TOYOTA RAV4 PLUG-IN HYBRID 2022 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2022, Model line: RAV4 PLUG-IN HYBRID, Model: TOYOTA RAV4 PLUG-IN HYBRID 2022Pages: 610, PDF Size: 139.2 MB
Page 181 of 610

van de auto bevindt, kan, zelfs als het
Smart entry-systeem met startknop
niet bediend wordt, de sleutelbatterij
sneller dan normaal ontladen raken.
Als er een melding met betrekking tot
de status van de elektronische sleutel
of de stand van het contact, enz. wordt
weergegeven
Om te voorkomen dat de elektronische
sleutel in de auto wordt opgesloten, de
auto wordt achtergelaten terwijl u de
elektronische sleutel bij u hebt en het
contact niet UIT is gezet, andere
inzittenden per ongeluk de sleutel mee
naar buiten nemen, enz. wordt op het
multi-informatiedisplay mogelijk een
melding weergegeven die de gebruiker
vraagt de status van de elektronische
sleutel of de stand van het contact te
bevestigen. Volg in zo'n geval de
instructies op het display onmiddellijk
op.
Als “Key Battery Low Replace Key
Battery” (Batterij van sleutel zwak.
Vervang batterij.) wordt weergegeven
op het multi-informatiedisplay
De batterij van de elektronische sleutel
is (bijna) leeg. Vervang de batterij van de
elektronische sleutel. (→Blz. 446)
Batterij vervangen
→Blz. 446
Bevestiging van het aantal
geregistreerde sleutels
Het aantal al geregistreerde sleutels kan
worden bevestigd. Neem voor meer
informatie contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.Als “A New Key has been Registered
Contact Your Dealer for Details” (Er is
een nieuwe sleutel geregistreerd.
Neem contact op met dealer voor meer
informatie.) wordt weergegeven op
het multi-informatiedisplay
Deze melding wordt weergegeven elke
keer dat het bestuurdersportier wordt
geopend als de portieren van buitenaf
worden ontgrendeld gedurende
ongeveer 10 dagen nadat er een nieuwe
elektronische sleutel is geregistreerd.
Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige als de melding wordt
weergegeven, maar u geen nieuwe
elektronische sleutel hebt geregistreerd,
om te controleren of er een onbekende
elektronische sleutel (anders dan de
sleutels die u in uw bezit hebt) is
geregistreerd.
4.1 Informatie over sleutels
179
4
Voordat u gaat rijden
Page 182 of 610

OPMERKING
Voorkomen van beschadiging van de
sleutel
• Laat de sleutels niet vallen, stel ze niet
bloot aan sterke schokken en buig ze
niet.
• Stel de sleutels niet langdurig bloot
aan hoge temperaturen.
• Voorkom dat de sleutels nat worden
en reinig ze niet in een ultrasoon
reinigingsbad of iets dergelijks.
• Bevestig geen metaalhoudende of
magnetische voorwerpen aan de
sleutels en houd de sleutels uit de
buurt van dergelijke voorwerpen.
• Haal de sleutels niet uit elkaar.
• Plak geen stickers o.i.d. op het
oppervlak van de elektronische
sleutel.
• Houd de sleutels uit de buurt van
apparaten die magnetische velden
opwekken, bijvoorbeeld
televisietoestellen, audiosystemen en
inductiekookplaten.
• Houd de sleutels uit de buurt van
medische apparatuur, zoals
laagfrequente therapeutische
apparatuur en medische apparatuur
waarbij gebruik wordt gemaakt van
microgolven, en zorg ervoor dat u pas
medische zorg krijgt als u geen
sleutels bij u draagt.
De elektronische sleutel bij u dragen
Houd de elektronische sleutel altijd ten
minste 10 cm uit de buurt van
ingeschakelde elektrische apparaten.
Radiogolven die worden uitgezonden
door elektrische apparaten die zich
minder dan 10 cm van de elektronische
sleutel vandaan bevinden, kunnen de
correcte werking van de sleutel
hinderen.
