TOYOTA RAV4 PLUG-IN HYBRID 2022 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2022, Model line: RAV4 PLUG-IN HYBRID, Model: TOYOTA RAV4 PLUG-IN HYBRID 2022Pages: 610, PDF Size: 139.2 MB
Page 71 of 610

2.1 Plug-in hybridesysteem.........70
2.1.1 Kenmerken plug-in
hybridesysteem...........70
2.1.2 Voorzorgsmaatregelen plug-in
hybridesysteem...........80
2.1.3 Tips voor rijden met een plug-in
hybrideauto.............85
2.1.4 Actieradius elektrisch rijden.....87
2.2 Laden...................90
2.2.1 Laaduitrusting...........90
2.2.2 AC-laadkabel
*............92
2.2.3 Vergrendelen en ontgrendelen van de
klep van de laadaansluiting en de
laadstekker............104
2.2.4 Voedingsbronnen die kunnen worden
gebruikt
*.............107
2.2.5 Laadmethoden..........110
2.2.6 Laadtips..............113
2.2.7 Wat u moet weten voor het
laden...............114
2.2.8 Procedure voor het laden.....117
2.2.9 Gebruik van de
laadschemafunctie........125
2.2.10 Gebruik van de “Mijn
ruimte-modus”..........134
2.2.11 Wanneer de normale procedure voor
laden niet kan worden
uitgevoerd............137
Plug-in hybridesysteem2
69
Page 72 of 610

2.1 Plug-in hybridesysteem
2.1.1 Kenmerken plug-in hybridesysteem
Het plug-in hybridesysteem combineert het economische rendement van elektrische
auto's op optimale wijze met de praktische bruikbaarheid van plug-in hybrideauto's.
• Er kan elektrisch worden gereden op elektriciteit die geladen is via een externe
voedingsbron.
*
• Als de resterende lading in het batterijpakket (tractiebatterij) te laag wordt, wordt de
benzinemotor automatisch ingeschakeld, zodat de auto kan worden gereden als een
plug-in hybrideauto.
*De actieradius voor elektrisch rijden is afhankelijk van de omstandigheden, zoals de
rijsnelheid, de resterende hoeveelheid lading in het batterijpakket (tractiebatterij) en het
gebruik van de airconditioning. De benzinemotor kan, afhankelijk van de
rijomstandigheden, ook gelijktijdig worden gebruikt.
Systeemonderdelen
ABenzinemotor
BElektromotor voor (tractiemotor)
CElektromotor achter (tractiemotor)
De afbeelding dient slechts ter illustratie en wijkt mogelijk af van de werkelijkheid.
2.1 Plug-in hybridesysteem
70
Page 73 of 610

Werkingsmodus plug-in
hybridesysteem
Het plug-in hybridesysteem werkt in de
volgende modi.
Het multi-informatiedisplay kan worden
gebruikt om te controleren in welke
modus het plug-in hybridesysteem staat
tijdens het rijden. (→Blz. 146)
EV-modus
Als er na het laden voldoende elektrische
energie aanwezig is
*1, kan er elektrisch
gereden worden door de elektrische
energie te gebruiken die in het
batterijpakket (tractiebatterij) is
opgeslagen.
*2
Als er in de EV-modus gereden wordt,
brandt het controlelampje EV MODE.
*1De resterende hoeveelheid lading kan
worden bekeken op de SOC-meter (State
Of Charge, ladingstoestand). (→Blz. 151)
*2Afhankelijk van de situatie kan het
elektrische rijden worden uitgeschakeld
en worden zowel de benzinemotor als de
elektromotor gebruikt. (→Blz. 76)AUTO EV-/HV-modus
Normaal gesproken wordt de in het
batterijpakket (tractiebatterij)
opgeslagen elektrische energie gebruikt
voor elektrisch rijden. Als er echt meer
vermogen nodig is, zoals bij het oprijden
van een helling of bij plotseling
accelereren, wordt de benzinemotor
gestart waardoor krachtige acceleratie
mogelijk is door het gaspedaal stevig in te
trappen.
Als de auto zich in een conditie bevindt
waarin elektrisch rijden mogelijk is,
kunnen de EV-modus en de AUTO
EV-/HV-modus worden ingeschakeld
door de schakelaar te bedienen.
(→Blz. 72)
Als er in de AUTO EV-/HV-modus
gereden wordt, brandt het
controlelampje AUTO EV/HV.
