CITROEN C-ELYSÉE 2017 Instructieboekjes (in Dutch)
Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2017, Model line: C-ELYSÉE, Model: CITROEN C-ELYSÉE 2017Pages: 306, PDF Size: 9.41 MB
Page 151 of 306

149
Bandenreparatieset
De bandenreparatieset bestaat uit een
compressor en een flacon met afdichtmiddel.
Hiermee kunt u de band tijdelijk repareren,
zodat u de dichtstbijzijnde garage kunt
bereiken.
Met deze reparatieset kunnen de meeste lekke
banden worden gerepareerd, als het lek zich in
het loopvlak of de hiel van de band bevindt.Toegang tot de set
De elektrische installatie van de auto biedt
de mogelijkheid een compressor aan te
sluiten en te gebruiken voor de duur die
nodig is om een gerepareerde lekke band
op spanning te brengen.
Deze set bevindt zich in de opbergbak onder de
vloerplaat van de bagageruimte.
Samenstelling van de set
Rijd na het repareren van een band met
de bandenreparatieset niet sneller dan
80
km/h.
1.
12V-compressor, met geïntegreerde
manometer.
2. Flacon met afdichtmiddel, met slang.
3. Sticker met snelheidslimiet.
De sticker met snelheidslimiet moet in
het interieur, in het gezichtsveld van de
bestuurder, worden geplakt om hem/haar
te herinneren aan het feit dat de band
tijdelijk is gerepareerd.
8
Storingen verhelpen
Page 152 of 306

150
Reparatiemethode
F Rol de slang uit die onder de compressor is opgeborgen.
F
Z
et het contact af.
F
P
lak de sticker met snelheidslimiet in de
auto.
Ver wijder niet het voor werp dat de
lekkage heeft veroorzaakt uit de band.
F
S
luit de slang van de compressor aan op
de flacon met afdichtmiddel. F
H
aal het dopje van het ventiel van de lekke
band en bewaar het op een schone plaats.
F
K
eer de flacon met afdichtmiddel om en
bevestig deze aan de desbetreffende
uitsparing van de compressor.
F
S
luit de slang van de flacon met
afdichtmiddel aan op het ventiel van de
lekke band en zet hem stevig vast.
Storingen verhelpen
Page 153 of 306

151
F Controleer of de schakelaar van de compressor in de stand " O" staat.
F
R
ol de elektrische kabel, die onder de
compressor is opgeborgen, volledig uit.
Als na 5 tot 7 minuten de bandenspanning
van 2 bar niet is bereikt, is de band niet
te repareren met de bandenreparatieset;
neem contact op met het
CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats
om u verder te helpen. F
Z
et de schakelaar in de stand "
O".
F
V
erwijder de set.
F
S
luit de stekker van de compressor aan op
de 12V-aansluiting van de auto.
F
Z
et het contact aan.
F
M
aak direct een rit van ongeveer vijf
kilometer met matige snelheid (tussen
20 en 60 km/h), zodat het afdichtmiddel het
lek kan dichten.
F
Z
et de auto stil en controleer de reparatie
en de bandenspanning met de set.
F
A
ctiveer de compressor door de
schakelaar in de stand " l" te zetten tot de
bandenspanning 2,0 bar bedraagt. Het
afdichtmiddel wordt onder druk in de band
gespoten; maak de slang niet los van het
ventiel tijdens deze handeling (kans op
terugslag).
8
Storingen verhelpen
Page 154 of 306

152
Controle / aanpassen bandenspanning
U kunt de compressor, zonder inspuiting
van het afdichtmiddel, ook gebruiken om
de bandenspanning te controleren of de
banden op spanning te brengen.
F
V
er wijder het dopje van het ventiel van de
band en bewaar het op een schone plaats.
F
R
ol de slang uit die onder de compressor is
opgeborgen.
F
S
luit de slang aan op het ventiel en zet
hem stevig vast. F
C
ontroleer of de schakelaar van de
compressor in de stand " O" staat.
F
R
ol de elektrische kabel, die onder de
compressor is opgeborgen, volledig uit.
F
S
luit de stekker van de compressor aan op
de 12V-aansluiting van de auto.
F
Z
et het contact aan.
Let op: het afdichtmiddel is schadelijk bij
inname en irriterend voor de ogen.
Houd het middel buiten het bereik van
kinderen.
De uiterste gebruiksdatum van het middel
is op de flacon vermeld.
Gooi de flacon na gebruik niet weg, maar
lever deze in bij het
CITROËN-netwerk of
een officieel inzamelpunt.
Vergeet niet om bij het
CITROËN-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats een
nieuwe flacon met afdichtmiddel te kopen.
Storingen verhelpen
Page 155 of 306

153
F Schakel de compressor in door de schakelaar in de stand " I" te zetten en
breng de band op de spanning die is
aangegeven op de bandenspanningssticker
van de auto. Om de bandenspanning te
verlagen: druk op de zwarte knop op de
slang van de compressor, bij de aansluiting
op het ventiel.
F
Z
et, zodra de gewenste spanning is
bereikt, de schakelaar in de stand " O".
F
V
er wijder de set en berg deze op. Controlesysteem bandenspanning
Het verklikkerlampje voor een
te lage bandenspanning zal
na het repareren van een wiel
blijven branden tot het systeem
is gereset.
Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over het
bandenspanningscontrolesysteem.
Als de spanning van één of meer
banden is aangepast, moet het
bandenspanningscontrolesysteem worden
gereset.
Zie de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over het
Bandenspanningscontrolesysteem .
8
Storingen verhelpen
Page 156 of 306

