TOYOTA RAV4 PLUG-IN HYBRID 2022 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2022, Model line: RAV4 PLUG-IN HYBRID, Model: TOYOTA RAV4 PLUG-IN HYBRID 2022Pages: 610, PDF Size: 139.2 MB
Page 91 of 610

Vervoer geen onnodige voorwerpen in de
auto
Als u rijdt met voorwerpen van 100 kg in
de auto, nemen het elektriciteits- en
brandstofverbruik met ongeveer 3% toe.
De luchtweerstand heeft ook een grote
invloed op het elektriciteits- en
brandstofverbruik. Verwijder eventueel
aanwezig accessoires aan de buitenzijde,
zoals een imperiaal, als ze niet worden
gebruikt.
De rijweerstand van winterbanden is
hoog en het gebruik van winterbanden
zal dan ook leiden tot een hoger
elektriciteits- en brandstofverbruik.
Vervang ze door standaardbanden zodra
ze niet meer nodig zijn.
Zorg ervoor dat u op de hoogte bent van
de elektrische en brandstofefficiëntie
van uw auto
Als u op de hoogte bent van de dagelijkse
elektrische en brandstofefficiëntie van
uw auto, begrijpt u de voordelen van
Eco-rijden.
Gebruik “Power Consumption/Fuel
Economy” (stroomverbruik/
brandstofverbruik), “ECO Accelerator
Guidance” (begeleiding milieubewust
bedienen gaspedaal)/“Eco Score” en
andere gegevens die op het
multi-informatiedisplay worden
weergegeven.Manieren waarop wordt aangegeven
dat het laden is voltooid
Het volgende geeft aan dat de
laadprocedure op de juiste manier is
uitgevoerd.
• De laadindicator van de
laadaansluiting gaat uit
• “Charging Complete” (opladen
voltooid) wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay als een
portier wordt geopend terwijl het
contact UIT staat (→blz. 114)
Ongeacht het type voedingsbron of het
gebruik van de laadschemafunctie is de
laadprocedure voltooid als aan
bovenstaande voorwaarden is voldaan.
Laadgerelateerde meldingen:→blz. 140
2.1 Plug-in hybridesysteem
89
2
Plug-in hybridesysteem
Page 92 of 610

2.2 Laden
2.2.1 Laaduitrusting
Deze auto kan worden aangesloten op een externe voedingsbron.
Laaduitrusting en benamingen
AAC-laadcontact
BVerlichting AC-laadcontact
CLaadindicator (→blz. 91)
DKap AC-laadcontact
EWaarschuwingslabel/identificatielabel
FKlep laadaansluiting (→blz. 91)
GAC-laadkabel*(→blz. 92)
HLaadaansluiting
*Als de AC-laadkabel is meegeleverd.
2.2 Laden
90
Page 93 of 610

Openen en sluiten van de klep van de
laadaansluiting
Openen van de klep van de
laadaansluiting
Ontgrendel de klep van de
laadaansluiting door de portieren te
ontgrendelen.
Open de klep van de laadaansluiting een
stukje door op de achterste rand ervan te
drukken (op de in de afbeelding
aangegeven positie).
Druk en haal uw hand weg om de klep van
de laadaansluiting iets te openen. Open
de klep vervolgens volledig met de hand.Sluiten van de klep van de
laadaansluiting
Sluit de klep van de laadaansluiting en
druk op het midden van de achterste rand
van de klep van de laadaansluiting (op de
in de afbeelding aangegeven positie).
Als de portieren worden vergrendeld,
wordt de klep van de laadaansluiting ook
vergrendeld. (→Blz. 104)
Laadindicator
Het branden/knipperpatroon verandert op de volgende manieren om de gebruiker te
informeren over de laadstatus.
2.2 Laden
91
2
Plug-in hybridesysteem
Page 94 of 610

