PEUGEOT PARTNER TEPEE ELECTRIC 2017 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2017, Model line: PARTNER TEPEE ELECTRIC, Model: PEUGEOT PARTNER TEPEE ELECTRIC 2017Pages: 252, PDF Size: 9.95 MB
Page 121 of 252

83
Hoogteverstelling
De veiligheidsgordels van de 3e zitrij die niet
worden gebruikt, kunnen opgeborgen worden
om de laadruimte vrij te maken en het gebruik
van de bagageafdekking te vergemakkelijken.
Zet de haak vast op de daar voor bestemde plek
op het paneel van de achterstijl.
F
D
ruk op de knop van het bovenste
bevestigingspunt van de veiligheidsgordel
en verschuif het geheel aan de zijde van de
bestuuurdersstoel en aan de zijde van de
individuele passagiersstoel.
Losmaken
F Druk op de rode knop van de gordelsluiting.
Waarschuwingslampje
veiligheidsgordel(s) niet vastgemaakt
Als de bestuurder of een passagier
voorin zijn veiligheidsgordel niet heeft
vastgemaakt, gaat bij het starten van
de motor dit lampje branden.
De voorpassagiersstoel
kan zijn uitgerust met een
aanwezigheidssensor. In dat
geval dient u geen zware
voor werpen op deze stoel te
plaatsen, want hierdoor kan
de waarschuwing geactiveerd
worden.
Vast maken
F Trek aan de gordel en steek de gesp in de gordelsluiting.
F
C
ontroleer of de gordel goed is
vastgemaakt door even aan de riem te
trekken.
De hoogte van de
veiligheidsgordel voor de
middelste stoel van de voorbank
kan niet worden versteld.
5
Veiligheid
Page 122 of 252

84
Veiligheidsadviezen
Alvorens te gaan rijden dient de bestuurder
te controleren of alle passagiers hun
veiligheidsgordel goed hebben omgedaan en
vastgemaakt.
Zorg er voor dat alle inzittenden tijdens het
rijden hun veiligheidsgordel dragen, ook al
betreft het een korte rit.
Wissel de gespen van de veiligheidsgordels
onderling niet om; de gordels zijn dan niet
voldoende effectief.
De veiligheidsgordels zijn voorzien van een
oprolautomaat die er voor zorgt dat de lengte
van de gordel automatisch wordt aangepast
aan de lichaamsbouw van de gebruiker. De
gordel wordt automatisch opgerold als deze
niet wordt gebruikt.
Controleer zowel voor en na het gebruik van
de gordel of deze goed is opgerold.
De heupgordel moet zo laag mogelijk op het
bekken worden geplaatst.
De schoudergordel moet langs het holle
gedeelte van de schouder worden geplaatst.
De oprolautomaten zijn voorzien van
een automatische blokkeerinrichting die
in werking treedt bij een aanrijding, een
noodstop of het over de kop slaan van
de auto. U kunt de blokkeerinrichting
deblokkeren door stevig aan de riem te
trekken en deze weer los te laten, zodat de
riem weer een stukje wordt opgerold.Voor een effectieve werking van de
veiligheidsgordel:
-
d
ient deze strak om het lichaam te worden
gedragen,
-
m
oet deze in een vloeiende beweging
naar voren worden getrokken, zonder dat
de gordel gedraaid raakt,
-
m
ag deze door niet meer dan één persoon
worden gedragen,
-
m
ag deze geen beschadigingen of rafels
vertonen,
-
m
ag er om te voorkomen dat de gordel
niet goed werkt, niets aan worden
gewijzigd.
Vanwege de wettelijke
veiligheidsvoorschriften moeten
werkzaamheden en controles aan de
veiligheidsgordels worden uitgevoerd door
een PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats, om te garanderen dat de
werkzaamheden volgens de voorschriften
worden uitgevoerd.
Laat de veiligheidsgordels van uw auto
regelmatig controleren door een PEUGEOT-
dealer of een gekwalificeerde werkplaats,
vooral als de gordels beschadigingen
vertonen.
Reinig de veiligheidsgordels met zeepsop of
een reinigingsmiddel voor textiel, verkrijgbaar
bij de PEUGEOT-dealer.
Controleer na het neerklappen of verstellen
van een stoel of de achterbank of de gordel
zich op de juiste plaats bevindt en goed is
opgerold. Aanbevelingen voor kinderen
Maak voor kinderen tot 12
jaar of kleiner dan
1,50
m gebruik van een geschikt kinderzitje.
De veiligheidsgordel mag door niet meer dan
één persoon gedragen worden.
Laat nooit een kind op schoot zitten tijdens
het rijden.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over kinderzitjes .
In het geval van een aanrijding
De gordelspanners kunnen, afhankelijk van
de aard en de kracht van de aanrijding ,
vóór en onafhankelijk van de airbags afgaan.
Het afgaan van de gordelspanners gaat
gepaard met wat onschadelijke rook en een
knal, als gevolg van de activering van de
pyrotechnische lading die in het systeem is
geïntegreerd.
In alle gevallen gaat het verklikkerlampje van
de airbag branden.
Laat het systeem na een aanrijding
controleren en eventueel vervangen door
een PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats.
Veiligheid
Page 123 of 252

