JEEP RENEGADE 2018 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: JEEP, Model Year: 2018, Model line: RENEGADE, Model: JEEP RENEGADE 2018Pages: 380, PDF Size: 6.15 MB
Page 221 of 380

verwijder de bevestiging van de krik
van het reservewiel;
verwijder de wig om het wiel te
blokkeren;
verwijder de krik en de sleutel om de
bout van het reservewiel te los te draaien.
Draai aan de bouten van de krik om de
sleutel los te maken en te scheiden van
het mechanisme van de krik;
verwijder het wiel uit de
bagageruimte.Gereedschapstas (waar aanwezig)
Bij versies met een reservewiel bevindt
zich, in de bagageruimte (aan de
rechterkant) een gereedschapstas die
met speciale bevestigingen is vastgezet
aan de vloerbedekking van de
bagageruimte.
In de gereedschaptas bevinden zich
fig. 169:A: de krik;B: de schroevendraaier;C: de adapter om te tanken in een
noodgeval;
D: de stift om het wiel te centreren
(waar aanwezig, te gebruiken voor het
monteren van het reservewiel);
E: een speciale
diefstalbeveiligingsmoer (waar aanwezig,
te gebruiken om de wielbouten te
monteren/demonteren);
F: een wig om het wiel te blokkeren;G: het sleepoog;H: de sleutel om de wielbouten te
monteren/aan te halen en de krik te
bedienen;
I: de inbussleutel om in een
noodgeval het schuifdak (waar aanwezig)
te bedienen.169J0A0226C
219
Page 222 of 380

Belangrijke informatie over de krik
Het is nuttig om het volgende te weten:
de volledig krik weegt 2,8 kg;de krik behoeft geen afstelling;de krik kan niet gerepareerd worden;
als hij stuk gaat moet hij vervangen
worden door een origineel exemplaar;
geen enkel gereedschap, behalve de
slinger, mag bevestigd worden aan de
krik.
Ga als volgt te werk:
indien u genoodzaakt bent om het
voertuig stil te zetten langs een weg op
een helling, als deze erg steil is, of als de
ondergrond onstabiel is, de blokkeerwig
A pakken en openen zoals aangegeven op
de afbeelding fig. 170;
waarschuw alle aanwezigen dat het
voertuig opgekrikt zal worden: zij dienen
de onmiddellijke omgeving te verlaten
en, wat nog belangrijker is, u moet hen
waarschuwen het voertuig niet aan te
raken tot het weer op de grond staat.
Niemand mag in het voertuig
achterblijven;
als het voertuig voorzien is van
lichtmetalen velgen, waarvan het
wieldeksel de bouten afdekt, de sleutel
uiterst voorzichtig hanteren om het
wieldeksel te verwijderen voordat het
voertuig wordt opgekrikt;
draai, voordat het voertuig wordt
opgekrikt, de bouten van het wiel met de
lekke band los zonder ze te verwijderen,
met behulp van de sleutel A fig. 171.
Terwijl de band nog op de grond rust, is
het voldoende om de wielbouten één slag
linksom te draaien;
plaats de krik onder de auto, in de
buurt van het te vervangen wiel;
zet de sleutel D fig. 172 op het
zeskant A van de krik B en draai hem
rechtsom tot de beugel van de krik stevig
onder de zone die opgekrikt moet worden
zit, bij de langsligger onder het portier,
zorg ervoor dat hij uitgelijnd is met de
beugel zelf bij het merkteken aangegeven
met het symbool
op de bekleding
onder het portier;
170J0A0157C
171J0A0249C
220
NOODGEVALLEN
Page 223 of 380

krik het voertuig op tot de band enkele
centimeters van de grond is;
verwijder de bouten en het wiel (bij
versies met wieldop, deze verwijderen na
het losdraaien van de 4 bouten waarmee
hij bevestigd is en vervolgens de laatste
bout losdraaien en het wiel verwijderen);
verwijder de sleutel van de krik en
plaats de stift om de wielnaaf te
centreren (in geval van lichtmetalen velg)
om het monteren van het reservewiel te
vergemakkelijken;
zorg ervoor dat het reservewiel, waar
het de contactoppervlakken van de naaf
raakt, schoon is en vrij van
onzuiverheden die later zouden kunnen
leiden tot het losraken van de bouten;
monteer het reservewiel;vervang de bouten en draai ze vast,
zonder ze aan te halen;
verwijder, indien gebruikt, de
uitlijnstift;
laat het voertuig volledig zakken en
verwijder de krik.
