Lancia Delta 2014 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2014, Model line: Delta, Model: Lancia Delta 2014Pages: 291, PDF Size: 5.3 MB
Page 151 of 291

KENNISMAKING MET DE AUTO149
1
MONTAGE VAN ELEKTRISCHE/
ELEKTRONISCHE SYSTEMEN
Elektrische/elektroni sche systemen die na aan schaf van
de auto door de afters ales-service worden gemonteerd,
moeten van het volgende merkteken zijn voorzien:
Fiat Group Automobiles S . p. A. autori seert de montage
van zend-/ontvangs tapparatuur op voorwaarde dat deze
door een ges pecialiseerd bedrijf op vakkundige wijze en
overeenkom stig de aanwijzingen van de fabrikant wordt
uitgevoerd.
BELANGRIJK In geval van montage van systemen waar-
bij de kenmerken van het voertuig worden gewijzigd, kan
het kentekenbewij s door de bevoegde ins tanties ingeno-
men worden. Dit kan ook de ongeldigheid van de garan-
tie met zich meebrengen voor storingen veroorzaakt door
de wijziging of die direct of indirect hierop terug te voe-
ren zijn. Fiat Group Automobile s S . p. A. wijs t elke aan-
s prakelijkheid af voor schade die het gevolg i s van mon-
tage van acce ssoires die niet door Fiat Group Automobi-
les S . p. A. zijn geleverd of aanbevolen en die niet conform
de vers chafte aanwijzingen zijn gemonteerd.
OPTIONELE ACCESSORIES
Als men na aans chaf van het voertuig acce ssoires wil mon-
teren die cons tante elektrische voeding nodig hebben (ra-
dio, diefs talalarm, satellietbewaking via GPS enz.) of veel
s troom verbruiken, dient men contact op te nemen met
het ges pecialis eerde pers oneel van het Lancia Servicenet-
werk. Zij kunnen de mee st ges chikte apparatuur uit het a s-
s ortiment Lineaccessori Lancia aanbevelen, het totale
stroomverbruik beoordelen en controleren of de elektri-
s che ins tallatie hierop berekend i s en of het noodzakelijk
i s een accu met een grotere capaciteit te monteren.
Let op bij het monteren van aanvullende
spoilers, lichtmetalen velgen of niet origine-
le wieldeksels: daardoor kan de ventilatie
van de remmen namelijk beperkt worden, wat in-
vloed heeft op de efficiëntie van de remmen bij
noodsituaties waarin geremd moet worden, in om-
standigheden die herhaaldelijk remmen nodig ma-
ken en tijdens lange afdalingen. Let erop dat de slag
van de pedalen nergens door wordt belemmerd
(matten, enz.).
001-154 Delta NL 1ed 27/01/14 11.59 Pagina 149
Page 152 of 291

150KENNISMAKING MET DE AUTO
TA N K E N
WERKING BIJ LAGE TEMPERATUREN
Bij zeer lage buitentemperaturen kan de vloeibaarheid van
de dieselolie onvoldoende worden wegens de vorming van
paraffine met een s lechte werking van het brands toftoe-
voersysteem als gevolg.
Om deze problemen te voorkomen, zijn afhankelijk van
het seizoen vers chillende soorten dies elolie beschikbaar:
zomerdies el, winterdies el en arctische diesel (koude lan-
den). Als diesel wordt getankt met specificaties die niet ge-
s chikt zijn voor de gebruik stemperatuur, wordt geadvis eerd
om TUTELA DIE SEL ART additief in de op de verpak-
king aangegeven verhoudingen met de brands tof te men-
gen. Giet het additief vóór de die selolie in de tank.
Als het voertuig gedurende een lange periode in de bergen
of in koude zones wordt gebruikt of geparkeerd, wordt ge-
advis eerd om met de plaat selijk bes chikbare dies elolie te
tanken.
In dit geval wordt teven s geadvis eerd om de tank meer dan
50% gevuld te houden.
RADIOZENDAPPARATUUR EN MOBIELE
TELEFOONS
Radiozendapparatuur (autotelefoons
, CB-zenders, radio-
amateurs e. d.) mag alleen in het voertuig worden gebruikt
met een aparte antenne die op het dak i s gemonteerd.
BELANGRIJK het gebruik van deze apparaten in het in-
terieur (zonder aparte buitenantenne) kan storingen in
de elektroni sche systemen van de auto ver
oorzaken. Dit
kan de veiligheid van de auto in gevaar brengen en een po-
tentieel gevaar voor de gezondheid van de pa ssagiers op-
leveren.
Te v e n s kan de zend- en ontvang stkwaliteit beperkt wor-
den door het af schermings effect van de carro sserie. Voor
wat betreft het gebruik van mobiele telefoons (GSM,
GPRS , UMTS ) met het officiële EU-keurmerk, wordt ver-
wezen naar de gebruik saanwijzingen van de fabrikant van
de mobiele telefoon.
001-154 Delta NL 1ed 27/01/14 11.59 Pagina 150
Page 153 of 291

