CITROEN C-ELYSÉE 2017 Instructieboekjes (in Dutch)
Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2017, Model line: C-ELYSÉE, Model: CITROEN C-ELYSÉE 2017Pages: 306, PDF Size: 9.41 MB
Page 121 of 306

119
Snelheidsbegrenzer
Dit systeem voorkomt dat de auto de door de 
bestuurder ingestelde snelheid overschrijdt.
Als de ingestelde maximumsnelheid is bereikt, 
heeft het geleidelijk dieper intrappen van het 
gaspedaal geen effect.
Het inschakelen van de snelheidsbegrenzer 
geschiedt handmatig: de ingestelde snelheid 
dient minimaal 30
  km/h te bedragen.
Het uitschakelen  van de snelheidsbegrenzer 
geschiedt eveneens handmatig met de hendel.
Door het gaspedaal met kracht in te trappen 
kan de ingestelde snelheid tijdelijk worden 
overschreden.
Als het gaspedaal vervolgens geleidelijk weer 
wordt losgelaten en de wagensnelheid onder 
de ingestelde maximumsnelheid komt, wordt de 
snelheidsbegrenzer weer geactiveerd.
De ingestelde snelheid blijft na het afzetten van 
het contact opgeslagen in het geheugen.
Bij het gebruik van de snelheidsbegrenzer 
moet de bestuurder te allen tijde de 
snelheidslimiet in acht nemen en zijn 
aandacht op het verkeer blijven vestigen.Stuurkolomschakelaars
De bediening van de snelheidsregelaar is 
ondergebracht in de hendel A .
1 Knop voor het selecteren van de 
snelheidsbegrenzer.
2 Toets voor het verlagen van de ingestelde 
snelheid
3 Toets voor het verhogen van de 
ingestelde snelheid
4 Toets voor het in-/uitschakelen van de 
snelheidsbegrenzer.
Weergave op het display
De informatie van de snelheidsbegrenzer wordt 
weergegeven op het display van het instrumentenpaneel.
5Snelheidsbegrenzer A AN/UIT.
6 Snelheidsbegrenzer geselecteerd.
7 Ingestelde snelheid.
6 
Rijden  
Page 122 of 306

120
Instellingen
Er kan een snelheid worden ingesteld zonder 
de begrenzer in te schakelen.Pauze
F Draai de rolknop 1 in de stand LIMIT: de snelheidsbegrenzer is geselecteerd, maar 
nog niet ingeschakeld (PAUSE).
F
 
S
 tel de snelheid in door op de toets 2 of 3 
te drukken (bijv. 90
  km/h). F
 
U
 itschakelen van de snelheidsbegrenzer: 
druk op de toets 4 : het uitschakelen wordt 
bevestigd op het display (PAUSE).
F  
W
 eer inschakelen van de 
snelheidsbegrenzer: druk nogmaals op de 
toets 4 .
U kunt de ingestelde snelheid vervolgens 
wijzigen met de toetsen 2 en 3
:
-  
+
 /- 1   km = kort indrukken.
-  
+
 /- 5   km = lang indrukken.
-  
+
 /- in stappen van 5   km = ingedrukt 
houden.
F  
In
 schakelen van de snelheidsbegrenzer: 
druk op de toets 4 . 
Rijden  
Page 123 of 306