Branden/knipperpatroon Conditie auto
Brandt■Bezig met laden
■Laden is mogelijk
■De “Battery Heater” (batterijverwarming) (→blz. 111) is
in werking
■De “Battery Cooler” (batterijkoeler) (→blz. 111) is in
werking
Knippert (normaal)
*Als het laadschema is geregistreerd (→blz. 125) en de AC-
laadkabel is aangesloten op de auto
Knippert snel
*Als laden niet mogelijk is door een storing in de voedingsbron
of auto, enz. (→blz. 138)
Brandt niet■De laadstekker is niet aangesloten op het AC-laadcontact.
■Als het laadschema (→blz. 125) stand-by staat
■Als het laden is voltooid
*Knippert gedurende een bepaalde tijd en gaat vervolgens uit.
Laadindicator van de laadaansluiting
Als er een systeemstoring optreedt
tijdens het laden of als de op afstand
bedienbare airconditioning wordt
gebruikt, knippert de laadindicator snel
gedurende een bepaalde tijd en gaat hij
vervolgens uit.
Als dit gebeurt terwijl een portier wordt
geopend en het contact UIT staat, wordt
een melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay. Volg de
instructies die worden weergegeven op
het display als er een melding wordt
weergegeven.
2.2.2 AC-laadkabel*
*Als de AC-laadkabel is meegeleverd.
De functie, de bedieningsprocedure, enz.
van de AC-laadkabel worden uitgelegd.
WAARSCHUWING!
Bij gebruik van de AC-laadkabel en
het CCID (Charging Circuit
Interrupting Device,
onderbrekingsapparaat laadsysteem)
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht.
Als u dat niet doet, kunt u een ongeval
veroorzaken, waardoor dodelijk of
ernstig letsel kan ontstaan.
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
• Probeer de AC-laadkabel, de
laadstekker, de stekker en het CCID
(Charging Circuit Interrupting
Device, onderbrekingsapparaat
laadsysteem) niet te demonteren of
repareren.
Stop onmiddellijk met laden als er
een probleem optreedt met de
AC-laadkabel of het CCID (Charging
Circuit Interrupting Device,
onderbrekingsapparaat
laadsysteem) en neem contact op
met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
• Stel de AC-laadkabel, de laadstekker,
de stekker en het CCID (Charging
Circuit Interrupting Device,
onderbrekingsapparaat
laadsysteem) niet bloot aan sterke
schokken.
• Oefen geen overmatige kracht uit op
de AC-laadkabel. Rol de AC-laadkabel
niet te strak op, tordeer de
AC-laadkabel niet en trek er ook niet
aan.
• Beschadig de AC-laadkabel niet met
scherpe voorwerpen.
• Vouw de laadstekker of de stekker
niet op en steek er geen vreemde
voorwerpen in.
2.2 Laden
92
Page 95 of 610

WAARSCHUWING!(Vervolgd)
• Dompel de laadstekker en de stekker
niet onder in water.
• Houd de AC-laadkabel uit de buurt
van voorwerpen met een hoge
temperatuur zoals een kachel.
• Belast de AC-laadkabel en het
aansluitsnoer niet (bijvoorbeeld door
de AC-laadkabel om het CCID
(Charging Circuit Interrupting
Device, onderbrekingsapparaat
laadsysteem) en de laadstekker te
wikkelen).
• Gebruik de AC-laadkabel niet en laat
hem niet achter in situaties waarin
de contactdoos en de stekker belast
worden (bijvoorbeeld wanneer het
CCID (Charging Circuit Interrupting
Device, onderbrekingsapparaat
laadsysteem) in de lucht hangt
zonder contact te maken met de
grond).
• AC-laadkabel modus 3: Gebruik hem
niet buiten de nominale spanning
(lager dan 277 V) of de nominale
stroom (lager dan 20 A).OPMERKING
Voorzorgsmaatregelen bij het omgaan
met de AC-laadkabel
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht. Het niet
in acht nemen van deze
voorzorgsmaatregelen kan schade aan
de AC-laadkabel en het AC-laadcontact
tot gevolg hebben.
• Steek de laadstekker recht in het
AC-laadcontact.
• Oefen na het aansluiten van de
laadstekker geen overmatige kracht
uit op de stekker en verdraai hem ook
niet. Leun niet op de stekker en hang
er ook geen voorwerpen aan.
• Trap niet op en struikel niet over de
AC-laadkabel.
• Controleer voor het verwijderen van
de laadstekker of hij ontgrendeld is.
(→Blz. 104)
• Berg de AC-laadkabel na het
verwijderen direct op zijn
oorspronkelijke positie op.
• Plaats na het verwijderen van de
laadstekker de kap van het
AC-laadcontact.
Bij gebruik van de AC-laadkabel en
bijbehorende onderdelen
→Blz. 117
Voorzorgsmaatregelen met betrekking
tot lage temperaturen
Bij lage temperaturen kunnen de
AC-laadkabel en het aansluitsnoer stug
worden.
Oefen er geen overmatige kracht op uit
als ze stug zijn. Als er overmatige kracht
wordt uitgeoefend op de stugge
AC-laadkabel en het stugge
aansluitsnoer, kunnen ze beschadigd
raken.
2.2 Laden
93
2
Plug-in hybridesysteem
Page 96 of 610

