TOYOTA BZ4X 2022 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2022, Model line: BZ4X, Model: TOYOTA BZ4X 2022Pages: 610, PDF Size: 96.21 MB
Page 61 of 610

Gebruikersinformatie uitvoering regelgeving, bijlage 1, DEEL 3Conformiteit
3.2. Elke verwerking van persoonsgegevens die via het TPS-
systeem/een andere dienst met toegevoegde waarde zijn verzameld, moet voldoen aan de regelgeving met betrek- king tot persoonsgegevens zoals vastgelegd in richtlijn 95/46/EG en 2002/58/EG. O
3.2.1. Wettelijke basis voor het gebruik van het TPS-systeem
en/of de diensten met toegevoegde waarde, en voor het
verwerken van gegevens die via dit systeem/deze diensten zijn verzameld De Europese Al-
gemene Verorde- ning Gegevens- bescherming
3.3. Alleen op basis van de uitdrukkelijke toestemming van de
betrokkene (de eigenaar(s) van het voertuig) mogen per- soonsgegevens worden verwerkt door het TPS-systeem en/of andere diensten met toegevoegde waarde. O
3.4. Voorwaarden voor het verwerken van gegevens via het
TPS-systeem en/of andere diensten met toegevoegde
waarde, inclusief de noodzakelijke aanvullende informatie over de traceerbaarheid, het traceren en het verwerken van persoonsgegevens →Blz. 56
3.5. De eigenaar van een auto met een TPS eCall-systeem en/of
een andere dienst met toegevoegde waarde die tevens
beschikt over het in het voertuig geïntegreerde op 112 ge- baseerde eCall-systeem heeft het recht te kiezen voor het in het voertuig geïntegreerde op 112 gebaseerde eCall-
systeem in plaats van voor het TPS eCall-systeem en an- dere diensten met toegevoegde waarde. O
3.5.1. Contactgegevens voor het behandelen van verzoeken om
uitschakeling van het TPS eCall-systeem N.b.
Klantenservice die verantwoordelijk is voor het behandelen van verzoeken om inzage
Land
Contactgegevens
Oostenrijk [email protected]
België/Luxemburg [email protected]
Kroatië [email protected]
Tsjechië/Hongarije/Slowakije [email protected]
Denemarken [email protected]
Estland [email protected]
Finland [email protected]
Frankrijk [email protected]
Duitsland [email protected]
Groot-Brittannië [email protected]
Griekenland [email protected]
IJsland [email protected]
Ierland [email protected]
Italië [email protected]
Nederland www.toyota.nl/klantenservice
Noorwegen [email protected]
Polen [email protected]
Portugal [email protected]
1 .3 Noodoproep
59
1
Veiligheid en beveiliging
Page 62 of 610

LandContactgegevens
Roemenië [email protected]
Slovenië [email protected]
Spanje [email protected]/[email protected]
Zweden [email protected]
Zwitserland [email protected]
Vrije software en opensourcesoftware
Dit product bevat vrije software/opensourcesoftware (FOSS).
Licentie-informatie en/of de broncode van FOSS is beschikbaar op de volgende URL:
http://www.opensourceautomotive.com/dcm/19MC/
Verklaring
→Blz. 518
1.4 Antidiefstalsysteem
1.4.1 Startblokkering
De sleutels van de auto zijn uitgerust met
ingebouwde transponderchips die
voorkomen dat het EV-systeem gestart
kan worden met een sleutel die niet in
een eerder stadium is geregistreerd in de
computer van de auto.
Laat de sleutels nooit in de auto achter
als u de auto verlaat.
Dit systeem is ontworpen om autodiefstal
te voorkomen, maar absolute beveiliging
tegen elke vorm van diefstal kan niet
worden gegarandeerd.
Bedienen van het systeem Het controlelampje van het
antidiefstalsysteem knippert nadat het
contact UIT is gezet om aan te geven dat
het systeem in werking is.
Het controlelampje houdt op met
knipperen als het contact in stand ACC of
AAN is gezet om aan te geven dat het
systeem is uitgeschakeld.
Onderhoud van het systeem
De auto is voorzien van een
onderhoudsvrije startblokkering.
Omstandigheden waardoor het
systeem mogelijk niet goed werkt
• Als de greep van de sleutel tegen een
metalen voorwerp wordt gehouden
• Als de sleutel dicht bij of tegen een sleutel met ingebouwde
transponderchip van een andere auto
wordt gehouden
OPMERKING
Ervoor zorgen dat het systeem goed
werkt
Verander of verwijder het systeem niet.
Na veranderen of verwijderen kan de
juiste werking van het systeem niet
worden gegarandeerd.
1 .3 Noodoproep
60
Page 63 of 610

