Lancia Delta 2014 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2014, Model line: Delta, Model: Lancia Delta 2014Pages: 291, PDF Size: 5.3 MB
Page 101 of 291

KENNISMAKING MET DE AUTO99
1
Ga als volgt te werk om de bagageruimte uit te breiden:
❍ zet de hoofds teunen van de achterbank helemaal
omlaag;
❍ plaats de veiligheid sgordel opzij en controleer of deze
volledig uitgetrokken en niet verdraaid i s;
❍ maak de afdekkleden van de hoedenplank los (voor
bepaalde vers ies/markten) van de rugleuningen (zie
paragraaf “Hoedenplank” op de volgende pagina' s);
❍ gebruik een van de hendels A-fig. 64 om de gewenste
rugleuning in te klappen (om deze handeling te verge-
makkelijken, de stoel een klein s tukje naar voren s chui-
ven met behulp van hendel B, voor bepaalde ver sies /
markten).
fig. 64L0E0049mfig. 63L0E0110m
001-154 Delta NL 1ed 27/01/14 11.59 Pagina 99
Page 102 of 291

100KENNISMAKING MET DE AUTO
Om de bagageruimte nog verder uit te breiden, kunnen
de achterstoelen naar voren geduwd worden met behulp
van hendel B-fig. 64 (voor bepaalde ver sies /markten).
BELANGRIJK Om een gelijkmatige vlakke laadvloer te
verkrijgen, moeten de hoofd steunen helemaal uitgetrok-
ken worden voordat de rugleuningen worden ingeklapt. DE ACHTERBANK WEER OP ZIJN PLAAT
S
ZETTEN
Om het terugzetten van de rugleuning te vergemakkelij-
ken, is het handig om de zitting helemaal naar voren te
brengen voordat de rugleuning wordt teruggezet.
Plaats de veiligheid sgordels opzij en controleer of ze goed
uitgetrokken en niet verdraaid zijn.
Druk de hendel s A-fig. 64 in, til de rugleuningen op en duw
ze naar achteren tot beide beves tigingsmechanis men hoor-
baar va stklikken. Gebruik hendel B-fig. 64 (voor bepaal-
de vers ies/markten) om de s toelen naar achteren te schui-
ven tot de vergrendelings klik hoorbaar is.
Zorg dat de rugleuning aan beide zijden goed
is vergrendeld om te voorkomen dat deze bij
bruusk remmen naar voren kan klappen en
zo de passagiers kan verwonden.
001-154 Delta NL 1ed 27/01/14 11.59 Pagina 100
Page 103 of 291

KENNISMAKING MET DE AUTO101
1
fig. 66L0E0051mfig. 65L0E0284m
❍pak de lipje C vas t en begeleid het afdekleed in het op-
rolmechani sme;
❍ maak de beves tigingen A-fig. 66 lo s (aan elke kant
één);
❍ maak de beves tigingen B los, draai de hoedenplank
90° en trek hem naar buiten.
Om de hoedenplank terug te zetten, de aanwijzingen voor
het verwijderen in omgekeerde volgorde uitvoeren.
HOEDENPLANK
Ga als volgt te werk om de hoedenplank te verwijderen:
❍
maak het bagage-afdekkleed van de hoedenplank A-
fig. 65 los uit de beves tigingen B op de rugleuningen
van de achters toelen;
001-154 Delta NL 1ed 27/01/14 11.59 Pagina 101
Page 104 of 291

102KENNISMAKING MET DE AUTO
fig. 67L0E0295m
MOTORKAP
OPENEN fig. 67
Ga als volgt te werk:
❍ trek hendel A in de richting van de pijl;
❍ Bedien hendel B zoal s aangegeven in de afbeelding;
❍ til de motorkap op en trek tegelijk de s teunstang C
uit de klem, steek vervolgens het uiteinde van de s tang
in de zitting D in de motorkap (grote opening) en druk
de stang in de veiligheidsstand (kleine opening), zo-
als aangegeven in de afbeelding.
Een onjuiste plaatsing van de steunstang
kan een plotselinge val van de motorkap
veroorzaken. Verricht deze handelingen uit-
sluitend bij stilstaande auto.
Controleer, voordat de motorkap wordt op-
getild, of de armen van de ruitenwissers te-
gen de ruit liggen.
001-154 Delta NL 1ed 27/01/14 11.59 Pagina 102
Page 105 of 291