In geval van storingen in het Smart
entry-systeem met startknop of
andere problemen met de sleutel
→Blz. 500
OPMERKING(Vervolgd)
Wanneer u een elektronische sleutel
verliest
→Blz. 499
Afstandsbediening
De elektronische sleutels zijn voorzien
van de volgende afstandsbediening:
AVergrendelen van alle portieren
(→blz. 182)
BSluiten van de zijruiten*1en het
panoramadak*1, 2(→blz. 182)
COntgrendelen van alle portieren
(→blz. 182)
DOpenen van de zijruiten*1en het
panoramadak*1, 2(→blz. 182)
EOpenen en sluiten van de elektrisch
bedienbare achterklep*2(→blz. 190)
FBediening van de op afstand
bedienbare airconditioning
(→blz. 380)
*1Deze instellingen moeten aan de
persoonlijke voorkeur worden aangepast
door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
*2Indien aanwezig
4.1 Informatie over sleutels
180
Page 183 of 610

Gebruik van de mechanische sleutel
Schuif het ontgrendelknopje
Aopzij om
de mechanische sleutel uit de
elektronische sleutel te verwijderen.
De mechanische sleutel kan maar in één
richting ingestoken worden, aangezien
slechts één zijde van de sleutel van een
groef is voorzien. Als u de sleutel niet in
de slotcilinder kunt steken, draait u de
sleutel om en probeert u het opnieuw.
Bewaar de mechanische sleutel na
gebruik in de elektronische sleutel. Zorg
dat u de mechanische sleutel en de
elektronische sleutel bij u hebt. Als de
batterij van de elektronische sleutel leeg
is of de instapfunctie niet goed werkt,
bent u op de mechanische sleutel
aangewezen. (→Blz. 500)
Wanneer u de sleutel van de auto moet
achterlaten bij een parkeerwachter
Vergrendel indien nodig het
dashboardkastje. (→Blz. 387) Verwijder
de mechanische sleutel voor eigen
gebruik en geef alleen de elektronische
sleutel aan de parkeerwachter.
Als u uw mechanische sleutels verliest
→Blz. 499
Als een verkeerde sleutel wordt
gebruikt
De slotcilinder zal vrij kunnen draaien.
4.2 Openen, sluiten en
vergrendelen van de
portieren
4.2.1 Portieren
De portieren kunnen worden vergrendeld
en ontgrendeld met de instapfunctie, de
afstandsbediening, de schakelaars van de
centrale vergrendeling of de
vergrendelknoppen aan de binnenzijde
van de portieren.
De klep van de laadaansluiting en de
laadstekker worden ook vergrendeld en
ontgrendeld. (→Blz. 104)
Van buitenaf ontgrendelen en
vergrendelen van de portieren
Met de instapfunctie
Zorg dat u de elektronische sleutel bij u
hebt om deze functie in te kunnen
schakelen.
1. Pak de voorportiergreep vast om de
portieren te ontgrendelen.
Zorg ervoor dat u de sensor aan de
achterzijde van de portiergreep
aanraakt. De portieren en de
achterklep kunnen gedurende
3 seconden na het vergrendelen niet
worden ontgrendeld.
2. Raak de vergrendelsensor (de
inkeping aan de bovenzijde van de
portiergreep) aan om de portieren te
vergrendelen.
Controleer of het portier goed
vergrendeld is.
4.1 Informatie over sleutels
181
4
Voordat u gaat rijden
Page 184 of 610

Met de afstandsbediening
1. Vergrendelen van alle portieren
Controleer of het portier goed
vergrendeld is.
Ingedrukt houden om de zijruiten en
het panoramadak (indien aanwezig)
te sluiten.
*
2. Ontgrendelen van alle portieren
Ingedrukt houden om de zijruiten en
het panoramadak (indien aanwezig)
te openen.
*
*
Deze instellingen moeten aan de
persoonlijke voorkeur worden aangepast
door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Instellen van de ontgrendelfunctie
Het is mogelijk om in te stellen welke
portieren met de instapfunctie via de
afstandsbediening worden ontgrendeld.
Bedien de toetsen in de auto of binnen
ongeveer 1 m van de auto.
1. Zet het contact UIT.
2. Schakel de inbraaksensor en de
hellingsensor van het alarmsysteem
uit om tijdens het veranderen van de
instellingen het alarm niet onbedoeld
te activeren. (indien aanwezig)
(→Blz. 64)
3. Houd de toets
ofingedrukt en houd tegelijkertijd de
toetsgedurende ongeveer
5 seconden ingedrukt als het
controlelampje in de sleutel uit is.De instelling verandert telkens wanneer
een handeling wordt uitgevoerd, zoals
hieronder is aangegeven. (Als u de
instelling opnieuw wilt wijzigen, laat u de
toetsen los, wacht u ten minste
5 seconden en herhaalt u vervolgens stap
3.)