121
Overschrijden van de 
ingestelde snelheid
Als het gaspedaal geleidelijk dieper wordt ingetrapt, 
wordt de snelheid niet verhoogd. Als het gaspedaal 
echter met kracht  wordt ingetrapt, tot voorbij het 
zware punt , wordt de snelheid wel verhoogd.
De snelheidsbegrenzer wordt tijdelijk 
uitgeschakeld en de op het display 
weergegeven ingestelde snelheid 
gaat knipperen in combinatie met een 
geluidssignaal.
Het knipperen van de ingestelde snelheid 
in combinatie met het geluidssignaal stopt 
automatisch als het gaspedaal wordt 
losgelaten.
Uitschakelen van de 
snelheidsbegrenzer Storing
In het geval van een storing in de 
snelheidsbegrenzer wordt de ingestelde 
snelheid gewist en knipperen de streepjes op 
het display.
Laat ze controleren door het 
CITROËN-netwerk 
of een gekwalificeerde werkplaats.
Bij een steile afdaling of bij het krachtig 
intrappen van het gaspedaal kan de 
snelheidsbegrenzer niet voorkomen dat de 
ingestelde snelheid wordt overschreden.
Om te voorkomen dat de pedalen blijven 
hangen:
-
 
c
ontroleer of de mat goed op zijn 
plaats ligt,
-
 
l
eg nooit meerdere matten op elkaar.
F
 
D
raai de knop 1 in de stand 0: de selectie 
van de snelheidsbegrenzer wordt 
ongedaan gemaakt. Op het display wordt 
weer de kilometerteller weergegeven.
6 
Rijden  
Page 124 of 306

122
Snelheidsregelaar
Met behulp van de snelheidsregelaar kan 
de bestuurder met een constante ingestelde 
snelheid rijden zonder gas te hoeven geven.
Het inschakelen  van de snelheidsregelaar 
geschiedt handmatig: daarvoor moet de auto met 
een snelheid van minstens 40
  km/h rijden, waarbij:
- De vierde versnelling moet zijn ingeschakeld bij een handgeschakelde 
versnellingsbak,
- De tweede versnelling moet zijn  ingeschakeld bij rijden in de handmatige 
stand bij een elektronisch gestuurde 
versnellingsbak of automatische transmissie,
- Bij een elektronisch gestuurde versnellingsbak de stand A moet zijn 
geselecteerd en bij een automatische 
transmissie de stand D moet zijn 
geselecteerd.
Het uitschakelen  van de snelheidsregelaar 
geschiedt handmatig met de hendel, door het 
rem- of koppelingspedaal in te trappen of, uit 
veiligheidsoverwegingen, door activering van 
de dynamische stabiliteitsregeling.
De ingestelde tijd kan tijdelijk worden 
overschreden door het gaspedaal in te trappen.
Om weer terug te keren naar de ingestelde 
snelheid is het voldoende het gaspedaal los te 
laten.
Na het afzetten van het contact worden alle 
ingestelde snelheden gewist. Bij het gebruik van de snelheidsregelaar 
moet de bestuurder te allen tijde de 
snelheidslimiet in acht nemen, zijn 
aandacht op het verkeer blijven vestigen 
en zijn verantwoordelijkheid nemen.
Stuurkolomschakelaars
De bediening van de snelheidsregelaar is 
ondergebracht in de hendel A
.
1 Knop voor het selecteren van de 
snelheidsregelaar.
2 Toets voor het verlagen van de ingestelde 
snelheid
3 Toets voor het verhogen van de 
ingestelde snelheid
4 Toets voor het in-/uitschakelen van de 
snelheidsregelaar
Weergave op het display
De informatie van de snelheidsbegrenzer 
wordt weergegeven op het display van het 
instrumentenpaneel.
5Snelheidsregelaar AAN/UIT.
6 Snelheidsregelaar geselecteerd.
7 Ingestelde snelheid. 
Rijden  
Page 125 of 306

123
Instellingen
Pauze
F Draai de rolknop 1 in de stand CRUISE: de snelheidsregelaar is geselecteerd, maar 
nog niet ingeschakeld (PAUSE).
F
 