De namen van alle onderdelen van de AC-laadkabel
AC-laadkabel modus 2
ALaadstekker
BIdentificatielabel
CStekker
DAansluitsnoer
ECCID (Charging Circuit Interrupting
Device)
FControlelampje Power (→blz. 97)
GLaadindicator (→blz. 97)
HWaarschuwingslampje storing
(→blz. 97)
AC-laadkabel modus 3 (indien aanwezig)
ALaadstekker (zijde voertuig)
BIdentificatielabel (op de laadstekker)
CLaadstekker (zijde lader)
DIdentificatielabel (op de laadstekker)
2.2 Laden
94
Page 97 of 610

Typen AC-laadkabels
De volgende laadmodi zijn ingedeeld op basis van de aanwezigheid van een
laadsysteemregelapparaat, dat storingen signaleert zoals lekstromen, en de locatie
(aangesloten op een lader of op de AC-laadkabel). Het type AC-laadkabel dat kan worden
gebruikt, is afhankelijk van de laadmodus.
Laadmodus Beschrijving
Modus 1Een laadmethode waarbij geen gebruik wordt gemaakt van een laadsys-
teemregeling om lekstromen te signaleren tussen een externe voedings-
bron en de auto. Niet van toepassing bij deze auto.
Modus 2Een laadmethode waarbij de auto op een externe voedingsbron wordt aan-
gesloten met een AC-laadkabel met een CCID (Charging Circuit Interrupting
Device, onderbrekingsapparaat laadsysteem).
Wordt gebruikt voor het laden via de meeste standaard contactdozen.
Modus 3Een laadmethode waarbij geladen wordt via een lader (zoals een openbaar
laadstation) uitgerust met een laadsysteemregeling voor het signaleren
van lekspanningen. De regeling voor het signaleren van lekspanningen
wordt uitgevoerd door de lader. Daarom is er in de AC-laadkabel geen CCID
(Charging Circuit Interrupting Device, onderbrekingsapparaat laadsysteem)
aanwezig.
Niet alle laders zijn uitgerust met AC-laadkabels. Gebruik de AC-laadkabel
voor modus 3 die bij de auto hoort als er geen AC-laadkabel beschikbaar is.
(indien aanwezig)
Identificatielabel
Op de auto, de AC-laadkabel en de lader zijn identificatielabels bevestigd om de gebruiker
te informeren welk apparaat hij moet gebruiken.
De betekenis van elk identificatielabel is als volgt:
Identifica-
tielabelType
voedingStan-
daardConfigura-
tieType accessoireSpannings-
bereik
ACEN
62196-2TYPE 2■Klep laadaansluiting
■Laadstekker
≤480VRMS
ACEN
62196-2TYPE 2■Laadstekker
■Lader
≤480VRMS
DCEN
62196-3FF■Klep laadaansluiting
■Laadstekker
50 V - 500 V
DCEN
62196-3AA■Klep laadaansluiting
■Laadstekker
50 V - 500 V
2.2 Laden
95
2
Plug-in hybridesysteem
Page 98 of 610

Aarden (AC-laadkabel Mode 2)
Dit product moet worden geaard. Bij een
storing of defect zorgt aarden voor een
pad met de minste weerstand voor
elektrische stroom om het risico van een
elektrische schok te verkleinen. Dit
product is voorzien van een geaarde
geleider en een geaarde stekker. De
geaarde stekker moet in een geschikte
contactdoos worden gestoken die op de
juiste manier geïnstalleerd en geaard is
volgens de lokaal geldende voorschriften.
WAARSCHUWING!
Voorzorgsmaatregelen voor aarden
• Onjuist aansluiten van de geaarde
geleider vergroot het risico van een
elektrische schok. Vraag een erkende
elektricien of servicemonteur om
advies als u twijfelt of het product op
de juiste wijze geaard is.
• Modificeer de bij het product
geleverde geaarde stekker niet. Laat
een geschikte contactdoos
installeren door een erkende
elektricien als de stekker niet past.
Veiligheidsfuncties (AC-laadkabel Mode
2)
Het CCID (Charging Circuit Interrupting
Device, onderbrekingsapparaat
laadsysteem) beschikt over de volgende
veiligheidskenmerken.
Lekstroomdetectiefunctie
Als er tijdens het laden een lekstroom
wordt gedetecteerd, wordt de
voedingsbron automatisch onderbroken,
zodat de lekstroom geen brand of
elektrische schokken kan veroorzaken.
Als de voeding wordt onderbroken gaat
het waarschuwingslampje storing
knipperen.
Als de voeding wordt onderbroken:
→blz. 97Automatische controlefunctie
Dit is een automatische systeemcontrole
die wordt uitgevoerd voordat er met
laden begonnen wordt om te controleren
op storingen in de
lekstroomdetectiefuntie.
Als er bij de controle een storing
gevonden wordt in de
lekstroomdetectiefunctie, gaat het
waarschuwingslampje storing knipperen
om de gebruiker te waarschuwen.
(→Blz. 97)
Temperatuurdetectiefunctie
De stekker is uitgerust met een
temperatuurdetectiefunctie. Als er
tijdens het laden sprake is van
warmteontwikkeling omdat bijvoorbeeld
de stekker aan de contactdooszijde loszit,
gaat deze functie de warmteontwikkeling
tegen door de laadstroom te regelen.
Voorwaarden voor het leveren van
stroom aan de auto
Het CCID (Charging Circuit Interrupting
Device, onderbrekingsapparaat
laadsysteem) is ontworpen om te
voorkomen dat er stroom wordt geleverd
aan de laadstekker wanneer die niet is
aangesloten op de auto, zelfs niet
wanneer de stekker in de contactdoos zit.
2.2 Laden
96
Page 99 of 610