85
Airbags
Algemeen
De airbags werken alleen als het
contact is aangezet.
De airbags werken slechts één keer.
Als er een tweede aanrijding plaatsvindt
(tijdens hetzelfde of een volgend ongeval),
worden de airbags niet meer opgeblazen.De airbag vóór aan passagierszijde moet
uitgeschakeld worden als u een kinderzitje
"met de rug in de rijrichting" op de
voorstoel plaatst.
Detectiezones voor een aanrijding
A.
Impactzone vóór.
B. Impactzone opzij.
Het activeren van een airbag gaat gepaard
met wat rook en geluid, als gevolg van de
activering van de pyrotechnische lading
die in het systeem is geïntegreerd.
Deze rook is niet schadelijk, maar kan
irriterend zijn voor personen die hier
gevoelig voor zijn.
De knal die bij het afgaan van een airbag
wordt geproduceerd, kan het gehoor
gedurende een korte periode enigszins
verminderen.
Bij een aanrijding registreren en analyseren de
elektronische schoksensoren de frontale en
zijdelingse krachten waaraan de detectiezones
voor een aanrijding worden blootgesteld:
-
b
ij een ernstige aanrijding gaan de airbags
onmiddellijk af en verbeteren ze de
bescherming van de inzittenden van de
auto; direct na de aanrijding ontsnapt het
gas snel uit de airbags, zodat het zicht niet
wordt belemmerd en de inzittenden de auto
eventueel kunnen verlaten,
-
b
ij een minder ernstige aanrijding of een
aanrijding van achteren en in bepaalde
gevallen waarbij de auto over de kop slaat,
treden de airbags niet in werking; in deze
situaties zijn alleen de veiligheidsgordels
nodig om u extra bescherming te bieden.
De ernst van de aanrijding hangt af van de aard
van het obstakel en de snelheid van de auto op
het moment van de aanrijding.
De airbags zijn speciaal ontworpen om de
veiligheid van de inzittenden te verbeteren
bij een ernstige aanrijding. Ze vormen
een aanvulling op de werking van de
veiligheidsgordels met spankrachtbegrenzers.
5
Veiligheid
Page 124 of 252

86
Airbags vóór
Activeren
De airbags worden opgeblazen, behalve de
airbag aan passagierszijde wanneer deze
is uitgeschakeld, bij een ernstige frontale
aanrijding binnen (een gedeelte van) de
impactzone vóór (A), waarbij de krachten in
de lengteas van de auto en vanaf de voorzijde
richting de achterzijde van de auto (op een
horizontaal vlak) worden uitgeoefend.
De airbag vóór wordt opgeblazen tussen de
inzittende voorin en het dashboard om te
verhinderen dat de inzittende naar voren wordt
geslingerd.
Storing
Als dit lampje op het instrumentenpaneel
gaat branden in combinatie met een
geluidssignaal en een melding op het
display, laat het systeem dan controleren
door het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Als deze twee airbaglampjes permanent
blijven branden, gebruik dan in geen geval
een kinderzitje "met de rug in de rijrichting"
en neem contact op met het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Zijairbags
Deze airbags beschermen de bestuurder en
passagier voorin bij een ernstige aanrijding van
opzij om de kans op borstletsel te verkleinen.
Deze zijn voor de bestuurder in het midden van
het stuur wiel en voor de voorpassagier(s) in het
dashboard aangebracht.
De zijairbags zijn aangebracht in het frame
van de rugleuning van de voorstoel, aan de
portierzijde.
Activering
De zijairbags worden aan de desbetreffende
zijde opgeblazen bij een ernstige zijdelingse
aanrijding binnen (een gedeelte van) de
impactzone opzij B, waarbij de krachten
loodrecht op de lengteas van de auto en vanaf
de buitenzijde richting de binnenzijde van de
auto worden uitgeoefend.
De zijairbag wordt opgeblazen tussen de
inzittende voorin en het desbetreffende
portierpaneel.
Storing
Laat het systeem controleren door
het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als dit lampje
op het instrumentenpaneel gaat branden
in combinatie met een geluidssignaal
en een melding op het display van het
instrumentenpaneel. De kans bestaat dat de
airbags bij een ernstige aanrijding niet afgaan.
Bij een lichte zijdelingse aanrijding of
bij over de kop slaan kan het zijn dat de
airbags niet worden geactiveerd.
Veiligheid
Page 125 of 252