S
 tel de snelheid in door 
de wagensnelheid op het 
gewenste niveau te brengen en 
vervolgens op de toets 2 of 3 te 
drukken (bijv.: 110
  km/h).U kunt de ingestelde snelheid vervolgens 
wijzigen met de toetsen 2 en 3
:
-  
+
 /- 1   km = kort indrukken.
-  
+
 /- 5   km = lang indrukken.
-  
+
 /- in stappen van 5   km = ingedrukt 
houden.
F  
U
 itschakelen van de snelheidsregelaar: 
druk op de toets 4 : het uitschakelen wordt 
bevestigd op het display (PAUSE).
F  
W
 eer inschakelen van de 
snelheidsregelaar: druk nogmaals op de 
toets 4 .
6 
Rijden  
Page 126 of 306

124
Overschrijden van de 
ingestelde snelheid
Als de ingestelde snelheid wordt overschreden, 
gaat de ingestelde snelheid op het display 
knipperen.
Het knipperen van de ingestelde snelheid 
stopt automatisch als het gaspedaal wordt 
losgelaten.
Uitschakelen van de 
snelheidsregelaarStoring
Let tijdens het gebruik van de 
snelheidsregelaar op wanneer u de 
snelheid met de toetsen instelt; dit kan 
een plotselinge verandering van de 
wagensnelheid veroorzaken.
Gebruik de snelheidsregelaar niet op 
gladde wegen of bij druk verkeer.
Op een steile afdaling kan de 
snelheidsregelaar niet voorkomen dat de 
auto de ingestelde snelheid overschrijdt.
Om te voorkomen dat de pedalen blijven 
hangen:
-
 
C
 ontroleer of de mat goed bevestigd 
is.
-
 
L
 eg nooit meerdere matten op elkaar.
In het geval van een storing in de 
snelheidsregelaar wordt de ingestelde snelheid 
gewist en knipperen de streepjes op het display. 
Laat ze controleren door het 
CITROËN-netwerk 
of een gekwalificeerde werkplaats.
F
 
D
raai de rolknop 1 in de stand 0: de 
selectie van de snelheidsregelaar wordt 
ongedaan gemaakt. Op het display wordt 
weer de kilometerteller weergegeven. 
Rijden  
Page 127 of 306

125
Parkeerhulp achter
Deze functie signaleert met behulp van 
sensoren in de bumper obstakels in de 
nabijheid van de auto (personen, auto's, 
bomen, slagbomen, enz.) die binnen het 
detectiebereik vallen.
Bepaalde obstakels (zoals paaltjes en pionnen) 
die aanvankelijk wel worden gedetecteerd, 
worden mogelijk niet meer gedetecteerd als ze 
zich in de dode hoek van het detectiebereik van 
de sensoren bevinden.Deze functie is een hulpsysteem: de 
bestuurder dient altijd alert te blijven.
De functie wordt geactiveerd zodra de 
achteruitversnelling wordt ingeschakeld. Hierbij 
klinkt een geluidssignaal.
Zodra de achteruitversnelling wordt 
uitgeschakeld, is de functie niet meer actief.
Geluidssignalen
De bestuurder wordt via een onderbroken 
geluidssignaal gewaarschuwd bij het 
naderen van obstakels. De frequentie van het 
geluidssignaal neemt toe naarmate de auto het 
obstakel nadert.
Aan de weergave van het geluidssignaal via 
de luidspreker (rechts of links) is te herkennen 
aan welke zijde van de auto het obstakel zich 
bevindt.
Zodra de afstand tussen de auto en het 
obstakel kleiner wordt dan dertig centimeter, 
klinkt het geluidssignaal ononderbroken.
Grafische weergave
De grafische weergave is een aanvulling op het 
geluidssignaal. Op het scherm worden blokken 
weergegeven die het pictogram van de auto 
steeds dichter naderen.
Als de auto het obstakel zeer dicht genaderd is, 
verschijnt het symbool "Gevaar" op het scherm.
6 
Rijden  
Page 128 of 306