154
Reservewiel
In het geval van een lekke of beschadigde band kunt u het wiel met het bij de auto geleverde gereedschap ver wisselen volgens de onderstaande procedure.
Toegang tot het gereedschap
Het gereedschap bevindt zich onder de
vloerplaat.
Toegang:
F
O
pen het kofferdeksel.
F
T
il de vloerplaat op en ver wijder hem.
F
V
er wijder de opbergkist met het
gereedschap.
Beschikbaar gereedschapDit gereedschap is specifiek voor uw auto
en kan, afhankelijk van de uitvoering van uw
auto, verschillen. Gebruik het niet voor andere
doeleinden dan hieronder beschreven.
1 Wielsleutel.
Hiermee kan de wieldop worden verwijderd
en kunnen de wielbouten worden losgedraaid.
2Krik met geïntegreerde slinger.
Hiermee kan de auto worden opgekrikt.
3 Gereedschap voor het ver wijderen van
sierdoppen.
Hiermee kunnen bij lichtmetalen velgen de
sierdoppen van de wielbouten worden verwijderd.
4Sleepoog.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het slepen van de auto .
De krik mag uitsluitend worden gebruikt voor het
ver wisselen van een wiel met een beschadigde band.
De krik is onderhoudsvrij.
De krik voldoet aan de Europese
regelgeving zoals deze is vastgelegd in de
Richtlijn 2006/42/EG over machines.
Storingen verhelpen
Page 157 of 306

155
Toegang tot het reservewiel
Het reservewiel bevindt zich onder de
vloerplaat van de bagageruimte.
Afhankelijk van de motoruitvoering is de auto
voorzien van een volwaardig reservewiel of een
noodreservewiel (BlueHDi 100).
Verwijderen van het wiel
F Maak de opbergkist met het gereedschap los uit de klemmen (volwaardig reservewiel).
F
D
raai de centrale moer los.
F
V
erwijder het bevestigingssysteem (moer
en bout).
F
T
il het reservewiel aan de achterzijde op
en trek het naar u toe.
F
V
er wijder het wiel uit de bagageruimte.
8
Storingen verhelpen
Page 158 of 306

156
F Bevestig de opbergkist met het gereedschap (volwaardig reservewiel).
Als er geen wiel in de reservewielbak ligt,
kan het bevestigingssysteem (moer en
bout) niet teruggeplaatst worden.
Terugplaatsen van het wiel
F Leg het reservewiel in de reservewielbak.
F D raai de moer op de bout enkele
omwentelingen los.
F
P
laats het bevestigingssysteem (moer en
bout) op het midden van het wiel.
F
D
raai de centrale moer vast tot deze klikt
en het wiel goed vastzit.
Storingen verhelpen
Page 159 of 306

157
Verwijderen van het wiel
Stilzetten van de auto
Zet de auto stil op een plaats waar het verkeer
niet gehinderd wordt en zorg ervoor dat de
auto op een horizontale, stabiele en stroeve
ondergrond staat.
Trek de parkeerrem aan, zet het contact af en
schakel de eerste versnelling in* om de wielen
te blokkeren.
Controleer of het verklikkerlampje van de
parkeerrem op het instrumentenpaneel
permanent brandt.
Controleer of de inzittenden de auto hebben
verlaten en zich op een veilige plaats bevinden.
Zorg ervoor dat de krik goed op één van de
daarvoor bestemde plaatsen wordt gezet.
Als de krik verkeerd wordt gebruikt, wordt de
auto niet voldoende ondersteund en kan de
auto van de krik vallen.
Ga nooit onder een auto liggen die alleen op de
krik steunt; gebruik een bok.Gebruik geen andere krik dan de door de
fabrikant geleverde krik.
*
Stand R van de elektronisch gestuurde
versnellingsbak; stand P van de
automatische transmissie.
Wiel met wieldop
Verwijder bij het demonteren van het wiel
eerst de wieldop door deze met behulp van de
wielsleutel 1 bij de ventielopening los te wippen en
vervolgens los te trekken.
Haal bij het monteren van het wiel de
wielbouten aan en breng daarna de wieldop aan;
plaats de wieldop zo dat de uitsparing zich ter
hoogte van het ventiel bevindt en druk de wieldop
vervolgens rondom vast met de palm van uw hand.
Werkwijze
F Verwijder de sierdoppen met het gereedschap 3 (lichtmetalen velgen).
F
D
raai de wielbouten een omwenteling los
met alleen de wielsleutel 1 .
8
Storingen verhelpen
Page 160 of 306

158
F Plaats het voetstuk van de krik 2 op de grond en zorg ervoor dat het voetstuk
loodrecht onder één van de twee
steunpunten A (voor) of B (achter) is
geplaatst. Gebruik het steunpunt dat zich
het dichtste bij het te ver wisselen wiel
bevindt. F
D raai de krik 2 uit tot de kop van de krik het steunpunt A of B raakt; het contactvlak van het
steunpunt A of B moet goed in het middelste deel van de kop van de krik steken.
F
K
rik de auto op tot er voldoende ruimte tussen het wiel en de grond is om het (niet lekke)
reservewiel te monteren.
Zorg ervoor dat de krik stabiel staat. Op een gladde of losse ondergrond kan de krik
wegglijden of wegzakken – Kans op letsel!
Plaats de krik uitsluitend onder de steunpunten A of B onder de auto en zorg ervoor dat
het contactvlak van het steunpunt goed in het middelste deel van de kop van de krik steekt.
Anders kan de auto beschadigd raken en/of de krik losschieten – Kans op letsel!
Storingen verhelpen