KENNISMAKING MET DE AUTO151
1
TANKDOP fig. 86
Druk, om te tanken, op klepje A om dit te ontgrendelen en
toegang te krijgen tot de tankdop. het klepje is vergrendeld
als de centrale vergrendeling inge schakeld i s.
Draai dop is B los, deze is voorzien van een koordje C dat
aan het klepje vas tzit, om verlies van de dop te voorkomen.
de hermetis che afsluiting kan een lichte toename van de druk
in de tank veroorzaken. een eventueel ontluchting sgeluid
wanneer de dop wordt los gedraaid is dus volkomen normaal.
Haak tijdens het tanken de dop op de uit sparing aan de bin-
nenkant van het tankklepje va st, zoals afgebeeld in de figuur.
fig. 86L0E0060m
Gebruik voor dieselmotoren uitsluitend die-
selbrandstof voor motorvoertuigen, conform
de Europese EN590 norm. het gebruik van
andere producten of mengsels kan de motor onher-
stelbaar beschadigen en derhalve de garantie voor
de veroorzaakte schade ongeldig maken. Als per
ongeluk andere brandstofsoorten worden getankt,
mag de motor niet gestart worden en moet
de brandstoftank afgetapt worden. Als de motor ook
maar zeer kortstondig heeft gewerkt, moet behal-
ve de tank het complete brandstoftoevoersysteem
geledigd worden.
TA N K E N
Om de tank volledig te vullen, kan men twee keer bijvul-
len nadat het tankpis tool is afgeslagen. Meer bijvullen kan
s toringen in het brands toftoevoersysteem veroorzaken.
001-154 Delta NL 1ed 27/01/14 11.59 Pagina 151
Page 154 of 291

152KENNISMAKING MET DE AUTO
MILIEUBESCHERMING
De volgende voorzieningen worden gebruikt om de emis-
s ie te beperken:
❍ oxidatiekatal ysator;
❍ uitlaatgas recirculatie (EGR).
❍ dies elroetfilter (DPF) (voor bepaalde vers ies/markten).
Onder normale bedrijfsomstandigheden
wordt de katalysator erg heet. Parkeer
het voertuig dus niet boven gras, dennen-
naalden of ander ontvlambaar materiaal: brand-
gevaar.
DE TANKDOP OPENEN IN een NOODGEVAL
Trek, in een noodgeval, aan het koordje A-fig. 87. Verwijder
het deks el om toegang te krijgen tot het koordje.
fig. 87L0E0184m
Breng geen open vuur of brandende sigaret-
ten in de buurt van de vulopening van de tank:
brandgevaar. Kom niet te dicht met het ge-
zicht bij de vulopening, om geen schadelijke dam-
pen in te ademen.
001-154 Delta NL 1ed 27/01/14 11.59 Pagina 152 A
Page 155 of 291

KENNISMAKING MET DE AUTO153
1
DIESELROETFILTER (DPF)
(voor bepaalde ver sies/markten)
Het dies elroetfilter is een mechanis ch filter in het uitlaat-
systeem dat roetdeeltje s in de uitlaatgassen van dies elmo-
toren opvangt. de toepassing van een roetfilter i s nodig om
bijna alle roetdeeltjes te elimineren, overeenkoms tig de hui-
dige en toekoms tige wettelijke voor schriften. Tijden s nor-
male gebruik van het voertuig regis treert de elektronische
regeleenheid een reek s gegevens (bijv. reis tijd, type route,
temperaturen, enz..) en berekent vervolgen s hoeveel roet-
deeltjes door het filter zijn opgevangen. Aangezien dit filter roetdeeltjes
opvangt, moet het regel-
matig geregenereerd (gereinigd) worden om de roetdeel-
tjes te kunnen verbranden. de regeneratie wordt automa-
tis ch geregeld door de elektroni sche motorregeleenheid af-
hankelijk van de toes tand van het roetfilter en de ge-
bruiks omstandigheden van het voertuig. Tijdens de re-
generatie van het roetfilter kan het volgende optreden:
een beperkte toename van het motortoerental, in schake-
ling van de ventilator, een beperkte toename van de rook-
vorming en hoge uitlaatga stemperaturen. Dit is normaal
en heeft geen negatieve invloed op de pres taties van
het voertuig noch op het milieu. Raadpleeg, als het be-
treffende bericht wordt weergegeven, paragraaf “Lamp-
jes op het ins trumentenpaneel” in dit hoofd stuk.
001-154 Delta NL 1ed 27/01/14 11.59 Pagina 153
Page 156 of 291

154KENNISMAKING MET DE AUTO
blanco pagina
001-154 Delta NL 1ed 27/01/14 11.59 Pagina 154
Page 157 of 291

2
VEILIGHEID
155
Veiligheidsgordels ..........................................................156
SBR-systeem..................................................................157
Gordelspanners..............................................................158
Kinderen veilig vervoeren...............................................161
“Universeel” kinderzitje monteren..................................163
Inbouwvoorbereiding “Isofix”- kinderzitje .....................169
Frontairbags .................................................................173
Zijairbags (Zijairbag – Hoofdairbag) .............................178
155-182 Delta NL 1ed 26/09/13 11.03 Pagina 155
Page 158 of 291

