BMW MOTORRAD K 1200 R 2004 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: BMW MOTORRAD, Model Year: 2004, Model line: K 1200 R, Model: BMW MOTORRAD K 1200 R 2004Pages: 168, PDF Size: 2.01 MB
Page 51 of 168

349Bediening
basisinstelling is bedoeld voor
een motorfiets met alleen een
persoon van 85 kg.c
Een niet optimaal inge-
stelde veervoorspanning
en demping verslechtert het
rijgedrag van uw motorfiets.
Demping van de veervoor-
spanning aanpassen. cESA
SU
Met behulp van de elektroni-
sche demperinstelling ESA
(Electronic Suspension Adju-
stment) kunt u uw motorfiets
op comfortabele wijze aanpas-
sen aan de verschillende
rijomstandigheden.
Instelling oproepen• Contact aanzetten.
• Toets 1 kort bedienen.
» De actuele instelling wordt
weergegeven. 2
Ingestelde demping
3 Ingestelde veervoor-
spanning
Als toets 1 langer dan twee
seconden niet wordt bediend,
verdwijnt de weergave weer.
Schokdemper instellenEr zijn drie instellingen moge-
lijk, die in het veld 2 als volgt
worden weergegeven:
Page 52 of 168

Bediening350
Comfort
zachte demping
Normaal
gemiddelde demping
Sport
harde demping
• Contact aanzetten.
•Toets 1 kort bedienen.
» Actuele instelling wordt
weergegeven.
•Toets 1 steeds eenmaal kort
bedienen.
» Uitgaande van de actuele stand, worden achtereenvol-
gens weergegeven: –Comfort
–Normaal
–Sport
Wordt toets 1 langer dan één
seconde niet meer bediend,
dan worden de dempers op de
weergegeven stand ingesteld.
Tijdens het instellen knippert
de weergave.
Veervoorspanning
instellenDe veervoorspanning kan niet
tijdens het rijden worden
versteld. Er zijn drie instellingen moge-
lijk, die in het veld
3 als volgt
worden weergegeven: Solo
Solo met bagage
Met passagier
(en bagage)
Page 53 of 168

351Bediening
• Motor starten.
• Toets1 kort bedienen.
» Actuele instelling wordt weergegeven.
• Toets 1 telkens langer dan
1 seconde bedienen.
» Uitgaande van de actuele stand, worden achtereenvol-
gens weergegeven:
– Solo
– Solo met bagage
– Met passagier (en bagage) Als toets
1 langer dan één
seconde niet meer wordt
bediend, wordt de veervoor-
spanning op de weergegeven
stand ingesteld. Tijdens het
instellen knippert de
weergave.
WielenBandenspanning
controleren
Een verkeerde banden-
spanning verslechtert de
rijeigenschappen van de mo-
torfiets en kan tot ongevallen
leiden.
Voor een correcte banden-
spanning zorgen. c
Een verkeerde banden-
spanning vermindert de
levensduur van de banden.
Voor een correcte banden-
spanning zorgen. cDe voorgeschreven banden-
spanning vindt u in de techni-
sche gegevens (
b
130).
Een ventiel heeft de nei-
ging om bij hoge snelhe-
den door de centrifugaalkracht
vanzelf open te gaan.
Om een plotseling banden-
spanningsverlies te voorko-
men, op het achterwiel een
metalen ventieldopje met rub-
ber afdichting gebruiken en dit
goed aandraaien. c
Page 54 of 168

Bediening352
Page 55 of 168

453Rijden
Veiligheidsaanwijzingen .............. 54
Veiligheidscontrole ...................... 56
De eerste rit .................................. 56
Vóór het starten ............................ 57
Starten ........................................... 61
Rijden ............................................ 63
Inrijden .......................................... 63
Schakelen ..................................... 64
Motorfiets op de zijstandaard
plaatsen ......................................... 67
Motorfiets van de zijstandaard
afhalen ........................................... 69
Op midden-standaard
SU
zetten ............................................. 71
Van de middenstandaardSU
duwen ........................................... 73 Benzine ......................................... 73
Remsysteem ................................. 74
Rijden
Page 56 of 168

Rijden454
Veiligheids-
aanwijzingenSnelheidBij het rijden met hoge snelhe-
den kunnen verschillende
omstandigheden het rijgedrag
van de motorfiets negatief
beïnvloeden:
– instelling van het veer- en dempersysteem
– ongelijkmatig verdeelde bagage
– losse kleding
– te lage bandenspanning
– slecht bandenprofiel:
–etc.
Correct beladen
Overbelading kan de
rijstabiliteit van de motor-
fiets negatief beïnvloeden.
Maximaal toelaatbaar
totaalgewicht (
b
140) niet
overschrijden. c
Alcohol en drugs
Reeds kleine hoeveelhe-
den alcohol of drugs kun-
nen uw waarnemings-, beoor-
delings- en beslissings-
vermogen evenals uw reflexen
aanzienlijk beïnvloeden. Het
gebruik van medicijnen kan
deze invloeden nog verder
versterken.
Ga niet rijden als u alcohol,
drugs en/of medicijnen hebt
gebruikt. c
Kans op vergiftigingUitlaatgassen bevatten het
kleur- en geurloze maar giftige
koolmonoxide.
Het inademen van uitlaat-
gassen is schadelijk voor
de gezondheid en kan tot
bewusteloosheid of zelfs de
dood leiden.
Uitlaatgassen niet inademen.
De motor niet in een afgeslo-
ten ruimte laten draaien. cHoogspanning
Het aanraken van onder
spanning staande delen
van het ontstekingssysteem bij
draaiende motor kan tot elek-
trische schokken leiden.
Bij draaiende motor geen on-
derdelen van het ontstekings-
systeem aanraken.c
Page 57 of 168

