Lancia Delta 2010 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2010, Model line: Delta, Model: Lancia Delta 2010Pages: 276, PDF Size: 5.83 MB
Page 101 of 276

100WEGWIJS IN UW AUTO
KOPLAMPEN
KOPLAMPEN AFSTELLEN
Goed afgestelde koplampen zijn belangrijk voor het com-
fort en de veiligheid van uzelf en de overige weggebrui-
kers. Bovendien zijn er wettelijke voorschriften met be-
trekking tot de koplampafstelling.
Voor optimaal zicht en zichtbaarheid moeten de koplam-
pen op de juiste wijze zijn afgesteld.
Wendt u voor controle of afstelling tot het Lancia Servi-
cenetwerk.
Controleer de afstelling van de koplampen telkens als het
gewicht of de plaats van de lading wijzigt.
KOPLAMPVERSTELLING fig. 67
De auto is uitgerust met een elektrische koplampverstel-
ling, die werkt met de contactsleutel in stand MAR en in-
geschakeld dimlicht.
Als de auto beladen is, helt hij achterover. Het gevolg is
dat de lichtbundel meer naar boven schijnt.
In dit geval moeten de koplampen worden versteld met de
knoppen A en B.
Het display toont de stand gedurende de koplampver-
stelling.Correcte standen op basis van de beladingsgraad
Stand 0 – een of twee personen op de voorstoelen.
Stand 1 – vijf personen.
Stand 2 – vijf personen + bagage.
Stand 3 – bestuurder + maximale lading in de bagage-
ruimte.
MISTLAMPEN VOOR AFSTELLEN
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Wendt u voor controle of afstelling tot het Lancia Servi-
cenetwerk.
fig. 67L0E0054m
001-142 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:47 Pagina 100
Page 102 of 276

WEGWIJS IN UW AUTO101
1
KOPLAMPAFSTELLING IN HET BUITENLAND
De dimlichten zijn afgesteld voor gebruik in het land waar-
in de auto is verkocht. In die landen waarin aan de an-
dere zijde van de weg wordt gereden, moet om het tege-
moetkomende verkeer niet te verblinden, een gedeelte van
de koplampen worden afgeplakt overeenkomstig de wet-
geving van het land waarin u rijdt.
ADAPTIEVE VERLICHTING
(AFS – Adaptive Xenon Light)
Dit systeem past de lichtbundel van de xenonlampen con-
tinu en automatisch aan de rij-omstandigheden aan bij
richtingveranderingen en in bochten. Het systeem richt de
lichtbundel zo dat de weg optimaal verlicht wordt en houdt
daarbij rekening met de snelheid van de auto, de scherp-
te van de bocht en de snelheid van de stuurbeweging.Systeem in-/uitschakelen fig. 68
De adaptieve verlichting schakelt automatisch in bij het
starten van de auto. In dat geval blijft het lampje (geel)
op de knop A gedoofd.
Als u op de knop A drukt, worden de adaptieve lichten
(indien ingeschakeld) uitgeschakeld en gaat het lampje op
de knop A constant branden. De adaptieve verlichting op-
nieuw inschakelen: druk opnieuw op de knop A (lampje
op de knop gedoofd).
Bij een storing in het systeem knippert het lampje
fop
het instrumentenpaneel of verschijnt het symbool
fen
een bijbehorende melding op het display (voor bepaalde
uitvoeringen/markten).
fig. 68L0E0055m
001-142 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:47 Pagina 101
Page 103 of 276

102WEGWIJS IN UW AUTO
DST-SYSTEEM
(Dynamic Steering Torque)
Dit systeem is in de ESP-regeleenheid geïntegreerd en ad-
viseert via de elektrische stuurbekrachtiging over vereis-
te stuurcorrecties tijdens het rijden. Het systeem oefent
een kracht uit op het stuurwiel waardoor het veiligheids-
gevoel wordt vergroot, omdat het helpt de auto onder con-
trole te houden en het de correcties van het ESP 2-systeem
minder ingrijpend en minder waarneembaar maakt.
Storingsmelding
Bij een storing in het systeem wordt het automatisch uit-
geschakeld en gaat lampje èop het instrumentenpaneel
continu branden. Bovendien verschijnt er een melding op
het display. Wendt u in dat geval tot het Lancia Service-
netwerk.
SPORT-FUNCTIE
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
De auto kan zijn uitgerust met een keuzesysteem voor twee
soorten rijstijlen: normaal en sportief.
Als u op de SPORT-knop fig. 69 drukt, wordt de sport-
functie ingeschakeld. Hierdoor reageert de motor sneller
op gaspedaalbewegingen en is meer kracht nodig voor het
draaien van het stuur voor een optimaal stuurgevoel.
fig. 69L0E0058m
001-142 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:47 Pagina 102
Page 104 of 276