Multi-
informatiedisplay/
piepsignaalOntgrendelfunctie
(auto's met linkse
besturing)
(auto's met rechtse
besturing)
Exterieur: 3 keer
een piepsignaalAls u de portier-
greep van het be-
stuurdersportier
vasthoudt, wordt
alleen het bestuur-
dersportier ont-
grendeld.
Als u de portier-
greep van het voor-
passagiersportier
vasthoudt of op de
schakelaar achter-
klep openen drukt,
worden alle portie-
ren ontgrendeld.
Exterieur: Twee
piepsignalenAls u de portier-
greep van het voor-
passagiersportier of
bestuurdersportier
vasthoudt of op de
schakelaar achter-
klep openen drukt,
worden alle portie-
ren ontgrendeld.
Auto's met een alarm: om te voorkomen
dat het alarm onbedoeld wordt
geactiveerd, moet u de portieren
ontgrendelen met de afstandsbediening
en een portier openen en sluiten als de
instellingen eenmaal zijn gewijzigd. (Als
er binnen 30 seconden nadat op
is
gedrukt geen portier wordt geopend,
worden de portieren weer vergrendeld en
wordt automatisch het alarm
ingeschakeld.) Zet het alarm onmiddellijk
uit wanneer dit geactiveerd wordt.
(→Blz. 63)
4.2 Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
182
Page 185 of 610

Systeem voor
crashportierontgrendeling
Als de auto aan een sterke schok wordt
blootgesteld, worden alle portieren
ontgrendeld. Of het systeem in werking
treedt, is afhankelijk van de kracht van de
schok of het type ongeval.
Feedbacksignalen
Portieren: De alarmknipperlichten
knipperen om aan te geven dat de
portieren zijn vergrendeld/ontgrendeld.
(Vergrendeld: eenmaal; ontgrendeld:
tweemaal)
Zijruiten en panoramadak (indien
aanwezig): Er klinkt een zoemer om aan
te geven dat de zijruiten en het
panoramadak worden bediend.
Beveiligingsfunctie
Als er niet binnen ongeveer 30 seconden
na het ontgrendelen van de auto een
portier wordt geopend, zorgt de
beveiligingsfunctie ervoor dat de auto
weer automatisch wordt vergrendeld.
(Afhankelijk van de locatie van de
elektronische sleutel wordt echter
mogelijk vastgesteld dat de sleutel in de
auto is. In dit geval blijft de auto mogelijk
ontgrendeld.)
Wanneer het portier niet kan worden
vergrendeld met de vergrendelsensor
aan de bovenzijde van de portiergreep
Als het portier niet kan worden
vergrendeld, zelfs niet wanneer het
sensorgebied bovenaan wordt
aangeraakt, kunt u proberen de
sensorgebieden bovenaan en onderaan
tegelijkertijd aan te raken.
Wanneer u handschoenen draagt, trek
deze dan uit.Zoemer centrale vergrendeling
In de volgende situaties klinkt er
gedurende 5 seconden onafgebroken een
zoemer. Sluit alle portieren volledig en
vergrendel de portieren opnieuw.
• Als geprobeerd wordt de portieren te
vergrendelen met het Smart
entry-systeem met startknop terwijl
een ander portier dan het portier dat
u vergrendelt niet geheel gesloten is.
• Als geprobeerd wordt de portieren te
vergrendelen met de
afstandsbediening wanneer een
portier niet geheel gesloten is.
Het alarm inschakelen (indien
aanwezig)
Wanneer de portieren worden
vergrendeld, wordt het alarmsysteem
ingeschakeld. (→Blz. 63)
Omstandigheden die de werking van
het Smart entry-systeem met
startknop en de afstandsbediening
beïnvloeden
→Blz. 202
Wanneer het Smart entry-systeem
met startknop of de
afstandsbediening niet goed werkt
• Gebruik de mechanische sleutel om de
portieren te vergrendelen en
ontgrendelen. (→Blz. 500)
• Vervang de sleutelbatterij door een
nieuw exemplaar als deze ontladen
raakt. (→Blz. 446)
4.2 Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
183
4
Voordat u gaat rijden
Page 186 of 610

Als de 12V-accu is ontladen
De portieren kunnen niet worden
vergrendeld en ontgrendeld met het
Smart entry-systeem met startknop of
de afstandsbediening. Vergrendel of
ontgrendel de portieren met de
mechanische sleutel. (→Blz. 500)
Herinneringsfunctie achterstoel
• Om u eraan te herinneren bagage e.d.
op de achterstoelen niet te vergeten,
klinkt er wanneer het contact UIT is
gezet en aan een van de volgende
voorwaarden is voldaan, een zoemer
en wordt gedurende ongeveer
6 seconden een melding weergegeven
op het multi-informatiedisplay.