HV-modus
In de HV-modus wordt de auto
aangedreven door zowel de
benzinemotor als de elektromotor.
(→Blz. 75)
2.1 Plug-in hybridesysteem
71
2
Plug-in hybridesysteem
Page 74 of 610

• Als er onvoldoende elektrische
energie aanwezig is om elektrisch te
rijden in de EV-modus of de AUTO
EV-/HV-modus, schakelt het systeem
automatisch over naar de HV-modus.
• Er kan te allen tijde worden
overgeschakeld op de HV-modus door
de schakelaar te bedienen om
elektrische energie te bewaren voor
elektrisch rijden, enz.
*(→Blz. 72).
Geadviseerd wordt om tijdens het
rijden op de snelweg of op een
opwaartse helling over te schakelen
op de HV-modus, om de energie in het
batterijpakket te sparen.
Als er in de HV-modus gereden wordt,
brandt het controlelampje HV MODE.
*De actieradius in de EV-modus kan
worden beperkt, ook nadat er is
overgeschakeld naar de HV-modus.
Laadmodus batterijpakket
(tractiebatterij) (→blz. 73)
Met elektrische energie, gegenereerd
door de benzinemotor, kan het
batterijpakket (tractiebatterij) worden
geladen door de laadmodus voor het
batterijpakket (tractiebatterij) in te
schakelen als er niet voldoende
elektrische energie aanwezig is om
elektrisch te rijden.
*
• Het systeem schakelt mogelijk niet
over naar de laadmodus voor het
batterijpakket (tractiebatterij)
vanwege de status van het plug-in
hybridesysteem. (→Blz. 74)• De laadtijd is afhankelijk van de
rijomstandigheden tijdens het rijden
in de laadmodus voor het
batterijpakket (tractiebatterij).
In de laadmodus voor het batterijpakket
(tractiebatterij) brandt het
controlelampje voor de laadmodus voor
het batterijpakket.
*In de laadmodus voor het batterijpakket
(tractiebatterij) kan het batterijpakket
worden geladen tijdens het rijden. De
benzinemotor moet dan echter draaien
om het batterijpakket op te laden,
waardoor het brandstofverbruik hoger
zal zijn dan tijdens het rijden in de
HV-modus.
Schakelen tussen de werkingsmodi van
het plug-in hybridesysteem
Er kan met schakelaars worden
geschakeld tussen de werkingsmodi van
het plug-in hybridesysteem.
Schakelen tussen de werkingsmodi van
het plug-in hybridesysteem
Druk op de schakelaar AUTO
EV-/HV-modus of de selectieschakelaar
EV-/HV-modus om de modi te wijzigen
zoals aangegeven in de volgende tabel.
Als er in de EV-modus gereden wordt,
brandt het controlelampje EV MODE. Als
er in de AUTO EV-/HV-modus gereden
wordt, brandt het controlelampje AUTO
EV/HV. Als er in de HV-modus gereden
wordt, brandt het controlelampje HV
MODE.
Schakelaar AUTO EV-/HV-modus
2.1 Plug-in hybridesysteem
72
Page 75 of 610

Huidige modusModus na indruk-
ken schakelaar
EV-modusAUTO EV-/HV-
modus
AUTO EV-/HV-
modusEV-modus
HV-modusAUTO
EV-/HV-modus
*
*Als het batterijpakket (tractiebatterij)
niet meer voldoende geladen is om
elektrisch te rijden, kan de AUTO
EV-/HV-modus niet worden
geselecteerd.
Selectieschakelaar EV-/HV-modus
Huidige modusModus na indruk-
ken schakelaar
EV-modus HV-modus
AUTO EV-/HV-
modusHV-modus
HV-modus EV-modus
*
*Als het batterijpakket (tractiebatterij)
niet meer voldoende geladen is om
elektrisch te rijden, kan de EV-modus niet
worden geselecteerd.
Schakelen naar de laadmodus voor het
batterijpakket (tractiebatterij)
Houd de selectieschakelaar
EV-/HV-modus ingedrukt.
Laat de schakelaar los zodra het
controlelampje voor de laadmodus voor
het batterijpakket begint te knipperen.Het controlelampje voor de laadmodus
voor het batterijpakket gaat branden als
het overschakelen naar de laadmodus
voor het batterijpakket (tractiebatterij) is
voltooid.
