JEEP RENEGADE 2018 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: JEEP, Model Year: 2018, Model line: RENEGADE, Model: JEEP RENEGADE 2018Pages: 380, PDF Size: 6.15 MB
Page 231 of 380

BELANGRIJK
80)Verbind de startkabel niet met de
minpool (–) van de lege accu. De
afgegeven vonk kan explosie van de accu
tot gevolg hebben en ernstige schade
veroorzaken. Gebruik alleen het specifieke
massapunt; gebruik geen andere
blootgestelde metalen onderdelen.
AFSLUITER VAN DE
BRANDSTOFTOEVOER
173)
Deze grijpt bij een botsing in en
veroorzaakt het volgende:
onderbreking van de brandstoftoevoer
met afzetten van de motor als gevolg;
automatische ontgrendeling van de
portieren;
inschakeling van de binnenverlichting;uitschakeling van de ventilatie van de
klimaatregeling;
inschakeling van de
alarmknipperlichten (om de lichten uit te
schakelen moet de resetprocedure
worden uitgevoerd die hierna wordt
beschreven).
Wanneer het systeem wordt
ingeschakeld, verschijnt er bij sommige
versies een bericht op het display. Op
dezelfde manier wordt de bestuurder met
een speciaal bericht op het display
gewaarschuwd als het systeem niet
correct werkt.
BELANGRIJK Controleer het voertuig
zorgvuldig op brandstoflekkage,
bijvoorbeeld in de motorruimte, onder
het voertuig of in de buurt van de tank.
Draai na een botsing de contactsleutelnaar STOP om te voorkomen dat de
accu leegloopt.
Resetprocedure
Om de correcte werking van het voertuig
te herstellen, moet de volgende
procedure worden uitgevoerd (deze
procedure moet binnen een minuut na de
start voltooid worden):
zet de startinrichting naar MAR;draai de richtingaanwijzer naar rechts,
vervolgens naar links, dan weer naar
rechts en weer naar links;
zet de richtingaanwijzer naar links uit;draai de startinrichting naar STOP;draai de contactsleutel naar MAR.
LPG-versies
In geval van een botsing, wordt de
brandstoftoevoer onmiddellijk afgesloten,
worden de LPG-veiligheidskleppen
gesloten en wordt de inspuiting
onderbroken om de motor uit te zetten.
229
Page 232 of 380

BELANGRIJK
173)Als na een botsing een
brandstoflucht wordt geroken of
brandstoflekkage wordt geconstateerd,
dan mag het systeem niet opnieuw
ingeschakeld worden om brand te
voorkomen.
ONTGRENDELING
VERSNELLINGSPOOK
AUTOMATISCHE
VERSNELLINGSBAK
Ga in geval van storing als volgt te werk
om de versnellingspook uit P (Parkeren)
te zetten:
zet de motor af en schakel de
elektrische parkeerrem in;
Versies met stuur links: til de stofkap
van de versnellingsbak A fig. 181 op voor
toegang tot het gat B fig. 182.Versies
met stuur rechts: til de stofkap van de
versnellingsbak A fig. 181 en verwijder
vervolgens de badge door hem met beide
handen uit de binnenkant te trekken (de
badge is bereikbaar als de stofkap is
opgetild) voor toegang tot het gat B
fig. 182;
trap het rempedaal volledig in en houd
het ingetrapt;
steek de bijgeleverde schroevendraaier
haaks in opening B fig. 182 en beweeg
de ontgrendelingshendel;
181J0A0963C
230
NOODGEVALLEN
zet de versnellingspook in N
(Vrijstand);
zet stofkap en paneel weer goed op
hun plaats;
start de motor.
Page 233 of 380