– Het hybridesysteem wordt binnen
10 minuten na het openen en
sluiten van een achterportier
gestart.
– Een achterportier is geopend en
weer gesloten nadat het
hybridesysteem is gestart.
Als echter een achterportier wordt
geopend en vervolgens binnen
ongeveer 2 seconden weer wordt
gesloten, werkt de
herinneringsfunctie voor de
achterstoel mogelijk niet.
• De herinneringsfunctie voor de
achterstoel stelt op basis van het
openen en sluiten van een
achterportier vast of er bagage e.d. op
de achterstoel is geplaatst. Daardoor
werkt, afhankelijk van de situatie, de
herinneringsfunctie voor de
achterstoel mogelijk niet en vergeet u
mogelijk toch bagage e.d. die zich op
de achterstoel bevindt of geeft de
functie mogelijk onterecht een
melding.
• De herinneringsfunctie voor de
achterstoel kan worden
ingeschakeld/uitgeschakeld.
(→Blz. 519)Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde instellingen (bijvoorbeeld de
ontgrendelfunctie met behulp van een
sleutel) kunnen worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor
persoonlijke voorkeursinstellingen:
→blz. 523)
WAARSCHUWING!
Voorkomen van ongevallen
Neem bij het rijden met de auto de
volgende voorzorgsmaatregelen in
acht. Het niet in acht nemen van deze
voorschriften kan ertoe leiden dat er
per ongeluk een portier wordt geopend
en dat er iemand uit de auto valt, met
mogelijk dodelijk of ernstig letsel tot
gevolg.
• Controleer of alle portieren volledig
gesloten zijn.
• Trek tijdens het rijden niet aan de
binnenportiergreep. Wees vooral
voorzichtig bij de voorportieren.
Deze portieren kunnen zelfs worden
geopend als de vergrendelknoppen
in de stand vergrendeld staan.
• Activeer de kindersloten op de
achterportieren als er kinderen
achter in de auto vervoerd worden.
Als een portier wordt geopend of
gesloten
Controleer de omgeving van de auto;
let er bijvoorbeeld op of de auto op een
helling staat, of er voldoende ruimte is
om het portier te openen en of het hard
waait. Houd bij het openen of sluiten
van het portier de portiergreep goed
vast, zodat u bent voorbereid op
eventuele onverwachte bewegingen.
Bij het gebruik van de
afstandsbediening of mechanische
sleutel en het bedienen van de
elektrisch bedienbare ruiten of het
panoramadak (indien aanwezig)
Bedien de elektrisch bedienbare ruit of
het panoramadak nadat u hebt
gecontroleerd of er geen risico is dat
een passagier met een lichaamsdeel
4.2 Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
184
Page 187 of 610

WAARSCHUWING!(Vervolgd)
bekneld kan raken tussen de zijruit of
het panoramadak. Laat tevens de
afstandsbediening of mechanische
sleutel niet bedienen door kinderen.
Het kan gebeuren dat een lichaamsdeel
van een kind of een andere passagier
klem komt te zitten tussen de zijruit of
het panoramadak.
Van binnenuit ontgrendelen en
vergrendelen van de portieren
Gebruik van de schakelaars van de
centrale vergrendeling
1. Vergrendelen van alle portieren
2. Ontgrendelen van alle portieren
Gebruik van de vergrendelknoppen aan
de binnenzijde van de portieren
1. Vergrendelen van het portier
2. Ontgrendelen van het portier
De voorportieren kunnen worden
geopend door aan de portiergrepenaan de binnenzijde te trekken, ook al
staan de vergrendelknoppen in de
stand vergrendeld.
Vergrendelen van de voorportieren van
buitenaf zonder gebruik te maken van
een sleutel
1. Zet de vergrendelknop aan de
binnenzijde in de vergrendelde stand.
2. Sluit het portier met de portiergreep
uitgetrokken.
