TOYOTA BZ4X 2022 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2022, Model line: BZ4X, Model: TOYOTA BZ4X 2022Pages: 610, PDF Size: 96.21 MB
Page 71 of 610

Tijdens het remmen (regeneratief
remmen)
De elektromotor (tractiemotor) laadt de
tractiebatterij op.
Door actief gebruik te maken van het
regeneratieve remmen kan de actieradius
worden vergroot doordat elektriciteit
wordt opgeslagen in de tractiebatterij.
Laden
De batterij-elektrische auto rijdt op
elektriciteit die afkomstig is van een
externe voedingsbron en wordt
opgeslagen in de tractiebatterij. Voor het
laden kunnen niet alleen openbare
laadstations, maar ook contactdozen
thuis worden gebruikt. Bij conventionele
auto's moet brandstof getankt worden,
maar hier moeten andere procedures
gevolgd worden. Lees daarom het
volgende aandachtig door.
• Laaduitrusting (→blz. 78)
• AC-laadkabel (→blz. 81)
• Voedingsbronnen die kunnen wordengebruikt (→blz. 94)
• Wat u moet weten voor het laden (→blz. 99)
• Procedure voor het laden van uw auto (→blz. 102, blz. 110)
• Wanneer de normale procedure voor laden niet kan worden uitgevoerd
(→blz. 131)
Regeneratief remmen
In de volgende situaties wordt kinetische
energie omgezet in elektrische energie
en wordt er een afremmingskracht
gegenereerd terwijl tegelijkertijd de
tractiebatterij wordt opgeladen.
• Het gaspedaal wordt losgelaten terwijl er wordt gereden met de transmissie
in stand D.
• Het rempedaal wordt ingetrapt terwijl er wordt gereden met de transmissie
in stand D. Opladen van de 12V-accu
De 12V-accu wordt geladen via de
tractiebatterij als het EV-systeem in
werking is of terwijl de tractiebatterij
wordt geladen.
Als de auto langere tijd niet is gebruikt,
is de 12V-accu mogelijk ontladen
geraakt door zelfontlading. Volg de
juiste procedures als dit gebeurt.
(→Blz. 490)
Als de auto gedurende langere tijd niet
wordt gebruikt
• Laad de tractiebatterij eens per
maand als de auto gedurende langere
tijd niet wordt gebruikt. Hierdoor is de
tractiebatterij beschermd tegen
extreme spanningsafname door
zelfontlading.
• Als de auto gedurende langere tijd niet wordt gebruikt, wordt de
12V-accu opgeladen door de
tractiebatterij om de kans te
verkleinen dat de 12V-accu ontladen
raakt. In dat geval kan de
koelventilator gaan draaien; dit duidt
echter niet op een storing.
• Laat de klep van de laadaansluiting niet openstaan en laat de laadkabel
niet aangesloten op de auto, om te
voorkomen dat de 12V-accu ontladen
raakt.
Laden van de tractiebatterij
Zorg ervoor dat het laadniveau altijd
voldoende is voor uw rijbehoeften.
Als de tractiebatterij volledig ontladen
is, kan er niet met de auto gereden
worden. Laad de batterij zo snel mogelijk
als deze ontladen raakt.
Als de tractiebatterij ontladen raakt
• Als de tractiebatterij ontladen raakt, gaat het waarschuwingslampje
tractiebatterij ontladen branden of
knipperen en wordt er een melding
weergegeven op het multi-
informatiedisplay. (→Blz. 464)
2.1 EV-systeem
69
2
EV-systeem
Page 72 of 610

• Als de tractiebatterij volledig ontladenis, kan het EV-systeem niet worden
gestart en kan niet met de auto
gereden worden. Laad de
tractiebatterij zo snel mogelijk als
deze ontladen raakt.
Geluiden en trillingen die kenmerkend
zijn voor een batterij-elektrische auto
Omdat er geen motorgeluiden en
trillingen zijn, kan gemakkelijk worden
gedacht dat de batterij-elektrische auto
uit staat, terwijl hij nog steeds aan staat,
zoals aangegeven door het branden van
het controlelampje READY. Zet uit
veiligheidsoverwegingen altijd de
transmissie in stand P en activeer de
parkeerrem wanneer u de auto parkeert.
Voor en na het starten van het
EV-systeem kunnen de volgende
geluiden en trillingen hoorbaar en
voelbaar zijn. Deze geluiden en/of
trillingen duiden echter niet op een
storing:
• Als het bestuurdersportier wordt geopend, kan aan de voorzijde van de
auto een geluid hoorbaar zijn dat
afkomstig is van het remsysteem.
