TOYOTA RAV4 PLUG-IN HYBRID 2022 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2022, Model line: RAV4 PLUG-IN HYBRID, Model: TOYOTA RAV4 PLUG-IN HYBRID 2022Pages: 610, PDF Size: 139.2 MB
Page 141 of 610

Waarschijnlijke oorzaak Correctieprocedure
De AC-laadkabel is niet aangesloten op de
autoSluit de AC-laadkabel aan alvorens het laad-
schema te gebruiken.
Onjuiste laadmodus geselecteerdControleer de instelling van de laadmodus.
(→Blz. 125)
Als de laadmodus is ingesteld op “Start”, be-
gint het laden op het ingestelde tijdstip, maar
als “Departure” (vertrek) is ingesteld, is het
laden voltooid op het ingestelde tijdstip. (De
starttijd voor het laden wordt automatisch
geregeld door het systeem.)
Het laden begint, ook al is er een laadschema geregistreerd
Waarschijnlijke oorzaak Correctieprocedure
“Charge Now” (nu opladen) is ingesteld op
“On” (aan)Stel “Charge Now” (nu opladen) in op “Off”
(uit) om te laden overeenkomstig het laad-
schema. (→Blz. 131)
laadschema is ingesteld op “Off” (uit)Controleer of laadschema niet is ingesteld op
“Off” (uit). (→Blz. 131)
De laadmodus is ingesteld op “Departure”
(vertrek) en de geplande vertrektijd ligt dicht
bij het huidige tijdstipAls het systeem vaststelt dat er geen tijd is
om het laden te voltooien op de geplande ver-
trektijd, begint het met laden. Controleer de
laadschema's.
De AC-laadkabel was verwijderd en opnieuw
aangesloten terwijl de laadindicator van de
laadaansluiting knipperdeAls de AC-laadkabel was verwijderd en op-
nieuw aangesloten terwijl de laadindicator
knipperde, wordt het laadschema geannu-
leerd (→blz. 120).
Verwijder de AC-laadkabel tijdelijk en sluit
hem weer aan.
De “Mijn ruimte-modus” of de op afstand be-
dienbare airconditioning was in werkingAls de “Mijn ruimte-modus” of de op afstand
bedienbare airconditioning wordt ingescha-
keld, start het systeem met laden, ook al is er
een laadschema geregistreerd. Stop de “Mijn
ruimte-modus” of de op afstand bedienbare
airconditioning en sluit vervolgens de AC-
laadkabel opnieuw aan om te laden met be-
hulp van het laadschema.
De “Battery Heater” (batterijverwarming)
(→blz. 111) is in werkingAls de laadmodus is ingesteld op “Departure”
(vertrek), kan de “Battery Heater” (batterij-
verwarming) in werking treden voordat het
laden begint. Controleer de status van de
laadindicator van de laadaansluiting.
(→Blz. 91)
De buitentemperatuur is laag en de opwarm-
regeling van het batterijpakket (tractiebatte-
rij) (→blz. 111) is in werking (alleen Groen-
land)Als de opwarmregeling van het batterijpakket
(tractiebatterij) in werking is, worden de laad-
schema's genegeerd en wordt met laden be-
gonnen. Ga door met laden om het batte-
rijpakket (tractiebatterij) te beschermen.
2.2 Laden
139
2
Plug-in hybridesysteem
Page 142 of 610

Het laden stopt eerder dan het tijdstip dat is ingesteld bij “Departure” (vertrek)
Waarschijnlijke oorzaak Correctieprocedure
Het tijdstip waarop het laden stopt, komt niet
overeen met het geschatte eindtijdstip door
de conditie van de voedingsbron of de buiten-
temperatuurAls er plotselinge veranderingen in tempera-
tuur of veranderingen in de conditie van de
voedingsbron optreden tijdens het laden, kan
het laden eerder beëindigd worden dan het
tijdstip dat berekend is door het systeem.
Het laden is niet voltooid, hoewel het tijdstip is ingesteld op “Departure” (vertrek)
Waarschijnlijke oorzaak Correctieprocedure
“Climate Prep” (aircovoorbereiding) is inge-
steld op “On” (aan)Als “Climate Prep” (aircovoorbereiding) is
ingesteld op “On” (aan), werkt de airconditio-
ning tot aan het vertrektijdstip.
Daarom kan het laden wellicht niet voltooid
zijn op het ingestelde tijdstip vanwege de
laadcondities.
Ga door met laden om het batterijpakket
(tractiebatterij) volledig te laden.
Het tijdstip waarop het laden stopt, komt niet
overeen met het geschatte eindtijdstip door
de conditie van de voedingsbron of de buiten-
temperatuurAls er plotselinge veranderingen in tempera-
tuur of veranderingen in de conditie van de
voedingsbron optreden tijdens het laden, kan
het laden beëindigd worden op een ander
tijdstip dan het tijdstip dat berekend is door
het systeem.
Het laden start niet, hoewel het tijdstip dat is ingesteld in “Start” is bereikt
Waarschijnlijke oorzaak Correctieprocedure
De AC-laadkabel is aangesloten na het instel-
len van het tijdstipSluit de AC-laadkabel aan vóór het instellen
van het tijdstip in “Start”.
Als er een laadgerelateerde melding wordt weergegeven
Als een portier wordt geopend en het contact UIT staat, wordt na het laden een melding
weergegeven op het multi-informatiedisplay.
Volg, als dit gebeurt, de instructies op het scherm.
2.2 Laden
140
Page 143 of 610