1.4.2 Supervergrendeling*
*Indien aanwezig
Toegang door onbevoegden wordt
voorkomen door het ontgrendelen van de
portieren zowel van buitenaf als van
binnenuit onmogelijk te maken.
Auto's die met dit systeem zijn uitgerust,
zijn voorzien van labels op de zijruiten van
de beide voorportieren.
Inschakelen/uitschakelen van de
supervergrendeling
Instelling
Zet het contact UIT, laat alle inzittenden
de auto verlaten en controleer of alle
portieren gesloten zijn.
Met de instapfunctie: Raak het
sensorgedeelte van de
buitenportiergreep binnen 5 seconden
2 keer aan. Bij gebruik van de
afstandsbediening: Druk tweemaal
binnen 5 seconden op
.
Uitschakelen
Bij gebruik van de instapfunctie: Houd de
buitenportiergreep vast.
Met de afstandsbediening: Druk op
.
WAARSCHUWING!
Voorzorgsmaatregelen voor de
supervergrendeling
Schakel de supervergrendeling nooit in
als er zich nog personen in de auto
bevinden, omdat de portieren dan niet
van binnenuit kunnen worden geopend.
1.4.3 Alarm*
*Indien aanwezig
Met licht en geluid worden alarmsignalen
gegeven wanneer er een inbraakpoging
wordt gedetecteerd.
Wanneer het alarmsysteem is
ingeschakeld, wordt het alarm onder de
volgende omstandigheden geactiveerd:
• Als een vergrendeld portier wordt ontgrendeld of geopend zonder
gebruik te maken van de instapfunctie
of de afstandsbediening. (De
portieren zullen automatisch opnieuw
worden vergrendeld.)
• De motorkap wordt geopend.
• De inbraaksensor signaleert een beweging in de auto. (Iemand dringt
de auto binnen.)
• Auto's met hellingsensor: Als de hellingsensor een verandering van de
helling van de auto signaleert.
• Auto's met glasbreuksensor: Een willekeurige ruit is stuk.
Inschakelen/uitschakelen/uitzetten van
het alarmsysteem
Zaken die gecontroleerd moeten worden
alvorens de auto te vergrendelen
Controleer onderstaande zaken om
ongewild activeren van het alarm en
diefstal te voorkomen.
• Er is niemand in de auto.
• De ruiten zijn gesloten voordat het alarm wordt ingeschakeld.
• Er zijn geen waardevolle spullen of persoonlijke zaken in de auto
achtergebleven.
1 .4 Antidiefstalsysteem
61
1
Veiligheid en beveiliging
Page 64 of 610

Instelling
Sluit de portieren en de achterklep en
vergrendel alle portieren met de
instapfunctie of de afstandsbediening.
Na 30 seconden wordt het systeem
automatisch ingeschakeld.
Wanneer het systeem is ingeschakeld,
gaat het controlelampje van het
antidiefstalsysteem knipperen i.p.v.
constant branden.
Uitschakelen of uitzetten
Het alarm kan op een van de volgende
manieren worden gedeactiveerd.
• Ontgrendel de portieren met deinstapfunctie of de
afstandsbediening.
• Start het EV-systeem. (Het alarm wordt na enkele seconden
gedeactiveerd of uitgeschakeld.)
Onderhoud van het systeem
De auto is voorzien van een
onderhoudsvrij alarmsysteem.
Activeren van het alarm
Het alarm wordt in de volgende gevallen
mogelijk geactiveerd: (Door het alarm te
stoppen wordt het alarmsysteem
uitgeschakeld.) • De portieren worden ontgrendeld met
de mechanische sleutel.
• Een persoon in de auto opent een portier, de achterklep of de motorkap
of ontgrendelt de auto met de
vergrendelknop aan de binnenzijde.
• De 12V-accu is losgenomen. (→Blz. 492)
1 .4 Antidiefstalsysteem
62
Page 65 of 610