• Er kunnen elektromotorgeluiden hoorbaar zijn uit het
elektromotorcompartiment of de
bagageruimte.
• Bij het inschakelen of uitschakelen van het EV-systeem kunnen
relaisgeluiden hoorbaar zijn uit het
elektromotorcompartiment.
• In de volgende situaties zijn er werkingsgeluiden van het relais te
horen, zoals een klik of een vaag
gerammel, die afkomstig zijn van de
tractiebatterij.– Wanneer het EV-systeem wordt in- of uitgeschakeld
– Als het laden wordt gestart of is voltooid
– Als voor de eerste keer met de auto wordt gereden nadat de
tractiebatterij is opgeladen via
DC-laden • Als het rempedaal wordt ingetrapt of
het gaspedaal wordt losgelaten,
kunnen er geluiden hoorbaar zijn die
worden veroorzaakt door het
regeneratief remmen.
• Werkingsgeluiden van de koelventilator afkomstig van de
radiateur.
• Werkingsgeluid van het airconditioningsysteem
(aircocompressor, aanjagermotor).
Onderhoud, reparatie, recycling en
afvoer
Neem voor onderhoud, reparatie,
recycling en afvoer contact op met een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. Voer de auto niet zelf af.
Akoestisch
voertuigwaarschuwingssysteem
Er wordt een geluid, dat aangepast wordt
aan de rijsnelheid, afgespeeld om mensen
in de buurt te waarschuwen dat de auto
nadert. Dit geluid is mogelijk binnenin de
auto hoorbaar. Het geluid stopt als de
rijsnelheid hoger wordt dan ongeveer
25 km/h.
Akoestisch
voertuigwaarschuwingssysteem
In de volgende gevallen is het
akoestische
voertuigwaarschuwingssysteem mogelijk
moeilijk te horen voor mensen in de
buurt.
• In gebieden met harde omgevingsgeluiden
• In de wind of regen
Ook is het akoestische
voertuigwaarschuwingssysteem achter
de auto mogelijk moeilijker te horen dan
vóór de auto omdat het systeem aan de
voorzijde van de auto is geïnstalleerd.
2.1 EV-systeem
70
Page 73 of 610

2.1.2 Voorzorgsmaatregelen EV-systeem
Wees voorzichtig met de in een batterij-elektrische auto aanwezige
hoogspanningsonderdelen (nominale spanning 355,2 V), zoals de tractiebatterij,
stroomvoorzieningseenheid, oranje hoogspanningskabels en elektromotor, en
onderdelen die zeer heet worden, zoals de radiateur. De hoogspanningsonderdelen zijn
voorzien van waarschuwingslabels. Lees deze als er werkzaamheden aan deze onderdelen
moeten worden uitgevoerd.
Systeemonderdelen
AWaarschuwingslabel
BHoogspanningskabels (oranje)
CESU: Electricity Supply Unit
(stroomvoorzieningseenheid,
ingebouwd in de tractiebatterijlader
met DC/DC-converter)
DServicestekker
EAC-laadcontact
FDC-laadcontact
GTractiebatterij
HElektromotor (tractiemotor)/inverter
(voor/achter*)
IAircocompressor
*Alleen AWD-uitvoeringen
De afbeelding dient slechts ter illustratie en wijkt mogelijk af van de werkelijkheid.
2.1 EV-systeem
71
2
EV-systeem
Page 74 of 610

Elektromagnetische golven
• De hoogspanningsonderdelen en-kabels van batterij-elektrische auto's
zijn voorzien van een afscherming
voor elektromagnetische golven en
zenden daardoor ongeveer net zo veel
elektromagnetische golven uit als
conventionele auto's met een
benzinemotor of elektronische
huishoudapparatuur.
• Uw auto kan storingen veroorzaken in niet-originele audio-onderdelen.
Tractiebatterij (lithium-ionbatterij)
De levensduur van de tractiebatterij is
niet onbeperkt.
De capaciteit van de tractiebatterij (de
mogelijkheid om energie op te slaan)
neemt op den duur door het gebruik af,
net als bij gewone oplaadbare batterijen.
De mate waarin de capaciteit afneemt,
hangt grotendeels af van de omgeving
(buitentemperatuur, enz.) en de
gebruiksomstandigheden, zoals hoe er
met de auto wordt gereden en hoe de
tractiebatterij wordt geladen.