455Rijden
KatalysatorAls door overslaan van de
motor onverbrande benzine in
de katalysator terechtkomt, is
er kans op oververhitting en
beschadiging.
Neem daarom de volgende
punten in acht:
– Benzinetank niet leegrijden.
– Laat de motor nooit draaien met losgetrokken bougie-
stekker.
– Zet het contact direct af als de motor overslaat.
– Alleen loodvrije benzine tanken.
– Houd de voorgeschreven
onderhoudsbeurten beslist
aan. Onverbrande benzine be-
schadigt de katalysator
onherstelbaar.
De maatregelen ter bescher-
ming van de katalysator in acht
nemen. c
BrandgevaarDe uitlaat kan zeer heet
worden.
Komen licht ontvlambare
materialen (bijv. hooi, bla-
deren, gras, kleding, bagage
enz.) in aanraking met de hete
uitlaat, dan kunnen deze vlam
vatten.
Erop letten dat geen licht
ontvlambare materialen met
de hete uitlaat in contact
komen. c Als de motor langere tijd
stationair draait zonder
dat wordt gereden, dan is de
koeling ontoereikend en kan
de motor oververhit raken. In
extreme gevallen kan de mo-
torfiets in brand vliegen.
Laat de motor niet onnodig
stationair draaien. Na het
starten direct wegrijden. c
Manipulatie van de
motorregeleenheid
Manipulatie van de rege-
leenheid motorfietselek-
tronica kan tot schade aan de
motorfiets en daardoor tot
ongevallen leiden.
Geen manipulaties aan de re-
geleenheid motorfietselektro-
nica uitvoeren. c
Page 58 of 168

Rijden456
Manipulatie aan de rege-
leenheid motorfietselek-
tronica kan tot mechanische
belastingen leiden, waarop de
onderdelen van de motorfiets
niet berekend zijn. Bij schades
die hierdoor veroorzaakt zijn,
vervalt de garantie.
Geen manipulaties aan de
regeleenheid motorfiets-
elektronica uitvoeren. c
VeiligheidscontroleVóór iedere ritGebruikt u de navolgende
controlelijst, om voor elke rit
belangrijke functies, instellin-
gen en slijtagegrenzen te
controleren.Controlelijst–Remwerking (
b
93)
– Remvloeistofpeil (b
95) – Werking van de koppeling
(
b
96)
– Koppelingsvloeistofpeil (
b
96)
– Werking van de controle en
waarschuwingslampen
(
b
20)
– Demperinstelling (
b
48) en
veervoorspanning (b
47)
–Velgen (
b
97), profieldiepte
(
b
98) en bandenspanning
(
b 51, 130)
– Belading, totaalgewicht (b
140)
– Bagagesysteem
Met regelmatige tussenpozen:
– Motoroliepeil (bij iedere tankstop) (
b
89)
– Remblokken (elke 2e/3e tankstop) (
b
93)
De eerste ritVeilig omgaan met uw
motorfietsElke motorfiets heeft zijn
kenmerkende eigenschappen,
die men gaandeweg moet
"ervaren":
– Acceleratievermogen
– Wegligging
– Bochtengedrag
– Remcapaciteit
Ook moet de motor tijdens de
eerste 1.000 km worden
ingereden (
b
63).
Informatie over het BMW Inte-
gral ABS
SU vindt u vanaf
(
b
75) .
Page 59 of 168

457Rijden
Bij BMW Integral ABS
wordt door de rem-
krachtondersteuning een aan-
zienlijk hogere remvertraging
bereikt dan met conventionele
remsystemen. Vooral in boch-
ten kan ongewenst sterk rem-
men tot gevaarlijke situaties
leiden.
Oefent u het remmen met
BMW Integral ABS onder
veilige omstandigheden. c
Vóór het startenContact inschakelen De opmerkingen bij het EWS
in acht nemen (
b
24).
De noodstopschakelaar 1 in
de rijstand A plaatsen.
Contact aanzetten.
» Pre-Ride-Check wordt uitgevoerd.
» Bij BMW Integral ABS
SU:
ABS-zelfdiagnose wordt
uitgevoerd.
Pre-Ride-CheckNa het aanzetten van het
contact wordt een Pre-Ride-
Check uitgevoerd. Daarbij
worden alle waarschuwings-
lampen en waarschuwings-
symbolen op hun werking
gecontroleerd. Op het multi-
functioneel display worden
achtereenvolgens afgebeeld:
Page 60 of 168

Rijden458
Fase 1De waarschuwingslamp
algemeen brandt rood.
Symbool motoroliedruk
wordt weergegeven.
Symbool acculaad-
stroom wordt weer-
gegeven. Fase 2
De waarschuwingslamp
algemeen brandt geel.
Symbool motorelektro-
nica wordt weergegeven.
Symbool EWS wordt
weergegeven. Fase 3
Waarschuwingslamp
verlichtingsstoring wordt
weergegeven.
Indien één van de waar-
schuwingslampen of
symbolen niet kan worden
getoond, kan ook een storing
in het betreffende systeem niet
worden weergegeven.
Let op of alle lampen en sym-
bolen worden weergegeven. c