neem de sleutel voor het verwijderen
van het reservewiel, de krik en het wiel
(zie fig. 169 );
als het voertuig voorzien is van
lichtmetalen velgen, waarbij de naafdop
de bouten afdekt, de sleutel uiterst
voorzichtig hanteren om de naafdop te
verwijderen alvorens het voertuig op te
krikken;
draai de bouten, om de beurt
kruislings vast, volgens de numerieke
volgorde aangegeven in fig. 173. In geval
van twijfel met betrekking tot het
aanhaalkoppel van de bouten, contact
opnemen met het Jeep Servicenetwerk;
Leg de krik, de gereedschappen, de
wig en de lekke band in debagageruimte, zorg ervoor dat ze goed
vastgezet worden.
BELANGRIJK
Mocht het absoluut noodzakelijk zijn
om te werk te gaan op de weg of er
vlakbij, let dan heel goed op
voorbijrijdende voertuigen.
Let extra goed op bij het gebruik van
de sleutel om de bouten te verwijderen:
deze kan scherpe randen hebben.
Het hoger opkrikken van het voertuig
dan noodzakelijk kan leiden tot minder
stabiliteit ervan: de krik kan wegglijden
en omstanders verwonden. KDo not raise
the vehicle any more than required for
the removal of the wheel.
Banden met éénrichtingsloopvlak
kunnen herkend worden aan de pijlen op
172J0A0422C
173J0A0159C
221
Page 224 of 380

de zijkant van de band, die de
draairichting aangeven. Dit moet
absoluut in acht worden genomen. Alleen
op die manier kunnen de banden hun
eigenschappen behouden in termen van
grip, lawaai, weerstand tegen slijtage en
drainage op natte oppervlakken.
Indien het, na een lekke band,
noodzakelijk zou zijn een dergelijke band
omgekeerd te monteren, moet er toch
uiterst voorzicht verder gereden worden,
aangezien de prestaties van de band in
deze omstandigheden beperkt zijn. Deze
voorzorgsmaatregel moet altijd in acht
genomen vooral wanneer het wegdek nat
is.
Om volledig te kunnen profiteren van
het eenrichtingsloopvlak, wordt
geadviseerd alle wielen zo spoedig
mogelijk terug te brengen in de correcte
draairichting.
Verzeker u ervan dat het reservewiel
gemonteerd is met het ventiel naar
buiten gericht. Het wiel kan beschadigd
raken als het onjuist gemonteerd is.
Als het voertuig voorzien is van
naafdoppen of wieldeksels, niet proberen
deze op het reservewiel te monteren.
Om letsel aan personen te voorkomen,
mogen de bouten alleen volledig worden
aangehaald wanneer alle wielen van het
voertuig op de grond staan, om te
voorkomen dat het voertuig van de krik
valt.
Na ongeveer 40 km gereden te
hebben, stoppen en controleren of de
bouten correct zijn aangehaald.
159)Indien het wiel met de lege band en
de krik in het interieur worden
achtergelaten dan vormen ze een ernstig
risico voor de veiligheid van de inzittenden
in geval van ongevallen of bruusk remmen.
Daarom moeten de krik en het wiel met de
lege band altijd in de speciale behuizing
in de bagageruimte geplaatst worden.
160)Het is extreem gevaarlijk een wiel te
proberen te vervangen aan de zijkant van
het voertuig vlak naast een rijbaan: zorg
ervoor dat het voertuig op een voldoende
afstand van de weg staat, om te vermijden
overreden te worden.161)Waarschuw de andere weggebruikers
voor de stilstaande auto conform de
plaatselijke wettelijke voorschriften:
alarmknipperlichten, gevarendriehoek enz.