156
VEILIGHEID
VEILIGHEIDSGORDELSGEBRUIK VAN de VEILIGHEIDSGORDELS fig. 1
De veiligheidsgordel moet omgelegd worden terwijl men
goed rechtop, met de rug tegen de rugleuning zit.
Pak, om de gordel om te leggen, de gesp A en steek deze
in de sluiting B, totdat de klik van het vergrendelen wordt
gehoord. Als tijdens het uittrekken de gordel blijft blokke-
ren, laat hem dan een stukje teruglopen en trek hem ver-
volgens langzaam uit.
De oprolautomaat kan blokkeren als de auto op een stei-
le helling staat: dit is normaal. Bovendien blokkeert
de oprolautomaat als de gordel snel word uitgetrokken
of bij hard remmen, botsingen en bij bochten die op ho-
ge snelheid worden genomen. de achterbank is voorzien
van driepuntsveiligheidsgordels met rolautomaat.
De veiligheidsgordels van de achterstoelen moeten gebruikt
worden zoals afgebeeld i
n het schema in fig. 2.
Druk tijdens het rijden nooit op knop C. Onthoud dat achterpassagiers die geen gor-
del dragen, tijdens een heftige botsing niet al-
leen voor zichzelf gevaar opleveren maar ook
voor de inzittenden voorin.
fig. 1
L0E0061m
Druk, om de gordel los te maken, op de knop C. Begeleid
de gordel tijdens het teruglopen met de hand, zodat hij
niet draait. Via de oprolautomaat past de gordel zich au-
tomatisch aan het lichaam van de inzittende aan, waar-
bij voldoende bewegingsvrijheid wordt gelaten.
155-182 Delta NL 1ed 26/09/13 11.03 Pagina 156
Page 159 of 291

VEILIGHEID
157
2
BELANGRIJK Als de achterbankleuning weer in de rij-
stand is gezet, de veiligheidsgordels zodanig plaatsen dat
ze klaar zijn voor gebruik.
BELANGRIJK Als bij verplaatsing van de achterbank
de middelste gordel tijdelijk vergrendelt, herstel dan
de normale omstandigheden door de achterbank naar
de achterzijde van de auto te verplaatsen.
fig. 2
L0E0062m
SBR-SYSTEEMHet voertuig is voorzien van het SBR-systeem (Seat Belt Re-
minder) dat de bestuurder en de passagier voorin als volgt
waarschuwt als hun veiligheidsgordel niet is omgelegd:
❍waarschuwingslampje
<
gaat branden en er klinkt
een ononderbroken geluidssignaal gedurende de eer-
ste 6 seconden;
❍waarschuwingslampje
seconden.
Neem contact op met het Lancia Servicenetwerk om
het SBR-systeem permanent te laten uitschakelen.
Het SBR-systeem kan te allen tijde via het Setup menu
van het display opnieuw worden ingeschakeld (zie hoofd-
stuk “1").
155-182 Delta NL 1ed 26/09/13 11.03 Pagina 157
Page 160 of 291

158
VEILIGHEID
GORDELSPANNERSDe auto is uitgerust met gordelspanners voor de veili-
gheidsgordels voorin die in werking treden bij een hefti-
ge frontale botsing. Op die manier worden de inzitten-
den veel beter op hun plaats gehouden en wordt
de voorwaartse beweging ingeperkt.
Wanneer de gordelspanners hebben gewerkt; rolt de gor-
del niet meer op.
De auto is ook uitgerust met een tweede gordelspanner
(gemonteerd bij de dorpellijst). Wanneer die wordt inge-
schakeld, wordt de metalen kabel verkort.
Tijdens de werking van de gordelspanner kan er een wat
rook ontsnappen. Deze rook is niet schadelijk en duidt niet
op brandgevaar.
BELANGRIJK Voor een maximale bescherming door
de gordelspanners moet de veili
gheidsgordel zo worden
omgelegd dat hij goed op borst en bekken aansluit.
De gordelspanner behoeft geen onderhoud of smering: elke
verandering van de oorspronkelijke conditie zal de werking
ervan benadelen. Als de gordelspanner door extreme na-
tuurlijke gebeurtenissen (bijv. overstromingen, vloedgol-
ven enz.) met water en modder in contact is geweest, dan
moet hij worden vervangen.
De gordelspanner kan slechts één maal ge-
bruikt worden. Neem contact op met
het Lancia Servicenetwerk om de gordel-
spanner te laten vervangen nadat deze in werking
is getreden. Werkzaamheden die leiden tot stoten, trillin-
gen of plaatselijke verhitting in de zone ron-
dom de gordelspanners (meer dan 100℃ge-
durende ten hoogste zes uur) kunnen de gordel-
spanners beschadigen of in werking doen treden.
Neem contact op met het Lancia Servicenetwerk voor
eventuele werkzaamheden aan deze componenten.
KRACHTBEGRENZERS
Voor een nog betere bescherming van de passagiers zijn
de oprolautomaten van de gordels voor voorzien van
een krachtbegrenzer die bij een frontale botsing de piek-
belasting op de borst en schouders beperken.
155-182 Delta NL 1ed 26/09/13 11.03 Pagina 158