KENNISMAKING MET DE AUTO103
1Wees erg voorzichtig bij het uitvoeren van
werkzaamheden in de motorruimte wanneer
de motor nog warm is: gevaar voor brand-
wonden. Plaats de handen niet in de buurt van
de ventilator, omdat deze ook ingeschakeld kan wor-
den als de sleutel niet in het contactslot zit. Wacht
tot de motor is afgekoeld.
Pas op voor sjaals, dassen of loszittende kle-
dingstukken. Deze kunnen door de bewegen-
de onderdelen worden vastgegrepen.
SLUITEN fi g. 67
Ga als volgt te werk:
❍ Houd de motorkap met één hand omhoog, verwijder
met de andere hand de stang C uit zitting D en plaat s
hem terug in de klem;
❍ Laat de motorkap tot op ongeveer 20 cm van de mo-
torruimte zakken en laat hem dan vallen. Controleer
of de motorkap goed ges loten is (niet alleen met de be-
veiliging vergrendeld) door te proberen hem op te til-
len. Als de motorkap niet perfect ge sloten is , open hem
dan opnieuw en herhaal de handeling. Erop drukken
i s niet voldoende.
Voor de rijveiligheid moet de motorkap tij-
dens het rijden altijd perfect gesloten zijn.
Controleer dus altijd of de motorkap goed ge-
sloten en vergrendeld is. Mocht men tijdens het rij-
den merken dat de motorkap niet goed vergrendeld
is, stop dan onmiddellijk en sluit de motorkap op
de correcte manier.
001-154 Delta NL 1ed 27/01/14 11.59 Pagina 103
Page 106 of 291

104KENNISMAKING MET DE AUTO
IMPERIAAL/SKIDRAGER
BEVESTIGINGSPUNTEN
De beves tigingspunten zijn aangegeven in de fig. 68 en zijn
alleen bereikbaar met geopende portieren.
Het Lineaccessori-assortiment omvat een speciale impe-
riaal/s kidrager voor de achterklep.
BELANGRIJK Volg de aanwijzingen op die bij de in stal-
latiekit zijn geleverd. de montage moet worden uitgevoerd
door gekwalificeerd per soneel.
fig. 68L0E0111m
Houd u altijd aan de plaatselijke voorschrif-
ten met betrekking tot de maximale afmetin-
gen van de lading.
Controleer nadat er enkele kilometers gere-
den zij of de bevestigingsbouten nog goed
vastzitten.
Verdeel de lading gelijkmatig en houd er tij-
dens het rijden rekening mee dat het voertuig
gevoeliger is voor zijwind.
Overschrijd nooit het maximum toegestane be-
lastingen (zie hoofdstuk “6”).
001-154 Delta NL 1ed 27/01/14 11.59 Pagina 104
Page 107 of 291

KENNISMAKING MET DE AUTO105
1KOPLAMPEN
UITLIJNING LICHTBUNDEL
Een goede afstelling van de koplampen is belangrijk
voor het comfort en de veiligheid van de be stuurder en
alle overige weggebruikers. Dit wordt bovendien
geregeld door specifieke voorschriften van
de wegenverkeerswetgeving.
De koplampen moeten jui st gericht zijn om de bes te zicht-
condities aan alle bes tuurders te garanderen, terwijl met
inges chakelde koplampen wordt gereden.
Neem contact op met het Lancia S ervicenetwerk om
de koplampen correct te laten af stellen.
Controleer de afs telling van de koplampen telken s als
het gewicht of de verdeling van de lading verandert.
HOEKCOMPENSAT I E f i g. 69
De auto is uitgerust met een elektris che koplampverstel-
ling. Dit systeem werkt met de contact sleutel op MAR ge-
draaid en het dimlicht inge schakeld.
Wanneer de auto volgeladen i s, helt hij naar achteren.
Dit betekent dat de luchtbundel van de koplampen stijgt.
In dat geval i s het noodzakelijk om de lichtbundel te ver-
s tellen met behulp van de knoppen A en B.
Op het dis play wordt een vis uele indicatie van de stand
weergegeven tijden s het vers tellen. Correcte standen afhankelijk van de beladin
g
S tand 0 – een of twee pers onen op de voorstoelen.
S tand 1 – vijf pa ssagiers.
S tand 2 – vijf pers onen + lading in de bagageruimte.
S tand 3 – bes tuur
der + maximum toege stane lading vol-
ledig in de bagageruimte.
UITLIJNING MISLAMPEN VOOR
(voor bepaalde ver sies/markten)
Neem contact op met het Lancia Servicenetwerk om
de lampen correct te laten afstellen.
fig. 69L0E0054m
001-154 Delta NL 1ed 27/01/14 11.59 Pagina 105
Page 108 of 291