Dit is een natuurlijk kenmerk van
lithium-ionbatterijen en duidt niet op
een defect. Hoewel de actieradius
afneemt als de capaciteit van de
tractiebatterij afneemt, nemen de
prestaties van de auto nagenoeg niet af.
Om te voorkomen dat de capaciteit
afneemt, moet u de richtlijnen volgen op
blz. 101, “Afname capaciteit van de
tractiebatterij”.
Starten van het EV-systeem in een
extreem koude omgeving
Als de tractiebatterij extreem koud is
(temperatuur lager dan ongeveer -30°C)
als gevolg van de temperatuur buiten de
auto, kan het EV-systeem mogelijk niet
gestart worden. Probeer in dat geval het
EV-systeem nogmaals te starten nadat
de temperatuur van de tractiebatterij is
opgelopen doordat bijvoorbeeld de
buitentemperatuur is gestegen. Declaration of conformity
De uitstoot van waterstof van dit model
voldoet aan reglement ECE100 (voor de
veiligheid van elektrisch aangedreven
auto's met batterijen).
WAARSCHUWING!
Voorzorgsmaatregelen met
betrekking tot hoogspanning
De auto heeft zowel
hoogspanningssystemen (wissel- en
gelijkspanning) als een 12V-systeem.
Hoogspanningssystemen (wissel- en
gelijkspanning) zijn zeer gevaarlijk en
kunnen ernstige brandwonden,
elektrische schokken en ernstig letsel
veroorzaken.
• Verwijder of vervang nooit
hoogspanningsonderdelen,
hoogspanningskabels (oranje) en de
stekkers ervan, raak deze onderdelen
niet aan en haal ze niet uit elkaar.
• Het EV-systeem wordt na het starten heet, aangezien het systeem
gebruikmaakt van hoogspanning.
Wees alert op zowel hoogspanning
als hoge temperaturen en volg altijd
de aanwijzingen op de
waarschuwingslabels op.
• Probeer nooit de klep onder de vloer waarachter zich de servicestekker
bevindt te openen. De
servicestekker, waar hoogspanning
op staat, wordt alleen gebruikt bij
onderhoud aan de auto.
2.1 EV-systeem
72
Page 75 of 610

WAARSCHUWING!(Vervolg)
Waarschuwingen voor het geval de
auto bij een ongeval betrokken raakt
Neem de volgende voorschriften in
acht om de kans op ernstig letsel te
beperken:
• Breng de auto op een veilige plaatstot stilstand om verdere
aanrijdingen te voorkomen. Activeer
de parkeerrem terwijl u het
rempedaal intrapt en selecteer stand
P om het EV-systeem uit te
schakelen. Laat vervolgens het
rempedaal voorzichtig opkomen.
• Raak de onderdelen, kabels (oranje) en stekkers waar hoogspanning op
staat niet aan.
• Als binnen of buiten de auto elektrische bedrading blootligt, kan
er een elektrische schok optreden.
Raak blootliggende elektrische
bedrading nooit aan.
• Raak de tractiebatterij niet aan als er vloeistof uit lekt of als de buitenzijde
vochtig is. Als elektrolyt (organische
elektrolyt op koolzuurbasis) die uit
de tractiebatterij lekt in aanraking
komt met de ogen of de huid, kan dit
blindheid of wonden veroorzaken.
Mocht er onverhoopt vloeistof in uw
ogen of op uw huid terechtkomen,
spoel deze dan direct af met veel
water en raadpleeg onmiddellijk een
arts.
• Als er elektrolyt lekt uit de tractiebatterij, kom dan niet in de
buurt van de auto.
Zelfs in het onwaarschijnlijke geval dat de tractiebatterij beschadigd is
geraakt, zal de inwendige
constructie van de batterij
voorkomen dat er grote
hoeveelheden elektrolyt lekken. Als
er echter elektrolyt lekt, zullen er
dampen vrijkomen. Deze dampen
irriteren de huid en ogen en kunnen,
wanneer ze worden ingeademd,
acute vergiftiging veroorzaken.
WAARSCHUWING!(Vervolg)
• Houd brandende of hete voorwerpen uit de buurt van de elektrolyt.
Anders kan de elektrolyt vlam vatten
en brand veroorzaken.
• Stap zo snel mogelijk uit als er brand uitbreekt in de batterij-elektrische
auto. Gebruik nooit een
brandblusser die niet is bedoeld voor
het blussen van een
elektriciteitsbrand. Zelfs het gebruik
van een geringe hoeveelheid water
om te blussen kan al gevaarlijk zijn.
