CITROEN JUMPER SPACETOURER 2018 Instructieboekjes (in Dutch)
Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2018, Model line: JUMPER SPACETOURER, Model: CITROEN JUMPER SPACETOURER 2018Pages: 400, PDF Size: 17.17 MB
Page 271 of 400

269
Een lamp vervangen
De koplampunits zijn voorzien van glas
van polycarbonaat met een speciale
vernislaag:
F
r
einig de koplampen nooit met een
droge of schurende doek en gebruik
geen oplosmiddelen;
F
g
ebruik een spons met zeepwater of
een pH-neutraal product;
F
w
anneer u met een hogedrukreiniger
hardnekkig vuil probeert te verwijderen,
houd de straal dan nooit langdurig op
de koplampen, de achterlichten en de
randen ervan gericht, om beschadiging
van de vernislaag en de afdichtrubbers
te voorkomen.
Bij het ver vangen van lampen moet de
verlichting minstens enkele minuten
uitgeschakeld zijn (risico van ernstige
verbranding).
F
R
aak de lamp niet met de vingers aan,
maar gebruik een niet-pluizende doek.
Het is van belang dat u uitsluitend
lampen van anti-ultraviolet (UV) toepast
om beschadiging van de koplamp te
voorkomen.
Ver vang een kapotte lamp altijd door een
nieuwe lamp met dezelfde specificaties. Onder bepaalde weersomstandigheden
(lage temperatuur, vochtigheid) kan zich
een laagje condens aan de binnenzijde
van de koplampen en de achterlichten
vormen; dit verdwijnt enkele minuten na
het ontsteken van de koplampen.
Typen lampen
Uw auto is voorzien van verschillende typen
lampen. Verwijder ze als volgt:
Type A
Type B
Type C
Type D
Vervang een uitschakelde halogeenlamp
pas als deze volledig is afgekoeld (om
brandwonden te voorkomen). Raak de
lamp niet met de vingers aan, maar
gebruik een niet-pluizende doek.
Glassokkellamp: de lamp is gemonteerd met een
drukbevestiging. Trek de lamp daarom voorzichtig los.
Lamp met bajonetsluiting: druk de lamp iets in
en draai deze linksom. Halogeenlamp: duw de borgveer open en
verwijder de lamp uit de lamphouder.
Halogeenlamp: draai de lamp linksom.
8
Storingen verhelpen
Page 272 of 400

270
Type E
Controleer na het ver vangen of de
verlichting goed werkt.
Verlichting vóór
Halogeenlampen
Xenonlamp: het vervangen van een xenonlamp
moet worden uitgevoerd door het CITROËN-
netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats in verband met elektrocutiegevaar.Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het ver vangen van
lampen
en in het bijzonder de typen lampen.
Let er bij het monteren van H7-lampen met nokjes of iets
dergelijks op dat deze nokjes goed in de uitsparingen
komen, zodat het licht in de juiste richting schijnt.
1.Parkeerlichten.
Type A , W5W-5W
2. Grootlicht.
Type C , H1- 55W
3. Dimlicht.
Type C , H7- 5 5 W
4. Dagrijverlichting.
Type A , W21W LL-21W
5. Richtingaanwijzer.
Type B , PY21W-21W (amberkleurig)
Xenonlampen
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het ver vangen van
lampen en in het bijzonder de typen lampen.
1. Grootlicht.
Type C , H1- 55W
2. Dimlicht.
Type E , D8S 25W
3. Richtingaanwijzer.
Type B , PY21W-21W (amberkleurig)
Storingen verhelpen
Page 273 of 400

271
Mistverlichting
Type D, H11 - 5 5 W
Dagrijverlichting/parkeerlichten
Neem voor het ver vangen van dit type lamp
(indien aanwezig) met LED’s en lichtgeleiders
contact op met het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Het CITROËN-netwerk kan u voor de LED's
een vervangingsset leveren.
Zijknipperlicht
Type A , W Y5W-5W (amberkleurig)
-
D
ruk het zijknipperlicht naar achteren en
trek het los.
-
B
reng het zijknipperlicht vanaf de
achterzijde aan en duw hem ver volgens
naar achteren.
De amberkleurige lampen (richtingaanwijzers
en zijknipperlichten) moeten worden
ver vangen door lampen met dezelfde kleur en
eigenschappen.
Dimlicht (halogeenlampen)
Type C , H7- 5 5 W
Zorg er bij het monteren voor dat de
stekker en de lamp goed in de lichtunit
worden vastgeklikt.
F
D
ruk op de bovenste clip van het deksel en
kantel het deksel naar achteren om het te
verwijderen.
F
D
ruk op de onderste clip van de stekker en
ver wijder de stekker samen met de lamp.
F
T
rek de lamp uit de lamphouder en ver vang
de lamp.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde van demonteren.
8
Storingen verhelpen
Page 274 of 400

