BMW MOTORRAD K 1200 R 2004 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: BMW MOTORRAD, Model Year: 2004, Model line: K 1200 R, Model: BMW MOTORRAD K 1200 R 2004Pages: 168, PDF Size: 2.01 MB
Page 91 of 168

689Onderhoud
BoordgereedschapHet boordgereedschap
bevindt zich aan de onderzijde
van de buddyseat.
Een aanvullende gereed-
schapset is verkrijgbaar bij uw
BMW motorfietsdealer.
Inhoud basisset:1 Schroevendraaier,
omkeerbaar
2 Torxsleutel T25
3 Schroevendraaier, klein Inhoud aanvullende set
OA:
1 Schroevendraaierkling
2 Dopsleutel SW 17
3 Bougiesleutel
4 Steeksleutel SW 17
5 TORX
®-sleutel T40, T45,
T50
MotorolieMotoroliepeil controlerenOliepeil regelmatig, na be-
paalde afstanden, controleren.
Het oliepeil is afhankelijk
van de olietemperatuur.
Hoe hoger de olietemperatuur,
des te hoger is het oliepeil in
het oliereservoir.
Na een langere rit direct het
motoroliepeil controleren. c
Na een langere standtijd
van de motorfiets kan
zich olie in het carter verzame-
len dat vóór het aflezen in het
oliereservoir moet worden ge-
pompt. Daartoe moet de mo-
torolie op bedrijfstemperatuur
zijn. De controle van het
oliepeil bij koude motor of na
Page 92 of 168

Onderhoud690
een korte rit leidt tot een
incorrecte interpretatie van de
olievoorraad.
Om een correcte meting van
het oliepeil te garanderen, het
oliepeil alleen na een langere
rit controleren.c
De motorfiets loodrecht houden resp. op de midden-
standaard zetten, hierbij op
een vlakke, horizontale en
stevige ondergrond letten.
De motor één minuut
stationair laten draaien.
Contact uitzetten.
Oliepeil aflezen. 1
Aanduiding motoroliepeil
Het oliepeil bij de aanduiding motoroliepeil 1 aflezen.
2 Maximum motoroliepeil
3 Minimum motoroliepeil Het oliepeil moet zich tussen
de
MIN - en de MAX-marke-
ring bevinden. Het verschil
bedraagt circa 0,5 liter.
Bij een oliepeil onder de MIN-
markering:
Motorolie bijvullen.
Bij een oliepeil boven de MAX-
markering:
Motorolie aftappen.
Te weinig, maar ook te
veel motorolie kan tot
motorschade leiden.
Op een correct oliepeil
letten. c
Oliegebrek kan de motor
doen vastlopen en daar-
door tot een ongeval leiden.
Op een correct oliepeil
letten. c
Page 93 of 168

691Onderhoud
Motorolie bijvullen• Buddyseat verwijderen (b
44)
.
• De omgeving van de vulope-ning reinigen.
• De dop van de vulopening 1
losdraaien. • Motorolie tot de middelste
markering A bijvullen.
• Oliepeil controleren.
• Het bijvullen en controleren zo vaak herhalen, tot het
oliepeil tussen de MIN- en
MAX -markering staat.
• De dop van de vulopening vastdraaien.
Motorolie aftappen • Buddyseat verwijderen
(b
44)
.
• Vergrendeling van de trans-parante slang 2 links en
rechts samendrukken en
naar boven uit het oliereser-
voir trekken.
• Transparante slang naar beneden uit het frame treken
en olie in een geschikte
opvangbak aftappen.
• Transparante slang in het oliereservoir aanbrengen en
vergrendelen.
• Oliepeil controleren.
• Het bijvullen en controleren zo vaak herhalen, tot het
oliepeil tussen de MIN- en
MAX -markering staat.
• Het teveel aan motorolie op milieubewuste wijze opslaan
of afvoeren.
Page 94 of 168

Onderhoud692
Koelvloeistof Koelvloeistofpeil
controlerenKoelvloeistofpeil met regelma-
tige tussenpozen controleren. 1 Aanduiding koelvloeistof-
peil
Koelvloeistofpeil bij de aan- duiding koelvloeistofpeil 1
aflezen.
2 Maximum koelvloeistofpeil
3 Minimum koelvloeistofpeil
Het koelvloeistofpeil moet zich
tussen de MIN- en de MAX -
markering bevinden.
Bij een koelvloeistofpeil onder
de MIN -markering:
Koelvloeistof bijvullen.
Koelvloeistof bijvullen
Het koelsysteem nooit bij
een hete motor openen,
omdat dan het gevaar voor
verbranding door ontsnap-
pende koelvloeistof bestaat.c
De dop van de vulopening 1
losdraaien.
Koelvloeistof bijvullen.
Koelvloeistofpeil controleren.
Het bijvullen en controleren zo
vaak herhalen, tot het koelvlo-
eistofpeil tussen de MIN- en
MAX -markering staat.
Page 95 of 168