• Als uw auto gesleept moet worden, dient dit te gebeuren met de
voorwielen (2WD-uitvoeringen) of
de vier wielen (AWD-uitvoeringen)
van de grond. Als de wielen, die
verbonden zijn met de elektromotor
(tractiemotor), tijdens het slepen de
grond raken, kan door de werking
van de motor opgewekte energie
brand veroorzaken afhankelijk van
de aard van de schade of storing.
(→Blz. 457)
• Controleer het wegdek/de bodem onder de auto zorgvuldig. Als
gelekte vloeistof (anders dan water
uit de airconditioning) wordt
aangetroffen op de grond, is de
tractiebatterij mogelijk beschadigd.
Verlaat uw auto zo spoedig mogelijk.
Neem daarnaast contact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige en breng hem
op de hoogte van de gelekte
vloeistof op de grond.
Zelfs bij een kleine aanrijding kunnen de tractiebatterij en onderdelen in
de buurt ervan beschadigd raken.
Laat de tractiebatterij na een
ongeval controleren door een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
2.1 EV-systeem
73
2
EV-systeem
Page 76 of 610

WAARSCHUWING!(Vervolg)
Tractiebatterij
• Uw auto is uitgerust met eengesloten lithium-ionbatterij.
• U mag de tractiebatterij nooit doorverkopen, overdragen aan
iemand anders of aanpassen. Om
ongelukken te voorkomen worden
tractiebatterijen die uit afgedankte
auto's worden gehaald, ingezameld
door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige. Voer het
batterijpakket niet zelf af. Als het
batterijpakket niet op de juiste
manier wordt ingezameld, kan het
volgende gebeuren, met dodelijk of
ernstig letsel tot gevolg:
– Voer de tractiebatterij niet illegaal af en dump de tractiebatterij niet
ergens. Dit kan schadelijk zijn voor
het milieu en er bestaat dan ook
een risico dat iemand een
onderdeel aanraakt dat onder
hoogspanning staat en een
elektrische schok krijgt.
– De tractiebatterij is uitsluitend bestemd voor gebruik in uw
batterij-elektrische auto. Als de
tractiebatterij buiten uw auto wordt
gebruikt of op een of andere manier
wordt aangepast, kunnen er
ongelukken mee gebeuren: iemand
kan een elektrische schok krijgen,
de tractiebatterij kan hitte en rook
genereren, er kan zich een
ontploffing voordoen en er kan
elektrolyt uit lekken. Wanneer u uw
auto doorverkoopt of overdraagt, is
het risico van een ongeval zeer
groot, omdat de persoon die de auto
ontvangt mogelijk niet op de
hoogte is van deze gevaren van deze
aanpassingen.
WAARSCHUWING!(Vervolg)
• Als uw auto wordt afgevoerd zonder dat de tractiebatterij is verwijderd,
bestaat de kans op zware elektrische
schokken als
hoogspanningsonderdelen, kabels en
aansluitingen hiervan aangeraakt
worden. Wanneer uw auto moet
worden afgevoerd, dient de
tractiebatterij te worden afgevoerd
door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige. Als de
tractiebatterij niet op de juiste
manier wordt afgevoerd, kan deze
elektrische schokken veroorzaken,
die dodelijk of ernstig letsel tot
gevolg kunnen hebben.
• Neem voor informatie over inzamelpunten voor tractiebatterijen,
contactgegevens of het
recyclingproces contact op met een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Wees voorzichtig tijdens het rijden
• Let vooral op de omgeving rond de auto. Omdat er geen motorgeluiden
zijn, merken voetgangers, fietsers of
andere verkeersdeelnemers en
voertuigen in de omgeving mogelijk
niet dat de auto wegrijdt of hen
nadert. Wees dus tijdens het rijden
extra alert. Wees daarom tijdens het
rijden extra voorzichtig, zelfs als het
akoestische
voertuigwaarschuwingssysteem
actief is.
2.1 EV-systeem
74
Page 77 of 610

WAARSCHUWING!(Vervolg)
• Als de bodemplaat van de auto tijdenshet rijden wordt blootgesteld aan
hevige schokken, breng de auto dan
op een veilige plaats tot stilstand en
controleer de onderkant van de auto.