Het portier kan niet worden vergrendeld
als het contact in stand ACC of AAN staat
of als de elektronische sleutel zich in de
auto bevindt.
Afhankelijk van de positie van de
elektronische sleutel, wordt de sleutel
mogelijk niet door het systeem
gesignaleerd, waardoor het portier
wellicht vergrendeld wordt.
Waarschuwingszoemer open
portier/achterklep
Als de rijsnelheid 5 km/h wordt, klinkt er
een zoemer om aan te geven dat een
portier of de achterklep niet goed is
gesloten. Het geopende portier of de
openstaande achterklep wordt
weergegeven op het
multi-informatiedisplay.
Wanneer alle portieren zijn vergrendeld
met de instapfunctie of de
afstandsbediening
• De portieren kunnen niet met de
schakelaar centrale vergrendeling
worden ontgrendeld.
• De schakelaars van de centrale
vergrendeling kunnen worden gereset
door ontgrendeling van alle portieren
met de instapfunctie of de
afstandsbediening.
4.2 Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
185
4
Voordat u gaat rijden
Page 188 of 610

Kindersloten achterportieren
Het portier kan niet vanaf de binnenzijde
van de auto worden geopend wanneer
het kinderslot is geactiveerd.
1. Ontgrendelen
2. Vergrendelen
Hierdoor wordt voorkomen dat kinderen
per ongeluk de achterportieren openen.
Druk de schakelaars op beide
achterportieren naar beneden om de
kindersloten te activeren.
Automatische vergrendel- en
ontgrendelsystemen van de portieren
De volgende functies kunnen worden in-
of uitgeschakeld:
Raadpleeg blz. 519 voor instructies voor
het aanpassen aan de persoonlijke
voorkeur.
Functie Bediening
Functie koppeling
van rijsnelheid aan
portiervergrende-
lingAlle portieren wor-
den automatisch
vergrendeld wan-
neer de rijsnelheid
ongeveer 20 km/h
of hoger is.
Functie Bediening
Functie koppeling
van stand selectie-
hendel aan portier-
vergrendelingAlle portieren wor-
den automatisch
vergrendeld wan-
neer de selectie-
hendel in een an-
dere stand dan
stand P wordt ge-
zet.
Functie koppeling
van stand selectie-
hendel aan portier-
ontgrendelingAlle portieren wor-
den automatisch
ontgrendeld wan-
neer de selectie-
hendel in stand P
wordt gezet.
Functie koppeling
portierontgrende-
ling aan bestuur-
dersportierAlle portieren wor-
den automatisch
ontgrendeld als het
bestuurdersportier
wordt geopend bin-
nen ongeveer
45 seconden nadat
het contact UIT is
gezet.
4.2.2 Achterklep
De achterklep kan als volgt worden
vergrendeld/ontgrendeld en
geopend/gesloten.
De klep van de laadaansluiting en de
laadstekker worden ook vergrendeld en
ontgrendeld. (→Blz. 104)
WAARSCHUWING!
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht. Het niet
in acht nemen van de
voorzorgsmaatregelen kan dodelijk of
ernstig letsel tot gevolg hebben.
Voordat u gaat rijden
• Controleer of de achterklep volledig
gesloten is. Als de achterklep niet
volledig is gesloten, kan deze tijdens
het rijden onverwacht opengaan en
objecten raken en kunnen er
voorwerpen of bagage uit de
bagageruimte vallen, waardoor een
ongeval kan ontstaan.
4.2 Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
186
Page 189 of 610

WAARSCHUWING!(Vervolgd)
• Laat kinderen niet in de
bagageruimte spelen. Als een kind
per ongeluk in de bagageruimte
wordt opgesloten, kan het bevangen
worden door de hitte of
verwondingen oplopen.
• Laat kinderen de achterklep niet
openen of sluiten. De achterklep kan
mogelijk onverwachts in beweging
komen of er kan een lichaamsdeel
bekneld raken.
Belangrijke punten tijdens het rijden
• Zorg ervoor dat de achterklep tijdens
het rijden gesloten is. Als de
achterklep open blijft, kan deze
tijdens het rijden voorwerpen raken
of kan er bagage uit de bagageruimte
vallen, waardoor een ongeval kan
ontstaan.
• Sta nooit toe dat er personen in de
bagageruimte meerijden. Bij
plotseling remmen, een plotselinge
uitwijkmanoeuvre of een aanrijding
lopen ze eerder dodelijk of ernstig
letsel op.