Als het batterijpakket (tractiebatterij)
volledig geladen is
*, wordt de laadmodus
voor het batterijpakket (tractiebatterij)
automatisch uitgeschakeld en wordt er
overgeschakeld op de HV-modus.
De laadmodus voor het batterijpakket
(tractiebatterij) wordt uitgeschakeld door
op de schakelaar AUTO EV-/HV-modus of
de selectieschakelaar EV-/HV-modus te
drukken.
*De maximale lading van het
batterijpakket (tractiebatterij) in de
laadmodus is ongeveer 80% van de
volledige laadcapaciteit bij het laden door
een externe voedingsbron.
Als de werkingsmodus van het plug-in
hybridesysteem niet kan worden
gewijzigd
In de volgende situaties kan de
werkingsmodus van het plug-in
hybridesysteem niet worden gewijzigd,
zelfs niet als op de schakelaar AUTO
EV-/HV-modus of de selectieschakelaar
EV-/HV-modus wordt gedrukt. (In dat
geval wordt er een
waarschuwingsmelding weergegeven op
het multi-informatiedisplay als op de
schakelaar gedrukt wordt.)
2.1 Plug-in hybridesysteem
73
2
Plug-in hybridesysteem
Page 76 of 610

• Als er niet voldoende elektrische
energie voor elektrisch rijden
aanwezig is (in de EV-modus of AUTO
EV-/HV-modus)
• Als de tractiebatterij bijna volledig
geladen is (laadmodus batterijpakket
[tractiebatterij])
Als er met de schakelaar vanuit de
EV-modus naar een andere modus
wordt geschakeld
• Als is overgeschakeld van de
EV-modus naar de HV-modus of de
laadmodus voor het batterijpakket
(tractiebatterij) en het contact UIT
wordt gezet, gaat het systeem weer
naar de EV-modus zodra de auto de
volgende keer wordt gestart.
*
• Als is overgeschakeld van de
EV-modus naar de AUTO
EV-/HV-modus en het contact UIT
wordt gezet, gaat het systeem niet
terug naar de EV-modus zodra de auto
de volgende keer wordt gestart.
*
*
Als het batterijpakket (tractiebatterij)
niet meer voldoende geladen is om
elektrisch te rijden, schakelt het systeem
over naar de HV-modus.
Laadmodus batterijpakket
(tractiebatterij)
• Het volgende kan gebeuren om onder
andere het systeem te beschermen.
– Er kan niet worden geschakeld naar
de laadmodus voor het
batterijpakket (tractiebatterij) of
deze modus kan niet worden
uitgeschakeld
– De benzinemotor start niet, of stopt
zelfs na het schakelen naar de
laadmodus voor het batterijpakket
(tractiebatterij)
• Als de belasting van het systeem hoog
is, zoals wanneer het energieverbruik
van de airconditioning hoog is of als
de temperatuur van de koelvloeistof
hoog is, kan het laden langer duren
dan gebruikelijk in de laadmodus voor
het batterijpakket (tractiebatterij) ofwordt het laden van het batterijpakket
(tractiebatterij) mogelijk niet
uitgevoerd.
WAARSCHUWING!
Als de laadmodus voor het
batterijpakket (tractiebatterij)
gebruikt wordt
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht bij het
gebruik van de laadmodus voor het
batterijpakket (tractiebatterij) tijdens
het parkeren.
Als u dat niet doet, kan dit leiden tot de
dood of zeer schadelijk zijn voor de
gezondheid, aangezien de
benzinemotor werkt in de
oplaadmodus voor het batterijpakket
(tractiebatterij).
• Breng de auto niet tot stilstand in de
buurt van licht ontvlambare
materialen.
• Gebruik de laadmodus voor het
batterijpakket (tractiebatterij) niet in
een afgesloten ruimte waar niet
voldoende ventilatie is, zoals in een
garage of in een omgeving die
omringd is door sneeuwwallen.
Regeling in elke modus
Tijdens het rijden in de EV-modus
In de EV-modus is elektrisch rijden
(aandrijving door alleen de
elektromotor)
*mogelijk. Afhankelijk van
de situatie kan het elektrisch rijden
echter worden uitgeschakeld en wordt
zowel de benzinemotor als de
elektromotor gebruikt (→blz. 76). Ook
wordt, als er nog maar weinig elektriciteit
in het batterijpakket (tractiebatterij)
aanwezig is, automatisch naar de
HV-modus geschakeld. Houd u aan het
volgende om lang in de EV-modus te
kunnen rijden.