Alle inzittenden moeten de auto verlaten,
vooral als de auto zwaar beladen is.
Passagiers moeten op een veilige afstand
van het verkeer wachten terwijl het wiel
wordt verwisseld. Op hellingen of op
onverharde wegen, de wielen blokkeren
met de speciaal voorziene wiggen.
162)Een gemonteerd reservewiel wijzigt
de rijeigenschappen van de auto. Vermijd
bruusk optrekken en remmen, scherpe
stuurbewegingen en snelle bochten. De
totale levensduur van het
ruimtebesparende reservewiel is ongeveer
3000 km. Hierna moet de band vervangen
worden door een nieuw exemplaar van
hetzelfde type. Monteer nooit een
standaard band op de velg van een
ruimtebesparend reservewiel. Zorg ervoor
dat het verwisselde wiel zo snel mogelijk
wordt gerepareerd en gemonteerd. Het
gebruik van twee of meer
ruimtebesparende reservewielen is
verboden. Smeer de schroefdraad van de
wielbouten niet met vet alvorens het wiel
te monteren: de bouten zouden los
kunnen raken tijdens het rijden!
222
NOODGEVALLEN
BELANGRIJK
Page 225 of 380

163)Het noodreservewiel (waar voorzien)
is specifiek voor het voertuig: monteer het
niet op andere modellen, en monteer ook
geen noodreservewielen van andere
modellen op uw voertuig. Gebruik het
ruimtebesparende reservewiel alleen in
noodgevallen. Gebruik het nooit langer
dan strikt noodzakelijk en rijd nooit harder
dan 80 km/h. Op het noodreservewiel is
een oranje sticker aangebracht waarop de
belangrijkste waarschuwingen over het
gebruik en de betreffende beperkingen
zijn vermeld. Deze sticker mag nooit
verwijderd of afgedekt worden. Monteer
nooit een wieldeksel op het
noodreservewiel.164)De krik is een gereedschap dat
ontwikkeld en ontworpen is voor het
vervangen van een wiel, als een band lek
of beschadigd raakt, op het voertuig
waarbij de krik is geleverd of bij
voertuigen van hetzelfde model. Elk ander
gebruik, bijv. om andere modellen
voertuigen of andere dingen op te krikken,
is ten strengste verboden. Gebruik hem
nooit voor onderhoud of reparaties onder
het voertuig of om winterbanden te
verwisselen voor zomerbanden of
andersom: wij adviseren u om contact op
te nemen met een Jeep Servicenetwerk.
Zorg dat u zich nooit onder een opgekrikt
voertuig bevindt: gebruik de krik alleen in
de aangegeven standen. Gebruik de krik
niet voor zwaardere lasten dan is
aangegeven op het plaatje op de krik.
Start de motor nooit wanneer de auto
opgekrikt is. Als het voertuig meer dan
noodzakelijk is opgekrikt, kan alles
onstabieler worden, met het risico dat het
voertuig met een harde klap omlaag komt.
Krik de auto daarom alleen zover op als
nodig is om toegang te krijgen tot het
noodreservewiel.165)Zorg voor voldoende werkruimte bij
het opkrikken om schaafwonden aan uw
hand door contact met de grond te
voorkomen. Ook de bewegende delen van
de krik ("wormschroef" en gewrichten)
kunnen verwondingen veroorzaken: raak
deze delen niet aan. In geval van
accidenteel contact met smeervet, het
betreffende deel zorgvuldig schoonmaken.
166)Op het noodreservewiel kunnen geen
sneeuwkettingen gemonteerd worden. In
geval van een lekke voorband
(aandrijfwiel) en als er sneeuwkettingen
gebruikt moeten worden, gebruik dan een
standaardwiel en monteer het
ruimtebesparende reservewiel op de
achteras. Zo heeft de vooras twee normale
wielen waarop sneeuwkettingen kunnen
worden gemonteerd.