Als “Charging Stopped Due to Pulled Charging Connector” wordt weergegeven
Waarschijnlijke oorzaak Correctieprocedure
De laadstekker is verwijderd tijdens het laden
Als de laadstekker verwijderd wordt tijdens
het laden, wordt het laden gestopt. Sluit de
laadstekker weer aan als u het batterijpakket
(tractiebatterij) volledig wilt laden. Nadat het batterijpakket (tractiebatterij) vol-
ledig is geladen, wordt de laadstekker verwij-
derd terwijl het batterijpakket (tractiebatte-
rij) opnieuw wordt geladen doordat functies
die stroom verbruiken
*gebruikt zijn en de
resterende lading afgenomen is.
De laadstekker is niet goed aangeslotenControleer de aansluitstatus van de laadstek-
ker.
■Plaats de laadstekker bij het aansluiten
goed.
■Controleer na het aansluiten van de
laadstekker of de laadindicator van de
laadaansluiting gaat branden.
Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige als er niet geladen kan
worden hoewel de juiste procedures gevolgd
zijn.
De laadstekker is ontgrendeld tijdens het la-
denAls de laadstekker ontgrendeld wordt tijdens
het laden, wordt het laden gestopt. Sluit de
laadstekker weer aan om verder te gaan met
laden.
*Er wordt stroom verbruikt als de “Battery Heater” (verwarming batterijpakket)
(→blz. 111), de aircogekoppelde functie (→blz. 126) of de op afstand bedienbare
airconditioning wordt bediend (→blz. 379).
Als “Charging Complete Limited Due to Battery Temp” (laden voltooid, beperkt door
temperatuur batterijpakket) wordt weergegeven
Waarschijnlijke oorzaak Correctieprocedure
Het laden is gestopt om het batterijpakket
(tractiebatterij) te beschermen omdat de
temperatuur gedurende een bepaalde peri-
ode hoog was.Laat het batterijpakket (tractiebatterij) af-
koelen en laad het nogmaals als de lading nog
niet het gewenste niveau heeft bereikt.
2.2 Laden
141
2
Plug-in hybridesysteem
Page 144 of 610

Als “Charging Stopped Check Charging Source” (laden gestopt, controleer laadsysteem)
wordt weergegeven (1)
Waarschijnlijke oorzaak Correctieprocedure
Probleem in voeding externe voedingsbronControleer het volgende.
■Of de stekker niet is losgekoppeld
■Of de op afstand bedienbare schakelaar
niet is uitgeschakeld
■Of het controlelampje Power van het CCID
(Charging Circuit Interrupting Device,
onderbrekingsapparaat laadsysteem)
brandt
■Of de stroomonderbreker is geactiveerd
Als er geen probleem is met een van
bovenstaande items, kan er een probleem zijn
met de contactdoos van het gebouw. Neem
contact op met een elektricien en vraag om
een controle. (Neem contact op met de
beheerder van het laadstation als er een
probleem is met het laadstation.)
Als er niet geladen kan worden hoewel er
geen probleem is met de stroomtoevoer, kan
er een storing in het systeem aanwezig zijn.
Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Verder kan er, als het waarschuwingslampje
storing van het CCID (Charging Circuit
Interrupting Device, onderbrekingsapparaat
laadsysteem) knippert, sprake zijn van een
lekstroom. Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Lader is gestopt met ladenHet laden kan geannuleerd zijn door een on-
derbreking in de stroomvoorziening, afhan-
kelijk van de specificaties van de lader. Raad-
pleeg de instructies die zijn meegeleverd met
de lader.
■Als het laden gestopt is bij gebruik van de
lader
■Lader met laadschemafunctie
■Lader die niet compatibel is met de
laadschemafunctie van de auto
Controleer of laden mogelijk is met de
AC-laadkabel die meegeleverd is met de auto.
Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige als er niet geladen kan
worden, zelfs niet met de originele
AC-laadkabel.
2.2 Laden
142
Page 145 of 610