272
Dagrijverlichting (halogeenlampen)
Type A, W21W LL-21W
Parkeerlichten (halogeenlampen)
Type A, W5W
Grootlicht (halogeenlampen)
Type C, H1- 55W
F
D
ruk op de bovenste clip van het deksel en
kantel het deksel naar achteren om het te
verwijderen.
F
D
ruk op de twee clips aan de zijkant van de
stekker en ver wijder de stekker samen met
de lamp.
F
T
rek de lamp uit de lamphouder en ver vang
de lamp.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde van demonteren. F
D
ruk op de bovenste clip van het deksel en
kantel het deksel naar achteren om het te
verwijderen.
F
D
ruk op de twee clips aan de zijkant van de
stekker en ver wijder de stekker samen met
de lamp.
F
T
rek de lamp uit de lamphouder en ver vang
de lamp.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde van demonteren. F
D
ruk op de bovenste clip van het deksel en
kantel het deksel naar achteren om het te
verwijderen.
F
D
ruk op de onderste clip van de stekker en
ver wijder de stekker samen met de lamp.
F
T
rek de lamp uit de lamphouder en ver vang
de lamp.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde van demonteren.
Let op het gedeelte achter de rechter
lamp, dat zo heet kan zijn dat u zich eraan
kunt branden (ontluchtingsleidingen).
Storingen verhelpen
Page 275 of 400

273
Richtingaanwijzers
(halogeenlampen)
Type B, PY21W-21W (oranje)
Als een verklikkerlampje (rechts of
links) van de richtingaanwijzers sneller
knippert, is een van de lampen aan de
desbetreffende zijde defect.
Dimlicht (xenonlampen)
Type E , D8S 25W
Het ver vangen van een xenonlamp van
het type D8S moet door het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats
worden uitgevoerd: risico van elektrocutie!
Als een van de D8S-lampen defect is,
is het raadzaam beide lampen te laten
vervangen.
Grootlicht (xenonlampen)
Type C , H1- 55W
Zorg er bij het monteren voor dat de
stekker en de lamp goed in de lichtunit
worden vastgeklikt.
F
D
ruk op de bovenste clip van het deksel en
kantel het deksel naar achteren om het te
verwijderen.
F
D
raai de lamphouder los door deze een
kwart omwenteling linksom te draaien.
F
V
erwijder de lamphouder.
F
V
er vang de defecte lamp.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde van demonteren.
F Druk op de bovenste clip van het deksel en kantel het deksel naar achteren om het te verwijderen.
F
D
ruk op de onderste clip van de stekker en
ver wijder de stekker samen met de lamp.
F
T
rek de lamp uit de lamphouder en ver vang de
lamp.
Voer voor de montage dezelfde handelingen in
omgekeerde volgorde uit.
8
Storingen verhelpen
Page 276 of 400

274
Richtingaanwijzers
(xenonlampen)
Type B, PY21W-21W (oranje)
Als een controlelampje (rechts of
links) van de richtingaanwijzers sneller
knippert, is een van de lampen aan de
desbetreffende zijde defect.
Mistverlichting
Type D , H11 - 5 5 W
F
D
raai de bouten van de luchtgeleider A aan
de onderzijde van de voorbumper los.
F
V
erwijder de luchtgeleider A .F
D
ruk op de borgklem en maak de stekker
los.
F D raai de lamphouder los door deze een
kwart omwenteling linksom te draaien.
F
V
erwijder de lamphouder.
F
V
er vang de defecte lamp.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde.
U kunt voor het ver vangen van deze
lampen ook het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats raadplegen.
F
D
ruk op de bovenste clip van het deksel en
kantel het deksel naar achteren om het te
verwijderen.
F
D
raai de lamphouder los door deze een
kwart omwenteling linksom te draaien.
F
V
er vang de defecte lamp.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde van demonteren.
Storingen verhelpen
Page 277 of 400