693Onderhoud
De dop op de vulopening vastdraaien.RemmenEen correcte werking van het
remsysteem is een basisvoor-
waarde voor de verkeersveilig-
heid van uw motorfiets.
Ondeskundige reparaties
brengen de bedrijfsze-
kerheid van het remsysteem in
gevaar.
Alle werkzaamheden aan het
remsysteem door een
specialist laten uitvoeren, bij
voorkeur door een
BMW motorfietsdealer. cWerking controlerenGa niet rijden als u twijfelt aan
de bedrijfszekerheid van het
remsysteem. In dit geval: Het remsysteem door een
specialist laten controleren,
bij voorkeur door een
BMW motorfietsdealer.
Motorfietsen zonder ABS
Remhendel bedienen.
» Er moet een duidelijk drukpunt voelbaar zijn.
Rempedaal bedienen.
» Er moet een duidelijk drukpunt voelbaar zijn.
Motorfietsen met ABS
SU
Contact aanzetten.
ABS-zelfdiagnose afwachten.
Remhendel bedienen.
» Er moet een duidelijk drukpunt voelbaar zijn.
» De hydraulische pomp moet hoorbaar draaien.
Rempedaal bedienen.
» Er moet een duidelijk drukpunt voelbaar zijn. » De hydraulische pomp moet
hoorbaar draaien.
Remblokken
Remvoeringdikten onder
de minimumwaarde lei-
den tot een verminderde rem-
werking en onder bepaalde
omstandigheden tot schade
aan de remmen.
Om de bedrijfszekerheid van
het remsysteem te garande-
ren, erop letten dat de rem-
voeringdikte niet onder de
minimumwaarde komt. c
Remvoeringdikte, voor,
controleren De motorfiets op de midden-
standaard
SU of de zijstan-
daard plaatsen en erop
letten dat de ondergrond
stevig is.
Page 96 of 168

Onderhoud694
• Remvoeringdikte links en rechts visueel controleren. Op de remblokken moet slijta-
gemarkering
1 duidelijk zicht-
baar zijn. Als de slijtage-
markering niet meer duidelijk
zichtbaar is:
• Remblokken door een specialist laten vervangen,
bij voorkeur door een
BMW motorfietsdealer.
Remvoeringdikte, achter,
controleren• De motorfiets op de midden-standaard
SU of de zijstan-
daard plaatsen en erop
letten dat de ondergrond
stevig is. • Remblokdikte visueel
controleren.
Page 97 of 168

695Onderhoud
De remschijf mag via boring 1
van het binnenste remblok niet
zichtbaar zijn. Als de remschijf
zichtbaar is:
• Remblokken laten vervan-
gen, bij voorkeur door een
BMW motorfietsdealer.Remvloeistofpeil
controleren
Bij een te laag remvloei-
stofpeil kan lucht het
remsysteem binnendringen.
Dat leidt tot een sterk vermin-
derde remwerking.
Sterk remmen indien mogelijk
vermijden. c 1
Remvloeistofreservoir,
voor
2MIN -markering
1Remvloeistofreservoir,
achter
2MIN -markering • De motorfiets rechtop
houden of op de midden-
standaard plaatsen en erop
letten dat de ondergrond
horizontaal en stevig is.
• Het stuur in de rechtuitstand plaatsen.
• Het remvloeistofpeil op het reservoir controleren.
Motorfietsen zonder ABS Bij slijtage van de rem-
blokken daalt het remvlo-
eistofpeil in het remvloeistofre-
servoir. c
Het remvloeistofpeil mag niet
onder de MIN-markering
komen. Indien het remvloei-
stofpeil onder de MIN-marke-
ring komt:
Page 98 of 168

