Lancia Delta 2010 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2010, Model line: Delta, Model: Lancia Delta 2010Pages: 276, PDF Size: 5.83 MB
Page 161 of 276

160VEILIGHEID
KNIE-AIRBAG BESTUURDERSZIJDE fig. 9
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Deze bestaat uit een opblaasbaar kussen dat in een daar-
voor bestemde ruimte onder de onderste kap van de stuur-
kolom is geplaatst, ter hoogte van de knieën van de be-
stuurder, voor extra bescherming van de bestuurder bij
een frontale aanrijding.FRONTAIRBAG EN SIDEBAG AAN
PASSAGIERSZIJDE HANDMATIG
UITSCHAKELEN
Als het absoluut noodzakelijk is een kind op de passa-
giersstoel voor te vervoeren, moeten de frontairbag en de
sidebag aan passagierszijde worden uitgeschakeld.
Het waarschuwingslampje
“op het dashboard blijft con-
tinu branden totdat de frontairbag en de zij-airbag (side-
bag) aan passagierszijde opnieuw worden ingeschakeld.
BELANGRIJK Raadpleeg voor het handmatig uitscha-
kelen van de frontairbag en zij-airbag (sidebag) (voor be-
paalde uitvoeringen/markten) aan passagierszijde, de pa-
ragrafen „Multifunctioneel display” en „Instelbaar multi-
functioneel display” in het hoofdstuk „Wegwijs in uw auto”.
ZEER GEVAARLIJK: Monteer absoluut geen
kinderzitje achterstevoren op de passagiers-
stoel voor als de airbag aan passagierszijde
is ingeschakeld. Als bij een ongeval de air-
bag wordt geactiveerd, kan het kind hierdoor
dodelijke verwondingen oplopen. Als er geen an-
dere mogelijkheid is, moet in ieder geval de airbag
aan passagierszijde uitgeschakeld worden als het
kinderzitje op de passagiersstoel voor wordt ge-
plaatst. Bovendien moet de passagiersstoel zo ver
mogelijk naar achteren zijn geschoven om te voor-
komen dat het kinderzitje eventueel in aanraking
komt met het dashboard. Ook als het niet wettelijk
verplicht is, raden wij u aan, voor een optimale be-
scherming van de volwassenen, de airbag onmid-
dellijk weer in te schakelen zodra er geen kinderen
meer vervoerd worden.
fig. 9L0E0069m
143-164 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:50 Pagina 160
Page 162 of 276

VEILIGHEID161
2
ZIJ-AIRBAGS
(Sidebags – Headbags)
SIDEBAG fig. 10
De sidebag is een kussen dat zich snel opblaast en bevindt
zich in de rugleuning van de voorstoel. De sidebag heeft
tot doel het bovenlichaam en het bekken van de inzitten-
den te beschermen bij middelzware en zware zijdelingse
aanrijdingen.HEADBAG fig. 11
De headbag is een „gordijn”-systeem, dat zich aan de zij-
kant in de hemelbekleding bevindt en dat is afgedekt met
een afwerklijst. De headbags bieden bescherming aan het
hoofd van de inzittenden voor tijdens een zijdelingse bot-
sing, dankzij het grote effectieve oppervlak van de kussens.
BELANGRIJK De inzittende wordt bij een botsing opti-
maal door het systeem beschermd als hij/zij in de juiste
positie in de stoel zit. Hierdoor kan de headbag op de juis-
te wijze worden opgeblazen.
fig. 10L0E0070mfig. 11L0E0071m
143-164 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:50 Pagina 161
Page 163 of 276