87
Window-airbags
Activering
De window-airbag wordt gelijktijdig met
de zijairbag aan de desbetreffende zijde
opgeblazen bij een ernstige zijdelingse
aanrijding binnen (een gedeelte van) de
impactzone opzij (B), waarbij de krachten
loodrecht op de lengterichting van de auto en
vanaf de buitenzijde richting de binnenzijde van
de auto worden uitgeoefend.
De window-airbag wordt opgeblazen tussen de
inzittenden vóór en achter en de zijruiten. Deze airbags beschermen de bestuurder
en passagiers (uitgezonderd de middelste
passagier achter) bij een ernstige aanrijding
van opzij om de kans op hoofdletsel te
verkleinen.
De window-airbags zijn aangebracht in de
stijlen en in de hemelbekleding.
5
Veiligheid
Page 126 of 252

88
Advies
Houd u aan de onderstaande
veiligheidsvoorschriften voor een
maximale effectiviteit van de airbags.
Ga normaal en rechtop zitten.
Doe uw veiligheidsgordel om en zorg dat
deze correct is geplaatst.
Zorg dat er zich niets bevindt tussen
de airbag en de inzittenden (kinderen,
huisdieren, objecten...) en bevestig niets in de
buurt van de airbags of in het gebied waar de
airbags afgaan. Dit kan de inzittende bij het
afgaan van de airbag ver wonden.
Verander niets aan de oorspronkelijke
uitvoering van uw auto, voer met name geen
wijzigingen door aan de onderdelen in de
directe nabijheid van de airbags.
Laat na een aanrijding of diefstal van uw auto
de airbagsystemen controleren.
Werkzaamheden aan airbagsystemen
mogen alleen door het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats worden
uitgevoerd.
Zelfs als alle bovenstaande voorschriften
worden nageleefd, blijft de kans bestaan
op letsel of lichte brandwonden aan het
hoofd, de borst of de armen als de airbag
wordt geactiveerd. De airbag wordt namelijk
zeer snel opgeblazen (binnen enkele
milliseconden) en loopt vervolgens even
snel leeg, waarbij de warme gassen via de
daarvoor bestemde openingen naar buiten
stromen.Airbags voor
Houd het stuur wiel niet aan de spaken
vast en laat uw handen niet op het
stuurwielkussen rusten.
Laat aan passagierszijde uw voeten niet op
het dashboard rusten.
Rook niet in de auto. Als de airbag afgaat,
kunnen brandende sigaretten of een pijp
brandwonden of ander letsel veroorzaken.
Ver wijder het stuur wiel nooit, maak geen
gaten in de stuur wielbekleding en sla er niet
op.
Bevestig geen voor werpen of stickers op
het stuur wiel of op het dashboard. Deze
kunnen bij het afgaan van de airbags letsel
veroorzaken.
Zijairbags
Bedek de stoelen uitsluitend met daar voor
goedgekeurde stoelhoezen, die in combinatie
met zijairbags gebruikt kunnen worden. Voor
informatie over de stoelhoezen die geschikt
zijn voor uw auto kunt u zich wenden tot het
PEUGEOT-netwerk.
Bevestig nooit iets aan de rugleuning van de
stoelen (kleding...): dit zou bij het afgaan van
de zijairbags kunnen leiden tot verwondingen
aan armen of borstkas.
Ga niet onnodig dicht tegen het portierpaneel
zitten.
Window-airbags
Bevestig nooit iets op de hemelbekleding;
dit zou bij het afgaan van de window-airbags
kunnen leiden tot hoofdletsel.
Demonteer nooit de handgrepen van het dak
(indien aanwezig); deze maken deel uit van
de bevestiging van de window-airbags.
Veiligheid
Page 127 of 252