167)Als het wieldeksel niet goed
gemonteerd is, indien aanwezig, kan het
tijdens het rijden losraken. Voer nooit
werkzaamheden aan het ventiel uit. Steek
nooit gereedschap, van welk type ook,
tussen de velg en de band. Controleer
regelmatig de spanning van zowel de
banden als het ruimtebesparende
reservewiel, in overeenstemming met de
spanningswaarden die zijn aangegeven in
het hoofdstuk “Technische gegevens”.
223
Page 226 of 380

TIREKIT (BANDENKIT)
(indien aanwezig)
BESCHRIJVING
168) 169)
79)
3)
De TireKit bevindt zich in de
bagageruimte in een speciale houder. In
deze houder zitten ook een
schroevendraaier, het sleepoog en de
adapter voor de brandstofvulopening.
LPG-versies
De auto is voorzien van een TireKit snelle
bandenreparatiekit en geen
noodreservewiel. Deze kit is aangebracht
in een specifieke stevige houder
fig. 174 in de bagageruimte.De TireKit fig. 175 omvat:
één busje A met afdichtmiddel,
voorzien van: een transparante vulleiding
voor het inspuiten van het afdichtmiddel
en een sticker C met daarop het opschrift
MAX 80 km/h / 50 mph die na reparatie
van de band op een goed zichtbare plaats
moet worden aangebracht (bijv. op het
dashboard);
een compressor B;een folder met aanwijzingen voor het
gebruik van de kit;
een paar handschoenen in het
compartiment van de vulleiding van het
busje D.
REPARATIEPROCEDURE
Ga als volgt te werk:stop het voertuig op een plek die niet
gevaarlijk is voor het verkeer en waar het
wiel op veilige wijze vervangen kan
worden. De motor moet op vluchtstroken,
in parkeergarages, op parkeerplaatsen of
tankstations worden afgezet en de
ondergrond moet zo vlak en compact
mogelijk zijn;
zet de motor af, trek de elektrische
parkeerrem aan en schakel de 1e
versnelling of de achteruit in. Zorg ervoor
dat alle passagiers de auto verlaten en
naar een veilige plek gaan, waar ze het
verkeer niet hinderen of risico op letsel
lopen. Doe het reflecterende
veiligheidsvest (wettelijk verplicht) aan
174J0A0947C175J0A0955C
224
NOODGEVALLEN
Page 227 of 380

voordat u uit de auto stapt;plaats het busje A met afdichtmiddel
in de daarvoor bestemde ruimte in de
compressor B en druk het hard omlaag.
Verwijder de sticker C met de indicatie
van de snelheid en plak deze op een
zichtbare plaats;
doe de handschoenen aan;verwijder de dop van het ventiel van
de lekke band en schroef de transparante
leiding voor de afdichtingsvloeistof D op
de klep. Indien een busje van 250 ml
aanwezig is, is de behuizing van de
transparante leiding voorzien van een
verwijderbare ring om het uitnemen te
vergemakkelijken. Zorg ervoor dat de
ON/OFF-knop F in de uitstand staat
(knop niet ingedrukt);
plaats de stekker E fig. 176 in het
12 V-stopcontact van de auto en start de
motor;
schakel de compressor in door op de
ON/OFF-knop F fig. 177 te drukken.
Zodra de druk die vermeld wordt in de
paragraaf "Wielen" in het hoofdstuk
"Technische gegevens" of op het daarvoor
bestemde label op de drukmeter G
verschijnt, schakelt u de compressor
weer uit met de ON/OFF-knop;
verwijder het busje A fig. 178 van de
compressor door op knop H te drukken
en het busje voorzichtig omhoog te
trekken.
Als de drukmeter G fig. 177 15 minuten
nadat de compressor ingeschakeld werd,
een druk van minder dan 1,8 bar / 26 psi
weergeeft, schakelt u de compressor uit,
ontkoppelt u de vulleiding D van het
ventiel van de band en verwijdert u het
busje A van de compressor.
Verplaats het voertuig ca. 10 m voor een
betere verdeling van het afdichtmiddel.