126
Uitschakelen / Inschakelen
Deze functie kan worden gedeactiveerd of 
geactiveerd via het configuratiemenu van de 
auto.
Met audiosysteem
Activeer of deactiveer in het 
menu "Persoonlijke instelling 
– configuratie " de optie 
" Parkeerhulp ".
Met touchscreen
Druk op MENU .
Activeer of deactiveer in het 
menu " Rijden / Auto " de optie 
" Parkeerhulp ".
De functie wordt automatisch 
uitgeschakeld zodra een aanhanger wordt 
aangekoppeld of een fietsendrager wordt 
gemonteerd (auto's voorzien van een 
door 
CITROËN aanbevolen trekhaak of 
fietsendrager).
Storing
 of  Als er een storing in het systeem 
optreedt bij het inschakelen 
van de achteruitversnelling, 
gaat dit verklikkerlampje op het 
instrumentenpaneel branden en/
of verschijnt een melding op het 
scherm in combinatie met een 
geluidssignaal (kort piepsignaal).
Neem contact op met het 
CITROËN-netwerk of 
een gekwalificeerde werkplaats.
Let er bij slecht weer en in de winter 
altijd op dat de sensoren niet met 
modder, sneeuw of ijs bedekt zijn. Bij het 
inschakelen van de achteruitversnelling 
geeft een geluidssignaal (lange pieptoon) 
aan dat de sensoren vuil kunnen zijn.
De parkeerhulp kan geluidssignalen 
geven als reactie op bepaalde 
omgevingsgeluiden (motoren, 
vrachtwagens, drilboren, enz.). 
Rijden  
Page 129 of 306

127
Achteruitrijcamera
De achteruitrijcamera wordt automatisch 
geactiveerd wanneer de achteruitversnelling 
wordt ingeschakeld.
De beelden van de camera worden 
weergegeven op het touchscreen.
De achteruitrijcamera kan zijn gecombineerd 
met het parkeerhulpsysteem.De boven op de beelden weergegeven strepen 
helpen u de manoeuvre uit te voeren.
Ze worden weergegeven als strepen "op de 
weg" en geven geen indicatie van de positie 
van de auto ten opzichte van hoge obstakels 
(bijvoorbeeld andere auto's).
Een zekere vervorming van het beeld is normaal.
De blauwe strepen geven de rijrichting van de 
auto weer (de afstand tussen de strepen komt 
overeen met de breedte van uw auto zonder de 
buitenspiegels).
De rode streep geeft een ruimte van 30 cm direct 
achter de achterbumper van uw auto weer.
De groene strepen geven een afstand van circa 
1 en 2 meter weer achter de achterbumper van 
uw auto.
De turquoise gebogen lijnen geven de 
maximale draaicirkels weer. De achteruitrijcamera is een hulpmiddel 
voor de bestuurder die desondanks 
waakzaam moet blijven.
Wassen met hogedrukspuit
Bewaar een afstand van minimaal 30 cm 
tussen de lans van de hogedrukreiniger 
en de lens van de camera.
Als het kofferdeksel wordt geopend, 
verdwijnen de beelden van de camera.
Maak de achteruitrijcamera regelmatig 
schoon met een zachte, droge doek.
6 
Rijden  
Page 130 of 306

TOTAL & CITROËN
Par tners in prestaties en respect voor het milieu
Innovatie voor nog betere prestaties
Sinds meer dan 40 jaar ontwikkelen de Research 
& Development-teams van TOTAL voor 
CITROËN 
smeermiddelen die geschikt zijn voor de nieuwste 
technologieën die in auto’s van het merk 
CITROËN 
worden toegepast, zowel voor wedstrijddoeleinden 
als gebruik in het dagelijkse leven.
Zo kunt u rekenen op de beste prestaties van de 
motor.
Een optimale bescherming van uw 
motor
Het gebruik van smeermiddelen 
van TOTAL bij het onderhoud van 
uw 
CITROËN zorgt voor een langere 
levensduur en betere prestaties van de 
motor, waarbij het milieu zo min mogelijk 
wordt belast.