162VEILIGHEID
BELANGRIJK De airbags voor en/of zij-airbags kunnen
worden geactiveerd bij krachtige stoten aan de onderzij-
de van de carrosserie, bijvoorbeeld bij zware botsingen te-
gen drempels of stoepranden of obstakels op het wegdek
of als de auto terecht komt in grote gaten of verzakkingen
in het wegdek.
BELANGRIJK Als de airbags in werking treden, ontsnapt
een beetje rook. Deze rook is niet schadelijk en duidt niet
op brand; bovendien kan het oppervlak van het opgebla-
zen kussen en het interieur van de auto bedekt zijn met
een laagje poeder: dit poeder kan de huid en de ogen ir-
riteren. Als u hiermee in aanraking bent gekomen, moet
u zich met neutrale zeep en water wassen. De geldig-
heidsduur van de pyrotechnische lading en die van het spi-
raalmechanisme zijn vermeld op het betreffende plaatje
op het bestuurdersportier. Laat voor het verstrijken van
deze termijn het systeem door het Lancia Servicenetwerk
vervangen.BELANGRIJK Het in werking treden van de gordelspanners,
de frontairbags en de zij-airbags wordt door de elektronische
regeleenheid bepaald, afhankelijk van het type ongeval. Als
een van deze onderdelen niet in werking treedt, dan duidt dat
niet op een storing in het systeem.
Steun niet met het hoofd, de armen of de el-
lebogen tegen het portier, de ruiten of in het
gebied van de headbag om verwondingen tij-
dens het opblazen te voorkomen. Steek nooit het
hoofd, de armen of de ellebogen uit het raam.
BELANGRIJK Na een ongeval waarbij een of meerdere
airbags zijn geactiveerd, dient u contact op te nemen met
het Lancia Servicenetwerk om de geactiveerde airbags te
laten vervangen en de werking van het systeem te laten
controleren.
Alle controlewerkzaamheden, reparaties en de vervanging
van de airbag moeten door het Lancia Servicenetwerk wor-
den uitgevoerd. Aan het einde van de lange levensduur
van uw auto, moet u contact opnemen met het Lancia Ser-
vicenetwerk om het systeem buiten werking te laten stel-
len. Bovendien moet bij verkoop van de auto de nieuwe
eigenaar op de hoogte gesteld worden van het gebruik en
de instructies, en moet hij het instructieboekje ontvangen.
143-164 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:50 Pagina 162
Page 164 of 276

VEILIGHEID163
2
Reis niet met voorwerpen op schoot of voor de
borst en houd vooral geen pijp, potlood enz.
in de mond. Bij een ongeval waarbij de air-
bag in werking treedt, kan dit ernstig letsel ver-
oorzaken.
Rijd altijd met beide handen op de stuur-
wielrand, zodat bij het in werking treden van
de airbag, het systeem niet wordt gehinderd
door obstakels die ernstig letsel kunnen veroorza-
ken. Rijd niet met voorover gebogen lichaam maar
ga goed rechtop zitten en steun tegen de rugleuning.
Laat bij diefstal of een poging tot diefstal, bij
beschadiging of als de auto bij een overstro-
ming onder water is geweest, het airbagsys-
teem door het Lancia Servicenetwerk controleren.
ALGEMENE OPMERKINGEN
Als u de contactsleutel in stand MAR draait
en het lampje ¬gaat niet branden of blijft
branden tijdens het rijden, dan is er mogelijk
een storing in de veiligheidssystemen; in dat geval
kunnen de airbags of gordelspanners niet geacti-
veerd worden bij een ongeval of, in een zeer beperkt
aantal gevallen, niet op de juiste wijze geactiveerd
worden. Voordat u verder rijdt, dient u contact op te
nemen met het Lancia Servicenetwerk om het sys-
teem direct te laten controleren.
Bedek de rugleuning van de voorstoelen niet met
hoezen of kleden bij aanwezigheid van sidebags.
143-164 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:50 Pagina 163
Page 165 of 276

164VEILIGHEID
Bedenk dat als de contactsleutel in stand
MAR staat, ook bij uitgezette motor de air-
bags geactiveerd kunnen worden als de auto
wordt aangereden door een andere auto. Daarom
mogen, ook als de auto stilstaat, absoluut geen kin-
deren op de passagiersstoel voor worden geplaatst.
Als de contactsleutel echter in stand STOP staat,
wordt bij een ongeval geen enkel beveiligingssys-
teem (airbag of gordelspanners) geactiveerd; als een
systeem niet in werking treedt, betekent dit niet dat
het systeem niet goed werkt.
Als u de contactsleutel in stand MAR draait,
gaat het lampje “enige seconden branden en
vervolgens enige seconden knipperen, om aan
te geven dat de airbag aan passagierszijde bij een
ongeval wordt geactiveerd. Hierna moet het lamp-
je doven.
De stoelen mogen niet met water worden af-
genomen of met stoom worden gereinigd (met
de hand of in een automatisch wasapparaat).
De frontairbag treedt in werking als de bot-
sing zwaarder is dan een botsing waarbij al-
leen de gordelspanners worden geactiveerd.
Bij aanrijdingen die tussen die twee drempelwaar-
den in liggen, treden alleen de gordelspanners in
werking.
Haak geen harde voorwerpen aan de kle-
dinghaakjes en aan de steunhandgrepen.
De airbag is geen vervanging voor de veilig-
heidsgordels, maar een aanvulling. Omdat de
frontairbags niet worden geactiveerd bij fron-
tale botsingen bij lage snelheid, bij zijdelingse aan-
rijdingen en als de auto over de kop slaat, worden
in deze gevallen de inzittenden uitsluitend door de
veiligheidsgordels beschermd. De gordels moeten
dus altijd gedragen worden.
143-164 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:50 Pagina 164
Page 166 of 276