Onderhoud696
Bij een te laag remvloei-
stofpeil kan lucht het
remsysteem binnendringen.
Dat leidt tot een sterk vermin-
derde remwerking.
Anticiperend en voorzichtig
remmen, indien mogelijk sterk
afremmen vermijden. c
Tijdens normaal gebruik mag
het remvloeistofpeil niet tot
onder MIN dalen.
• Remblokken controleren.
• Remsysteem op lekkage controleren.
• Defect zo snel mogelijk door een specialist laten repare-
ren, bij voorkeur door een
BMW motorfietsdealer. Motorfietsen met ABS
SU
Bij slijtage van de
remblokken blijft het
remvloeistofpeil constant. c
Het dalen van het remvloei-
stofpeil, ook boven de MIN-
markering, duidt op een defect
aan het remsysteem. Indien
het remvloeistofpeil daalt:
• Defect zo snel mogelijk door een specialist laten repare-
ren, bij voorkeur door een
BMW motorfietsdealer.
KoppelingWerking controleren• Koppelingshendel bedienen.
» Er moet een duidelijk druk-punt voelbaar zijn.
Ga niet rijden als u twijfelt aan
de bedrijfszekerheid van de
koppeling. In dit geval: • De koppeling door een
specialist laten controleren,
bij voorkeur door een
BMW motorfietsdealer.
Koppelingsvloeistofpeil
controleren
Als de stand van het kop-
pelingsvloeistofreservoir
wordt gewijzigd, dan kan er
lucht in het systeem komen.
Noch de stuurhendel, noch
het stuur verstellen. c
• De motorfiets loodrecht hou- den resp. op de middenstan-
daardSU zetten, hierbij op
een vlakke, horizontale, en
stevige ondergrond letten.
• Het stuur in de rechtuitstand
plaatsen.
• Het koppelingsvloeistofpeil
op het reservoir controleren.
Page 99 of 168

697Onderhoud
1Koppelingsvloeistofreser-
voir
2MIN -markering
Het koppelingsvloeistofpeil
mag niet onder de MIN-
markering komen. Indien het
vloeistofpeil onder de MIN-
markering daalt, moet het kop-
pelingssysteem zo snel moge-
lijk worden gecontroleerd.
• Defect zo snel mogelijk door
een specialist laten repare-
ren, bij voorkeur door een
BMW motorfietsdealer. Bij slijtage van de koppe-
ling stijgt het vloeistofpeil
in het reservoir. c
Ongeschikte vloeistoffen
kunnen tot schade aan
het koppelingssysteem leiden.
Er mogen geen vloeistoffen
worden bijgevuld. c
Het koppelingssysteem
is met een speciale hy-
draulische vloeistof gevuld, die
niet meer hoeft te worden
ververst.c
WielenVoor elke bandenmaat zijn
bepaalde bandenmerken door
BMW Motorrad getest, als ver-
keersveilig beoordeeld en
goedgekeurd. Bij niet vrijgege-
ven wielen en banden kan
BMW Motorrad de geschikt-
heid van het product niet beoordelen en daarom niet
instaan voor de rijveiligheid.
Alleen wielen en banden
gebruiken die door
BMW Motorrad voor de
betreffende motorfiets zijn
vrijgegeven.
Uitvoerige informatie is ver-
krijgbaar bij uw
BMW motorfietsdealer of op
het internet onder
www.bmw-motorrad.com.
Velgen controleren• De motorfiets op de midden-
standaard
SU of de zijstan-
daard plaatsen en erop
letten dat de ondergrond
stevig is.
• Velgen visueel op defecte plaatsen controleren.
Page 100 of 168

Onderhoud698
• Beschadigde velgen door een specialist, bij voorkeur
een BMW motorfietsdealer,
laten controleren en zo
nodig laten vervangen.Bandenprofieldiepte
controlerenEr geldt de in het betreffende
land wettelijk voorgeschreven
minimale profieldiepte.
Het rijgedrag van uw mo-
torfiets kan reeds vóór
het bereiken van de wettelijk
voorgeschreven minimale pro-
fieldiepte negatief veranderen.
De banden al vóór het berei-
ken van de minimale profiel-
diepte laten vervangen. c
Op elke band zijn slijtage-
markeringen te vinden,
die in het hoofdprofiel zijn geïntegreerd. Indien het profiel
tot de slijtagemarkeringen is
gesleten, is de band volledig
versleten. De posities van de
slijtagemarkeringen zijn op de
zijkant van de band aangege-
ven, bijv. door de letters TI,
TWI of door een pijl.
c
• De bandenprofieldiepte alleen in het hoofdprofiel met
de slijtagemarkeringen
meten.
Voorwiel uitbouwen
Een overzicht van de toe-
gepaste bevestigingsme-
thoden staat op (
b
128). c
Bij de volgende werk-
zaamheden kunnen on-
derdelen van de voorwielrem,
vooral het BMW Integral ABS,
worden beschadigd. Erop letten dat geen onderde-
len van het remsysteem
worden beschadigd, in het bij-
zonder de ABS-sensor met
draad en de ABS-sensor-
ring.
c
• De motorfiets op de midden- standaard
SU of een
geschikte hulpstandaard
plaatsen.
Wij adviseren hiervoor de
BMW achterwielstan-
daard. c