CONTACTSLEUTEL
VERWIJDEREN IN EEN
NOODGEVAL
81)
De contactsleutel (versies met
mechanische sleutel) kan alleen
verwijderd worden als de pook in stand P
(parkeren) staat.
Als de accu van het voertuig leeg is en de
sleutel is ingeschakeld, is de sleutel in
het contactslot geblokkeerd.Ga als volgt te werk om de sleutel
handmatig te verwijderen:
breng het voertuig in veilige
omstandigheden tot stilstand, schakel
een versnelling en de elektrische
parkeerrem in;
draai met de sleutel A fig. 183 (die
zich in de houder met de
boorddocumenten bevindt), de
bevestigingsbouten B fig. 184 van het
onderste deksel C los;
verwijder de onderste afdekking C van
het stuurwiel door deze uit zijn zitting te
halen;
trek lipje D fig. 185 omlaag met één
hand en verwijder met de andere hand de
sleutel, door deze naar buiten te trekken;
als de sleutel eenmaal verwijderd is,
onderste afdekking C terugzetten,
controleren of deze goed vastzit en de
bevestigingsbouten B stevig vastdraaien.
182J0A0964C
183J0A0393C
184J0A0247C
231
Page 234 of 380

BELANGRIJK
81)Het wordt geadviseerd contact op te
nemen met het Jeep Servicenetwerk om
deze hermontageprocedure te laten
uitvoeren. Indien u zelfstandig te werk wilt
gaan, dient u vooral op te letten op de
juiste bevestiging van de borgklemmen.
Anders kan een verkeerde bevestiging van
de onderste en bovenste afdekking lawaai
veroorzaken.
ONTGRENDELING
KEUZEHENDEL
AUTOMATISCHE
VERSNELLINGSBAK MET
DUBBELE KOPPELING
Ga in geval van storingen of een lege
accu als volgt te werk om de keuzehendel
te ontgrendelen:
zet de motor af en schakel de
elektrische parkeerrem in;
ga voorzichtig te werk op het met de
pijl aangegeven punt, verwijder de
sierlijst van de versnellingsbak A
fig. 186 (compleet met stofkap) door
deze omhoog te tillen;
185J0A0251C
186J0A0963C
232
NOODGEVALLEN
Page 235 of 380

trap het rempedaal volledig in en houd
het ingetrapt;
steek de bijgeleverde schroevendraaier
haaks in opening B fig. 187 en beweeg
de ontgrendelingshendel;
zet de versnellingspook in N
(Vrijstand);
zet stofkap en paneel weer goed op
hun plaats;
start de motor.
CONTACTSLEUTEL
VERWIJDEREN IN EEN
NOODGEVAL
82)
De contactsleutel (voor versies met
sleutel zonder afstandsbediening) kan
alleen verwijderd worden als de hendel in
stand P (parkeren) staat.
Als de accu van het voertuig leeg is en de
contactsleutel is ingeschakeld, is de
sleutel in het contactslot geblokkeerd.
Ga als volgt te werk om de sleutel
handmatig te verwijderen:
breng het voertuig in veilige
omstandigheden tot stilstand, schakel
een versnelling en de elektrische
parkeerrem in;
draai met de sleutel A fig. 188 (die
zich in de houder met de
boorddocumenten bevindt), de
bevestigingsbouten B fig. 189 van het
onderste deksel C los;
verwijder de onderste afdekking C van
het stuurwiel door deze uit zijn zitting te
halen;
trek lipje D fig. 190 omlaag met één
187J0A0964C
188J0A0393C
189J0A0247C
233
Page 236 of 380

hand en verwijder met de andere hand de
sleutel, door deze naar buiten te trekken;
als de sleutel eenmaal verwijderd is,
onderste afdekking C terugzetten,
controleren of deze goed vastzit en de
bevestigingsbouten B stevig vastdraaien.BELANGRIJK
82)Het wordt geadviseerd contact op te
nemen met het Jeep Servicenetwerk om
deze hermontageprocedure te laten
uitvoeren. Indien u zelfstandig te werk wilt
gaan, dient u vooral op te letten op de
juiste bevestiging van de borgklemmen.
Anders kan een verkeerde bevestiging van
de onderste en bovenste afdekking lawaai
veroorzaken.
SLEPEN VAN VOERTUIG
MET PECH
Men adviseert om het voertuig met alle
vier de wielen van de grond getild, op het
platform van een reddingsvoertuig, te
slepen.
VERSIES MET VIERWIELAANDRIJVING (4WD)
EN AUTOMATISCHE TRANSMISSIE
BELANGRIJK Vermijd om alleen de
voor- (of achter-)wielen op te tillen. Als
alleen de voor- of de achterwielen
tijdens het slepen worden opgetild,
kan de transmissie of de tussenbak
beschadigd raken.
BELANGRIJK Als een voertuig gesleept
wordt zonder aan bovenstaande
vereisten te voldoen, kan de
transmissie en/of de tussenbak ernstig
beschadigd raken. Schade veroorzaakt
door verkeerd slepen wordt niet door
de garantie gedekt.
190J0A0251C
234
NOODGEVALLEN
Page 237 of 380