WEGWIJS IN UW AUTO103
1
Als de functie is ingeschakeld, wordt op het display van
het instrumentenpaneel het opschrift „S” verlicht. Druk
nogmaals op de knop om deze functie uit te schakelen en
de instelling voor normaal rijden te herstellen.
BELANGRIJK Als u de SPORT-knop indrukt, wordt de
functie na ongeveer 5 seconden ingeschakeld.
BELANGRIJK De benodigde stuurkracht kan toenemen
bij langdurige parkeermanoeuvres; dit is een normaal ver-
schijnsel om oververhitting van de motor voor de stuur-
bekrachtiging te voorkomen. In deze situatie zijn er geen
reparaties vereist. Als u de auto een volgende keer weer
gebruikt, zal de stuurbekrachtiging weer normaal werken.Het is streng verboden om de-/montage-
werkzaamheden uit te voeren, waarvoor wij-
zigingen in de stuurinrichting of de stuur-
kolom vereist zijn (bijv. bij montage van een
diefstalbeveiliging). Hierdoor kunnen de prestaties
van het systeem, de garantie en de veiligheid in ge-
vaar worden gebracht en voldoet de auto niet meer
aan de typegoedkeuring.
Zet altijd de motor uit en verwijder de con-
tactsleutel uit het contactslot, waardoor het
stuurwiel wordt vergrendeld, voordat er on-
derhoudswerkzaamheden worden uitgevoerd, voor-
al als de auto met de wielen los van de grond staat.
Als dit niet mogelijk is (als de sleutel in stand MAR
moet staan of de motor moet draaien), moet de
hoofdzekering van de elektrische stuurbekrachti-
ging worden verwijderd.
Bij enkele uitvoeringen kan de SPORT-func-
tie niet worden ingeschakeld als de CITY-
functie ingeschakeld is.
Om de SPORT-functie te kunnen inschakelen moet
eerst de CITY-functie worden uitgeschakeld en om-
gekeerd, omdat de kenmerken van deze twee func-
ties tegenstrijdig zijn.
001-142 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:47 Pagina 103
Page 105 of 276

104WEGWIJS IN UW AUTO
REACTIVE
SUSPENSION SYSTEM
(actieve schokdempers)
Dit systeem is gekoppeld aan de Sport-functie (zie de pa-
ragraaf „Sport-functie” in hoofdstuk „1”).
Met de SPORT-knop fig. 70 kan worden gekozen tussen
twee rij-instellingen, afhankelijk van het type traject en
het wegdek:
– knop niet ingedrukt: „normale” stand;
– knop ingedrukt: „SPORT” stand.In de „normale” stand wordt de dempingskarakteristiek
van de actieve schokdempers aangepast aan het soort weg
en de belasting van de auto, waarbij met name op onge-
lijkmatige wegoppervlakken het rijcomfort aanzienlijk
wordt verbeterd.
In de „SPORT” stand wordt op het display van het ins-
trumentenpaneel het opschrift „S” verlicht. Deze stand
zorgt voor een sportieve instelling waarbij de motor snel-
ler op gaspedaalbewegingen reageert en de mate van stuur-
bekrachtiging wordt afgestemd op een optimaal stuurge-
voel. Daarnaast wordt de dempingskarakteristiek van de
schokdempers zodanig aangepast dat de auto nauwkeu-
riger en directer op stuurbewegingen reageert terwijl te-
gelijkertijd een hoog comfortniveau wordt gehandhaafd.
De bestuurder voelt dat de auto zich nauwkeuriger laat
insturen en sneller op richtingsveranderingen reageert.
fig. 70L0E0058m
001-142 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:47 Pagina 104
Page 106 of 276

