  mee  dat  de  rembekrachtiging  en  de
elektromechanische  stuurbekrachtiging  niet
beschikbaar  zijn  en  er  een  grotere  kracht
moet worden uitgeoefend bij het remmen en
het sturen van het voertuig.
Het  gebruik  van  veiligheidskettingen  is
verplicht.  Bevestig  sleepstangen  of
andere  sleepuitrusting  altijd  aan  een
dragend deel van het voertuig, nooit aan
bumpers of hieraan bevestigde beugels.
 LET OP! (Vervolgd)
 WAARSCHUWING!
Gebruik  geen  ketting  om  een  vastzit -
tende  auto  los  te  wrikken.  Kettingen
kunnen  breken,  met  ernstig  of  zelfs
dodelijk letsel tot gevolg.
Blijf op afstand van auto's die met sleep -
haken worden gesleept. De sleepbanden
kunnen  losraken,  met  ernstig  letsel  als
gevolg.
20_MP_UG_NL_EU_t.book  Page 237   
Page 240 of 370

IN GEVAL VAN NOOD/PECH
238
Gebruik van sleepogen 
Uw  voertuig  is  uitgerust  met  een  sleepoog
dat kan worden gebruikt voor het slepen van
een voertuig met pech.
Bij gebruik van een sleepoog, volg de instruc-
ties  "Voorzorgsmaatregelen  gebruik
sleepoog" en "Slepen van een auto met pech"
in dit hoofdstuk. Sleepoog
 LET OP!
De  sleephaken  zijn  uitsluitend  bedoeld
voor  noodsituaties,  om  een  voertuig  dat
van  de  weg  is  geraakt  vrij  te  krijgen.
Gebruik  de  sleephaken  niet  voor  het
aankoppelen  aan  een  afsleepwagen  of  om
op de auto op de weg te slepen. U kunt uw
auto anders beschadigen.
20_MP_UG_NL_EU_t.book  Page 238