SLEPEN VAN HET
VOERTUIG
MONTAGE VAN HET SLEEPOOG
174) 175) 176)
Het bij de auto geleverde sleepoog
bevindt zich in de gereedschapshouder in
de bagageruimte.
Voor
Verwijder de dop A fig. 191 door op het
onderste gedeelte te drukken, neem het
sleepoog B uit zijn zitting in de
gereedschapshouder en draai het stevig
op de schroefdraadpen aan de voorkant.Achter
Verwijder de dop A fig. 192, neem het
sleepoog B uit zijn zitting in de
gereedschapshouder en draai het stevig
op de schroefdraadpen aan de
achterkant.Trailhawk-versies: de trekhaak A fig. 193,
van het vaste type, is bevestigd aan de
carrosserie van de auto.
191J0A0160C
192J0A0961C
193J0A0962C
235
Page 238 of 380

BELANGRIJK
174)Bij versies met sleutel zonder
afstandsbediening, moet deze, alvorens
het voertuig te slepen, naar MAR en
vervolgens naar STOP worden gedraaid,
zonder de sleutel uit het contactslot te
nemen. Als de sleutel uit het contactslot
wordt genomen, wordt automatisch het
stuurslot ingeschakeld waardoor het
voertuig niet kan worden bestuurd.
Controleer ook of de versnellingsbak in de
vrijstand staat (bij versies uitgerust met
automatische versnellingsbak controleren
of de pook in de N-stand staat). Voor
versies met elektronische sleutel, moet de
contactsleutel op MAR en vervolgens op
STOP worden gezet, zonder het portier te
openen.175)Onthoud dat tijdens het slepen de
rembekrachtiging en de elektrische
stuurbekrachtiging niet werken. Om die
reden is meer kracht benodigd voor de
bediening van het rempedaal en het stuur.
Gebruik voor het slepen geen soepele
kabels en vermijd bruuske bewegingen.
Zorg tijdens het slepen dat er geen
onderdelen door de sleepverbinding
kunnen worden beschadigd. Neem bij het
slepen in elk geval de wettelijke
voorschriften in acht van het land waarin
wordt gereden en pas uw rijgedrag aan.
Start de motor niet wanneer de auto wordt
gesleept. Maak voor de montage van het
sleepoog de schroefdraad zorgvuldig
schoon. Controleer of het sleepoog
volledig op de schroefdraadpen is gedraaid
alvorens de auto te slepen.176)Gebruik de sleepogen voor en achter
alleen voor noodgevallen op de weg. Het is
toegestaan de auto over korte afstanden te
slepen m.b.v. geschikte middelen conform
de verkeerswetgeving (starre stang), om de
auto over de weg te verplaatsen om hem
gebruiksklaar te maken voor het slepen of
voor transport met takelwagen. Sleepogen
MOGEN NIET worden gebruikt om
voertuigen off-road (onverharde wegen) te
slepen of waar hindernissen zijn en/of voor
het slepen met kabels of andere
niet-starre hulpmiddelen. In
overeenstemming met bovengenoemde
voorwaarden, moeten er voor het slepen
twee voertuigen worden gebruikt (een
slepend en een gesleept voertuig), die zich
beide zo veel mogelijk op één lijn
bevinden.
236
NOODGEVALLEN
Page 239 of 380