Door alarmsysteem bediende
portiervergrendeling
In de volgende gevallen worden,
afhankelijk van de situatie, de portieren
automatisch vergrendeld om potentiële
indringers buiten de auto te houden:
• Wanneer een in de autoachtergebleven persoon het portier
ontgrendelt en het alarm wordt
geactiveerd.
• Terwijl het alarm is geactiveerd, ontgrendelt een in de auto
achtergebleven persoon het portier.
• Bij het bijladen of vervangen van de 12V-accu.
OPMERKING
Ervoor zorgen dat het systeem goed
werkt
Verander of verwijder het systeem niet.
Na veranderen of verwijderen kan de
juiste werking van het systeem niet
worden gegarandeerd.
Inbraaksensor (indien aanwezig) en
hellingsensor (indien aanwezig)
Signalering inbraaksensor en
hellingsensor
• De inbraaksensor signaleert indringers of een beweging in de auto.
• De hellingsensor signaleert een verandering van de hoek van de auto
ten opzichte van het wegdek, die
bijvoorbeeld ontstaat als de auto
weggesleept wordt.
Dit systeem is ontworpen om diefstal te
voorkomen, maar een optimale
beveiliging tegen elke vorm van inbraak
kan niet worden gegarandeerd.
De inbraaksensor en hellingsensor
instellen
Als het alarm wordt ingeschakeld, worden
de inbraaksensor en de hellingsensor
automatisch ingesteld. (→Blz. 62) De inbraaksensor en de hellingsensor
uitschakelen
Als u huisdieren of bewegende
voorwerpen in de auto achterlaat, moet u
ervoor zorgen dat u de inbraaksensor en
de hellingsensor uitschakelt voordat u
het alarm instelt, omdat deze sensoren
reageren op bewegingen binnen in de
auto.
1. Zet het contact UIT.
2. Druk op de uitschakeltoets van de inbraaksensor en hellingsensor.
Druk opnieuw op de toets om de
inbraaksensor en de hellingsensor
weer in te schakelen.
Telkens wanneer de inbraaksensor en
de hellingsensor worden
uitgeschakeld/ingeschakeld, wordt er
een melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay in het
instrumentenpaneel.
Uitschakelen en automatisch weer
inschakelen van de inbraaksensor en
hellingsensor
• Het alarm wordt ingeschakeld zelfs wanneer de inbraaksensor en de
hellingsensor zijn uitgeschakeld.
• Nadat de inbraaksensor en de hellingsensor uitgeschakeld zijn,
worden deze opnieuw ingeschakeld
door op de startknop te drukken of de
portieren te ontgrendelen met de
instapfunctie (indien aanwezig) of de
afstandsbediening.
• De inbraaksensor en de hellingsensor zullen automatisch weer worden
1 .4 Antidiefstalsysteem
63
1
Veiligheid en beveiliging
Page 66 of 610

ingeschakeld wanneer het
alarmsysteem weer wordt
ingeschakeld.
• De inbraaksensor wordt automatisch uitgeschakeld wanneer de op afstand
bedienbare airconditioning wordt
uitgeschakeld.
Informatie over de inbraaksensor
De sensor activeert in de volgende
gevallen mogelijk het alarm:
• Er bevinden zich nog personen of huisdieren in de auto.
• Er is een portierruit geopend. In dit geval registreert de sensor
mogelijk het volgende:– Wind of beweging van voorwerpen, zoals bladeren en insecten, in de
auto
– Ultrasoongolven van apparaten, zoals de inbraaksensoren van
andere auto's
– Het bewegen van mensen buiten de auto
• Er bevinden zich onstabiele voorwerpen, zoals loshangende accessoires of kleding aan
kledinghaakjes, in de auto.
• De auto is geparkeerd op een plek waar extreme trillingen of geluiden
optreden, zoals in een parkeergarage.
• Er wordt ijs of sneeuw van de auto verwijderd, waardoor de auto
herhaaldelijk wordt blootgesteld aan
schokken of trillingen.
• De auto staat in een wasstraat of een hogedruk-wasinstallatie.
• De auto is blootgesteld aan schokken die het gevolg zijn van hagel, onweer
of andere van buitenaf komende
herhaalde schokken of trillingen.
1 .4 Antidiefstalsysteem
64
Page 67 of 610