3
STARTEN EN RIJDEN165
Motor starten ...............................................................................166
Handrem......................................................................................168
Gebruik van de handgeschakelde versnellingsbak ........................169
Brandstofbesparing ......................................................................170
Trekken van aanhangers ..............................................................172
Winterbanden ..............................................................................173
Sneeuwkettingen .........................................................................174
Auto langere tijd stallen ...............................................................174
165-174 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:51 Pagina 165
Page 167 of 276

166STARTEN EN RIJDEN
MOTOR STARTEN
De auto is uitgerust met een elektronische startblokkering:
zie bij startproblemen de paragraaf „Lancia CODE” in
hoofdstuk „1”.
Direct na het starten van de motor, vooral als de auto lan-
gere tijd niet is gebruikt, kan de motor iets meer geluid
produceren. Dit geluid, dat niet schadelijk is voor de wer-
king van de motor, wordt veroorzaakt door de hydrauli-
sche klepstoters: het distributiesysteem op de benzine-
motor van de auto dat bijdraagt aan een vermindering van
de onderhoudswerkzaamheden.
Het is raadzaam om gedurende de eerste ge-
bruiksperiode geen maximale prestaties van
uw auto te verlangen (bijv. snel accelereren,
langdurig rijden met hoge toerentallen en krachtig
remmen).
Laat de contactsleutel niet in stand MAR
staan als de motor is uitgezet, om te voorko-
men dat de accu ontlaadt.
Het is zeer gevaarlijk om de motor in afge-
sloten ruimten te laten draaien. De motor ver-
bruikt zuurstof en produceert kooldioxide,
koolmonoxide en andere giftige gassen.
Houd er rekening mee dat de rem- en de
stuurbekrachtiging niet werken zolang de
motor niet is aangeslagen, waardoor meer
kracht nodig is voor de bediening van het rempe-
daal en het stuur.
165-174 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:51 Pagina 166
Page 168 of 276

STARTEN EN RIJDEN167
3
BENZINEMOTOR STARTEN
Ga als volgt te werk:
❍trek de handrem aan;
❍zet de versnellingspook in de vrijstand;
❍trap het koppelingspedaal geheel in, zonder het gas-
pedaal in te trappen;
❍draai de contactsleutel in stand AVV en laat de sleu-
tel los zodra de motor is aangeslagen.
Als de motor bij de eerste poging niet aanslaat, moet u de
sleutel terugdraaien in stand STOP voordat u opnieuw
start. Als met de contactsleutel in stand MAR het lampje
Yop het instrumentenpaneel samen met het lampje
Ublijft branden, raden wij u aan de sleutel in stand STOP
te draaien en vervolgens weer in stand MAR; als het lamp-
je nog steeds blijft branden, probeer het dan met de an-
dere geleverde sleutels.
Als de motor nog niet aanslaat, wendt u dan tot het Lan-
cia Servicenetwerk.
DIESELMOTOR STARTEN
Ga als volgt te werk:
❍trek de handrem aan;
❍zet de versnellingspook in de vrijstand;
❍draai de contactsleutel in stand MAR; op het instrumen -
ten paneel gaan de controlelampjes
menYbranden;
❍wacht tot de lampjes
Yenmgedoofd zijn. Hoe war-
mer de motor, hoe sneller de lampjes doven;❍trap het koppelingspedaal geheel in, zonder het gas-
pedaal in te trappen;
❍draai de contactsleutel in stand AVV direct nadat het
lampje
mgedoofd is. Als u te lang wacht, zijn de
voorgloeibougies weer afgekoeld.
Laat de sleutel los zodra de motor is aangeslagen.
BELANGRIJK Bij een koude motor mag het gaspedaal
niet worden ingetrapt als u de contactsleutel in stand AVV
draait.
Als de motor bij de eerste poging niet aanslaat, moet u de
sleutel terugdraaien in stand STOP voordat u opnieuw start.
Als met de contactsleutel in stand MAR het lampje
Yblijft
branden, raden wij u aan de sleutel in stand STOP te draai-
en en vervolgens weer in stand MAR; als het lampje nog
steeds blijft branden, probeer het dan met de andere gele-
verde sleutels. Als de motor nog niet aanslaat, wendt u dan
tot het Lancia Servicenetwerk.
Als het lampje mgedurende 60 seconden
gaat knipperen na het starten of tijdens een
langdurige startpoging, dan duidt dat op een
storing in het voorgloeisysteem. Als de motor aans-
laat, kunt u de auto op de gewone manier gebrui-
ken, maar wendt u zo snel mogelijk tot het Lancia
Servicenetwerk.
165-174 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:51 Pagina 167
Page 169 of 276