• Vermijd plotseling sterk accelereren
en plotseling sterk decelereren en rijd
rustig. Als er herhaaldelijk sterk wordt
geaccelereerd, raakt het
2.1 Plug-in hybridesysteem
74
Page 77 of 610

batterijpakket (tractiebatterij) sneller
ontladen. Ook kan door snel
accelereren of rijden met hoge
snelheid het elektrisch rijden worden
uitgeschakeld.
• Beperk uw snelheid zo veel mogelijk.
De afstand die gereden kan worden in
de EV-modus neemt bij hoge
snelheden aanzienlijk af.
*De actieradius voor elektrisch rijden
kan worden bekeken op het
multi-informatiedisplay. (→Blz. 158)
Tijdens het rijden in de AUTO
EV-/HV-modus
Tijdens normaal rijden wordt alleen de
elektromotor gebruikt voor elektrisch
rijden
*, maar als het gaspedaal stevig
wordt ingetrapt, wordt de benzinemotor
gestart. (→Blz. 76)
Tevens wordt bij een te lage capaciteit
van het batterijpakket (tractiebatterij)
net als bij de EV-modus automatisch
overgeschakeld naar de HV-modus.
De AUTO EV-/HV-modus is geschikt voor
rijomstandigheden waarbij meer
vermogen nodig is, zoals bij het oprijden
van een helling of bij plotseling
accelereren. Het wordt echter aanbevolen
normaal gesproken in de EV-modus te
rijden, omdat de benzinemotor
gemakkelijker zal starten.
*De actieradius voor elektrisch rijden kan
worden bekeken op het multi-
informatiedisplay. (→Blz. 158)
Tijdens het rijden in de HV-modus
De auto kan op dezelfde manier worden
gereden als een standaard plug-in
hybrideauto.
In de HV-modus wordt het
hybridesysteem in principe als volgt
geregeld, afhankelijk van de
rijomstandigheden.
• Wanneer de auto stilstaat, wordt de
benzinemotor uitgeschakeld
*.• Bij het wegrijden wordt de auto
aangedreven door de elektromotor
(tractiemotor).
• Als er normaal wordt gereden, worden
de benzinemotor en de elektromotor
(tractiemotor) effectief geregeld en is
het brandstofverbruik minimaal. Ook
fungeert de elektromotor
(tractiemotor), indien nodig, als een
elektrische generator om het
batterijpakket (tractiebatterij) op te
laden.
• Als het gaspedaal stevig wordt
ingetrapt, wordt de aandrijfkracht van
zowel de benzinemotor als de
elektromotor (tractiemotor) gebruikt
om te accelereren.
*Wanneer het batterijpakket
(tractiebatterij) moet worden opgeladen
of wanneer de motor aan het opwarmen
is, enz., wordt de benzinemotor niet
automatisch uitgeschakeld. (→Blz. 77)
Tijdens het remmen (regeneratief
remmen)
De elektromotor (tractiemotor) laadt het
batterijpakket (tractiebatterij) op.
Door actief gebruik te maken van het
regeneratieve remmen kan de actieradius
voor elektrisch rijden worden vergroot
doordat elektriciteit wordt opgeslagen in
het batterijpakket (tractiebatterij).
In de HV-modus kan het regeneratieve
remsysteem ook actief worden ingezet
om het brandstofverbruik te
verminderen.
Regeneratief remmen
In de volgende situaties wordt kinetische
energie omgezet in elektrische energie
en wordt er een afremmingskracht
gegenereerd terwijl tegelijkertijd het
batterijpakket (tractiebatterij) wordt
opgeladen.
• Het gaspedaal wordt losgelaten terwijl
de selectiehendel in stand D of S
staat.
2.1 Plug-in hybridesysteem
75
2
Plug-in hybridesysteem
Page 78 of 610

• Het rempedaal wordt ingetrapt terwijl
de selectiehendel in stand D of S
staat.
Actieradius elektrisch rijden
• De actieradius voor elektrisch rijden
wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay. (→Blz. 158)
• De actieradius voor elektrisch rijden
wijzigt afhankelijk van de
ladingstoestand van het
batterijpakket (tractiebatterij), de
rijsnelheid, enz.