Controlelampjes CCID (Charging Circuit
Interrupting Device,
onderbrekingsapparaat laadsysteem)
(AC-laadkabel modus 2)
Werking controlelampjes
Er zijn 3 controlelampjes die de volgende
condities aangeven.AControlelampje Power
Gaat branden als er elektriciteit naar
het CCID (Charging Circuit
Interrupting Device,
onderbrekingsapparaat laadsysteem)
gaat.
BLaadindicator
Brandt als het laden bezig is.
CWaarschuwingslampje storing
Knippert als er sprake is van
lekstroom of als er een storing
aanwezig is in het CCID (Charging
Circuit Interrupting Device,
onderbrekingsapparaat
laadsysteem).
Als er een storing optreedt tijdens het laden
De status (uit, aan, knipperend) van de controlelampjes op het CCID (Charging Circuit
Interrupting Device, onderbrekingsapparaat laadsysteem) geeft de gebruiker informatie
over de aanwezigheid van interne storingen.
Verwijder, als het waarschuwingslampje storing brandt of knippert, de stekker uit de
contactdoos en sluit hem vervolgens weer aan om te controleren of het
waarschuwingslampje storing uitgaat.
Als het waarschuwingslampje storing uitgaat, kan het laden beginnen.
Als het niet uitgaat, voer dan de correctieprocedure uit volgens onderstaand schema.
StatusControlelampje
PowerWaarschuwings-
lampje storingOorzaak/correctieprocedure
Laadsysteemsto-
ringBrandt nietBrandt niet of
brandtEr is een lekstroom gesigna-
leerd en het laden is gestopt, of
er is een storing aanwezig in de
AC-laadkabel.
Neem contact op met een er-
kende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwali-
ficeerde en uitgeruste des-
kundige. Brandt Knippert
2.2 Laden
97
2
Plug-in hybridesysteem
Page 100 of 610

StatusControlelampje
PowerWaarschuwings-
lampje storingOorzaak/correctieprocedure
Storing tempera-
tuurdetectiefunc-
tie stekkerKnippert KnippertEr is een storing aanwezig in
het temperatuurdetectiege-
deelte van de stekker.
Neem contact op met een er-
kende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwali-
ficeerde en uitgeruste des-
kundige.
Detectie tempera-
tuurstijging stek-
kerKnippert Brandt nietEr wordt gesignaleerd dat de
temperatuur van de stekker
oploopt vanwege een onjuist
contact tussen contactdoos en
stekker.
Controleer of de stekker goed
is aangesloten op de contact-
doos
Signaal einde le-
vensduur AC-
laadkabelBrandt KnippertHet aantal keren dat de AC-
laadkabel gebruikt is, nadert
het maximaal toegestane aan-
tal keer.
Neem contact op met een er-
kende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwali-
ficeerde en uitgeruste des-
kundige.
Levensduur AC-
laadkabelBrandt BrandtHet aantal keren dat de AC-
laadkabel gebruikt is, heeft het
maximaal toegestane aantal
keer overschreden.
Neem contact op met een er-
kende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwali-
ficeerde en uitgeruste
deskundige.
Vervangen van het aansluitsnoer
(AC-laadkabel Mode 2) (indien
aanwezig)
Het aansluitsnoer kan worden vervangen
aan de hand van de volgende procedure:
1. Leg de AC-laadkabel (→blz. 94) en het
vervangende aansluitsnoer klaar.
2.2 Laden
98