Schade aan de tractiebatterij of
vloeistoflekkage kan leiden tot een
autobrand, enz. Raak de auto niet aan
en neem onmiddellijk contact op met
een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Zelfs als er aan de onderzijde van de auto geen beschadigingen zichtbaar
zijn, kan de tractiebatterij zijn
beschadigd. Laat als de bodemplaat
van de auto is blootgesteld aan een
schok de tractiebatterij nakijken door
een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Wijzigingen Verlaag de auto niet. De tractiebatterij
in de bodemplaat van de auto maakt
gemakkelijker contact met de grond als
de auto is verlaagd. Wanneer de
tractiebatterij beschadigd is, kan dat
leiden tot een autobrand, met mogelijk
dodelijk of ernstig letsel tot gevolg.
Uitschakelsysteem voor noodgevallen
Het uitschakelsysteem voor
noodgevallen zorgt ervoor dat het
EV-systeem en het
hoogspanningssysteem worden
uitgeschakeld als de botsingssensoren
een aanrijding met een kracht boven een
bepaalde drempelwaarde hebben
gesignaleerd. Als het uitschakelsysteem
voor noodgevallen in werking is
getreden, kunt u uw auto niet meer
starten. Neem voor het herstarten van
het EV-systeem contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/ reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Waarschuwingsmelding
Als er een storing in het EV-systeem
optreedt, of als het systeem onjuist
wordt bediend, wordt automatisch een
melding weergegeven.
Lees de op het multi-informatiedisplay weergegeven waarschuwingsmelding en
volg de aanwijzingen op. (→Blz. 136,
blz. 469)
Als er een waarschuwingslampje gaat
branden of een waarschuwingsmelding
wordt weergegeven of als de 12V-accu
wordt losgekoppeld
Mogelijk start het EV-systeem niet.
Probeer in dat geval het systeem
opnieuw te starten. Neem als het
controlelampje READY niet gaat branden
contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
Als de tractiebatterij volledig ontladen
is
Als het EV-systeem niet kan worden
gestart omdat de tractiebatterij volledig
ontladen is, start het systeem dan weer
na AC- of DC-laden. Om voor voldoende
actieradius te zorgen, raden wij u aan de
tractiebatterij te laden totdat het
waarschuwingslampje tractiebatterij
ontladen uitgaat.
2.1 EV-systeem
75
2
EV-systeem
Page 78 of 610

2.1.3 Tips voor rijden met een
batterij-elektrische auto
Anders dan bij conventionele auto's
neemt bij batterij-elektrische auto's het
elektriciteitsverbruik toe bij langdurig
rijden op autowegen en snelwegen of bij
een hoge gemiddelde rijsnelheid. De
maximale rijafstand neemt hierdoor af.
Als de resterende lading in de
tractiebatterij laag is, vertrouw dan niet
te veel op de weergegeven maximale
rijafstand en rijd niet te lang op
autowegen en snelwegen. Door met
gematigde snelheid te rijden kan het
elektriciteitsverbruik van de
tractiebatterij onder controle worden
gehouden.
De volgende rijtips dragen bij aan een
verlaging van het energieverbruik van de
batterij en een verhoging van de
actieradius.
Bediening transmissie
Zet de transmissie in stand D als u moet
wachten bij een verkeerslicht of als u in
druk verkeer rijdt. Selecteer stand P
wanneer de auto geparkeerd wordt. Als u
tijdens het rijden stand N selecteert, is er
geen positief effect op het
elektriciteitsverbruik. In stand N kan de
tractiebatterij niet worden geladen. Ook
bij gebruik van de airconditioning, enz.
wordt elektriciteit van de tractiebatterij
verbruikt. (→Blz. 219)
Files
Herhaaldelijk accelereren en decelereren
door verkeersopstoppingen, langdurig
wachten bij verkeerslichten en rijden op
steile hellingen veroorzaken een hoog
elektriciteitsverbruik. Raadpleeg vóór
vertrek de verkeersberichten om deze
situaties zo veel mogelijk te vermijden.
Laat bij verkeersopstoppingen het
rempedaal rustig los zodat de auto
zachtjes vooruitrijdt en vermijd
overmatig gebruik van het gaspedaal. Dit
helpt onnodig elektriciteitsverbruik te
beperken.Bij het remmen
Rem rustig en tijdig. Er kan meer
elektrische energie worden
geregenereerd tijdens het decelereren.