106KENNISMAKING MET DE AUTO
KOPLAMPAFSTELLING IN HET BUITENLAND
Het dim is afgesteld voor gebruik in het land waar de au-
to oors pronkelijk is gekocht. Als gereden wordt in lan-
den waar op de andere weghelft wordt gereden, moeten,
om verblinding van tegenligger s te voorkomen, delen van
de koplamp worden afgedekt overeenkom stig de wegen-
verkeers wetgeving van het betreffende land.
ZELFAANPASSENDE LIC HTEN
(AFS – Zelfaanpassende Xenonlamp)
Dit is een systeem gecombineerd met de Xenon koplam-
pen dat de lichtbundel op voortdurende en automati sche
wijze richt en aanpa st aan de rijoms tandigheden in boch-
ten. het systeem richt de lichtbundel zodat het wegdek
zo goed mogelijk belicht wordt, rekening houdende met
de rijs nelheid, de draaihoek en de stuurs nelheid. Het systeem in-/uitschakelen fi
g. 70
De zelfaanpassende lichten worden automatis ch inge-
s chakeld wanneer de auto wordt ge start. In deze s ituatie
blijft de led (geel) op knop A uit.
Druk op knop A om de zelfaanpa ssende lichten uit te scha-
kelen (als ze ingeschakeld zijn); dan worden ze uitge-
s chakeld en gaat de led op knop A continu branden. Druk
nogmaal s op de AFS -knop om de zelfaanpassende lichten
weer in te s chakelen (led op de knop uit).
In geval van een systeems toring, gaat op het instrumen-
tenpaneel het lampje fknipperen of ver
schijnt het sym-
bool fop het dis
play s amen met een s peciaal bericht (voor
bepaalde ver sies /markten).
fig. 70L0E0055m
001-154 Delta NL 1ed 27/01/14 11.59 Pagina 106
Page 109 of 291

KENNISMAKING MET DE AUTO107
1DST (Dynamic Steering Torque)
SYSTEEM
Dit systeem is ingebouwd in de E SP-regeleenheid en s telt
s tuurcorrecties voor tijdens het rijden via de elektri sche
s tuurbekrachtiging. het system past een koppel toe aan
het stuurwiel waardoor de veiligheids perceptie van
het voertuig toeneemt, door controle te behouden over
het sturen en het inwerking treden van het Geavanceer-
de ES P-systeem minder heftig te maken.
SPORT-FUNCTIE
(voor bepaalde ver sies/markten)
Het voertuig kan uitgerus t zijn met een systeem waar-
mee twee rijs tijlen gekozen kunnen worden, normaal en
s portief.
Door het indrukken van de knop SPORT fig. 71 wordt
een sportieve rijs tijl verkregen die gekenmerkt wordt door
een snellere acceleratie en het feit dat er meer kracht ver-
eis t is om het s tuurwiel te draaien.
Als de functie inges chakeld is, brandt “S ” op het ins tru-
mentenpaneel. Druk nogmaal s op de knop om de functie
uit te s chakelen en de normale rij-in stelling te hers tellen.
fig. 71L0E0058m
001-154 Delta NL 1ed 27/01/14 11.59 Pagina 107
Page 110 of 291

108KENNISMAKING MET DE AUTO
Het is ten strengste verboden om after-mar-
ket-werkzaamheden uit te voeren waarbij
wijzigingen aan de stuurinrichting of
de stuurkolom betrokken zijn (bijv.: installatie van
een diefstalbeveiliging). Zulke werkzaamheden kun-
nen de prestaties van het systeem, de garantie en
de veiligheid in gevaar brengen waardoor het voer-
tuig niet meer aan de typegoedkeuring voldoet.
Zet altijd de motor uit en verwijder de sleu-
tel uit het contactslot om het stuurslot in te
schakelen alvorens onderhoudswerkzaamhe-
den uit te voeren. Dit is met name belangrijk wan-
neer de wielen van de auto de grond niet raken. Als
dit niet mogelijk is (als de contactsleutel in de stand
MAR moet staan of als de motor moet blijven lopen),
moet de hoofdzekering van de elektrische stuurbe-
krachtiging worden verwijderd.
Bij sommige versie is de SPORT-functie, als
de CITY-functie is ingeschakeld, niet be-
schikbaar. Om de SPORT-functie in te schakelen,
de CITY-functie uitschakelen en andersom, want ze
kunnen niet gecombineerd worden. BELANGRIJK Wanneer de SPORT-knop wordt ingedrukt,
i s de functie na ongeveer 5 seconden actief.
BELANGRIJK de benodigde kracht voor het verdraaien
van het s tuurwiel kan toenemen bij langdurige parkeer-
manoeuvres . Dit is een normaal vers chijnsel om te voor-
komen dat de motor voor de stuurbekrachtiging overver-
hit kan raken. Reparatie s zijn niet nodig. de volgende keer
dat de auto wordt gebruikt, zal de s tuurbekrachtiging weer
normaal functioneren.
001-154 Delta NL 1ed 27/01/14 11.59 Pagina 108