275
1.Remlicht/parkeerlicht.
Type B , P21/5W-21/5W
2. Richtingaanwijzers.
Type B , PY21W-21W (amberkleurig)
3. Achteruitrijlicht.
Type B , P21W-21W
4. Mistachterlichten/parkeerlichten.
Type B , P21/4W-21/4W
Raadpleeg voor auto's met
binnenbekleding het CITROËN-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats om de
werkzaamheden te laten uitvoeren. F
B
ekijk welke lamp defect is en open de
achterdeuren.
F
V
erwijder aan de binnenzijde het
ventilatierooster, indien aanwezig.
F
D
raai aan de buitenzijde de twee
bevestigingsbouten los.
F
H
oud de lichtunit vast, druk op de clip aan
de binnenzijde en verwijder de lichtunit
vervolgens voorzichtig.
F
M
aak de stekker los.F
D
ruk de 3 borglippen iets naar buiten en
verwijder vervolgens de lamphouder.
F
D
ruk de defecte lamp iets in en draai hem
een kwart omwenteling rechtsom om hem te
verwijderen.
F
V
ervang de gloeilamp.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde van demonteren.
Achterlichten
(achterdeuren)
Zie de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over het ver vangen van lampen en
in het bijzonder de typen lampen.
8
Storingen verhelpen
Page 278 of 400

276
Derde remlicht (achterdeuren)
Type A, W5W-5W
F
O
pen de linker achterdeur. F
V
erwijder de lamp.
F
D
raai de lamphouder los door hem een
kwart omwenteling linksom te draaien.
F V er vang de defecte lamp.
Druk op de lamp tot hij vastklikt om hem weer
te bevestigen.
Kentekenplaatverlichting
(achterdeuren)
Type A , W5W-5W
F
S
teek een kleine schroevendraaier in een van
de buitenste openingen van het lampglas.
F
D
uw de schroevendraaier naar buiten om
het lampglas los te maken.
F
V
erwijder het lampglas.
F
V
er vang de defecte lamp.
Druk het lampglas vast in de houder om het
weer te monteren.
Plafonniers (voor en achter)
F Ver wijder de kunststof kap met behulp van een kleine schroevendraaier.
F
S
teek een schroevendraaier door de
opening en druk de lamp naar buiten.
F
M
aak de stekker los. Type A
, W5W-5W
F
M
aak het lampglas los door een kleine
schroevendraaier in de openingen aan de
buitenzijde van de plafonnier te steken.
F
V
er wijder de lamp en ver vang deze.
F
B
evestig het lampglas in de behuizing en
controleer of het goed is vastgeklikt.
Storingen verhelpen
Page 279 of 400

277
1.Remlichten/parkeerlichten.
Type B , P21/5W-21/5W
2. Richtingaanwijzers.
Type B , PY21W-21W (amberkleurig)
3. Achteruitrijlicht.
Type B , P21W-21W
4. Mistachterlicht/parkeerlicht.
Type B , P21/4W-21/4W
Raadpleeg voor auto's met
binnenbekleding het CITROËN-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats om de
werkzaamheden te laten uitvoeren. F
B
ekijk welke lamp defect is en open de
achterklep.
F
V
erwijder aan de binnenzijde het deksel,
indien aanwezig.
F
D
ruk aan de buitenzijde op de binnenste
clips van het kunststof sierdeel en kantel dit
naar buiten om het te ver wijderen.
F
D
raai de twee bevestigingsbouten los.F
H
oud de lichtunit vast, druk op de clip aan
de binnenzijde en verwijder de lichtunit
vervolgens voorzichtig.
F
M
aak de stekker los.
F
D
ruk de 3 borglippen iets naar buiten en
verwijder vervolgens de lamphouder.
Achterlichten (achterklep)
Zie de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over het ver vangen van lampen en
in het bijzonder de typen lampen.
8
Storingen verhelpen
Page 280 of 400

278
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde van demonteren.
Derde remlicht (achterklep)
Type A, W5W-5W
F
O
pen de achterklep.
F
D
ruk de defecte lamp iets in en draai hem
een kwart omwenteling rechtsom om hem te
verwijderen.
F
V
ervang de gloeilamp.
F
M
aak het bekledingspaneel aan beide
uiteinden los door het omhoog te kantelen.
F T rek aan het bekledingspaneel om de
middelste bevestigingen los te maken en
verwijder het vervolgens.
F
S
teek een schroevendraaier door de
opening en druk de lamp naar buiten.
F
M
aak de stekker los.
F
V
erwijder de lamp.
F
D
raai de lamphouder los door hem een
kwart omwenteling linksom te draaien.
F
V
er vang de defecte lamp.
Voer voor de montage dezelfde handelingen in
omgekeerde volgorde uit.
Druk op de lamp en het bekledingspaneel tot
ze vastklikken om ze weer te bevestigen.
Kentekenplaatverlichting
(achterklep)
Type A , W5W-5W
F
S
teek een kleine schroevendraaier in
een van de buitenste openingen van het
lampglas.
F
D
uw de schroevendraaier naar buiten om
het lampglas los te maken.
F
V
erwijder het lampglas.
F
V
er vang de defecte lamp.
Druk het lampglas vast in de houder om het
weer te monteren.
Storingen verhelpen