89
Algemene informatie met
betrekking tot kinderzitjes
De regelgeving met betrekking tot het
vervoer van kinderen zijn per land
verschillend. Raadpleeg de in uw land
geldende regels.
Volg voor een optimale veiligheid de volgende
adviezen op:
-
c
onform de Europese wetgeving dienen
kinderen jonger dan 12
jaar of kleiner
dan 1,50
m in gehomologeerde, aan
het lichaamsgewicht aangepaste
kinderzitjes op met veiligheidsgordels of
ISOFIX-bevestigingen uitgeruste plaatsen
te worden vervoerd,
-
d
e veiligste plaats voor het ver voeren
van een kind is volgens de statistieken
een plaats op de achterbank van uw
auto,
-
k
inderen tot 9 kg moeten zowel voor-
als achterin met de rug in de rijrichting
worden vervoerd.
Kinderzitje op de voorpassagiersstoel
"Met de rug in de rijrichting"
"Met het gezicht in de rijrichting"
Controleer of de veiligheidsgordel goed is
aangetrokken.
Controleer bij kinderzitjes met een steun
of deze steun stevig en stabiel op de vloer
staat. Verstel de passagiersstoel als dit
niet het geval is.
Passagiersstoel in de hoogste stand en zo
ver mogelijk naar achteren.
Het wordt aanbevolen om kinderen op
de achterzitplaatsen van uw auto te
vervoeren:
-
t
ot 3 jaar "met de rug in de rijrichting ",
-
v
anaf 3 jaar "met het gezicht in de
rijrichting ".
Als een kinderzitje "met de rug in de rijrichting"
op de voorpassagiersstoel is bevestigd, moet
de airbag vóór aan passagierszijde worden
uitgeschakeld. Het kind kan anders bij het
afgaan van de airbag (levensgevaarlijk)
gewond raken .
Schuif de stoel:
-
v
olledig naar achteren en zet de rugleuning
rechtop, voor een kinderzitje zonder
stoelverhoger,
-
v
olledig naar achteren en zet hem in de
hoogste stand met de rugleuning rechtop,
voor een kinderzitje met stoelverhoger.
Als een kinderzitje "met het gezicht in de rijrichting"
op de voorpassagiersstoel is bevestigd, moet de
airbag vóór aan passagierszijde ingeschakeld blijven.
Schuif de stoel:
-
v
olledig naar achteren en zet de rugleuning
rechtop, voor een kinderzitje zonder
stoelverhoger,
-
v
olledig naar achteren en zet hem in de hoogste
stand met de rugleuning rechtop, voor een
kinderzitje met stoelverhoger.
5
Veiligheid
Page 128 of 252

90
Kinderzitje achterin
"Met de rug in de rijrichting"
Schuif als u een kinderzitje "met de rug in de
rijrichting" achterin plaatst de voorstoel naar
voren en zet de rugleuning van de voorstoel
rechtop, zodat het kinderzitje de voorstoel niet
raakt.
"Met het gezicht in de rijrichting"
Controleer of de veiligheidsgordel goed is
aangetrokken.
Controleer bij kinderzitjes met een steun
of deze steun stevig en stabiel op de vloer
staat.
Zitplaatsen van de 3e zitrij
Wanneer een kinderzitje op een zitplaats
van de 3e zitrij wordt geplaatst, zet dan de
rugleuning van de buitenste en de middelste
zitplaats van de 2e zitrij, die zich vóór de
zitplaats met het kinderzitje bevinden, in de
tafelstand of, indien dit niet voldoende is, Een kinderzitje met steun mag nooit op
een zitplaats van de 3e zitrij worden
geplaatst.
Schuif als u een kinderzitje "met het gezicht
in de rijrichting" achterin plaatst de voorstoel
naar voren en zet de rugleuning van de
voorstoel rechtop, zodat de benen van het kind
de voorstoel niet raken. ver wijder deze stoelen van de 2e zitrij, zodat
het kinderzitje en de benen van het kind de
stoelen van de 2e zitrij niet raken.
Uitschakelen airbag vóór
aan passagierszijde
Plaats nooit een kind in een kinderzitje
"met de rug in de rijrichting" op de
voorpassagiersstoel als de airbag vóór
aan passagierszijde is ingeschakeld. Het
kind kan in dat geval bij een aanrijding
ernstig en zelfs dodelijk gewond raken.
Dit voorschrift wordt tevens vermeld op de
waarschuwingssticker aan beide zijden van de
zonneklep aan passagierszijde.
Veiligheid
Page 129 of 252