• Afhankelijk van de situatie kan het
elektrisch rijden worden
uitgeschakeld en wordt zowel de
benzinemotor als de elektromotor
gebruikt, zelfs als het batterijpakket
(tractiebatterij) voldoende geladen is.
(→Blz. 76)
EV-controlelampje
Het EV-controlelampje gaat branden
wanneer de auto alleen door de
elektromotor (tractiemotor) wordt
aangedreven of de benzinemotor niet
draait.
Het in- of uitschakelen van het
EV-controlelampje kan worden
gewijzigd. (→Blz. 163)
Nadat van de EV-modus is
overgeschakeld naar de HV-modus
vanwege een te geringe lading van het
batterijpakket (tractiebatterij)
Als het batterijpakket (tractiebatterij)
wordt geregenereerd wanneer de auto
langdurig een lange helling afrijdt, wordtonder andere de actieradius voor
elektrisch rijden weergegeven op het
multi-informatiedisplay en wordt de
EV-modus automatisch ingeschakeld.
Als de EV-modus niet wordt
ingeschakeld terwijl de actieradius voor
elektrisch rijden wel wordt
weergegeven, kan de EV-modus worden
ingeschakeld door de selectieschakelaar
EV-/HV-modus in te drukken.
Werking van de benzinemotor in de
EV-modus of AUTO EV-/HV-modus
Zelfs als de resterende lading in het
batterijpakket (tractiebatterij)
voldoende is en de actieradius voor
elektrisch rijden (→blz. 158) wordt
weergegeven op onder andere het
multi-informatiedisplay, kan het
elektrisch rijden (aandrijving door alleen
de elektromotor) worden uitgeschakeld
en kan, afhankelijk van de situatie, zowel
de benzinemotor als de elektromotor
worden gebruikt (er wordt weer
automatisch overgeschakeld naar
elektrisch rijden als elektrisch rijden
weer mogelijk geworden is).
In de volgende situaties kan het
elektrisch rijden automatisch worden
uitgeschakeld
*1:
• Als de rijsnelheid hoger is dan
ongeveer 135 km/h.
• Als er tijdelijk meer vermogen nodig
is, bijvoorbeeld als het gaspedaal sterk
wordt ingetrapt of er plotseling wordt
geaccelereerd.
*2
• Als de temperatuur van het
hybridesysteem te hoog is. De auto
heeft lang in de zon gestaan of na het
oprijden van een helling, het rijden
met hoge snelheid, enz.
• Als de temperatuur van het
hybridesysteem te laag is.
• Als de verwarming wordt
ingeschakeld bij een
buitentemperatuur lager dan
ongeveer -10°C.
2.1 Plug-in hybridesysteem
76
Page 79 of 610

• Als de schakelaar van de
voorruitontwaseming is ingedrukt.
(→Blz. 373)
• Als het systeem vaststelt dat de
benzinemotor gestart moet worden.
*1De benzinemotor treedt mogelijk ook
in werking in andere dan de
bovenstaande gevallen, afhankelijk van
de omstandigheden.
*2Tijdens het rijden in de AUTO
EV-/HV-modus. Zelfs in de EV-modus
wordt de benzinemotor mogelijk
gestart, afhankelijk van de conditie van
het batterijpakket (tractiebatterij).
Als “Engine Started to Protect System
EV driving unavailable” (motor gestart
om systeem te beschermen, elektrisch
rijden niet beschikbaar) op het
multi-informatiedisplay wordt
weergegeven
Elektrisch rijden wordt mogelijk
uitgeschakeld om het hybridesysteem,
enz. te beschermen.
Blijf in dat geval rijden met
ingeschakelde benzinemotor totdat
automatisch wordt teruggekeerd naar
elektrisch rijden.
Omstandigheden waarin de
benzinemotor mogelijk niet wordt
uitgeschakeld
De benzinemotor wordt automatisch
gestart en uitgeschakeld. Hij wordt
echter onder de volgende
omstandigheden mogelijk niet
automatisch uitgeschakeld
*:
• Tijdens de opwarmfase van de
benzinemotor
• Tijdens het opladen van het
batterijpakket (tractiebatterij)
• Als de temperatuur van het
batterijpakket (tractiebatterij) hoog
of laag is
• Als de schakelaar van de
voorruitontwaseming is ingedrukt.
(→Blz. 373)
*Afhankelijk van de omstandigheden
wordt de benzinemotor mogelijk ook
niet automatisch uitgeschakeld in
andere dan de hiervoor genoemde
situaties.