Als “Charging Stopped Check Charging Source” (laden gestopt, controleer laadsysteem)
wordt weergegeven (2)
Waarschijnlijke oorzaak Correctieprocedure
Lader is niet compatibel met de autoControleer of laden mogelijk is met de AC-
laadkabel die meegeleverd is met de auto.
Neem contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige als er niet geladen kan worden,
zelfs niet met de originele AC-laadkabel. Lader is gestopt met laden
Als “Charging Stopped Check Charging Source” (laden gestopt, controleer laadsysteem)
wordt weergegeven (3)
Waarschijnlijke oorzaak Correctieprocedure
Probleem in voeding externe voedingsbronControleer het volgende.
■Stekker is goed aangesloten
■Er wordt geen verlengkabel gebruikt en de
contactdoos is niet overbelast
■Aangesloten op een speciaal
voedingscircuit
■Er is geen lekstroom
Als er geen probleem is met een van
bovenstaande items, kan er een probleem zijn
met de contactdoos van het gebouw. Neem
contact op met een elektricien en vraag om
een controle.
Als er niet geladen kan worden hoewel er
geen probleem is met de stroomtoevoer, kan
er een storing in het systeem aanwezig zijn.
Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Lader is gestopt met ladenControleer of laden mogelijk is met de AC-
laadkabel die meegeleverd is met de auto.
Neem contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige als er niet geladen kan worden,
zelfs niet met de originele AC-laadkabel.
2.2 Laden
143
2
Plug-in hybridesysteem
Page 146 of 610

Als “Charging Stopped High Energy Use See Owner’s Manual” (laden gestopt, hoog
energieverbruik, zie handleiding) wordt weergegeven
Waarschijnlijke oorzaak Correctieprocedure
Er wordt vermogen verbruikt door elektrische
componenten van de autoControleer de volgende items en voer de
laadprocedure nogmaals uit.
■Als de koplampen en het audiosysteem
ingeschakeld zijn, schakel ze dan uit.
■Zet het contact UIT.
Als het laden niet kan worden uitgevoerd,
zelfs niet na het uitvoeren van bovenstaande
stappen, is de accu mogelijk onvoldoende
geladen. Laat het hybridesysteem ongeveer
15 minuten of langer werken om de accu op
te laden.
Als “Charging System Malfunction See Owner’s Manual” (storing laadsysteem,
raadpleeg handleiding) wordt weergegeven
Waarschijnlijke oorzaak Correctieprocedure
Storing opgetreden in laadsysteemLaat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
Als “The Traction Battery Temp is low System put priority on charging to preserve
battery condition” (temperatuur tractiebatterij is laag, systeem geeft prioriteit aan
laden om conditie batterij op peil te houden) wordt weergegeven (alleen Groenland)
Waarschijnlijke oorzaak Correctieprocedure
De opwarmregeling van het batterijpakket
(tractiebatterij) was in werking (→blz. 111)Als de opwarmregeling van het batterijpakket
(tractiebatterij) in werking is, wordt het laad-
schema niet gebruikt en wordt er geladen.
Dit is een regeling om het batterijpakket
(tractiebatterij) te beschermen en geen
storing.
2.2 Laden
144
Page 147 of 610

3.1 Instrumentenpaneel...........146
3.1.1 Waarschuwingslampjes en
controlelampjes..........146
3.1.2 Meters en tellers..........151
3.1.3 Multi-informatiedisplay......156
3.1.4 Head-up display
*.........167
3.1.5 Energiemonitor/
verbruiksscherm..........171
Voertuigstatusinformatie en
controlelampjes3
145
Page 148 of 610