Informatie over de hellingsensor
De sensor activeert in de volgende
gevallen mogelijk het alarm:
• De auto wordt vervoerd per boot,aanhangwagen, trein, enz.
• De auto staat geparkeerd in een parkeergarage.
• De auto bevindt zich in een wasstraat waarin de auto verplaatst wordt.
• Een van de banden verliest zijn spanning.
• De auto wordt opgekrikt.
• Er doet zich een aardbeving of wegverzakking voor.
• Er wordt bagage op het imperiaal geladen of er vanaf gehaald.
OPMERKING
Ervoor zorgen dat de inbraaksensor
goed werkt
• Spuit geen luchtverfrisser of andereproducten rechtstreeks in de
openingen van de sensoren.
• Raak de sensoren niet aan en bedek ze ook niet, omdat hierdoor de werking
van de sensoren in negatieve zin
beïnvloed kan worden.
• Als u andere accessoires installeertdan originele Toyota-onderdelen of
wanneer u voorwerpen achterlaat
tussen de bestuurdersstoel en de
stoel van de voorpassagier, werkt de
inbraaksensor mogelijk minder goed.
• De werking van de inbraaksensor wordt mogelijk gestopt wanneer de
elektronische sleutel zich in de buurt
van de auto bevindt.
1 .4 Antidiefstalsysteem
65
1
Veiligheid en beveiliging
Page 68 of 610

1 .4 Antidiefstalsysteem
66
Page 69 of 610

2.1 EV-systeem................68
2.1.1 Kenmerken EV-systeem .......68
2.1.2 Voorzorgsmaatregelen EV-systeem .71
2.1.3 Tips voor rijden met een batterij-elektrische auto ......76
2.1.4 Actieradius .............77
2.2 Laden ...................78
2.2.1 Laaduitrusting ...........78
2.2.2 AC-laadkabel ............81
2.2.3 Vergrendelen en ontgrendelen van de AC-laadstekker .......92
2.2.4 Voedingsbronnen die kunnen worden gebruikt ..........94
2.2.5 Laadmethoden ...........96
2.2.6 Laadtips ..............98
2.2.7 Wat u moet weten voor het laden . .99
2.2.8 Procedure voor AC-laden .....102
2.2.9 Procedure voor DC-laden .....110
2.2.10 Gebruik van de laadschemafunctie ........115
2.2.11 Gebruik van de “Mijn ruimte-modus” ..........124
2.2.12 Solarlaadsysteem
*........127
2.2.13 Wanneer de normale procedure voor laden niet kan worden
uitgevoerd............131
EV-systeem2
67
Page 70 of 610

2.1 EV-systeem
2.1.1 Kenmerken EV-systeem
Batterij-elektrische auto's zijn wezenlijk anders dan conventionele auto's.
Ze maken gebruik van elektriciteit die wordt opgewekt in een tractiebatterij om de
elektromotor aan te drijven. Omdat batterij-elektrische auto's rijden op elektriciteit,
stoten ze geen stoffen als CO
2(kooldioxide) en NOx(stikstofoxiden) uit. Batterij-
elektrische auto's zijn milieuvriendelijke auto's.
Systeemonderdelen
AESU: Electricity Supply Unit
(stroomvoorzieningseenheid,
ingebouwd in de tractiebatterijlader
met DC/DC-converter)
BElektromotor (tractiemotor)/inverter
(voor/achter*)
CTractiebatterij
Levert elektriciteit aan de
elektromotor.
DLaadaansluiting
E12V-accu Levert elektriciteit aan diverse
voertuigsystemen, zoals de airbags,
koplampen en ruitenwissers.
*Alleen AWD-uitvoeringen
De afbeelding dient slechts ter illustratie en wijkt mogelijk af van de werkelijkheid.
2.1 EV-systeem
68