Geluiden en trillingen die kenmerkend
zijn voor een plug-in hybrideauto
Mogelijk zijn er geen motorgeluiden
hoorbaar of trillingen voelbaar terwijl de
auto wel kan rijden en het
controlelampje READY brandt. Activeer
na het parkeren uit
veiligheidsoverwegingen de parkeerrem
en zet de selectiehendel in stand P.
De volgende geluiden of trillingen
kunnen hoorbaar of voelbaar zijn als het
hybridesysteem in werking is en deze
duiden niet op een defect:
• Er kunnen motorgeluiden hoorbaar
zijn uit het motorcompartiment.
• Als het hybridesysteem wordt in- of
uitgeschakeld, kunnen er geluiden
hoorbaar zijn die afkomstig zijn van
het batterijpakket (tractiebatterij).
• Bij het inschakelen of uitschakelen
van het hybridesysteem zijn er
mogelijk werkingsgeluiden van het
relais te horen, zoals een klik of een
vaag gerammel, dat afkomstig is van
het batterijpakket (tractiebatterij)
achter de achterstoelen.
• Als de achterklep open is, kunnen er
geluiden van het hybridesysteem
hoorbaar zijn.
• Als de benzinemotor start of stopt, bij
rijden met lage snelheden of als de
motor met stationair toerental draait,
kunnen er geluiden hoorbaar zijn van
de transmissie.
• Bij sterk accelereren kunnen er
motorgeluiden hoorbaar zijn.
• Als het rempedaal wordt ingetrapt of
het gaspedaal wordt losgelaten,
kunnen er geluiden hoorbaar zijn die
worden veroorzaakt door het
regeneratief remmen.
2.1 Plug-in hybridesysteem
77
2
Plug-in hybridesysteem
Page 80 of 610

• Als de benzinemotor start of stopt,
kunnen trillingen voelbaar zijn.
• U kunt via de ventilatieopening onder
de achterstoel geluid horen dat
afkomstig is van de koelventilator.
(→Blz. 84)
• Er kunnen geluiden hoorbaar zijn in de
buurt van het batterijpakket
(tractiebatterij), overeenkomstig de
werking van de airconditioning of de
“Battery Cooler” (batterijkoeler).
(→Blz. 111)
Onderhoud, reparatie, recycling en
afvoer
Neem voor onderhoud, reparatie,
recycling en afvoer contact op met een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. Voer de auto niet zelf af.
Laadindicator (→blz. 90)
Om in de EV-modus of de AUTO
EV-/HV-modus te kunnen rijden, moet
het batterijpakket (tractiebatterij) vóór
gebruik door een externe voedingsbron
worden opgeladen.
Zelfs als het laden van het batterijpakket
(tractiebatterij) niet voltooid is, kan er
met de auto gereden worden. Als het
batterijpakket (tractiebatterij) echter niet
meer voldoende geladen is, kan er
mogelijk niet in de EV-modus of de AUTO
EV-/HV-modus worden gereden of wordt
de actieradius voor elektrisch rijden
kleiner.Brandstof tanken
Plug-in hybrideauto's kunnen rijden op
elektriciteit die geladen is via een externe
voedingsbron. Omdat de benzinemotor,
afhankelijk van de situatie (→blz. 76), ook
wordt gebruikt in de EV-modus of de
AUTO EV-/HV-modus en de
benzinemotor ook dient als voedingsbron
in de HV-modus, moet er echter
brandstof in de tank van de auto
aanwezig zijn.
Controleer het brandstofniveau
regelmatig en tank onmiddellijk bij als het
brandstofniveau te laag wordt.
(→Blz. 269)
Als de auto gedurende een langere tijd
niet wordt gebruikt
• Kan de 12V-accu ontladen raken.
Laad de 12V-accu in dat geval op.
(→Blz. 502) Om te voorkomen dat het
batterijpakket (tractiebatterij)
helemaal ontladen raakt, moet het
batterijpakket (tractiebatterij) worden
geladen via een externe voedingsbron
of moet het hybridesysteem ten
minste één keer per2 - 3 maanden
worden gestart, en moet het contact
UIT worden gezet nadat de
benzinemotor automatisch is gestopt.
(Als de benzinemotor niet start
binnen 10 seconden nadat het
controlelampje READY is gaan
2.1 Plug-in hybridesysteem
78