Stop het voertuig op een veilige wijze,
schakel de handrem in en herstel de druk
met de zwarte vulleiding L fig. 179 tot
de vereiste waarde is bereikt. Als ook
15 minuten na het starten de druk
minder dan 1,8 bar / 26 psi is, rij dan
niet verder, maar neem contact op met
het Jeep Servicenetwerk. Zet de auto, na
ongeveer 8 km / 5 mijl fig. 180 gereden
te hebben, op een veilige en geschikte
ON
OFF 12V
E
176J0A0956
177J0A0957
A
H
178J0A0958
225
Page 228 of 380

plaats, met de handrem ingeschakeld.
Neem de compressor en herstel de druk
met de zwarte vulleiding L.
Als de weergegeven druk hoger is dan1,8 bar / 26 psi, herstel dan de druk en
rij voorzichtig zo snel mogelijk naar een
dealer van het Jeep Servicenetwerk.
Indien de druk echter lager is dan
1,8 bar / 26 psi, rij dan niet verder, maar
neem contact op met het Jeep
Servicenetwerk.
OPPOMPEN
Ga als volgt te werk:stop de auto op een veilige manier,
zoals hierboven beschreven, en schakel
de elektrische handrem in;
neem de zwarte vulleiding uit en
schroef deze stevig op het ventiel van de
band. Volg daarna de onderstaande
instructies. Druk op de ontluchtingsknop
M om eventuele overmatige
bandenspanning weg te nemen (zie de
paragraaf “Reparatieprocedure”).
VERVANGING FILTERELEMENT
Ga als volgt te werk:gebruik alleen originele
filterelementen, die kunnen worden
aangeschaft bij het Jeep Servicenetwerk;
druk op de ontgrendelknop en til het
filterelement op, om het te verwijderen
(zie bovenstaande beschrijving).
BELANGRIJK
168)BELANGRIJK: Overschrijd de
snelheid van 80 km/h niet. Vermijd abrupt
accelereren of remmen. De Fix&Go-kit
voorziet in een tijdelijke reparatie, daarom
moet de band zo snel mogelijk onderzocht
en gerepareerd worden door een
specialist. Alvorens de kit te gebruiken,
controleren of de band niet buitensporig
beschadigd is en dat de velg in goede
conditie is, gebruik de kit anders niet en
bel pechverhelping. Verwijder vreemde
voorwerpen niet uit de band. Laat de
compressor niet langer dan 20 minuten
achter elkaar aan staan -
oververhittingsgevaar.
169)De informatie die vereist is door het
voorschrift dat van toepassing is, staat
vermeld op het etiket van de verpakking
van de Fix&Go kit. Lees het etiket op het
busje vóór gebruik, vermijd oneigenlijk
gebruik. De kit dient gebruikt te worden
door volwassenen en mag niet gebruikt
worden door kinderen.
L
179J0A0959
8 km / 5 mi
180J0A0960
226
NOODGEVALLEN
Page 229 of 380

BELANGRIJK
79)Het afdichtmiddel werkt bij
buitentemperaturen tussen -40°C en
+55°C. Het afdichtmiddel heeft een
houdbaarheidsdatum. Banden met een
beschadiging van het bandoppervlak tot
een maximale diameter van 6 mm kunnen
hersteld worden. Toon het busje en het
etiket aan het personeel dat de band zal
behandelen die hersteld werd met de
bandenreparatiekit.
BELANGRIJK
3)Laat de bus en het afdichtmiddel niet
in het milieu achter. Zorg dat ze worden
weggegooid overeenkomstig de nationale
en plaatselijke voorschriften.
STARTEN MET HULPACCU
Als de accu leeg is, kan de motor gestart
worden met startkabels en de accu van
een ander voertuig, of met een hulpaccu.
BELANGRIJK
Bij gebruik van hulpaccu dient men zich
te houden aan de instructies voor gebruik
en de voorzorgsmaatregelen die zijn
aangegeven door de fabrikant.
Gebruik geen hulpaccu of enige andere
externe voedingsbron met een spanning
hoger dan 12 V: de accu, de startmotor,
de dynamo en het elektrische systeem
van het voertuig kunnen hierdoor worden
beschadigd.