WEGWIJS IN UW AUTO105
1
Bij de uitvoering 1.4 Turbo Jet 150pk wordt door het in-
drukken van de SPORT-knop ook de turbodruk verhoogd
(overboost); het motormanagement verhoogt tijdelijk in
relatie tot de stand van het gaspedaal de maximale tur-
bodruk, waardoor een hoger motorkoppel geleverd wordt
dan onder normale omstandigheden.
Deze functie is zeer nuttig als tijdelijk maximale presta-
ties vereist zijn (bijv. tijdens het inhalen).
BELANGRIJK Als u tijdens het accelereren de SPORT-
functie gebruikt, kunt u stoten in het stuurwiel voelen, die
kenmerkend zijn voor een sportieve instelling.
BELANGRIJK Als u de SPORT-knop indrukt, wordt de
functie na ongeveer 5 seconden ingeschakeld.
Storing in het systeem
De bestuurder wordt geattendeerd op een eventuele sto-
ring in het systeem, doordat er op het instelbare multi-
functionele display van het instrumentenpaneel een bij-
behorende melding verschijnt en het gele symbool
igaat
branden.
Wendt u in dat geval tot het Lancia Servicenetwerk.
DRIVING ADVISOR (Waarschuwing
bij verlaten van rijstrook)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
De Driving Advisor is een systeem dat de bestuurder
waarschuwt als de auto door onoplettendheid de rij-
strook dreigt te verlaten.Een videosensor op de voor-
ruit nabij de binnenspiegel registreert de stand van de au-
to ten opzichte van de rijstrookbelijning.
BELANGRIJK Wanneer de voorruit moet worden ver-
vangen van auto’s met een Driving Advisor, wendt u dan
tot het Lancia Servicenetwerk. Als u de voorruit laat ver-
vangen door een gespecialiseerd bedrijf, dient u zich in ie-
der geval tot het Lancia Servicenetwerk te wenden om
de videosensor te laten kalibreren.
001-142 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:47 Pagina 105
Page 107 of 276

106WEGWIJS IN UW AUTO
WERKING
Het systeem is niet ingeschakeld bij het starten van de au-
to. U kunt het systeem inschakelen door de knop A-fig. 71
op het dashboard in te drukken. Als het systeem is inge-
schakeld gaat het lampje op de knop branden en verschijnt
er een bijbehorende melding op het display van het ins-
trumentenpaneel. Na inschakeling start het systeem de
herkenning van de werkingsvoorwaarden. Dit wordt aan-
gegeven door het knipperende lampje op de knop en door
het knipperende gele symbool
eop het display van het
instrumentenpaneel. Het systeem treedt in werking nadat
de werkingsvoorwaarden zijn herkend. Daarna: dooft het
symbool
eop het display van het instrumentenpaneel
en gaat het lampje op de knop continu branden.
BELANGRIJK Als niet meer aan de werkingsvoorwaarden
wordt voldaan, dan stopt het systeem de werking. De be-
stuurder wordt hierop geattendeerd door: het knipperen
van het lampje op de knop en het knipperen van het gele
symbool
eop het display van het instrumentenpaneel.
WERKINGSVOORWAARDEN VOOR INSCHAKELING
Na inschakeling treedt het systeem alleen in werking als
aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
❍ten minste één hand op het stuurwiel;
❍snelheid van de auto tussen 65 km/h en 180 km/h;
❍duidelijk zichtbare lijnen aan beide zijden van de rij-
strook aanwezig;
❍goed zicht;
❍rechte rijstroken of flauwe bochten;
❍voldoende gezichtsveld (veilige afstand tot een voorlig-
ger). IN- EN UITSCHAKELING VAN HET SYSTEEM
Als de auto bij ingeschakeld systeem een van de begren-
zingslijnen van de rijstrook nadert, wordt er een kracht op
het stuur uitgeoefend die de bestuurder aanspoort terug
te sturen tot de auto weer binnen de lijnen rijdt. Als de be-
stuurder de richtingaanwijzer inschakelt om van rijstrook
te veranderen of in te halen, wordt het systeem tijdelijk
uitgeschakeld. Wanneer de bestuurder van rijstrook ver-
andert zonder de richtingaanwijzers te hebben ingescha-
keld, wordt een bepaalde kracht uitgeoefend op het stuur
om de bestuurder te waarschuwen dat de rijstrook wordt
verlaten. Als de bestuurder dan toch van rijstrook veran-
dert, wordt het systeem tijdelijk uitgeschakeld en daarna
weer ingeschakeld als de nieuwe rijstrook is herkend. De
tijdelijke uitschakeling wordt aan de bestuurder aange-
geven door het knipperende lampje op de knop en door
het knipperende gele symbool
eop het display van het
instrumentenpaneel.
BELANGRIJK De kracht die het systeem uitoefent op het
stuur is voldoende voelbaar voor de bestuurder, maar al-
tijd zo gering dat deze makkelijk door de bestuurder kan
worden overwonnen, zodat de bestuurder altijd de con-
trole over de auto behoudt.
001-142 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:47 Pagina 106
Page 108 of 276