168STARTEN EN RIJDEN
Probeer auto’s nooit te starten door ze aan
te duwen, te slepen of van een helling af te la-
ten rijden. Op die wijze kan er onverbrande
brandstof in de katalysator terechtkomen, waar-
door deze onherstelbaar zal beschadigen.
MOTOR OPWARMEN NA HET STARTEN
Ga als volgt te werk:
❍rijd rustig weg, laat de motor niet met hoge toeren-
tallen draaien en trap het gaspedaal niet bruusk in;
❍verlang de eerste kilometers geen maximale prestaties.
Wij raden u aan te wachten tot de wijzernaald van de
koelvloeistoftemperatuurmeter begint te bewegen.
MOTOR UITZETTEN
Draai bij stationair draaiende motor de contactsleutel in
stand STOP.
BELANGRIJK Het is beter om de motor na een zware rit
even „op adem” te laten komen. Zet de motor niet on-
middellijk uit, maar laat hem even stationair draaien.
Hierdoor kan de temperatuur in de motorruimte dalen.
Gasgeven voordat u de motor uitzet heeft geen
enkel nut, verspilt brandstof en is, vooral voor
motoren met turbocompressor, schadelijk.
HANDREM
De handrem bevindt zich tussen de voorstoelen.
Om de handrem in te schakelen, moet u de hendel om-
hoog trekken zodat de auto blokkeert.
De auto moet geblokkeerd zijn als de hand-
rem enkele tanden is aangetrokken. Als dit
niet het geval is, laat dan het Lancia Servi-
cenetwerk de handrem afstellen.
Als de handrem is aangetrokken en de contactsleutel in
stand MAR staat, gaat op het instrumentenpaneel het
waarschuwingslampje xbranden.
Handrem uitschakelen:
❍trek de hendel iets omhoog en druk op de ontgrendel-
knop A-fig. 1;
❍houd de knop A ingedrukt en laat de hendel zakken.
Het lampje xop het instrumentenpaneel dooft.
Om onverwachte bewegingen van de auto te voorkomen,
moet bij het bedienen van de handrem het rempedaal wor-
den ingetrapt.
165-174 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:51 Pagina 168
Page 170 of 276

STARTEN EN RIJDEN169
3
PARKEREN
Ga als volgt te werk:
❍zet de motor uit en trek de handrem aan;
❍schakel een versnelling in (de 1e als de weg omhoog
loopt, de achteruit als de weg omlaag loopt) en zet de
voorwielen iets uitgestuurd.
Als de auto op een steile helling staat, blokkeer de wielen
dan met stenen of wiggen.
Laat de contactsleutel nooit in stand MAR staan omdat
hierdoor de accu ontlaadt en neem bovendien de sleutel
altijd uit het contactslot als u de auto verlaat.
Laat kinderen nooit alleen achter in de auto. Neem de sleu-
tel altijd uit het contactslot als u de auto verlaat en neem
de sleutel mee.
fig. 1L0E0072m
GEBRUIK VAN DE HANDGESCHA-
KELDE VERSNELLINGSBAK
Om de versnellingen in te schakelen, moet u het koppe-
lingspedaal geheel intrappen en vervolgens de versnel-
lingspook in de gewenste stand plaatsen (het schakel-
schema staat, afhankelijk van de uitvoering, op een plaat-
je onder de pook of op de knop van de pook fig. 2).
Voor het inschakelen van de 6e versnelling moet de pook
naar rechts worden gedrukt om te voorkomen dat per on-
geluk de 4e versnelling wordt ingeschakeld. Dit geldt ook
voor het schakelen van de 6e naar de 5e versnelling.
BELANGRIJK De achteruit kan alleen bij een stilstaan-
de auto worden ingeschakeld. Wacht met een draaiende
motor en een geheel ingetrapt koppelingspedaal minstens
twee seconden voordat u de achteruit inschakelt. Hiermee
wordt voorkomen dat de tandwielen beschadigen.
fig. 2L0E0073m
165-174 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:51 Pagina 169