Probeer niet te starten met hulpaccu als
de accu nat is. De accu kan kapot gaan
en ontploffen!
VOORBEREIDEN VAN STARTEN
MET HULPACCU
170) 171) 172)80)
BELANGRIJK De plusklem (+) van de
accu is voorzien van een afschermkap.
Til de afschermkap op om toegang te
krijgen tot de plusklem.
Ga als volgt te werk:schakel de parkeerrem in, zet de
automatische versnellingsbak in stand P(Parkeren) of, voor versies met
handgeschakelde versnellingsbak, in de
vrijstand en draai de contactsleutel naar
STOP;
schakel alle andere elektrische
apparaten in het voertuig uit;
als een ander voertuig klaar is voor een
noodstart, parkeer dan de auto binnen
het bereik van de te gebruiken
startkabels, schakel de parkeerrem in en
zorg ervoor dat het contactslot is
uitgeschakeld.
BELANGRIJK Vermijd contact tussen
beide voertuigen, dit kan immers een
massaverbinding veroorzaken wat tot
ernstig letsel aan mensen in de buurt
kan leiden.
PROCEDURE VOOR STARTEN
MET HULPACCU
BELANGRIJK Het verkeerd uitvoeren
van onderstaande procedure kan
ernstige letsel bij mensen of schade
aan het laadsysteem van één of beide
voertuigen tot gevolg hebben. Volg de
onderstaande instructies nauwkeurig
op.
227
Page 230 of 380

Kabels aansluiten
Ga als volgt te werk om de auto te starten
met een hulpaccu:
sluit een uiteinde van de pluskabel
(+) aan op de plusklem (+) van het
voertuig met de lege accu;
sluit het andere uiteinde van de
pluskabel (+) aan op de plusklem (+) van
de hulpaccu;
sluit een uiteinde van de minkabel (–)
aan op de minklem (–) van de hulpaccu;
Sluit het andere uiteinde van de
minkabel (–) aan op de massa op de
motor (het zichtbare metalen deel van de
motor van het voertuig met lege accu) uit
de buurt van de accu en het
inspuitsysteem;
start de motor van het voertuig met
de hulpaccu, laat de motor enkele
minuten stationair draaien. Start de
motor van het voertuig met lege accu.
Kabels loskoppelen.
Neem, als de motor gestart is, de kabels
als volgt los:
koppel het uiteinde van de minkabel
(–) los van de massa op de motor van het
voertuig met de lege accu;
koppel het andere uiteinde van de
minkabel (–) los van de minklem (–) van
de hulpaccu;
koppel het uiteinde van de pluskabel
(+) los van de plusklem (+) van de
hulpaccu;
koppel een uiteinde van de pluskabel
(+) los van de plusklem (+) van het
voertuig met de lege accu;
Als het vaak nodig is om een noodstart
uit te voeren, laat de accu en het
laadsysteem van het voertuig dan
controleren door het Jeep
Servicenetwerk.
BELANGRIJK Alle accessoires (bijv.
mobiele telefoons, enz.) aangesloten
op de stopcontacten het voertuig
verbruiken stroom, ook als ze niet
worden gebruikt. Als deze apparaten te
lang bij afgezette motor zijn
aangesloten, kan de accu leeglopen
met vermindering van levensduur van
de accu en/of startproblemen tot
gevolg.
BELANGRIJK
170)Kom niet te dicht bij de
koelventilator van de radiateur: de
elektrische ventilator kan inschakelen;
gevaar voor verwondingen. Sjaals, dassen
of andere loszittende kleding kunnen door
de bewegende onderdelen worden
meegetrokken.
171)Verwijder alle metalen voorwerpen
(bijv. ringen, horloges, armbanden), die
zouden kunnen leiden tot een onbedoeld
elektrisch contact en daardoor ernstig
letsel.
172)De batterijen bevatten een zuur dat
de huid of de ogen kan verbranden. Accu's
produceren waterstof, dat uiterst
brandbaar en explosief is. Houd ze daarom
uit de buurt van vlammen of apparaten die
vonken kunnen afgeven.
228
NOODGEVALLEN