WEGWIJS IN UW AUTO107
1
SYSTEEM UITSCHAKELEN
Handmatig
U kunt het systeem uitschakelen door de knop A-fig. 71
op het dashboard in te drukken. Als het systeem is uitge-
schakeld dooft het lampje op de knop en verschijnt er
een melding 1-fig. 72 op het display van het instrumen-
tenpaneel.
Automatisch
Het systeem kan ook automatisch uitschakelen (om het
systeem weer te gebruiken moet het opnieuw worden in-
geschakeld). De automatische uitschakeling wordt aan de
bestuurder kenbaar gemaakt door drie opeenvolgende ge-
luidssignalen en een melding 1-fig. 72 op het display van
het instrumentenpaneel wanneer:
❍de bestuurder de handen niet op het stuurwiel houdt
(op het instrumentenpaneel verschijnt de melding
2- fig. 72 en er klinkt een geluidssignaal tot de be-
stuurder zijn handen weer op het stuurwiel legt of, van-
wege gevaarlijke situatie, het systeem zichzelf auto-
matisch uitschakelt);
❍de veiligheidssystemen van de auto (ABS, ESP, ASR,
DST en TTC) ingrijpen.
❍de bestuurder de sportieve rijstijl instelt door op de
Sport-toets te drukken.
BELANGRIJK: Het systeem kan niet inschakelen als de
bestuurder eerder de sport-functie heeft ingeschakeld. Als
het systeem niet beschikbaar is, dan wordt dit aan de be-
stuurder gemeld m.b.v. drie opeenvolgende geluidssigna-
len en de melding 1-fig. 72 op het display.STORING IN HET SYSTEEM
Bij een storing in het systeem verschijnt de melding 3-
fig. 72 op het display van het instrumentenpaneel en klinkt
er een geluidssignaal.
BELANGRIJK
De Driving Advisor kan niet functioneren als de volgen-
de veiligheidssystemen niet goed werken: ABS, ESP, ASR,
DST en TTC.
Als de begrenzingslijnen van de rijstrook
slecht herkenbaar zijn, elkaar kruisen of ont-
breken, kan de Driving Advisor de bestuur-
der niet helpen en wordt de werking van het systeem
uitgeschakeld.
De Driving Advisor is geen automatische pi-
loot en is geen vervanging van de bestuurder
voor de koershandhaving van de auto. De be-
stuurder is zelf verantwoordelijk om zijn aandacht
bij de verkeers- en wegomstandigheden te houden
en de auto op een veilige manier op koers te houden.
De werking van de Driving Advisor kan negatief beïnvloed
worden door slechte weersomstandigheden (mist, regen,
sneeuw), moeilijke verlichtingscondities (verblinding door
zonlicht, duisternis) en door een vervuilde of (ook deels) be-
schadigde voorruit nabij de gedeelte voor de videocamera.
Het gedeelte van de voorruit ter hoogte van de videoca-
mera mag niet geheel of gedeeltelijk afgeschermd worden
(bijv. door stickers, zonwerende folie enz.).
001-142 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:47 Pagina 107
Page 109 of 276

108WEGWIJS IN UW AUTO
fig. 71L0E1009g
fig. 72L0E1010g
123
001-142 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:47 Pagina 108
Page 110 of 276

WEGWIJS IN UW AUTO109
1
–
Driving Advisor
ingeschakeld
–
–
Driving Advisor
ingeschakeld
Driving Advisor
uitgeschakeld
Driving Advisor
uitgeschakeld
Houd de handen op
het stuur
Driving Advisor niet
beschikb. zie
instr.boekje
Driving Advisor
uitgeschakeldSysteem niet ingeschakeld
Het systeem is ingeschakeld
en niet actief
Het systeem zoekt de
werkingsvoorwaarden
Het systeem is actief en de
werkingsvoorwaarden zijn
herkend
Het systeem is ingeschakeld
en direct actief
Het systeem is handmatig
uitgeschakeld
Het systeem is automatisch
uitgeschakeld
Het systeem verzoekt de
bestuurder zijn handen weer
op het stuurwiel te leggen
Het systeem is defect: wendt
u tot het Lancia
Servicenetwerk
Het systeem kan niet worden
ingeschakeld omdat de
sport-functie is ingeschakeld
OVERZICHT VAN DE SIGNALERINGEN TIJDENS HET GEBRUIK VAN DE DRIVING ADVISOR
–
–
–
–
–
–
3 signalen
Herhaald eenmalig
signaal
Eenmalig signaal
3 signalen–
eKnipperen
eKnipperen
–
–
–
–
eContinu branden
e!Continu branden
–
Status van het Melding op het Status van icoon AkoestischBetekenis
lampje op de knop display (fig. 71 en 72) op display signaal
Gedoofd
Knipperen
Knipperen
Continu branden
Continu branden
Gedoofd
Gedoofd
Continu branden
Gedoofd
Gedoofd
001-142 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:47 Pagina 109