91
Conform de wettelijke voorschriften vindt u op
de volgende tabellen deze waarschuwing in
alle benodigde talen.
De airbag vóór aan
passagierszijde uitschakelen
Alleen de airbag vóór aan de passagierszijde
kan worden uitgeschakeld.
F Steek, bij afgezet contact , de sleutel in
de schakelaar voor het uitschakelen van de
airbag aan passagierszijde.
F
D
raai deze in de stand OFF .
F
H
oud de schakelaar in deze stand en
verwijder de sleutel.
Het lampje voor de airbag vóór
aan passagierszijde op het
instrumentenpaneel blijft branden
gedurende de deactiveringsperiode. Schakel voor de veiligheid van uw kind
altijd de airbag vóór aan passagierszijde
uit als u een kinderzitje "met de rug in
de rijrichting" op de voorpassagiersstoel
monteert. Zo niet, dan kan het kind
(levensgevaarlijk) gewond raken als de
airbag wordt geactiveerd.
Opnieuw inschakelen van de
airbag vóór aan passagierszijde
In de stand "
OFF" werkt de airbag vóór aan
passagierszijde bij een eventuele aanrijding
niet.
Als u het kinderzitje hebt ver wijderd, zet
dan de schakelaar van de airbag vóór aan
passagierszijde weer op ON om de airbag
opnieuw in te schakelen en zo de veiligheid van
uw passagier te garanderen.
5
Veiligheid
Page 130 of 252

92
AR
BG НИКОГА НЕ инсталирайте детско столче на седалка с АКТИВИРАНА предна ВЪЗДУШНА ВЪЗГЛАВНИЦА. Това може да причини
СМЪРТ или СЕРИОЗНО НАРАНЯВАНЕ на детето.
CS NIKDY neumisťujte dětské zádržné zařízení orientované směrem dozadu na sedadlo chráněné AKTIVOVANÝM čelním AIRBAGEM. Hrozí
nebezpečí SMRTI DÍTĚTE nebo VÁ ŽNÉHO ZR ANĚNÍ.
DA Brug ALDRIG en bagudvendt barnestol på et sæde, der er beskyttet af en AKTIV AIRBAG. BARNET risikerer at blive ALVORLIGT
K VÆSTET eller DR ÆBT.
DE Montieren Sie auf einem Sitz mit AKTIVIERTEM Front-Airbag NIEMALS einen Kindersitz oder eine Babyschale entgegen der Fahrtrichtung,
das Kind könnte schwere oder sogar tödliche Verletzungen erleiden.
EL Μη χρησιμοποιείτε ΠΟΤΕ παιδικό κάθισμα με την πλάτη του προς το εμπρός μέρος του αυτοκινήτου, σε μια θέση που προστατεύεται από
ΜΕΤΩΠΙΚΟ αερόσακο που είναι ΕΝΕΡΓΟΣ. Αυτό μπορεί να έχει σαν συνέπεια το ΘΑΝΑΤΟ ή το ΣΟΒΑΡΟ ΤΡΑΥΜΑΤΙΣΜΟ του ΠΑΙΔΙΟΥ
EN NEVER use a rear ward facing child restraint on a seat protected by an ACTIVE AIRBAG in front of it, DEATH or SERIOUS INJURY to the
CHILD can occur
ES NO INSTALAR NUNCA un sistema de retención para niños de espaldas al sentido de la marcha en un asiento protegido mediante un
AIRBAG frontal ACTIVADO, ya que podría causar lesiones GR AVES o incluso la MUERTE del niño.
ET Ärge MITTE KUNAGI paigaldage "seljaga sõidusuunas" lapseistet juhi kõr valistmele, mille ESITURVAPADI on AKTIVEERITUD. Tur vapadja
avanemine võib last TÕSISELT või ELUOHTLIKULT vigastada.
FI ÄLÄ KOSK A AN aseta lapsen tur vaistuinta selkä ajosuuntaan istuimelle, jonka edessä suojana on käyttöön aktivoitu TURVAT Y YNY. Sen
laukeaminen voi aiheuttaa LAPSEN KUOLEMAN tai VAK AVAN LOUKK A ANTUMISEN.
FR NE JAMAIS installer de système de retenue pour enfants faisant face vers l'arrière sur un siège protégé par un COUSSIN GONFLABLE
frontal ACTIVÉ. Cela peut provoquer la MORT de l'ENFANT ou le BLESSER GR AVEMENT.
HR NIK ADA ne postavljati dječju sjedalicu leđima u smjeru vožnje na sjedalo zaštićeno UKLJUČENIM prednjim ZR AČNIM JASTUKOM. To bi
moglo uzrokovati SMRT ili TEŠKU OZLJEDU djeteta.
HU SOHA ne használjon menetiránynak háttal beszerelt gyermekülést AKTIVÁLT (BEK APCSOLT) FRONTLÉGZSÁKK AL védett ülésen. Ez a
gyermek HALÁLÁT vagy SÚLYOS SÉRÜLÉSÉT okozhatja.
IT NON installare MAI seggiolini per bambini posizionati in senso contrario a quello di marcia su un sedile protetto da un AIRBAG frontale
ATTIVATO. Ciò potrebbe provocare la MORTE o FERITE GR AVI al bambino.
Veiligheid