ONDERHOUD EN ZORG
Dankzij correct onderhoud kunnen de
prestaties van het voertuig, evenals
beperkte bedrijfskosten en het behoud
van de efficiëntie van de
veiligheidssystemen gedurende langere
tijd gegarandeerd worden.
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe.GEPROGRAMMEERD ONDERHOUD .238
MOTORRUIMTE.............254
ACCU OPLADEN.............263
ONDERHOUDSPROCEDURES.....264
HET VOERTUIG OPKRIKKEN.....267
WIELEN EN BANDEN..........267
CARROSSERIE..............269
237
Page 240 of 380

GEPROGRAMMEERD
ONDERHOUD
Juist onderhoud is essentieel voor een
lange levensduur van de auto onder
optimale omstandigheden. Daarom heeft
Jeep een reeks controles en
onderhoudsbeurten opgesteld die op
vaste afstandsintervallen en, bij bepaalde
versies, op vaste tijdsintervallen
uitgevoerd moeten worden, zoals
beschreven in het Geprogrammeerd
Onderhoudsschema.
Voor elke onderhoudsbeurt moet u echter
letten op wat er beschreven is in het
Geprogrammeerd Onderhoudsschema
(bijv. het regelmatig controleren van
vloeistofniveaus, bandenspanning, enz.).
Het Geprogrammeerd
Onderhoudsschema moet uitgevoerd
worden door het Jeep Servicenetwerk op
van te voren vastgestelde tijdstippen.
Eventuele reparaties die nodig blijken
tijdens het uitvoeren van de diverse
inspecties en controles van het
geprogrammeerd onderhoud, mogen
uitsluitend worden uitgevoerd na
uitdrukkelijke toestemming van de
eigenaar. Als de auto dikwijls gebruikt
wordt voor het trekken van aanhangers,
dan moet een korter interval tussen de
geprogrammeerde onderhoudsbeurten
worden aangehouden.
BELANGRIJK De onderhoudsbeurten
van het Geprogrammeerde Onderhoud
zijn door de fabrikant voorgeschreven.
Het niet uitvoeren ervan kan het
vervallen van de garantie tot gevolg
hebben. Het wordt geadviseerd het
Jeep Servicenetwerk onmiddellijk te
informeren over eventuele kleine
defecten en niet te wachten tot de
volgende onderhoudsbeurt.
PERIODIEKE CONTROLES
Elke1000km of vóór een lange reis
controleren en eventueel bijvullen:
niveau motorkoelvloeistof;remvloeistofniveau;vloeistofniveau ruitensproeier;conditie en spanning banden;werking verlichting (koplampen,
richtingaanwijzers, alarmknipperlichten,
enz.);
werking ruitenwissers/-sproeiers en
stand/slijtage wisserbladen voor/achter.
Elke3.000km controleren en eventueel
bijvullen: motorolieniveau.
ZWAAR GEBRUIK VAN DE AUTO
Als het voertuig gebruikt wordt onder de
volgende omstandigheden:
Wetshandhavingsautoriteiten (of
beveiligingsdiensten), taxi’s
het trekken van aanhangers of
caravans;
het rijden op stoffige wegen;talrijke korte ritten (minder dan
7-8 km) en bij buitentemperaturen onder
het vriespunt;
de motor vaak stationair draait of
lange afstanden worden gereden bij lage
snelheden of als de auto lang niet wordt
gebruikt;
de volgende controles dienen vaker te
worden uitgevoerd dan aangegeven in het
Geprogrammeerd onderhoudsschema:
remblokken van schijfremmen voor op
conditie en slijtage controleren;
sloten van motorkap en achterklep op
aanwezigheid van vuil controleren,
mechanismen reinigen en smeren;
visueel de toestand controleren van:
motor, versnellingsbak, transmissie,
slangen en leidingen (uitlaat/brandstof-
en remsysteem) en rubber elementen
(hoezen/slangen /bussen enz.);
laadtoestand accu en niveau
accuvloeistof (elektrolyt) controleren;
conditie van aandrijfriemen van
hulporganen visueel controleren;
motorolie en oliefilter controleren en
zo nodig vervangen;
pollenfilter controleren en zo nodig
vervangen;
luchtfilter controleren en zo nodig
vervangen.
238
ONDERHOUD EN ZORG