3.1 Instrumentenpaneel
3.1.1 Waarschuwingslampjes en controlelampjes
De waarschuwingslampjes en controlelampjes op het instrumentenpaneel, het
middenpaneel en de buitenspiegels informeren de bestuurder over de status van de
diverse systemen van de auto.
Instrumentenpaneel
Om de functie van alle lampjes uit te leggen, zijn in de volgende afbeelding alle
waarschuwingslampjes en controlelampjes brandend afgebeeld.
Voor de weergave kan worden gekozen uit een analoge en een digitale snelheidsmeter.
(→Blz. 163)
Wanneer de analoge snelheidsmeter wordt weergegeven
De eenheden op de tellers en enkele indicatoren kunnen per regio verschillen.
3.1 Instrumentenpaneel
146
Page 149 of 610

Wanneer de digitale snelheidsmeter wordt weergegeven
Waarschuwingslampjes
Waarschuwingslampjes informeren de
bestuurder over storingen in de
aangegeven systemen van de auto.
(Rood)Waarschuwingslampje
remsysteem
*1
(→blz. 466)
(Geel)Waarschuwingslampje
remsysteem
*1
(→blz. 466)
Laadstroomcontrole-
lampje*1(→blz. 466)
Waarschuwingslampje
hoge koelvloeistoftempe-
ratuur
*2(→blz. 466)
Waarschuwingslampje
hybridesysteem overver-
hit
*2(→blz. 467)
Waarschuwingslampje
lage oliedruk*2
(→blz. 467)
Motorcontrolelampje*1
(→blz. 467)
Waarschuwingslampje
SRS*1(→blz. 467)
Waarschuwingslampje
ABS*1(→blz. 467)
(Rood/geel)Waarschuwingslampje
elektrische stuurbekrach-
tiging*1(→blz. 468)
(Knippert of
brandt)Waarschuwingslampje
PCS
*1(indien aanwezig)
(→blz. 468)
(Oranje)Controlelampje LTA (in-
dien aanwezig)
(→blz. 468)
Controlelampje Toyota
Parking Assist-sensor
OFF
*3(→blz. 468)
De eenheden op de tellers en enkele indicatoren kunnen per regio verschillen.
3.1 Instrumentenpaneel
147
3
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Page 150 of 610

Controlelampje PKSB
OFF*1(indien aanwezig)
(→blz. 469)
Controlelampje BSM
OFF*1(indien aanwezig)
(→blz. 469)
Controlelampje RCTA
OFF*1(indien aanwezig)
(→blz. 469)
Controlelampje Traction
Control*1(→blz. 470)
Waarschuwingslampje
onjuiste bediening pe-
daal
*2(→blz. 470)
(Knippert)Controlelampje Brake
Hold-systeem in wer-
king*1(→blz. 470)
(Knippert)Waarschuwingslampje
parkeerrem (→blz. 470)
Waarschuwingslampje
lage bandenspanning*1
(→blz. 471)
Waarschuwingslampje
laag brandstofniveau
(→blz. 471)
Controlelampje
bestuurders- en voorpas-
sagiersgordel (→blz. 471)
Controlelampjes achter-
passagiersgordels
(→blz. 471)
*1Deze lampjes gaan branden als het
contact AAN wordt gezet om aan te
geven dat er een systeemcontrole wordt
uitgevoerd. Ze gaan uit nadat het
hybridesysteem is ingeschakeld of na
enkele seconden. Er kan een storing in
een systeem aanwezig zijn als het lampje
niet gaat branden of uitgaat. Laat de auto
nakijken door een erkende Toyota-dealerof hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
*2Dit lampje brandt op het multi-
informatiedisplay en er wordt een
melding weergegeven.
*3Het controlelampje Toyota Parking
Assist-sensor OFF gaat branden wanneer
het contact AAN wordt gezet, terwijl de
Toyota Parking Assist-sensor is
ingeschakeld. Het gaat na enkele
seconden uit.
WAARSCHUWING!
Als een waarschuwingslampje van
een veiligheidssysteem niet gaat
branden
Als een lampje van een
veiligheidssysteem zoals het ABS of het
waarschuwingslampje SRS niet gaat
branden als u het hybridesysteem start,
kan dat betekenen dat deze systemen
niet beschikbaar zijn om u te
beschermen in geval van een ongeval,
waardoor ernstig letsel zou kunnen
ontstaan. Laat, als dit gebeurt, de auto
onmiddellijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Controlelampjes
De controlelampjes informeren de
bestuurder over de bedrijfsstatus van de
verschillende systemen van de auto.
Controlelampje richting-
aanwijzers (→blz. 254)
Controlelampje achter-
licht (→blz. 260)
Controlelampje groot-
licht (→blz. 262)
3.1 Instrumentenpaneel
148