Rijden op autowegen of snelwegen
Rijd met een constante snelheid. Neem
als u ergens moet stoppen de tijd voor
het loslaten van het gaspedaal en trap
rustig het rempedaal in. Er kan meer
elektrische energie worden
geregenereerd tijdens het decelereren.
Airconditioning
• Maak alleen gebruik van de
airconditioning als dat nodig is. Dit
helpt het elektriciteitsverbruik te
beperken.
In de zomer: Gebruik bij hoge
temperaturen de recirculatiemodus.
Dit beperkt de belasting van de
airconditioning en vermindert ook het
elektriciteitsverbruik.
In de winter: Overmatig of onnodig
gebruik van de verwarming moet
worden vermeden. Het
elektriciteitsverbruik kan ook worden
verminderd door overmatig gebruik
van de verwarming te vermijden.
• Als de op afstand bedienbare airconditioning (→blz. 383) wordt
gebruikt terwijl de AC-laadkabel is
aangesloten op de auto, wordt het
elektriciteitsverbruik na het wegrijden
verminderd doordat de
airconditioning vooral werkt op
elektriciteit van een externe
voedingsbron.
Controle van bandenspanning
Controleer de bandenspanning
regelmatig. Een onjuiste bandenspanning
kan leiden tot een hoog
elektriciteitsverbruik.
Winterbanden kunnen veel wrijving
veroorzaken en kunnen, als ze worden
gebruikt op droge wegen, dus ook een
2.1 EV-systeem
76
Page 79 of 610

hoger elektriciteitsverbruik veroorzaken.
Gebruik banden die geschikt zijn voor het
seizoen.
Bagage
Zware bagage leidt tot een hoger
elektriciteitsverbruik. Neem geen
onnodige bagage mee.
2.1.4 Actieradius
De actieradius die onder andere wordt
weergegeven op het multi-
informatiedisplay toont de
referentieafstand waarover gereden kan
worden. De werkelijke afstand die
gereden kan worden, kan afwijken van de
afstand die wordt weergegeven.
Weergegeven waarde
Een waarde waarbij de rijprestaties
voldoende zijn, wordt geschat op basis
van de resterende lading van de
tractiebatterij, de toestand van de
tractiebatterij, de buitentemperatuur,
enzovoort en wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay. (→Blz. 146)
Als de buitentemperatuur laag is, is het
vermogen van de tractiebatterij mogelijk
lager, waardoor de maximale rijafstand
korter is. Dit duidt echter niet op een
storing. Laad de tractiebatterij eerder op
dan gebruikelijk.
Tips voor het vergroten van de
actieradius
De maximale rijafstand is sterk
afhankelijk van hoe er met de auto
gereden wordt, de wegcondities, het
weer, de buitentemperatuur, het gebruik
van elektrische componenten en het
aantal inzittenden.
De maximale rijafstand kan worden
vergroot door onderstaande
aanwijzingen te volgen:
• Houd een veilige afstand tot uwvoorligger en voorkom onnodig
accelereren en decelereren • Accelereer en decelereer zo vloeiend
mogelijk
• Rijd niet te hard en probeer zo veel mogelijk een constante snelheid aan
te houden
• Stel de airconditioning in op een gematigde temperatuur en voorkom
overmatig gebruik van de
verwarmings- en koelfunctie
• Gebruik banden met de voorgeschreven maat en houd de
bandenspanning op de
voorgeschreven waarde
• Vervoer geen onnodig gewicht in de auto
Manieren waarop wordt aangegeven
dat het laden is voltooid
Het volgende geeft aan dat de
laadprocedure op de juiste manier is
uitgevoerd.
• De laadindicator gaat uit
• “Charging complete” (laden voltooid) wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay als een
portier wordt geopend terwijl het
contact UIT staat. (→Blz. 99)
Ongeacht het type voedingsbron of het
gebruik van de laadschemafunctie is de
laadprocedure voltooid als aan
bovenstaande voorwaarden is voldaan.
Laadgerelateerde meldingen: →blz. 136
2.1 EV-systeem
77
2
EV-systeem
Page 80 of 610

2.2 Laden
2.2.1 Laaduitrusting
Laaduitrusting en benamingen
AAC-laadcontact
BLaadindicator (→blz. 81) en
verlichting laadcontact
CDC-laadcontact
DKlep laadaansluiting (→blz. 79)
EWaarschuwingslabel/identificatielabel
(→blz. 79)
FAC-laadkabel*(→blz. 81)
GLaadaansluiting
*Het aantal laadkabels kan per regio verschillend zijn.
2.2 Laden
78