Achterklepgrepen
Hang geen objecten aan de
achterklepgrepen. Als er een object aan
wordt gehangen, kan de achterklep
plotseling dichtvallen, waardoor
lichaamsdelen bekneld kunnen raken,
hetgeen dodelijk of ernstig letsel tot
gevolg kan hebben.
Bedienen van de achterklep
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht. Het niet
in acht nemen van de
voorzorgsmaatregelen kan dodelijk of
ernstig letsel tot gevolg hebben.
• Verwijder sneeuw en ijs van de
achterklep voordat u deze opent. Als
u dat niet doet, kan de achterklep na
het openen plotseling weer
dichtvallen.
• Controleer voordat u de achterklep
opent of sluit zorgvuldig of de
omgeving veilig is.
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
• Zorg er als er iemand dichtbij staat
voor dat deze persoon veilig is en
meld dat u de achterklep gaat
openen of sluiten.
• Wees voorzichtig bij het openen en
sluiten van de achterklep bij sterke
wind, aangezien de achterklep als
gevolg van sterke wind plotseling
kan bewegen.
• Auto's zonder elektrisch bedienbare
achterklep: Als de achterklep niet
helemaal wordt geopend, kan deze
plotseling dichtvallen. Op een helling
is het moeilijker om de achterklep te
openen of te sluiten dan op een
horizontale ondergrond. Let dus op
dat de achterklep niet plotseling
vanzelf open- of dichtgaat.
Controleer voordat u de
bagageruimte gebruikt of de
achterklep volledig geopend en veilig
is.
• Auto's met elektrisch bedienbare
achterklep: Als de achterklep niet
helemaal wordt geopend, kan deze
op een steile helling plotseling
dichtvallen. Controleer voordat u de
bagageruimte gebruikt of de
achterklep niet dicht kan vallen.
• Let bij het sluiten van de achterklep
goed op dat er geen vingers, enz.
bekneld raken.
4.2 Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
187
4
Voordat u gaat rijden
Page 190 of 610

WAARSCHUWING!(Vervolgd)
• Auto's zonder elektrisch bedienbare
achterklep: Controleer na het sluiten
van de achterklep altijd of deze goed
gesloten is door er even op te
drukken. Als de achterklepgreep
wordt gebruikt om de achterklep
volledig te sluiten, kunnen uw
handen of armen bekneld raken.
• Auto's zonder elektrisch bedienbare
achterklep: Trek nooit aan de steun
van de achterklepgasdemper
(→blz. 190) om de achterklep te
sluiten en hang niets aan de steun
van de gasdemper. Als dat wel
gebeurt, kunnen uw handen bekneld
raken of kan de steun van de
achterklepgasdemper afbreken,
waardoor een ongeval kan ontstaan.
• Auto's met elektrisch bedienbare
achterklep: Trek nooit aan de
achterklepspindel (→blz. 198) om
de elektrisch bedienbare achterklep
te sluiten en hang niets aan de
achterklepspindel. Als dat wel
gebeurt, kunnen uw handen bekneld
raken of kan de achterklepspindel
afbreken, waardoor een ongeval kan
ontstaan.
• Auto's zonder elektrisch bedienbare
achterklep: Als er op de achterklep
een fietsendrager of een
vergelijkbaar zwaar onderdeel
gemonteerd is, kan de achterklep na
het openen plotseling dichtvallen
waardoor lichaamsdelen bekneld
kunnen raken en letsel kan
optreden. Wij raden u aan om
originele Toyota-onderdelen te
gebruiken wanneer u accessoires op
de achterklep wilt monteren.Van buitenaf vergrendelen en
ontgrendelen van de achterklep
Met de instapfunctie
Zorg dat u de elektronische sleutel bij u
hebt om deze functie in te kunnen
schakelen.
1. Ontgrendelen van alle portieren
De portieren en de achterklep kunnen
gedurende 3 seconden na het
vergrendelen niet worden
ontgrendeld.
2. Vergrendelen van alle portieren
Controleer of het portier goed
vergrendeld is.
Met de afstandsbediening
→Blz. 182
Feedbacksignalen
→Blz. 183
Beveiligingsfunctie
→Blz. 183
Van binnenuit ontgrendelen en
vergrendelen van de achterklep
Gebruik van de schakelaars van de
centrale vergrendeling
→Blz. 185
4.2 Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
188